Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 oktober 2024, nr. 2024-0000424024, tot wijziging van de Regeling SUWI in verband met de wijziging en het verval van de kassiersbepaling

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 49, vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.10a, zevende lid, wordt ‘de jaren 2021 tot en met 2024’ vervangen door ‘de jaren 2021 tot en met 2025’.

B

In Bijlage XXV, tweede alinea, wordt ‘kalenderjaren 2021 tot en met 2024’, vervangen door ‘kalenderjaren 2021 tot en met 2025’.

C

Aan paragraaf 5.1c wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 5.10h. Vervalbepaling

Deze paragraaf vervalt met ingang van 1 januari 2027, evenals artikel 5.10a, zevende lid, en Bijlage XXV.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum

TOELICHTING

Algemeen

De Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening (hierna: tijdelijke regeling) zag op het versterken van de regionale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversorganisaties, UWV en (centrum)gemeenten.1 Het doel van de intensievere regionale samenwerking was om werkenden en werkzoekenden die hun baan waren verloren of dreigden te verliezen, en gebaat waren bij extra ondersteuning, snel en gericht te ondersteunen naar ander werk met behulp van aanvullende dienstverlening, waaronder via scholing. De tijdelijke regeling voorzag in middelen ter vergoeding van de personele inzet van partijen in de Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s) en de inzet van aanvullende dienstverlening aan werkenden en werkzoekenden. Om het mogelijk te maken dat verschillende partijen gebruik konden maken van deze middelen is een centrale onafhankelijk kassiersfunctie ingericht. De rol van de kassier was het administreren en feitelijk beheren van de budgetten en het zorgen voor de uitbetaling van de vergoedingen. Deze rol houdt ook in 2025 nog gedeeltelijk stand. Artikel 15 van de tijdelijke regeling belast het UWV met de taken van de kassier.

Artikel 26 van de tijdelijke regeling verplicht het UWV om inhoudelijk en financieel verslag uit te brengen over de uitvoering van de kassierstaken middels een kassiersverslag als onderdeel van de jaarverslag van UWV. De verplichting van een kassiersverslag is uitgewerkt in de Regeling SUWI. Het UWV brengt jaarlijks over het voorgaande jaar, uiterlijk 15 maart, aan de Minister financieel verslag uit over het beheer van de budgetten. Het kassiersverslag geeft inzicht in de ontvangen voorschotten en realisaties van de verschillende budgetten. Na beoordeling van het verslag rekent de Minister de uitbetalingen alsmede de ontvangen voorschotten met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar af.

De tijdelijke regeling is vervallen op 1 januari 2025, met dien verstande dat deze regeling zoals die luidde op 31 december 2024 en daaraan voorafgaand van toepassing blijft op de financiële afwikkeling van de regeling over de voorgaande kalenderjaren. Dit betekent dat de kassier in 2025 de laatste uitbetalingen van de vergoedingen over 2024 doet. Om financieel verslag te kunnen doen over deze taken dient het UWV in 2026 nog een kassiersverslag in het jaarverslag op te nemen.

Deze wijzigingsregeling wijzigt daarom artikel 5.10a, zevende lid en bijlage XXV, van de Regeling SUWI, zodat de jaarverslagen van het UWV tot en met 2025 een kassiersverslag bevatten.

Daarnaast bevat de wijzigingsregeling een vervalbepaling voor artikel 5.10a, zevende lid, paragraaf 5.1c en bijlage XXV van de Regeling SUWI. Deze bepaling hebben vanaf 1 januari 2027 geen functie meer, met de vervalbepaling worden de genoemde artikelen uit Regeling SUWI geschrapt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

Artikel 26, eerste lid, van de tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening (hierna: tijdelijke regeling) verplicht het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: UWV) om financieel verslag uit te brengen in overeenstemming met artikel 49, eerste en derde tot en met vijfde lid van de Wet SUWI, over de kassierstaken genoemd in artikel 15 van de tijdelijke regeling. Deze verslaglegging geschiedt middels een kassiersverslag dat wordt opgenomen in het jaarverslag van UWV.

Artikel 49 van de Wet SUWI, welk artikel regels bevat met betrekking tot onder meer het jaarverslag, bepaalt in het vijfde lid dat bij ministeriele regeling nadere regels worden gesteld over onder meer het jaarverslag. Deze nadere regels zijn opgenomen in de Regeling SUWI, waaronder regels met betrekking tot het kassiersverslag. Artikel 5.10a, zevende lid, bepaalt dat de jaarverslagen over de jaren 2021 tot en met 2024 een kassiersverslag bevatten. Artikel 5.10g van de Regeling SUWI, eerste en tweede lid, alsmede bijlage XXV bij voornoemd artikel, bepalen de vereisten die aan voornoemd kassiersverslag worden gesteld.

Aangezien UWV in 2025 nog kassierstaken in de zin van artikel 15 van de tijdelijke regeling zal verrichten, en ingevolge artikel 26, eerste lid, van de tijdelijke regeling daar verslag over dient uit te brengen, is artikel 5.10a, zevende lid alsmede bijlage XXV gewijzigd zodat de regelgeving met betrekking tot het kassiersverslag ook van toepassing is op het jaarverslag dat UWV in 2026 opstelt over het jaar 2025.

Onderdeel C

Aangezien UWV na 2025 geen kassiersverslag meer zal opstellen omdat de tijdelijke regeling met ingang van 1 januari 2025 is vervallen, kunnen de bepalingen met betrekking tot het kassiersverslag, te weten artikel 5.10a, zevende lid, de bepalingen van paragraaf 5.1c en Bijlage XXV, vervallen met ingang van 1 januari 2027.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum

Naar boven