Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

overwegende dat de werkzaamheden van bewindvoerders Wsnp krachtens de Wet op de rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand kunnen worden vergoed;

overwegende dat de Raad voor Rechtsbijstand met deze andere personen overeenkomsten als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub c van de Wet op de rechtsbijstand aan kan gaan tot het verlenen van rechtsbijstand op bepaalde rechtsgebieden;

overwegende dat de Raad voor Rechtsbijstand op vier specifieke verzoekschriftprocedures die in de Faillissementswet zijn opgenomen, rechtsbijstand gaat laten verlenen door bij de Raad voor Rechtsbijstand geregistreerde bewindvoerders Wsnp;

overwegende dat het nodig is daartoe regels vast te stellen;

stelt de volgende regeling vast:

HOOFDSTUK I. ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Bebr:

het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand;

b. beleidsregels:

de Beleidsregels voor inschrijving bewindvoerders Wsnp en bewindvoerderorganisaties Wsnp in het register;

c. bestuur:

het bestuur van de raad voor rechtsbijstand als bedoeld in artikel 3 van de Wrb;

d. bewindvoerder Wsnp:

de bewindvoerder Wsnp die staat ingeschreven in het register;

e. bijlagen:

de bijlagen behorende bij het verzoek toelating Wsnp zoals omschreven in artikel 285 Faillissementswet;

f. Bvr:

het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

g. commissie voor bezwaar:

de commissie voor bezwaar zoals opgenomen in het Reglement Commissie voor Bezwaar;

h. gedragsregels:

de regels waar de deelnemende bewindvoerder Wsnp zich aan heeft geconformeerd door ondertekening van het aanmeldformulier;

i. klachtenadviescommissie:

de klachtenadviescommissie Wsnp zoals opgenomen in de Klachtenregeling bewindvoerders Wsnp;

j. omzettingsverzoek:

omzettingsverzoek als bedoeld in artikel 15b Faillissementswet;

k. overeenkomst:

de overeenkomst die op basis van artikel 13 lid 1 sub c van de Wrb wordt gesloten tussen de Raad en de bewindvoerder Wsnp;

l. particulier:

rechtzoekende die geen (ex-)zzp’er/ondernemer is;

m. Raad:

de raad voor rechtsbijstand als bedoeld in artikel 2 van de Wrb;

n. rechtzoekende:

de particulier en (ex-)zzp’er/ondernemer die aanspraak maakt op rechtsbijstand op grond van deze regeling;

o. regeling:

deze regeling;

p. register:

het register waarin bewindvoerders Wsnp en bewindvoerderorganisaties Wsnp zijn opgenomen die voldoen aan de door de Raad gestelde eisen voor inschrijving zoals bepaald in de Beleidsregels voor inschrijving bewindvoerders Wsnp en bewindvoerderorganisaties Wsnp in het register;

q. toevoeging:

de toevoeging als bedoeld artikel 24 lid 1 sub c van de Wrb ten behoeve van het verlenen van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedures zoals bedoeld onder w van dit artikel;

r. vergoeding:

de vergoeding ten behoeve van het verlenen van rechtsbijstand zoals bedoeld in artikel 6 van deze regeling;

s. verzoek toelating Wsnp:

een verzoek toelating Wsnp zoals bedoeld onder w sub a van dit artikel;

t. verzoek voorlopige voorziening:

een verzoek voorlopige voorziening zoals bedoeld onder w sub b van dit artikel;

u. verzoek moratorium:

een verzoek moratorium zoals bedoeld onder w sub c van dit artikel;

v. verzoek dwangakkoord:

een verzoek dwangakkoord zoals bedoeld onder w sub d van dit artikel;

w. verzoekschriftprocedures:
x. Wrb:

Wet op de rechtsbijstand;

y. Wsnp:

Wet schuldsanering natuurlijke personen;

z. (ex-)zzp’er/ondernemer:

rechtzoekende met een zelfstandig beroep/bedrijf of (ex-)onderneming.

HOOFDSTUK II. VOORWAARDEN EN BEËINDIGING

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel de vergoeding te regelen van de bewindvoerder Wsnp voor het verlenen van rechtsbijstand aan rechtzoekenden in de verzoekschriftprocedures zoals bedoeld in artikel 1 onder w van deze regeling.

Artikel 3. Voorwaarden van deelname

  • 1. De Raad sluit in het kader van deze regeling een overeenkomst met de bewindvoerder Wsnp die op het moment van het sluiten van de overeenkomst:

    • a) ingeschreven staat in het register;

    • b) tenminste één lopende schuldsaneringszaak op zijn naam heeft staan;

    • c) een certificaat, niet ouder dan één jaar of behaald binnen één jaar na inwerkintreding van deze regeling, van tenminste 4 studiepunten kan overleggen van een door de Raad goedgekeurde permanente educatie over onderwerpen die samenhangen met het voeren van verzoekschriftprocedures die binnen de reikwijdte van deze regeling vallen;

    • d) bekend is met de ‘Handleiding verzoekschriftprocedures’, zoals te vinden is op de website van Bureau Wsnp;

    • e) dat niet is gebleken van enig handelen of nalaten in strijd met een zorgvuldige en doelmatige rechtsbijstandverlening, al dan niet blijkend uit een eerder advies van de klachtenadviescommissie en/of de commissie voor bezwaar en;

    • f) zich conformeert aan de gedragsregels.

Artikel 4. Beëindiging van de overeenkomst

  • 1. De Raad besluit de overeenkomst met een opzegtermijn van één maand te beëindigen als:

    • a) de bewindvoerder Wsnp niet meer voldoet aan de in artikel 1 onder b genoemde beleidsregels of de in artikel 1 onder h genoemde gedragsregels;

    • b) de bewindvoerder Wsnp in het kader van de permanente educatie per drie jaar geen certificaat kan overleggen van het behalen van een opleiding die voldoet aan de voorwaarden zoals omgeschreven in artikel 3 lid 1 onder c;

    • c) als wijziging van het beleid daar aanleiding toe geeft of;

    • d) als wijziging van de aan deze overeenkomst ten grondslag liggende wettelijke bepalingen of wijziging van andere wettelijke bepalingen daar aanleiding toe geeft.

  • 2. In zwaarwegende omstandigheden kan de Raad besluiten de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Dit geldt onder andere in de volgende gevallen:

    • a) als de bewindvoerder Wsnp niet voldoet aan de in artikel 3 lid 1 sub a van deze regeling gestelde voorwaarde;

    • b) als de Raad, al dan niet naar aanleiding van een advies van de klachtenadviescommissie, tot het oordeel komt dat voorzetting van de overeenkomst niet langer verantwoord is.

HOOFDSTUK III. DE TOEVOEGING EN DE VERGOEDING

Artikel 5. De toevoeging

  • 1. De bewindvoerder Wsnp die deelneemt aan deze regeling kan één toevoeging aanvragen. Deze toevoeging geldt voor de navolgende verzoekschriftprocedures:

    • a) een verzoek toelating Wsnp met bijlagen;

    • b) een verzoek voorlopige voorziening;

    • c) een verzoek moratorium;

    • d) een verzoek dwangakkoord.

  • 2. Een verzoek voorlopige voorziening wordt ingediend met het verzoek toelating Wsnp. Als het verzoek toelating Wsnp al is ingediend, wordt een verzoek voorlopige voorziening bij afzonderlijk verzoekschrift ingediend.

  • 3. Een verzoek moratorium en een verzoek dwangakkoord worden ingediend met het verzoek toelating Wsnp.

  • 4. De vergoeding wordt nader bepaald in artikel 6 van deze regeling.

  • 5. De bewindvoerder Wsnp vraagt de toevoeging aan via een door de Raad opgesteld formulier.

  • 6. De Raad legt aan de rechtzoekende de laagste eigen bijdrage op zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4 Bebr.

  • 7. De bewindvoerder Wsnp dient de zaken waarin hij is toegevoegd persoonlijk te behandelen.

  • 8. Een zaak kan alleen worden opgevolgd door een bewindvoerder Wsnp die eveneens een overeenkomst in het kader van deze regeling heeft gesloten met de Raad of door een bij de Raad ingeschreven advocaat.

  • 9. De rechtsbijstand waarvoor een toevoeging kan worden verleend, is strikt beperkt tot het voeren van verzoekschriftprocedures zoals bedoeld in artikel 1 onder w van deze regeling.

Artikel 6. De vergoeding

  • 1. De vergoeding voor rechtsbijstand aan een particulier in het kader van deze regeling wordt vastgesteld op:

    • a) 8 punten voor een verzoek toelating Wsnp dat is ingediend bij de rechtbank;

    • b) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 2 punten als er een verzoek voorlopige voorziening is ingediend bij de rechtbank;

    • c) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 2 punten als er een verzoek moratorium is ingediend bij de rechtbank;

    • d) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 3 punten als er een verzoek dwangakkoord is ingediend bij de rechtbank.

  • 2. De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met 2,5 punten als de bewindvoerder Wsnp de zitting in het kader van deze procedure heeft bijgewoond.

  • 3. De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid onder a en d wordt verhoogd met 2 punten als er sprake is van rechtsbijstand aan een (ex-)zzp’er/ondernemer.

  • 4. Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in artikel 3, lid 1 van het Bvr. Voor de toepassing van het basisbedrag per punt is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend.

  • 5. De eigen bijdrage zoals bedoeld in het zesde lid van artikel 5 van deze regeling, wordt in mindering gebracht op de vergoeding.

  • 6. Naast de vergoeding kent de Raad de bewindvoerder Wsnp ook een reistijd- en reiskostenvergoeding toe voor het reizen van en naar de zitting zoals bedoeld in artikel 24 Bvr en artikel 25 Bvr. Daarnaast kent de Raad de bewindvoerder Wsnp een kostenvergoeding toe zoals bedoeld in artikel 27 Bvr.

  • 7. De onderdelen van de vergoeding zoals bedoeld in het eerste, tweede, derde en zesde lid van dit artikel, worden vermeerderd met de verschuldigde omzetbelasting.

  • 8. In geval rechtsbijstand is verleend door een opvolgend bewindvoerder Wsnp of door een bij de Raad ingeschreven opvolgend advocaat, wordt de vergoeding betaald aan de bewindvoerder Wsnp of advocaat die het laatst is toegevoegd.

  • 9. De zittingstoeslag zoals bedoeld in artikel 7 Bvr, de opvolgingstoeslag zoals bedoeld in artikel 9 Bvr, samenhang zoals bedoeld in artikel 11 Bvr, de regeling voor advies zoals bedoeld in artikel 12 Bvr, de regeling voor bewerkelijke zaken zoals bedoeld in artikel 13 Bvr en de voorschotregeling zoals bedoeld in artikel 35 Bvr, zijn niet van toepassing.

Artikel 7. Aanvraag vergoeding

  • 1. Binnen zes maanden na afronding van de rechtsbijstand die in het kader van deze regeling wordt vergoed, vraagt de bewindvoerder Wsnp de vergoeding aan via een door de Raad opgesteld formulier.

  • 2. Bij dit formulier voegt de bewindvoerder Wsnp:

    • a) de einduitspraak op de betreffende verzoekschriftprocedure;

    • b) of een schriftelijk stuk van de rechtbank waaruit blijkt dat de verzoekschriftprocedure is ingetrokken;

    • c) of een schriftelijk stuk waaruit blijkt dat de zitting is bijgewoond;

    • d) en een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel;

    • e) of een bewijs van uitschrijving van de Kamer van Koophandel.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 november 2024. De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

  • 2. Op toevoegingen die zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van deze regeling, blijven de regelingen ‘Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp II’ (Staatscourant 2018, 46882) en ‘Regeling pilot toevoeging verzoek toelating Wsnp’ (Staatscourant 2021, 19863) van toepassing.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III.

’s-Hertogenbosch, 1 oktober 2024

I.D. Nijboer Algemeen directeur/Bestuurder Raad voor Rechtsbijstand

TOELICHTING

I. Algemeen

Met ingang van 1 mei 2021 is de Regeling pilot toevoeging verzoek toelating Wsnp (hierna afgekort: de PTW) in werking getreden. De PTW is een van de aanbevelingen uit de Quick Scan naar de toegankelijkheid van de Wsnp, die op 5 februari 2020 aan de Minister voor Rechtsbescherming is aangeboden. Het kenniscentrum van de Raad voor Rechtsbijstand heeft in samenwerking met Bureau Wsnp een evaluatierapport opgesteld. Bureau Wsnp heeft het evaluatierapport met een aanbiedingsbrief voorgelegd bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Naar aanleiding hiervan is verzocht om de PTW om te zetten naar staand beleid en de Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp II en de PTW samen te voegen.

Voorliggende Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III stelt het bestuur van de Raad in staat om overeenkomsten aan te gaan met bewindvoerders Wsnp. Bewindvoerders Wsnp die de overeenkomst zijn aangegaan, mogen op basis van een toevoeging rechtsbijstand verlenen in vier specifieke verzoekschriftprocedures die in de Faillissementswet zijn opgenomen. Deze regeling heeft tot doel de vergoeding te regelen van de bewindvoerder Wsnp voor het verlenen van rechtsbijstand. Daarnaast heeft deze regeling tot doel om rechtsbijstand te verlenen aan rechtzoekenden in het kader van de verzoekschriftprocedures.

Deze regeling is gebaseerd op artikel 13 lid 1 sub c van de Wet op de Rechtsbijstand.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel zijn de begrippen omschreven die in deze regeling worden genoemd.

Artikel 2

In dit artikel wordt het doel van de regeling omschreven.

Artikel 3

Om in aanmerking te komen voor een overeenkomst tot het verlenen van rechtsbijstand, dient een bewindvoerder Wsnp op het moment van het sluiten van de overeenkomst te voldoen aan de voorwaarden die staan beschreven in artikel 3, eerste lid van deze regeling.

De bewindvoerder Wsnp conformeert zich aan de gedragsregels door ondertekening van het aanmeldformulier voor deze regeling. De Raad sluit de overeenkomst tot het verlenen van rechtsbijstand met een bewindvoerder Wsnp.

Op overeenkomsten gesloten voor inwerkingtreding van deze regeling is per ingangsdatum van deze regeling deze regeling van toepassing. Voor opzegging van de overeenkomst zijn de voorwaarden van artikel 4 van deze regeling van toepassing.

Artikel 4

De Raad kan de overeenkomst met de bewindvoerder Wsnp tot het verlenen van rechtsbijstand opzeggen.

In het eerste lid staan de redenen met een opzeggingstermijn van één maand vermeld. Deze redenen zien op het niet (meer) voldoen aan eisen op het vlak van deskundigheid en educatie. Ook wijziging in beleid en regelingen, over de rol van de bewindvoerder Wsnp in het verlenen van rechtsbijstand, kan reden zijn voor opzegging.

In het tweede lid staan de redenen met een onmiddellijke opzegging vermeld. Dit kan onder meer het geval zijn als een klachtencommissie een tegen een bewindvoerder Wsnp ingediende klacht (deels) gegrond heeft verklaard, of als de bewindvoerder Wsnp niet meer staat ingeschreven in het register. Wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd, dan is dat voor de duur van tenminste één jaar. Voor het sluiten van een nieuwe overeenkomst gelden de voorwaarden zoals benoemd in artikel 3 lid 1 van deze regeling.

Artikel 5

In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen de bewindvoerder Wsnp een toevoeging kan aanvragen.

Onder een verzoek toelating Wsnp zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder a van deze regeling, wordt tevens verstaan een omzettingsverzoek. De toevoeging wordt afgegeven met zaakcode O034. De Raad stelt aan de bewindvoerder Wsnp een handleiding en een formulier ter beschikking voor het aanvragen van de toevoeging. De handleiding en het formulier zijn te vinden op de website van Bureau Wsnp.

Aan de rechtzoekende wordt de laagste eigen bijdrage opgelegd zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4 Bebr. Die eigen bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. Het tweede lid van artikel 4 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand is niet van toepassing.

De Raad verwacht dat de bewindvoerder Wsnp de zaak waarin hij is toegevoegd persoonlijk behandelt. Dat neemt niet weg dat er omstandigheden kunnen zijn, die de bewindvoerder Wsnp belemmeren (een deel van) de activiteiten in de aan hem afgegeven toevoeging, zelf uit te voeren. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij overmacht, ziekte en op dezelfde dag geplande zittingen. In dat geval zorgt de bewindvoerder Wsnp voor waarneming door een andere bewindvoerder Wsnp waarmee de Raad een overeenkomst is aangegaan of een bij de Raad ingeschreven advocaat.

Indien een andere bewindvoerder Wsnp waarneemt, blijft de toegevoegde bewindvoerder Wsnp verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verleende rechtsbijstand. Wanneer de bewindvoerder Wsnp de verdere activiteiten in een zaak niet meer kan of wil uitvoeren, dan kan de bewindvoerder Wsnp de zaak laten opvolgen door een andere bewindvoerder Wsnp waarmee de Raad een overeenkomst is aangegaan of een bij de Raad ingeschreven advocaat. Voorwaarde is dan wel dat de bewindvoerder Wsnp via het daarvoor bestemde mutatieformulier melding maakt aan de Raad van de overdracht en de bewindvoerder Wsnp en degene waarnaar hij overdraagt zelf zorgdragen voor de onderlinge verrekening van de vergoeding. De opvolgingstoeslag zoals bedoeld in artikel 9 Bvr is niet van toepassing.

Indien de bewindvoerder Wsnp de zaak overdraagt aan een advocaat, dan stelt de Raad de vergoeding voor de bewindvoerder Wsnp vast en geeft de Raad, volgens de normale vergoedingsregels van het Bvr, een nieuwe toevoeging af aan de advocaat.

De bewindvoerder Wsnp vraagt de toevoeging aan op het moment dat het verzoekschrift is ingediend bij de rechtbank, maar in ieder geval voor het einde van de rechtsbijstand die in het kader van deze regeling wordt verleend (einduitspraak of intrekking van de procedure).

Artikel 6

Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in artikel 3 eerste lid Bvr. De indexering van het basisbedrag en de administratieve kostenvergoeding is geregeld in artikel 3 Bvr.

Het verzoek toelating Wsnp is leidend en vormt de basisvergoeding. Die basisvergoeding wordt verhoogd als er andere verzoekschriften worden ingediend bij de rechtbank, zoals een verzoek dwangakkoord, voorlopige voorziening of moratorium. Naast de vergoeding genoemd in het eerste lid van dit artikel, kunnen er afhankelijk van de verleende rechtsbijstand toeslagen worden toegekend.

Als er sprake is van rechtsbijstand aan een (ex-)zzp’er/ondernemer wordt in het geval van een dwangakkoord of een primair verzoek toelating Wsnp, de vergoeding met 2 punten verhoogd.

Als de bewindvoerder Wsnp in het kader van de procedure een zitting heeft bijgewoond, wordt de vergoeding eveneens met een zittingstoeslag van 2,5 punt verhoogd.

De cliënt betaalt voor de door de bewindvoerder Wsnp verleende rechtsbijstand een eigen bijdrage.

Op de door de Raad aan de bewindvoerder Wsnp vastgestelde vergoeding brengt de Raad de eigen bijdrage van de cliënt in mindering. De bewindvoerder Wsnp int de eigen bijdrage bij zijn cliënt.

Een aantal bepalingen uit het Bvr zijn expliciet buiten toepassing verklaard. Artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e van de Wrb is niet van toepassing. Een toevoegingsaanvraag met betrekking tot de toelating tot een minnelijke schuldregeling/Wsnp betreft altijd een privébelang, ongeacht hoe de schulden zijn ontstaan.

Behoudens de in deze regeling genoemde uitzonderingen, zijn op de afgifte van een toevoeging en de vergoeding daarvan, de ook voor advocaten geldende bij of krachtens de Wrb gestelde regels en het door de Raad terzake gehanteerde beleid van toepassing.

Artikel 7

De Raad stelt aan de bewindvoerder Wsnp een handleiding en een formulier voor het aanvragen van de vergoeding ter beschikking. De handleiding en het formulier zijn te vinden op de website van Bureau Wsnp. De bewindvoerder Wsnp voegt naast het formulier de vereiste informatie en bijlagen toe zoals genoemd in het formulier.

De bewindvoerder Wsnp zendt binnen een termijn van zes maanden na afronding van de rechtsbijstand, die in het kader van deze regeling wordt verleend, het formulier aanvraag vergoeding aan de Raad.

Artikel 8

Deze regeling is van toepassing op toevoegingen die zijn afgegeven op of na 1 november 2024. Op toevoegingen die zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van deze regeling, blijven de regelingen ‘Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp II’ (Staatscourant 2018, 46882) en ‘Regeling pilot toevoeging verzoek toelating Wsnp’ (Staatscourant 2021, 19863) van toepassing.

Artikel 9

De citeertitel van deze regeling is: Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III.

Naar boven