Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) van 26 augustus 2024 tot wijziging van de Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 150m, tweede lid, laatste volzin, van de Pensioenwet;

Gelet op artikel 145l, tweede lid, laatste volzin, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. INVAARSJABLOON

Gepubliceerd op https://www.dnb.nl/media/mdxf1cbu/invaarsjabloon_v2_1.xlsx

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage 1. Bijlage 1 wordt gepubliceerd op de website van DNB, te weten op https://www.dnb.nl/media/mdxf1cbu/invaarsjabloon_v2_1.xlsx.

Amsterdam, 26 augustus 2024

De Nederlandsche Bank N.V. G.J. Salden Directeur

TOELICHTING

Op grond van artikel 150m Pensioenwet en artikel 145l Wet verplichte beroepspensioenregeling melden fondsen het voornemen tot waardeoverdracht bij DNB. De Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht bij transitie (hierna: de Regeling) schrijft voor welke informatie DNB voor de beoordeling van de melding dient te ontvangen, waaronder de vorm waarin deze informatie moet worden overgelegd. De Regeling is in werking getreden op 1 juli 2023 (Staatscourant 2023, 18235).

De Regeling is voor de eerste keer gewijzigd per 8 november 2023 (Staatscourant 2023, 30262). Deze eerste wijziging zag onder meer op de introductie van het invaarsjabloon, bijlage 1 bij de Regeling. Met het invaarsjabloon verstrekken pensioenfondsen een deel van de gegevens die DNB voor de beoordeling van de melding nodig heeft.

De Regeling is vervolgens gewijzigd per 26 juli 2024 (Staatscourant 2024, 24360). Deze tweede wijziging zag op wijzigingen in het invaarsjabloon.

De onderhavige regeling tot wijziging van de Regeling ziet opnieuw op wijzigingen in het invaarsjabloon. Een deel van de wijzigingen is nodig door de inwerkingtreding van het Besluit gelijke aanpassingen met spreiden bij een solidaire premieregeling (Staatsblad 2024, 211). De overige wijzigingen betreffen enkele nieuwe vragen, een vernummering van enkele vragen, een aanpassing van enkele vragen om deze te verduidelijken, fouten te corrigeren en/of beter te laten aansluiten op de tekst van de wet- en regelgeving en een verwijdering van een vraag. Deze wijzigingen worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting hierna.

Het invaarsjabloon is gepubliceerd op de website van DNB. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling zal de gewijzigde versie van het invaarsjabloon op de website van DNB beschikbaar zijn. Deze gewijzigde versie van het invaarsjabloon dient vanaf dat moment gehanteerd te worden.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting op de wijzigingen aan Bijlage 1

Algemeen

De tabbladen 0 (Algemeen), 4 (Risicohouding), 6 (SPR contract), 9 (FPR contract), 12 (Transitie beleggingsbeleid), 14 (Omrekenmethoden), 18 (Basisscenario pensioenverwachting) en 19 (Complete besluitvorming) van het invaarsjabloon worden gewijzigd. Deze wijzigingen worden hierna per tabblad toegelicht.

Tabblad 0. ‘Algemeen’

In de algemene vragen wordt uitgevraagd of het fonds voor en/of na het invaren meerdere regelingen zal uitvoeren. Deze informatie is relevant voor de beoordeling van meerdere onderdelen.

Tabblad 4. ‘Risicohouding’

In de vragen 1.7a, 1.7b en 1.7c stond een verwijzing naar artikel 14t, eerste lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. De verwijzing naar het eerste lid is onjuist en is daarom gewijzigd in een verwijzing naar het tweede lid.

Tabblad 6. ‘SPR contract’

Vraag 1.4 is toegevoegd zodat DNB kan beoordelen of een pensioenfonds bij de uitvoering van een solidaire premieregeling voldoet aan de wettelijke vereisten met betrekking tot het verwerken van een resultaat op kosten.

Op 12 juli 2024 is het Besluit gelijke aanpassingen met spreiden bij een solidaire premieregeling (Staatsblad 2024, 211) in werking getreden. In dit besluit zijn nadere vereisten gesteld indien een pensioenfonds kiest voor een uitkeringsfase met gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden. Aan het tabblad ‘SPR contract’ zijn onder het kopje ‘2. Uitkeringsfase’ vragen toegevoegd zodat DNB kan beoordelen of een pensioenfonds voldoet aan deze wettelijke vereisten indien een fonds kiest voor een dergelijke uitkeringsfase.

De volgorde van de bestaande vragen onder het kopje ‘2. Uitkeringsfase’ is gewijzigd om een logische opbouw te houden van de bestaande en nieuwe vragen.

Enkele van de bestaande vragen onder het kopje ‘2. Uitkeringsfase’ zijn gewijzigd om deze beter te laten aansluiten op de tekst van de wet- en regelgeving.

Vraag 2.4 is vernummerd naar vraag 6.4.

Vraag 5.6 is aangepast zodat DNB, indien van toepassing, de volgordelijkheid van de spreidingsmethodiek en de inzet van de solidariteitsreserve kan betrekken in de beoordeling.

Tabblad 9. ‘FPR contract’

Vraag 1.6 is toegevoegd zodat DNB kan beoordelen of een pensioenfonds bij de uitvoering van een flexibele premieregeling voldoet aan de wettelijke vereisten met betrekking tot het verwerken van een resultaat op kosten.

Tabblad 12. ‘Transitie beleggingsbeleid’

Vraag 1 is verwijderd. Het antwoord op vraag 1 volgt namelijk al uit het antwoord op vraag 2. De vragen op dit tabblad zijn door deze verwijdering vernummerd.

Tabblad 14. ‘Omrekenmethoden’

Vragen 1.10a en 1.10b zijn toegevoegd zodat DNB kan beoordelen of de kostenvoorziening van het pensioenfonds voldoet aan de wettelijke vereisten.

Vraag 5.3a is gewijzigd omdat hierin enkele vermogensbestanddelen ten onrechte niet waren opgenomen.

Tabblad 18. ‘Basisscenario pensioenverwachting’

In de toelichting op dit tabblad stond een verwijzing naar artikel 14c, derde lid, van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Deze verwijzing is onjuist en is gewijzigd in een verwijzing naar artikel 46e, vijfde lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Tabblad 19. ‘Complete besluitvorming’

Vraag 4.5 is toegevoegd zodat DNB kan beoordelen hoe een pensioenfonds monitort of het fonds nog binnen de kaders van de complete besluitvorming kan handelen of dat alternatieve afspraken van toepassing moeten zijn.

Vraag 4.6 is toegevoegd zodat DNB kan beoordelen of een pensioenfonds voldoet aan de wettelijke vereisten met betrekking tot de complete besluitvorming.

Naar boven