Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24-10-2023, nr. 2023-0000536484, tot wijziging van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening in verband met de wijziging van het budget en een wijziging met betrekking tot het kassiersverslag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 9 juncto 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies, en artikel 32d, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisaties werk en inkomen;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE TIJDELIJKE REGELING AANVULLENDE DIENSTVERLENING

De Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 21.000.000’ vervangen door ‘€ 25.555.000’.

2. Aan het derde lid wordt toegevoegd ‘Van deze termijn kan worden afgeweken voor zover de bedragen niet naar beneden worden bijgesteld.’

B

In de tabel in bijlage 5, wordt de derde kolom vervangen door:

Totaal budget 2023

€ 406.956

€ 644.626

€ 453.545

€ 282.961

€ 366.987

€ 533.357

€ 641.199

€ 510.606

€ 184.142

€ 698.110

€ 3.066.600

€ 990.372

€ 434.986

€ 577.051

€ 1.102.449

€ 551.533

€ 186.228

€ 308.862

€ 1.623.080

€ 573.838

€ 409.872

€ 1.010.889

€ 549.256

€ 390.292

€ 1.783.811

€ 569.666

€ 1.524.049

€ 812.828

€ 1.016.294

€ 367.795

€ 279.257

€ 301.690

€ 571.157

€ 823.213

€ 1.007.441

€ 25.555.000

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE REGELING SUWI

Bijlage XXV, behorende bij artikel 5.10g, eerste lid, van de regeling SUWI, wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL III INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

BIJLAGE BIJ ARTIKEL II, VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24-10-2023, NR. 2023-0000536484, TOT WIJZIGING VAN DE TIJDELIJKE REGELING AANVULLENDE DIENSTVERLENING IN VERBAND MET WIJZIGING BUDGET

BIJLAGE XXV. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 5.10G, EERSTE LID, VAN DE REGELING SUWI

Kassiersverslag Tijdelijke aanvullende dienstverlening

In deze bijlage is gespecificeerd welke informatie de kassier in het kader van de in artikel 15 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening bedoelde taak jaarlijks aan de Minister dient te verstrekken op grond van artikel 5.10a van de Regeling SUWI. Deze informatie dient te worden opgenomen in het kassiersverslag.

De kassier dient zich te verantwoorden over het beheer van de budgetten en de uitbetaling van de vergoedingen waar naar wordt verwezen in artikel 15, tweede lid, van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening (de zogenaamde ‘artikel 15 budgetten’). Deze verantwoording vindt over de kalenderjaren 2021 tot en met 2024 plaats in het jaarverslag door middel van het kassiersverslag. Het jaarverslag wordt jaarlijks vóór 15 maart aan de Minister aangeboden.

In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd die in het kassiersverslag aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.

Tabel: Inhoudsvoorschriften voor het kassiersverslag

1. Artikel 15 budgetten

 

a. Realisatie per budget

x

b. Realisatie per RMT

x

2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

x

3. Bedrijfsvoering

 

a. rechtmatigheid

x

4. Controleverklaring en verslag van bevindingen

x

Legenda

x. Opnemen

1. Artikel 15 budgetten

De kassier geeft inzicht in de mutaties van de door UWV beheerde budgetten en vergoedingen in het kader van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening. Het kassiersverslag wordt opgesteld op kasbasis, en geeft inzicht in de door de kassier ontvangen voorschotten en de verrichte betalingen ten laste van de volgende budgetten:

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18)

  • Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)

Tabel 1 Realisatie per budget

Tabel voor hoofdstuk 2

 

Budget (obv beschikkingen vastgesteld door SZW) kosten UWV en colleges B&W (art 22, tweede lid, onderdeel a)

Budget (obv beschikking vastgesteld door SZW) kosten werknemers- en werkgeversorganisaties (art 22, tweede lid, onderdeel b)

Budget aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 22, tweede lid, onderdeel c)

Budget vastgesteld door SZW

     
 

Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W

(art 17)

Vergoeding kosten werknemers- en werkgevers organisaties

(art. 18)

Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)

Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO

(art. 20)

Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud

(art. 21)

Totaal

Uitbetaald door de kassier:

           

April

           

Mei

           

Juni

           

Juli

           

Augustus

           

September

           

Oktober

           

November

           

December

           
             

Restant budget

% realisatie

           
Tabel 2 Realisatie per RMT
 

Budget (obv beschikking vastgesteld door SZW) kosten UWV en colleges B&W (art 22, tweede lid, onderdeel a)

Budget aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 22, tweede lid, onderdeel c)

Budget vastgesteld door SZW

   
 

Vergoeding van kosten UWV en colleges B&W

(art. 17)

Vergoeding kosten aanvullende dienstverlening (art. 19)

Vergoeding kosten scholing via praktijkleren in het MBO

(art. 20)

Vergoeding kosten dienstverlening werkfitbehoud

(art. 21)

Totaal

Uitbetaald door de kassier:

         

Restant budget

% realisatie

         

Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar

         

Vergoeding van kosten UWV

 

x

x

x

 

Vergoeding van kosten colleges B&W

 

x

x

x

 
2. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening

Ten behoeve van de afrekening neemt de kassier in het kassiersverslag een overzicht op van de uitgaven welke ten laste komen van de rijksbijdrage die is ontvangen voor de artikel 15 budgetten. De gerapporteerde ontvangen rijksbijdrage dient aan te sluiten op de betreffende rekening-courant met het Ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).

Tabel 3 Afrekentabel
 

Realisatie

Voorschot

Afrekening

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

     

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18)

     

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21)

     

Afrekening voorgaande jaren nav vaststelling van de vergoedingen per kalenderjaar

     

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel a, ter vergoeding van kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17)

     

Budget artikel 22, tweede lid, onderdeel b, ter vergoeding van kosten werknemers- en werkgevers organisaties (artikel 18))

     

Totaal

3. Bedrijfsvoering

De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat ten minste uit het volgende onderdeel:

Rechtmatigheid

De wijze waarop de kassier ten aanzien van de artikel 15 budgetten verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag is hieronder nader uitgewerkt.

  • De kassier bewaakt dat de vergoedingen van de kosten UWV en colleges van burgemeester en wethouders (artikel 17), en de kosten werknemers- en werkgeversorganisaties (artikel 18) conform de door de Minister vastgestelde budgetten zijn.

  • De kassier stelt vast dat op de declaraties de vereiste verklaringen zijn opgenomen zoals vermeld in artikel 19, 20 en 21 van de Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening.

  • De kassier stelt vast dat het budget van artikel 22, tweede lid, onderdeel c, ter vergoeding van kosten aanvullende dienstverlening (artikel 19), scholing via praktijkleren in het MBO (artikel 20) en dienstverlening werkfitbehoud (artikel 21) niet wordt overschreden op het moment dat de declaratie wordt ontvangen door de kassier.

  • De kassier stelt vast dat de vergoedingen uit hoofde van artikel 17 tot en met 21 verricht zijn ten gunste van het juiste bankrekeningnummer dat is opgegeven via het stamgegevensformulier welke is ondertekend door de gemandateerde van de inkopende partij.

  • De kassier stelt vast dat betalingen uit hoofde van artikel 17 t/m 21 plaats vinden na de startdatum per RMT.

4. Controleverklaring en verslag van bevindingen

De accountant onderzoekt de verantwoording die de kassier op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.

TOELICHTING

Algemeen

De Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening (hierna: Tijdelijke regeling) ziet op het versterken van de regionale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversorganisaties, UWV en (centrum)gemeenten. Het doel van de intensievere regionale samenwerking is werkenden en werkzoekenden die hun baan zijn verloren of dreigen te verliezen, en gebaat zijn bij extra ondersteuning, snel en gericht te ondersteunen naar ander werk met behulp van aanvullende dienstverlening, waaronder scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud voor de doelgroep banenafspraak. Met de Tijdelijke regeling worden nadere regels gesteld aan de vormgeving van de regionale samenwerking, het proces van de uitvoering van de aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en werkfitbehoud crisisdienstverlening voor de doelgroep banenafspraak, de benodigde gegevensverwerking en -uitwisseling, de financiering van de inzet van werknemers- en werkgeversorganisaties, UWV en (centrum)gemeenten voor de samenwerking, en de financiering voor de inzet van aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud voor de doelgroep banenafspraak. Met deze wijziging van de Tijdelijke regeling wordt het budget voor de financiering van de inzet van aanvullende dienstverlening voor 2023 verhoogd en regionaal verdeeld.

In reactie op de toenemende vraag naar aanvullende dienstverlening is in de voorjaarsbesluitvorming van 2023 extra budget beschikbaar gesteld. Daarnaast is het budget geïndexeerd voor de loon- en prijsbijstelling. Hierdoor is in totaal € 4.555.000 extra budget beschikbaar gekomen. Hierbij is de verdeling van het oorspronkelijk budget 2023 gebruikt als verdeelsleutel. Voor elke regio is eenzelfde deel van het extra budget beschikbaar als oorspronkelijk in 2023 het geval was. Overwogen is om de realisatiecijfers van regio’s mee te nemen in de verdeling. Echter fluctueren deze cijfers tussen de regio’s door de tijd en kan niet gesteld worden dat een regio met een lage realisatie op een bepaald moment in het jaar ook een lage realisatie zal hebben aan het eind van het jaar.

De wijze waarop partijen toegang krijgen tot het budget, zoals beschreven in de artikelen 17, 18 en 19 blijft ongewijzigd.

Overige wijziging

Naast het verhogen van het budget voor aanvullende dienstverlening 2023 wordt bijlage XXV van de Regeling SUWI vervangen. In deze bijlage is gespecificeerd welke informatie de kassier in het kader van de in artikel 15 van de Tijdelijke regeling bedoelde taak jaarlijks in het kassiersverslag aan de Minister dient te verstrekken. Voorgaande verplichting geldt op grond van artikel 5.10g, van de Regeling SUWI. Met de wijziging van de Tijdelijke regeling van 15 december 2022, zijn de budgetten voor kosten voor aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud voor de doelgroep banenafspraak geïntegreerd in één budget. Deze wijziging heeft effect op de informatie in het kassiersverslag. Met de nieuwe bijlage XXV is aangesloten bij de huidige situatie van één budget voor drie verschillende activiteiten, zoals bedoeld in artikel 22, tweede lid onderdeel c, van de Tijdelijke regeling.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Dit onderdeel wijzigt artikel 22, tweede lid, onderdeel c, van de Tijdelijke regeling, dat het plafond vaststelt van het budget voor (i) aanvullende dienstverlening, (ii) scholing via praktijkleren in het mbo, en (iii) dienstverlening werkfitbehoud tezamen, alle zoals omschreven in de regeling. Middels deze wijziging is het plafond verhoogd naar € 25.555.000.

Artikel I, onderdeel B

Dit onderdeel heeft betrekking op bijlage 5, bij de Tijdelijke regeling. Deze bijlage bevat de onderverdeling per arbeidsmarktregio van het budget vermeld in artikel 22, tweede lid, onderdeel c, van de Tijdelijke regeling. Artikel I, onderdeel A, van deze wijzigingsregeling, heeft voornoemd budget verhoogd. In verband daarmee zijn de bedragen vermeld in de derde kolom van bijlage 5 middels deze wijziging naar boven bijgesteld.

Artikel II

Dit artikel wijzigt bijlage XXV, behorend bij artikel 5.10g, eerste lid, van de regeling SUWI. Artikel 5.10g, eerste lid, bevat voorschriften met betrekking tot het kassiersverslag dat UWV dient op te stellen naar aanleiding van de kassierstaak die UWV heeft op basis van artikel 15, van de Tijdelijke regeling. Bijlage XXV, van de regeling SUWI, bevat onderwerpen die in het kassiersverslag dienen te worden opgenomen. De bijlage wordt gewijzigd omdat met ingang van 1 januari 2023 de budgetten voor aanvullende dienstverlening, scholing via praktijkleren in het mbo en dienstverlening werkfitbehoud voor de doelgroep banenafspraak, zijn samengevoegd in één budget. In de bijlage werd nog uitgegaan van 3 verschillende budgetten, dit is gewijzigd in één budget.

Artikel III

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn. Deze wijzigingsregeling bevat een verhoging voor het huidige kalenderjaar van het in artikel I, onderdeel A, genoemde budget. Dit verhoogde budget dient zo spoedig mogelijk beschikbaar te komen opdat dit kan worden aangewend door de partijen bij de Tijdelijke regeling voor dienstverlening zoals genoemd in artikel 22, tweede lid, onderdeel c, van de Tijdelijke regeling.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven