TOELICHTING
I Algemeen
1. Aanleiding en doel
Met deze regeling wordt de subsidiemodule Agenda Natuurinclusief, titel 2.24 van de
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) gewijzigd. Voor het realiseren
van de ambities van de Agenda Natuurinclusief is een goede werking van de tien in
Agenda Natuurinclusief 2.0 benoemde domeinen essentieel. De subsidiemodule Agenda
Natuurinclusief is op 1 januari 2024 in werking getreden en vormt een gerichte bijdrage
van het Rijk ter bevordering van de organisatie en werking van de domeinen van de
Agenda Natuurinclusief.
De subsidiemodule is opengesteld voor de jaren 2024 en 2025. Per jaar dient een subsidieaanvraag
te worden gedaan. Ervaring met de subsidiemodule in 2024 heeft twee onvolkomenheden
aan het licht gebracht. Beide onvolkomenheden worden met deze wijzigingsregeling gecorrigeerd.
Voorts wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om twee technische wijzigingen aan
te brengen.
2. Hoofdlijnen wijziging
De wijziging houdt verband met een in 2024 geconstateerd gebrek aan flexibiliteit
binnen de regeling in de toedeling door subsidieaanvrager van het totaal bedrag dat
aan subsidie wordt ontvangen en de onbedoeld opgetreden ongelijkheid tussen subsidieontvangers
die niet aftrekbare omzetbelasting wel en niet kunnen verrekenen.
Om de flexibiliteit van de subsidie te vergroten wordt voor 2025 de harde financiële
scheidslijn tussen kosten van arbeid van de aanvrager en overige activiteiten binnen
het maximale subsidiebedrag van € 300.000 per domein opgeheven. Daarmee wordt de subsidie
voor subsidie-aanvragers flexibeler inzetbaar.
De ongelijkheid tussen subsidieontvangers inzake aftrekbare omzetbelasting komt voort
uit het feit dat de subsidieregeling open staat voor tien domeinen, waarbij de subsidie-aanvragende
organisaties verschillende typen juridische organisaties zijn (vereniging, stichting,
B.V., zzp). Daardoor ontstaan verschillen in de mogelijkheid om de omzetbelasting
te verrekenen. Op basis van artikel 10, vierde lid Kaderbesluit bestaat al de mogelijkheid
om de omzetbelasting die niet aftrekbaar is als subsidiabele kosten op te voeren,
maar hiermee is voor 2024 geen rekening gehouden bij de vaststelling van de maximale
subsidiebedragen.
Daarom wordt met deze wijziging het maximale subsidiebedrag voor subsidieaanvragers
die via overlegging van een verklaring van de Belastingdienst aantonen omzetbelasting
niet te kunnen verrekenen, voor 2025 verhoogd met de niet-verrekenbare omzetbelasting.
In de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025 wordt voor deze subsidieverstrekking
een subsidieplafond bepaald voor 2025, ter hoogte van € 3.000.000,–, plus de door
subsidieaanvragers eventuele niet-verrekenbare btw.
3. Regeldruk
De wijziging van artikel 2.24.3 vermindert de regeldruk voor subsidieaanvragers, omdat
een harde financiële scheidslijn tussen arbeidskosten van domeintrekkers en overige
activiteiten wordt opgeheven. Ook de uitvoering door RVO wordt hiermee vereenvoudigd
doordat er voor 2025 geen toetsing meer hoeft plaats te vinden over het in 2024 ingestelde
plafond van € 200.000,– voor de arbeidskosten van de domeintrekkers.
II Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A (Artikel 2.2.38 vervalbepaling RNES)
Met de wijziging van de RNES in verband met de benodigde wijziging van een aantal
artikelen als opgenomen onder titel 2.24 (Agenda natuurinclusief), wordt van de gelegenheid
gebruik gemaakt om de in artikel 2.2.38 opgenomen vervalbepaling van titel 2.2 van
de RNES, te verbeteren.
Met onderhavige wijziging wordt de vervalbepaling van die titel hersteld, daar abusievelijk
eerder niet is geregeld dat bijlage 2.2 vervalt op het moment dat de titel vervalt
en door de verwijzing naar de reeds vervallen bijlage 2.2.3 te laten vervallen. Deze
wijziging heeft verder geen gevolgen.
Onderdelen B (Artikel 2.24.1 Begripsbepalingen), E (Artikel 2.24.10. Vervaltermijn)
en F
Bij de regeling waarmee titel 2.24 is toegevoegd aan de Regeling nationale EZK- en
LNV-subsidies is verzuimd de bij de wijzigingsregeling opgenomen ‘bijlage 1’ in te
voegen bij de bijlagen bij de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, en deze te
nummeren overeenkomstig de andere bijlagen bij die laatste regeling. Dit verzuim wordt
hersteld in onderdeel F. Dat noodzaakt tevens tot aanpassing van de verwijzing in
artikel 2.24.1 naar het nieuwe nummer van de bijlage (onderdeel B) en tot toevoeging
in artikel 2.24.10 van de bijlage aan de op 1 januari 2029 te vervallen onderdelen
van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies) (onderdeel E).
Onderdeel C (Artikel 2.24.3 Hoogte subsidie)
Tijdens het eerste jaar van openstelling van de subsidieregeling (2024) is gebleken
dat de harde financiële scheiding binnen het maximale subsidiebedrag tussen kosten
voor arbeid van de aanvrager en overige activiteiten onvoldoende flexibiliteit biedt
aan aanvragers en de uitvoering door RVO arbeidsintensiever maakt. Daarom wordt dit
onderscheid met deze wijziging voor 2025 opgeheven.
In 2024 bleek het bedrag op grond van de subsidie dat domeinen daadwerkelijk konden
besteden aan subsidiabele activiteiten ongelijk, omdat onvoldoende rekening was gehouden
met het verschil in wel en niet verrekenbare omzetbelasting, door het gestelde maximum
van € 300.000 per jaar.
Dit kwam omdat een onderdeel van bedoeld te subsidiëren kosten op grond van artikel
10, vierde lid, van het Kaderbesluit, namelijk de subsidiabele kosten die bestaan
uit door de subsidie-aanvrager betaalde niet-aftrekbare omzetbelasting, onverhoopt
niet precies genoeg geregeld was. Deze wijziging verhoogt voor 2025 de maximale subsidiabele
kosten per domein van € 300.000 per jaar met de subsidiabele kosten die bestaan uit
door de subsidie-aanvrager betaalde niet-aftrekbare omzetbelasting.
Onderdeel D (Artikel 2.24.6 Aanvraag)
Met onderhavige wijziging wordt de met de aanvraag mee te zenden stukken uitgebreid
met het aanleveren van een verklaring van de Belastingdienst. De subsidieontvanger
is bij aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2.24.2 verplicht om aan te
geven of de btw verrekenbaar is. Indien de btw niet verrekenbaar is dient de aanvrager
dit te onderbouwen aan de hand van een verklaring van de Belastingdienst. Deze verklaring
is nodig bij aanvraag om niet-verrekenbare btw subsidiabel te kunnen stellen.
Artikel II
Voor de wijziging van artikel 2.2.38 geldt dat deze in werking treedt op de dag na
publicatie in de Staatscourant en terugwerkt tot het moment van inwerkingtreding van
de voornoemde wijziging van titel 2.2, zodat de wijzigingen op elkaar aansluiten.
Voor Artikel I, onderdelen B, E en F geldt dat deze in werking treden op de dag na
publicatie in de Staatscourant en terugwerken tot 1 januari 2024. Omdat het hier gaat
om wetstechnische fouten die geen directe gevolgen hebben voor subsidieontvangers
is gekozen voor terugwerkende kracht tot het tijdstip waarop de regeling in werking
was getreden (1 januari 2024), waarbij de fout werd geïntroduceerd.
De periode van openstelling van deze subsidiemodule en het subsidieplafond worden
bepaald in de regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2025. Voorzien wordt dat
de openstellingsperiode start op 6 januari, en loopt tot en met 17 februari 2025.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
J.F. Rummenie