Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 18 januari 2024 nr. 43197358, houdende de vaststelling van een nieuwe Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs ter vervanging van de Regeling leerplusarrangement vo (Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 5.9, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

onderwijskansenscore:

overeenkomstig artikel 5 berekende score van een vestiging die een indicatie geeft van de zwaarte van de problematiek op die vestiging op basis van de aggregatie van de onderwijsscores van de leerlingen van de vestiging;

onderwijsscore:

cijfermatige indicatie van het verwachte risico op onbenut leerpotentieel van een individuele leerling, die op basis van statistische gegevens door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt bepaald;

school:

school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

schoolplan:

schoolplan als bedoeld in artikel 2.88 van de wet;

teldatum:

1 oktober van het tweede voorafgaande jaar waarop de bekostiging betrekking heeft;

vestiging:

op de teldatum bestaande vestiging van een school als bedoeld in de artikelen 4.13, 4.14 of 4.16 van de wet;

wet:

Wet voortgezet onderwijs 2020.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Doelomschrijving

De minister verstrekt op grond van deze regeling aanvullende bekostiging, met als doel te voorkomen dat leerlingen, die door omgevingsfactoren een verhoogd risico lopen op het niet optimaal kunnen benutten van hun leerpotentie, afstromen, onnodig doubleren of voortijdig de school verlaten.

Artikel 4. Aanvullende bekostiging

  • 1. De verstrekking van aanvullende bekostiging op grond van deze regeling vindt telkens plaats voor één kalenderjaar.

  • 2. De aanvullende bekostiging wordt berekend overeenkomstig artikel 5, waarbij gebruik wordt gemaakt van het aantal op de teldatum bekostigde leerlingen per vestiging. Voor de toepassing van deze regeling tellen de leerlingen als bedoeld in artikel 6.10, tweede en derde lid van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 voor 100% mee.

  • 3. De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk vastgesteld in de maand april in het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

  • 4. De aanvullende bekostiging wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang. In de maand waarin de vaststelling en de eerste betaling plaatsvindt wordt ook de bekostiging van de eventueel daaraan voorafgaande maand of maanden betaald.

  • 5. De aanvullende bekostiging kan uiterlijk in de maand december van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft gewijzigd worden vastgesteld op basis van een bijdrage voor loonontwikkeling.

Artikel 5. Berekening aanvullende bekostiging

  • 1. Een vestiging wordt aanvullend bekostigd met een bedrag per eenheid onderwijskansenscore. Indien de vestiging een onderwijskansenscore heeft van nul, of die op grond van het vijfde lid wordt gelijkgesteld aan nul, dan wordt voor de desbetreffende vestiging geen aanvullende bekostiging verstrekt.

  • 2. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekent jaarlijks de onderwijskansenscore van elke vestiging op basis van de onderwijsscores van de leerlingen die op de teldatum zijn ingeschreven op een vestiging, en maakt deze zo spoedig mogelijk openbaar.

  • 3. De onderwijskansenscore van een vestiging voor vmbo, havo of vwo is de uitkomst van de formule A − B en wordt als volgt berekend:

    • A = som van de uitkomsten van de formule C – D voor alle leerlingen van de vestiging die behoren tot de 15% van alle leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore, waarbij:

    • C = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo;

    • D = onderwijsscore van de leerling;

    • B = E x F x (C – G) waarbij:

    • E = aantal leerlingen van de vestiging;

    • F = drempelwaarde van 12%;

    • G = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die behoren tot de 15% leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore.

  • 4. De onderwijskansenscore van een vestiging voor praktijkonderwijs is de uitkomst van de formule A − B en wordt als volgt berekend:

    • A = som van de uitkomsten van de formule C – D voor alle leerlingen van de vestiging die behoren tot de 30% van alle leerlingen ingeschreven op het pro met de laagste onderwijsscore, waarbij:

    • C = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen ingeschreven op het pro;

    • D = onderwijsscore van de leerling;

    • B = E x F x (C – G) waarbij:

    • E = aantal leerlingen van de vestiging;

    • F = drempelwaarde van 0%;

    • G = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die behoren tot de 30% leerlingen ingeschreven op het pro met de laagste onderwijsscore.

  • 5. De onderwijskansenscore, bedoeld in het tweede lid, wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen. Indien de onderwijskansenscore negatief is, wordt deze gelijkgesteld aan nul.

  • 6. De lijst met onderwijskansenscores wordt jaarlijks uiterlijk op 7 februari in de Staatscourant bekendgemaakt als bijlage 1 bij deze regeling.

  • 7. Het bedrag per eenheid onderwijskansenscore wordt jaarlijks uiterlijk op 7 februari in de Staatscourant bekendgemaakt als bijlage 2 bij deze regeling.

  • 8. De aanvullende bekostiging voor een vestiging voor vmbo, havo of vwo wordt bepaald door de voor deze vestiging in bijlage 1 opgenomen onderwijskansenscore te vermenigvuldigen met het in bijlage 2 opgenomen bedrag per eenheid onderwijskansenscore voor vmbo, havo of vwo.

  • 9. De aanvullende bekostiging voor een vestiging voor praktijkonderwijs wordt bepaald door de voor deze vestiging in bijlage 1 opgenomen onderwijskansenscore te vermenigvuldigen met het in bijlage 2 opgenomen bedrag per eenheid onderwijskansenscore voor praktijkonderwijs.

  • 10. Voor de toepassing van deze regeling wordt een vestiging waar zowel praktijkonderwijs als een andere schoolsoort wordt aangeboden, aangemerkt als twee vestigingen, te weten een vestiging voor praktijkonderwijs en een vestiging voor vmbo, havo en vwo.

Artikel 6. Betaling

  • 1. De minister verstrekt de aanvullende bekostiging voor alle vestigingen met een onderwijskansenscore van hoger dan 0, aan het bevoegd gezag van de school waar de vestiging aan toebehoort op 1 januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

  • 2. Het recht van het bevoegd gezag op de aanvullende bekostiging voor een school vervalt, indien de school wordt opgeheven of de bekostiging wordt beëindigd.

Artikel 7. Beleid en verantwoording

  • 1. Het bevoegd gezag van de school geeft in het schoolplan aan hoe het de aanvullende bekostiging op grond van deze regeling inzet voor het onderwijskundig beleid, de bewaking en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

  • 2. Het bevoegd gezag van de school licht de partijen in de omgeving van de school in over zijn beleid ter zake en betrekt opmerkingen daarover van die partijen herkenbaar bij het bepalen van dat beleid.

  • 3. Het bevoegd gezag van de school betrekt de inzet van de aanvullende bekostiging op grond van deze regeling bij het overleg met de gemeente over het ondersteunen van leerlingen die door omgevingsfactoren hun potentieel niet waar kunnen maken.

  • 4. Het bevoegd gezag verstrekt via XBRL aanvullende informatie over de activiteiten die met de aanvullende bekostiging zijn ondernomen, bedoeld in artikel 3.

Artikel 8. Financiële verantwoording

  • 1. De verantwoording van de besteding van de bekostiging geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

  • 2. De aanvullende bekostiging kan ook worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt. Verrekening van de eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

Artikel 9. Wijziging Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden

In de bijlage, behorende bij artikel 3a, vierde lid, van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden, wordt ‘dienstpostbus.povoko@minocw.nl’ vervangen door ‘mailboxDGFO@minocw.nl’.

Artikel 10. Intrekking Regeling leerplusarrangement vo

De Regeling leerplusarrangement vo wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2024 en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 9 in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

BIJLAGE 1 ONDERWIJSKANSENSCORE PER VESTIGING

Onderwijskansenscores voor vmbo, havo en/of vwo

Vestigingsnummer

Onderwijskansenscore

00AH00

0

00AH07

181,7

00AH08

27,01

00AH09

0

00AH11

279,14

00AH17

203,84

00AH18

13,52

00AH19

0

00AQ00

1,06

00BD00

119,16

00BD02

0

00CB00

0

00CB01

0

00CB02

0

00CB04

1,42

00DI00

34,57

00DI01

0

00DI02

0

00DI03

10,86

00DI04

0

00DI06

2,38

00EF00

110,91

00HI00

0

00HI03

97,81

00IP00

0

00JR00

9,29

00JT00

0

00JT02

9,15

00JT03

0

00JT06

0

00KV00

0

00LJ00

0

00LJ01

2,26

00LJ02

0

00LJ05

16,25

00MK00

0

00ML00

0

00ML02

44,02

00ML05

0

00ML09

136,45

00ML12

0

00MP00

0

00MV00

34,62

00MV01

209,13

00MV02

116,38

00MV06

0

00MV07

0

00NE00

34,76

00NE02

226,64

00OB00

0

00OB03

94,82

00PF00

106,58

00PG00

0

00PG02

8,42

00PG03

0

00PG04

0

00PG08

0

00PJ00

0

00PS00

0

00PS03

0

00PS04

131,6

00PS05

46,1

00PS06

0

00PS08

0

00PS09

0

00PS10

10,23

00RO00

0

00RO03

0

00RZ00

0

00RZ01

17,19

00RZ07

77,23

00SZ00

5,8

00TL00

0

00TM00

0

00TU00

0

00TU01

16,16

00UM00

0

00UZ00

0

00UZ04

68,66

00VR00

50,83

00VY00

0

00VY04

157,17

00WD00

301,45

00WH00

0

00WH02

3,46

00WI00

0

00WI04

59,09

00XA00

0

00XA01

128,07

00XK00

60,62

00XK02

169,55

00YH00

36,43

00YH01

30,05

00YH02

0

00YH03

0

00YH05

13,1

00YH06

26,79

00YH09

0

00YO00

1,01

00ZD00

0

00ZO00

202,52

00ZV00

0

00ZV02

27,24

00ZV05

8,38

00ZX00

0

00ZX02

6,02

00ZX03

45,35

00ZX08

0

00ZX10

1,28

01AA57

0

01AA59

0

01AA60

52,3

01AA61

0

01AA62

149,86

01AA68

0

01BE00

25,68

01EO00

0

01EO01

108,84

01EO02

0

01EO06

130,52

01EO08

20,77

01EO12

2,31

01ET00

0

01FP00

211,97

01FP01

105,29

01FP04

0

01FP05

25,52

01FP06

16,13

01FU00

76,56

01FU01

0

01FU04

25,06

01FY00

0

01GH00

0

01GH01

41,78

01GH04

123,68

01GL00

0

01GN00

112,33

01GV00

32,47

01GX00

0

01GX02

7,02

01GX03

86,11

01IW00

0

01IW03

20,27

01KF00

0

01KF04

44,36

01KL00

0

01KL06

32,41

01KL07

0

01KL08

136,83

01KL09

14,93

01KL10

0

01KL14

26,38

01KL18

0

01LZ00

0

01LZ01

2,45

01LZ02

0

01MB00

19,68

01MO00

0

01MU00

158,79

01NJ01

0

01NJ02

6,96

01NJ08

0

01NJ09

0

01NJ10

35,98

01NJ11

0

01NJ12

0

01NJ15

2

01NZ00

0

01OE03

49,65

01OE05

21,53

01OE06

71,85

01OE07

59,43

01OE12

141,04

01OE13

41,69

01OE16

42,74

01OE17

0

01OE18

176,34

01OE21

47,84

01OE22

181,79

01OE23

49,48

01OE25

50,44

01OE26

0

01OE27

20,36

01OE28

115,44

01OE30

20,36

01OE32

3,48

01OE33

8,26

01OE37

40,05

01OE49

49,62

01OE50

40,07

01OE51

107,8

01OE54

13,2

01OE57

4,56

01OE58

130,99

01OE59

127,29

01OE60

0

01RL00

0

01RL01

0

01RL02

0

01TC00

558,98

01UH00

0

01VJ00

114,22

01VJ01

0

01VJ03

76,72

01VJ04

0

01VJ05

136,27

01VJ14

125,83

01VN00

0

01VN03

268,26

01VN04

167,65

01WM00

0

01XF00

0

01XF01

52,95

01XL00

0

01XN00

6,07

01XN01

0

01XN02

47,12

01XN07

74,37

01XN09

38,2

01XN10

143,07

02AN00

0

02AP00

0

02AR00

0

02CI00

0

02CI01

154,39

02CI02

72,28

02CR00

0

02DC00

87,27

02DC03

0

02DF00

1,94

02DO00

0

02DO01

94,91

02DO02

2,06

02DO03

86,06

02DQ00

0

02DW00

0

02DZ00

0

02DZ02

157,58

02DZ04

32,62

02DZ10

19,62

02EA00

0

02EA02

1,68

02EA03

0

02EB00

0

02EB04

6,82

02EB07

0

02EK00

30,86

02EK01

100,93

02EK02

0

02EX00

141,03

02EX04

6,82

02EX05

34,22

02EX07

195,74

02FB00

0

02FY00

0

02FY01

121,91

02FY02

86,4

02FY07

0

02GF00

0

02GJ00

0

02GJ01

12,14

02GN00

0

02GP00

0

02GP04

0

02GP05

24,37

02GP06

24,45

02GS00

0

02HI00

124,72

02HI06

33,46

02HI08

197,78

02IB00

115,99

02IB05

74,44

02IB07

44,38

02IC00

73,91

02IC01

0,62

02JG00

0

02JG04

61,38

02JG05

25,84

02JG06

0

02KB00

32,1

02KB01

0

02KB02

0

02KB06

99,49

02KB08

50,27

02KM00

312,89

02KR00

7,55

02LB00

584,53

02LB01

71,25

02LB08

473,83

02LG00

32,39

02LG06

0

02LG08

79,99

02LG09

89,9

02ME00

119,58

02ME01

0

02ME02

0

02MF00

182,32

02MU00

0

02NZ00

0

02NZ01

156,44

02NZ09

0

02NZ10

224,05

02NZ11

0

02NZ14

0

02PA00

84,47

02QN00

0

02QN02

0

02QO00

0

02QP00

0

02QQ00

0

02QT00

0

02QX00

0

02QX01

23,63

02QX03

191,89

02QX06

0

02QX07

0

02QZ00

0

02RA00

0

02RA01

116,46

02RA02

0

02RA03

0

02RA05

0

02SB00

0

02ST00

40,78

02ST04

0

02ST05

10,46

02SY00

0

02TC00

0

02TC03

244,83

02TC04

85,95

02TD00

0

02TD03

22,88

02TD04

0

02TE00

0

02TG00

0

02TH00

0

02TZ00

0

02UB00

0

02UC00

0

02UE00

3,91

02UG00

0

02UP00

0

02UP01

0

02US00

0

02US04

0

02UT00

0

02UV00

0

02UV03

0

02UV04

0

02UV05

0

02UV08

0

02UV17

0

02UV18

0

02UX00

5,06

02UX01

0

02UX06

0

02VA00

0

02VA01

84,35

02VB00

0

02VB01

0

02VB02

0

02VB07

45,96

02VB16

18,81

02VC00

0

02VC02

113,45

02VC03

23,24

02VC08

0

02VC09

0

02VD00

0

02VD04

19,56

02VD05

7

02VE00

0

02VG00

0

02VG03

0

02VG04

201,82

02VG05

381,95

02VG08

507,07

02VG10

123,2

02VG11

77,57

02VG14

3,04

02VG15

0

02VG17

0

02VG22

171,75

02VG25

47,91

02VJ00

0

02VJ03

29,02

02VJ06

0

02VJ07

46,67

02VJ08

4,76

02VM00

0

02VN00

0

02VN01

99,9

02VO00

0

02VO02

0

02VQ00

161,89

02VQ01

334,55

02VR00

0

02VR02

114,09

02VR04

0

02VR05

0

02VR08

0

02VT00

0

02VT01

31,04

02VT02

107,33

02VT04

0

02VT05

0

02VT06

33,81

02XJ00

0

02XJ02

61,75

02XS00

0

02YH00

0

02ZC00

0

02ZR00

0

02ZR02

0

02ZR03

0,03

03AM00

0

03AQ00

425,47

03FO00

0

03FO01

107,18

03FO04

12,48

03JY00

0

03JY01

0

03JY02

19,92

03JY03

7,36

03JY06

13,5

03JY07

1,22

03JY08

1,96

03KN00

18,19

03OY00

0

03RB00

0

03RR00

0

03RR04

86,87

03RU00

0

03RU02

87,39

03WO00

0

03WO01

47,75

03WO02

0

03WO03

24,45

03XF00

0

03XF04

52,23

03XF05

220,01

03XM00

0

03XS00

0

03XS02

76,93

03XS03

7,62

03XS08

136,56

04DF00

0

04DF01

15,57

04DS00

0

04GU00

0

04GU03

0

04GU08

38,43

04HR00

0

04HR04

102,83

04HR07

256,53

04IX00

0

04IX01

124,38

04OY00

16

04OY02

0

04SU00

0

04SU02

61,9

04XU00

94,8

04YE00

99,54

04YE01

28,32

04YE02

60,49

04YE03

0

04YE08

335,62

04YE11

6,38

04YX00

74,65

04YX02

36,85

05AV00

67,33

05AV01

0

05AV02

0

05AV03

25,94

05AV04

0

05AX00

158

05EA14

114,21

05EA16

156,8

05FB00

0

05FB01

3,27

05FB07

10,45

05FB08

30,77

05FE00

107,41

05FF00

255,23

05FF01

0

05FJ00

129,9

05FJ01

33,68

05FJ11

18,45

05FJ12

153,91

05OH00

86,38

05OH03

0

05OH07

11,08

05PL00

0

05RA00

0

05RA01

0

05TA00

0

05XJ00

0

06HF00

0

06HF02

150,73

06SU00

0

06WY00

57,51

06XL00

122,83

07BQ00

0

07FH00

0

07KP00

36,71

07MU00

0

07PK00

0

07PK04

5,81

07PK05

131,62

07PK07

51,54

08CU00

0

08LP00

0

08LP01

2,65

08LP02

0

08SG00

16,48

08SG01

175,43

08SG06

0

08VU00

0

08VU02

0

09VG00

96,49

10AN00

34,95

10AN03

71,14

10AN04

0

10LU00

180,83

11NY00

0

11ZH00

25,56

12IR00

88,27

12IR05

0

12IR11

68,51

12RB00

145,84

13EE00

0

13JO00

49,79

13OR00

0

13OR01

55,55

13OR03

11,37

13PE00

0

13PE01

52,78

13WH00

73,87

13ZU00

41,39

13ZU02

121,9

13ZU03

64,28

14DC00

0

14DC02

19,23

14DC06

2,53

14FW00

0

14FW01

0

14FW02

45,92

14FW04

0

14FW05

7,51

14LF00

89,01

14NQ00

0

14NS00

15,87

14OY00

230,37

14PS00

52,23

14PS03

39,72

14QT00

0

14RC00

29,96

14RC02

154,11

14RC03

67,59

14RC04

0

14RC06

98,99

14RC13

60,2

14RC14

18,24

14RC15

32,82

14RF00

202,16

14RF03

160,72

14RF04

252,22

14RF05

98,68

14RF06

0

14RF08

62,38

14RL00

175,61

14RL03

25,51

14RL06

20,77

14RP00

0

14RP01

0

14RP02

40,7

14RP03

79,23

14RR00

0

14RR01

44

14SE00

0

14SF00

169,14

14SF01

0

14SM00

0

14SM02

0

14SM03

0

14SM04

0

14SM05

77,49

14SM13

0

14SM14

150,52

14SW00

0

14SZ00

0

14TA00

103,43

14TD00

0

14UM00

0

14UM01

6,26

14UM02

100,18

14VG00

0

14VY00

76,17

14WE00

0

14WI00

0

14WJ00

0

14WL00

0

14YD03

106,62

14YD06

69,62

14YD09

0

15BH00

172,69

15BH01

0

15BH04

0

15BH05

0

15BS00

0

15EO00

120,55

15EO01

103,4

15HX00

113,45

15HX02

166,85

15HX03

1,39

15JM00

0

15KR00

204,46

15KR05

36,01

15KR06

0

15KR09

60,34

15KR10

334,67

15KR11

8,21

15KR12

81,58

15KR14

5,98

15OM00

0

15OM01

85,78

15QW00

43,14

15SC00

0

15VQ00

0

15XV00

0

15XV01

45,19

16AW00

240,11

16AW01

87,59

16AW06

102,99

16CX00

0

16CX04

51,38

16CX08

0

16EI00

231,05

16FP00

0

16FP04

0

16FP05

134,65

16GZ00

0

16GZ03

6,39

16IH00

23,87

16IH03

118,51

16KP00

0

16MQ00

141,35

16NK00

0

16NK01

0

16OX00

0

16OX02

57,17

16OX03

0

16OX04

30,12

16OX09

114,32

16OX10

152,47

16OX11

0

16OX13

0

16PA00

0

16PE00

0

16PE01

36,77

16PI01

0

16PI03

31,2

16PI04

13,98

16PI05

37,06

16PK00

95,62

16PK07

136,56

16PK10

158,55

16PN00

0

16PS00

0

16PS04

0

16PS07

24,38

16PS08

539,09

16PS16

61,64

16PS17

0

16PS18

0

16PS19

170,13

16QA00

0

16QA01

75,52

16QH00

3,46

16QH01

0

16RB00

0

16RF00

0

16RH00

0

16RT00

0

16RT01

28,66

16SK00

0

16SK01

7,1

16SK05

87

16SK07

28,94

16SL00

0

16ST00

0

16SW00

43,11

16SW03

0

16TS00

0

16TS02

0

16TS03

0

16TS04

0

16TS05

0

16TS06

0

16TV00

0

16TV01

0

16TV02

0

16VI00

0

16VI01

0

16VK00

0

16VK01

61,25

16VK02

20,45

16VK03

0

16VM00

238,87

16VM07

24,45

16VP00

78,52

16XD00

166,79

16YC00

111,31

16YV00

0

16YV01

76,41

16YV02

47,68

16YV04

35,12

16YV10

128,59

16ZK00

0

16ZK01

0,2

16ZK02

30,74

17AA00

34,22

17AA03

108,38

17AN00

0

17AN01

53,32

17AY00

28,4

17AY04

89,43

17BI00

0

17BI02

0

17BI06

117,4

17BZ00

20,37

17BZ02

19,03

17BZ03

20,44

17BZ04

7,06

17CK00

14,87

17CK01

0

17CR00

144,49

17DD00

12,63

17DN00

316,52

17DN01

40,7

17GM00

62,67

17GM02

53,05

17GT00

0

17GT02

17,19

17HB00

474,61

17HB06

459,68

17HB07

103,96

17HH00

61,99

17HN00

0

17HN02

42,36

17HR00

420,09

17HR02

448,51

17HR05

322,41

17HX00

15,13

17IM00

0

17IM01

0

17IM02

161,88

17IM04

0

17IR00

62,95

17IR01

7,59

17IR02

0

17JB00

0

17JB01

137,22

17JB02

123,82

17JY00

0

17KF00

54,66

17KY00

65,58

17VF00

275,03

17VF02

255,32

17VF03

196,44

17VF04

2,68

17VF06

80,25

17VF08

0

17VN00

5,49

17VN01

116,84

17VN05

0

17VN06

0

17VN09

219,59

17VP00

0

17VP01

0

17VP02

91,56

17VS00

0

17VS02

7,26

17VS03

0

17VS04

0

17WP00

0

17WQ00

105,56

17WQ08

359,32

17XU00

78,84

17XU01

113,88

17YF00

402,84

17YF02

264,87

17YS00

569,31

17YS02

179,75

17YS03

49,88

17YS04

305,24

17YS08

148,26

17YS12

4,26

17YS18

0

17YS21

0

17YS22

31,42

18AN00

633,27

18CH00

0

18CH02

267,14

18CH03

64,5

18CH09

306,52

18CV00

48,07

18DD00

35,99

18DD02

161,9

18DD06

114,67

18DO00

24,1

18DO02

0

18DQ00

326,74

18GC00

22,53

18TR00

110,79

18TR01

47,58

18TR02

110,42

18TR03

111,73

18TR07

0

18TR11

88,31

18TR12

31,41

18TR13

126,96

18WS00

0

18WS04

24,4

18XR00

0

18XU00

0

18XU01

37,37

18XX00

106,94

19DH00

84,23

19EN00

45,37

19EQ00

0

19ET00

0

19EW00

0

19EW01

10,8

19EW03

0

19EW04

0

19EW05

23,2

19FF00

0

19FF04

22,52

19GY00

203,17

19GY04

0

19GY05

58,42

19GY06

0

19GY08

115,87

19HG00

0

19HG02

29,96

19HG04

0

19HG06

45,79

19HG10

94,67

19HG11

0

19HR00

317,64

19HV00

0

19HY00

1,57

19IP00

42,21

19IW00

2,46

19IW02

22,46

19IW04

120,05

19IW05

92,78

19KM00

434,04

19KZ00

37,17

19LO00

0

19PV00

79,71

19QA00

0

19QA04

45,95

19QC00

1,63

19RX00

40,83

19RX01

33,75

19RX02

11,46

19RX05

118,92

19TI00

9,49

19TI03

133,51

19TI05

0

19TI06

56,16

19XH00

0

19XH01

65,34

19XH03

0

19XH04

254,84

19XH05

90,57

19XH08

0

19XH09

0

19XS00

0

19XS01

0

19XV00

115,32

19XV02

23,89

19XY00

0

19ZP00

261,09

19ZP03

98,15

19ZP04

119,65

19ZP05

44,96

19ZP06

133,93

19ZQ00

0

19ZQ02

28,49

19ZU00

0

19ZX00

0

19ZX01

28,85

20AA00

0

20AB00

22,83

20AB04

116,97

20AB08

123,38

20AD00

0

20AD02

0

20AD03

0

20AE00

73,41

20AE01

37,87

20AI00

0

20AJ00

0

20AM00

320,25

20AT00

0

20AT01

25,87

20AT03

127,13

20AT04

40,33

20AT07

0

20BC00

0

20BC01

450,3

20BH00

208,52

20BK00

84,03

20BK01

474,38

20BK03

20,31

20BQ00

0

20BV00

0

20CF00

0

20CF01

0

20CI00

0

20CJ00

93,33

20CJ04

253,22

20CJ10

134,87

20CJ11

117,21

20CK00

0

20CL00

0

20CM00

56,48

20CM01

47,24

20CM03

10,99

20CM07

0

20CM08

59,44

20CM09

79,09

20CM10

5,17

20CN00

0

20CN02

98,45

20CN05

0

20CP00

115,64

20CP04

0

20CQ00

720,65

20CQ01

169,31

20CQ04

448,52

20CR00

0

20CR01

44,48

20CR03

5,75

20CR05

0

20CR06

143,83

20CR07

60,39

20CS00

0

20CS04

68,45

20CS07

0

20DB00

0

20DB03

165,6

20DB11

8,86

20DC00

0

20DD00

0

20DD02

0

20DF00

0

20DF01

136,19

20DF09

224,31

20DG00

0

20DH00

0

20DH06

101,91

20DH08

0

20DH10

0

20DH11

119,03

20DH12

0

20DH13

0

20DL00

0

20DL01

0

20DL02

0

20DL03

87,28

20DL04

16,66

20DL06

0

20DL10

0

20DL12

0

20DL13

3,94

20DL16

115,39

20DL21

49,71

20DP00

0

20EA00

0

20EI00

0

20EI01

171,34

20EI02

2,36

20EI03

0

20EK00

22,76

20EK07

28,12

20EK08

107,3

20EM00

0

20EM01

342,03

20EM03

0

20EM04

94,68

20EO00

0

20ER00

0

20ER04

0

20ER08

21,47

20ER09

0

20EY00

0

20EY07

171,11

20EY09

0

20EY10

117,63

20FR00

0

20FR02

26,78

20FR04

209,95

20FR07

30,33

20FR08

0

20FR12

17,62

20GA00

0

20GD00

294,01

20GD01

355,73

20GS00

17,27

20IB00

0

20IB03

112,61

20IS00

0

20JX00

272,31

20JX02

0

20JX04

61,03

20KA00

0

20KQ00

21,84

20KQ04

142,81

20KQ06

78,52

20KZ00

0

20LA00

0

20LA02

48,25

20LA03

23,59

20LA05

54,86

20LA06

10,08

20LA07

0,53

20LL00

0

20LO00

0

20LO01

0

20LO02

0

20LO03

0

20LO04

60,43

20LO08

251,53

20LU00

0

20MA00

237,3

20MA01

216,9

20MD00

0

20MF00

0

20MH00

0

20MH01

1,67

20MJ00

772,05

20MJ02

0

20MJ04

35,28

20MJ05

377,79

20MJ12

297,07

20MJ13

9,07

20MJ14

166,21

20MM00

370,53

20MM01

217,28

20MM06

322,02

20QU00

0

20QY00

0

20RC00

43,7

20RF00

81,88

20RM00

0

20ST00

7,51

20TZ00

0

20TZ04

118,06

20TZ07

173,36

20TZ11

0

20TZ12

6,87

20TZ13

37,65

20TZ14

0

20WI00

34,34

20ZK00

221,98

20ZK02

59,55

20ZK04

0

21AB00

0

21AF00

0

21AS00

92,63

21AS03

102,89

21AS07

279,08

21AS08

0

21AS09

4,5

21BH00

0

21BH02

0

21CY03

50,05

21CY05

38,19

21ET00

0

21ET02

116,7

21ET04

305,7

21ET07

88,2

21ET08

19,27

21ET11

75,74

21ET12

0

21EX00

0

21FF00

438,06

21FV00

0

21FV01

0

21GD00

690,98

21GD01

485,78

21GD02

11,07

21GU00

584,97

21GU04

69,12

21GU06

289,24

21GU07

7,62

21GU08

96,18

21GU11

130,19

21GV00

0

21GW00

2,44

21GW02

0

21GW03

180,24

21GW07

0

21GZ00

74,15

21GZ06

102,79

21HC00

0

21HC01

77,1

21HC03

0

21HC04

18,26

21HC08

69,33

21HC12

0

21SK00

1,25

21SK01

214,56

21WE00

0

21WE02

13,13

22NE00

0

23AP00

196,03

23FY00

501,31

23GF00

0

23HC00

310,81

23HC01

25,18

23HC02

0

23HC04

115,79

23JA01

97,18

23KU00

0

23VD00

99,78

23VL00

0

23VL01

41,61

23VL02

68,75

23VL03

2,32

23WU00

61,02

23YU00

147,74

23YU01

222,52

23YU02

445,58

23YU08

45,84

24PY00

8,07

24PY02

233,29

24PY05

253,36

24PY08

282,1

24RW00

67,91

24RW03

273,86

24RW04

27,55

24TF00

0

24TF01

0

24TF02

3,6

24TG00

0

24TG04

109,49

24TJ00

373,52

24TP00

0

24TP02

136,6

24TP05

180,81

24TR00

0

24TR02

436,39

24TR03

86,07

24TR05

237,55

24TR10

192,62

24TR12

273,24

24TR15

25,47

24TR16

0

25CL00

0

25CL01

59,83

25CL03

0

25CL04

0

25CM00

25,99

25CM04

0

25CM07

0

25CM08

0

25CM12

0

25CR00

0

25CR03

0

25CR07

0

25CR10

0

25CV00

0

25CV01

0

25CV02

0

25CV03

0

25CV05

36,02

25DA00

0

25DA02

10,78

25DA04

83,73

25DA08

246,87

25DA09

25,35

25EF01

11,07

25EF02

0

25EF03

103,1

25EF04

47,47

25EF05

17,02

25EF06

37,45

25EF08

30,94

25EF09

0

25FU00

100,22

25FX00

0

25FX01

22,41

25FY00

112,86

25GA00

0

25GA01

97,58

25GB00

0

25GB02

11,26

25GC00

0

25GC01

169,33

25GC02

0

25GC03

1,19

25GC08

0

25GC09

68,07

25GC10

0

25GC11

0

25GD00

132,36

25GD01

37,25

25GE00

0

25GE02

315,7

25GF00

0

25GF01

57,09

25GL00

0

25GL04

545,3

25GL06

0

25GM00

76,43

25GM04

66,01

25GV01

61,15

25GV05

60,89

25GV07

43,71

25GV08

55,77

25GV09

16,19

25GV10

4,07

25GV30

41,28

25GV31

3,27

25GV32

16,81

25GV34

16,99

25KX00

0

25LV00

468,89

25LV19

84,24

25LX33

214,95

25LX41

74,23

25LX48

342,76

25MB00

6,24

25MB36

186,62

25MG00

0

25MG02

72,41

25MG03

0

27DG00

0

27MD00

67,88

27MD01

74,87

27MD02

290,79

27RW00

0

27VD00

73,22

27VG00

0

27VG01

34,19

27VG04

94,88

27ZH00

74,95

27ZH02

0

27ZH03

258,54

27ZJ00

177,8

27ZJ02

0

28DH00

237,53

29WG00

0

29YT00

383,87

29ZT00

0

30AU00

43,52

30AU01

0

30BC00

0

30BE00

44,56

30EU00

0

30GC00

0

30GD00

0

30JN00

0

30JN01

0

30PP00

119,15

30PP01

2,89

30PP02

108,59

30PP04

0

30UB00

0

30UB01

15,92

30UV00

0

30WH00

650,55

30WH02

106

31BL00

0

31CG00

0

31CG01

8,38

31CG02

0

31CG03

28,53

31CH00

0

31CH01

203,93

31CZ00

0

31EW00

0

31EW01

64,87

31EW02

0,86

31EX00

25,07

31EX01

148,01

31FG00

45,73

31FH00

13,38

31GM00

214,17

31HN00

0

31HN01

287,85

31JC01

59,22

31JC02

0

31JC03

17,61

31JC04

99,37

31JC05

0

31JC06

0

31JW00

0

31JW01

212,15

31KZ00

0

31LA00

0

31LB00

0

31LW00

0

31MD00

60,04

31MD02

267,11

31MD03

65,72

31RY00

45,1

31TG00

0

31TK00

0

Onderwijskansenscores voor praktijkonderwijs

Vestigingsnummer

Onderwijskansenscore

00DI04

11,03

00PG04

4,34

01EK00

76,07

01EO06

41,74

01HQ00

42,51

01KD00

25,38

01NJ16

12,66

01OE23

65,25

01RL00

1,89

01VJ06

57,45

01XN08

12,54

02EA05

5,95

02FO00

20,39

02LB01

120,77

02MF00

11,42

02UV10

4,05

02VA01

11,83

02VC02

21,57

02XJ02

19,6

03JY06

2,54

03KN00

22,86

03KZ00

26,99

03RB00

12,39

03SX00

28,57

03ZY00

18,99

04FR00

28,07

04GU06

18,81

04IK00

71,52

04NF00

118,5

04OY06

18,07

04SU02

41,85

04YE09

41,86

05AV05

22,29

05GV00

44,58

05NE00

24,26

05NV00

34,08

05OP00

43,14

05VN00

35,56

06DT00

15,78

07BM00

36,41

07FO00

34,99

07HF00

66,67

07MZ00

62,4

07YU00

43,82

07ZI00

12,7

08PS00

21,05

08UV00

31,66

09PY00

40,41

09VS00

56,1

10JY00

72,95

11AI00

65,34

12IR00

10,19

12NW00

49,32

12PR00

80,79

13EB00

51,41

13FB00

50,1

13JF00

26,3

13OR03

3,64

13PE01

9,85

13VV00

29,47

14AP00

8,47

14RL06

55,94

15DN00

24,14

15IS00

65,3

15NE00

48,4

15NY00

100,01

16PI02

19,41

16PJ00

16,59

16PJ01

10,83

16YV01

27,59

17AO00

72,36

17JI00

44,86

17MA00

63,36

17SG00

54,49

17UX00

74,43

17VN00

37,63

17VP05

12,28

17YS00

98,58

18BR00

45,56

18DD02

25,06

18PR00

53,15

18TR10

18,54

18UZ00

27,65

18VA00

32,77

18VX00

96,76

19NG00

43,3

19QA04

18,42

19SQ00

14,21

19TQ00

14,91

19UO00

31,45

19UP00

41,71

19UR00

15,27

19XH08

49,23

19YT00

38,06

20AB05

37,88

20AM04

12,22

20AT05

80,43

20BH02

39,12

20DL13

32,98

20EI04

34,27

20FF00

18,15

20JX11

57,72

20KD00

26

20KD01

47,78

20MJ04

103,1

20ZK00

63,27

21GU09

59,12

21HC08

45,19

21KM00

59,61

23DB00

40,77

23EJ00

28,96

23HC02

31,78

23HH00

48,74

23VL00

1,09

24TP03

35,78

25CM10

12,36

25FY00

23,86

25GM02

17,75

25MG02

10,52

26HD00

17,5

26HD01

32,49

26HF00

15,62

26HL00

57,05

26HN00

40,41

26HP00

57,28

26HR00

50,29

26HU00

24,51

26HV00

31,93

26HX00

46,59

26HY00

20,9

26HY02

27,89

26JE00

18,91

26JE02

11,18

26JR00

69,62

26JR01

10,8

26JT00

59,06

26JV00

9,86

26JY00

35,44

26JZ00

56,3

26KA00

30,35

26KH00

62,15

26KP00

35,21

26KR00

16,94

26KV00

34,68

26KY00

13,61

26KZ00

61,51

26LL00

15,44

26LL01

5,7

26LR00

22,72

26LT00

44,75

26LU00

16

26MD00

30,5

26MJ00

27,15

26MP00

24,84

26MV00

3,76

26MZ00

22,26

26NH00

26,07

27PM00

23,15

27VF00

62,31

27VH00

41,73

28BN00

54,64

28BU00

55

28CA00

48,38

28DF00

52,36

29VW00

62,17

29VX00

74,65

29VY00

19,26

29VZ00

86,77

30FF00

39,27

30JM00

32,84

30MM00

12,52

30UD00

25,85

31HN02

74,97

BIJLAGE 2 HET TOTAAL BESCHIKBARE BUDGET EN HET BEDRAG PER EENHEID ONDERWIJSKANSENSCORE

Het totaal beschikbare budget: € 167.829.852

Het bedrag per eenheid onderwijskansenscore voor vmbo, havo of vwo: € 1.937,44

Het bedrag per eenheid onderwijskansenscore voor praktijkonderwijs: € 2.354,58

TOELICHTING

Inleiding

Deze Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs (hierna: de regeling) stelt aanvullende bekostiging beschikbaar voor vestigingen in het voortgezet onderwijs (hierna: vo) om kansengelijkheid te stimuleren. Hiermee wordt de Regeling leerplusarrangement vo (hierna: LPA) vervangen. Hieronder komt het volgende aan bod:

  • Aanleiding en doelstelling

  • De Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs in het kort

  • Verschil oude en nieuwe situatie

  • Berekening aanvullende bekostiging

  • Uitvoering en handhaafbaarheid

  • Persoonsgegevens

  • Regeldruk

Aanleiding en doelstelling

Er zijn allerlei factoren die ervoor kunnen zorgen dat de ene leerling de eigen leerpotentie beter kan benutten dan de andere. Dit zijn omgevingsfactoren die niets te maken hebben met intelligentie, zoals de plek waar het kind opgroeit en de taalvaardigheid van de ouders. De minister verwacht van schoolvestigingen dat ze passende ondersteuning bieden aan leerlingen die door dit soort factoren belemmerd worden, zodat zij hun potentieel optimaal kunnen benutten. Er zijn echter vestigingen waar veel van de sociaalmaatschappelijke problematiek uit de wijk en gezinnen de klas in komt. Deze vestigingen staan voor een grotere uitdaging om goed onderwijs te bieden en voor de benodigde ondersteuning te zorgen dan andere vestigingen. Voor deze vestigingen kan het lastig zijn om de benodigde ondersteuning binnen de reguliere bekostiging aan te bieden. Voor de leerlingen betekent dit dat zij niet de resultaten halen die bij hun potentie passen, wat kan leiden tot onnodig zittenblijven, afstroom of uitval. Dit kan grote gevolgen hebben voor de verdere schoolcarrière en latere loopbaan van de leerlingen.

De Regeling leerplusarrangement vo biedt aanvullende bekostiging op vestigingsniveau voor schoolvestigingen met veel leerlingen die door omgevingsfactoren een verhoogd risico lopen om hun leerpotentie niet optimaal te kunnen benutten. Op een aantal punten is deze regeling aan vernieuwing toe. Zo blijkt uit onderzoek dat de indicator die gebruikt wordt onvoldoende geschikt is om te voorspellen welke leerlingen het risico lopen hun leerpotentie niet ten volle te kunnen benutten.1Ook is ophoging van het budget gewenst.2 Hieronder worden deze zaken verder toegelicht.

Met de Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs wordt er voor gezorgd dat zoveel mogelijk leerlingen hun leerpotentie optimaal kunnen benutten, waarmee gelijke kansen in het onderwijs worden gestimuleerd.

De Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs in het kort

Deze regeling biedt aanvullende bekostiging op vestigingsniveau voor vestigingen met veel leerlingen met een verhoogd risico op onbenut leerpotentieel. Om voor een goede verdeling van het beschikbare budget te zorgen moet worden bepaald welke vestigingen voor deze bekostiging in aanmerking komen en hoe het budget over deze vestigingen wordt verdeeld. Hiervoor wordt gewerkt met een indicator en een aggregatieformule.

De indicator is een model dat dient om een inschatting te maken van het verwachte risico op onbenut leerpotentieel van een individuele leerling. Hiervoor wordt niet naar de intelligentie van de leerling gekeken, maar naar omgevingskenmerken waarvan bekend is dat ze van invloed kunnen zijn op schoolprestaties. Het risico op onbenut potentieel dat met de indicator bepaald wordt, wordt uitgedrukt in een zogenaamde onderwijsscore. De onderwijsscore biedt dus een indicatie van het verwachte risico op onbenut potentieel van een individuele leerling.

De Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs wordt echter niet bekostigd op het niveau van leerlingen, maar op vestigingsniveau. Daarom worden de onderwijsscores van de leerlingen per vestiging geaggregeerd tot een onderwijskansenscore.3 De onderwijskansenscore geeft een indicatie van hoe zwaar de problematiek op een bepaalde vestiging is. De onderwijskansenscore wordt berekend door middel van een aggregatie-formule.

In deze formule wordt specifiek gekeken naar de categorie leerlingen met de laagste onderwijsscores van een vestiging, en niet naar de onderwijsscores van alle leerlingen van een vestiging. Om deze categorie te bepalen is een doelgroep vastgesteld. De doelgroep bepaalt van welke minimale waarde de onderwijsscore van een leerling moet zijn om ‘mee te tellen’ voor de berekening van de onderwijskansenscore van de vestiging. De doelgroep wordt uitgedrukt in een percentage van de laagste onderwijsscores van alle vo-leerlingen. Bijvoorbeeld: een doelgroep van 20% houdt in dat alleen de onderwijsscores van leerlingen op een vestiging meetellen die behoren tot de 20% van de laagste onderwijsscores van alle vo-leerlingen.

Om in aanmerking te komen voor aanvullende bekostiging vanuit de regeling, moet bovendien een bepaald aandeel van de leerlingen op een vestiging binnen deze doelgroep vallen. Ook dit aandeel wordt uitgedrukt in een percentage, dat de drempelwaarde genoemd wordt. De drempelwaarde bepaalt het aandeel doelgroepleerlingen dat een vestiging moet hebben om in aanmerking te komen voor bekostiging. Hierbij wordt uitgegaan van de gemiddelde onderwijsscore van een leerling die tot de doelgroep behoort. Dit betekent dat bij een drempelwaarde van 20%, ongeveer 20% van de leerlingen tot de doelgroep moet behoren om in aanmerking te komen voor aanvullende bekostiging. Maar ook met minder doelgroepleerlingen kan een vestiging al in aanmerking komen, als deze leerlingen ook een voor de doelgroep bovengemiddeld negatieve score hebben.

Op basis van de onderwijsscores van de leerlingen, de doelgroep en de drempelwaarde wordt met de aggregatie-formule per vestiging een onderwijskansenscore berekend. Als de onderwijskansenscore groter is dan 0 krijgt een vestiging aanvullende bekostiging. Het beschikbare budget wordt over deze vestigingen verdeeld per eenheid onderwijskansenscore. Oftewel: hoe groter de onderwijskansenscore, des te meer budget de vestiging ontvangt. De onderwijskansenscores en het bedrag per eenheid onderwijskansenscore worden jaarlijks in deze regeling gepubliceerd.

De aggregatieformule en de keuzes voor de doelgroep en drempelwaarde worden verder toegelicht in de paragraaf ‘Berekening aanvullende bekostiging’ en in de artikelsgewijze toelichting. Hieronder wordt eerst toegelicht op welke punten de nieuwe regeling van de oude regeling verschilt.

Verschil oude en nieuwe situatie

Deze nieuwe regeling verschilt op een aantal punten van de eerdere LPA-regeling:

  • Er wordt een nieuwe, meer op de doelgroep toegesneden indicator gebruikt om het budget over de vestigingen te verdelen.

  • Het beschikbare budget is hoger.

  • De berekening van het budget dat vestigingen ontvangen werd voorheen op twee teldata gebaseerd. In de nieuwe regeling wordt dit op één teldatum gebaseerd.

  • Het budget wordt gesplitst, waarbij een deel gaat naar vestigingen in het vmbo, havo en vwo en een deel naar vestigingen in het praktijkonderwijs.

  • De indicator is passend gemaakt voor de verschillende onderwijssoorten. Voor de schoolsoorten vmbo, havo en vwo worden hetzelfde doelgroeppercentage en dezelfde drempelwaarde gehanteerd. Voor het praktijkonderwijs worden evenwel een ander doelgroeppercentage en een andere drempelwaarde gehanteerd.

Een beter passende indicator

Zoals gesteld is de aanvullende bekostiging uit deze regeling gebaseerd op een indicator, waarmee per leerling een onderwijsscore wordt vastgesteld. De onderwijsscore geeft een indicatie van het verwachte risico op onbenut potentieel van een leerling. In de oude regeling werd gewerkt met een indicator op basis van armoedeprobleemcumulatiegebieden (hierna: apc-gebieden). Dit zijn postcodegebieden met een relatief hoog aandeel huishoudens met een inkomen onder de lage inkomensgrens (een door het CBS bepaalde grens ter afbakening van armoede), een relatief hoog aandeel huishoudens met een uitkering en een relatief hoog aandeel huishoudens met een hoofdkostwinner met een niet-westerse migratieachtergrond.4 In het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Onderwijsachterstandenbeleid (hierna: IBO Onderwijsachterstandenbeleid) wordt geconcludeerd dat deze indicator inmiddels onvoldoende geschikt is om te voorspellen welke leerlingen door omgevingsfactoren een verhoogd risico lopen om hun leerpotentie niet optimaal te kunnen benutten.5 Naar aanleiding van het IBO is door het CBS een nieuwe indicator ontwikkeld voor de verdeling van de middelen in het primair onderwijs (hierna: po), die sinds 2019 wordt gebruikt. Deze indicator is gebaseerd op (imputaties van) een aantal omgevingskenmerken, waaronder het opleidingsniveau van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en het land van herkomst van de ouders.6

Het CBS heeft onderzocht of deze indicator ook gebruikt kan worden voor het vo. Het blijkt mogelijk om dezelfde omgevingskenmerken ook voor een vo-indicator te gebruiken. Wel blijkt de indicator effectiever als het relatieve belang van de afzonderlijke kenmerken opnieuw bepaald (herijkt) wordt. Het CBS concludeert dat ‘een indicator die alleen aangeeft of een leerling woont in een apc-gebied duidelijk minder goed in staat is om onderwijsachterstanden in het vo te verklaren dan de andere indicatoren die hier bekeken zijn’.7 Doordat de vo-indicator uitgaat van nagenoeg dezelfde omgevingskenmerken als de po-indicator, wordt bovendien gewaarborgd dat dezelfde doelgroep leerlingen wordt bereikt in het vo als in het po, wat ook in het IBO Onderwijsachterstandenbeleid wordt aanbevolen. In 2019 is daarom richting de Tweede Kamer aangegeven dat de LPA-regeling zou worden vernieuwd op basis van de vo-indicator.8

Ophoging van het budget

Het jaarlijkse budget wordt opgehoogd met € 105 miljoen per jaar ten opzichte van de LPA-regeling, wat het te verdelen budget in 2024 op ca. € 168 miljoen per jaar brengt. In het primair onderwijs was de bekostiging van onderwijsachterstandenbestrijding flink hoger dan in het voortgezet onderwijs. Het IBO Onderwijsachterstandenbeleid stelt echter dat kinderen met een risico om hun leerpotentieel niet optimaal te kunnen benutten, dit risico gedurende hun hele onderwijsloopbaan houden. De omgevingskenmerken die voor dit risico zorgen kunnen in elke fase van de onderwijsloopbaan opnieuw tot problemen leiden. Dit maakt het zinvol om voor het beleid, gericht op het ondersteunen van de leerlingen die door de omgevingskenmerken een verhoogd risico lopen hun leerpotentieel niet waar te maken, te streven naar een evenrediger verdeling van de middelen over de verschillende onderwijssoorten.

Eén teldatum in plaats van twee

In tegenstelling tot de oude regeling wordt bij de berekening van het budget dat vestigingen ontvangen in de nieuwe regeling naar één teldatum gekeken in plaats van twee. Onderzoek van het CBS wijst namelijk uit dat de CBS-indicator voor meer dan voldoende stabiliteit zorgt in de verdeling van de bedragen. Hierdoor is het niet meer nodig om de regeling op twee teldata te baseren. Dit leidt op dit punt tot lagere administratieve lasten voor zowel de vestigingen als de partijen die de regeling uitvoeren.

De in de regeling gedefinieerde teldatum is t-2, het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft. Dit wijkt af van de reguliere teldatum, t-1. Dit heeft tot gevolg dat nieuwe vestigingen niet in aanmerking kunnen komen voor aanvullende bekostiging, totdat er definitieve telgegevens op basis van t-2 van de vestiging beschikbaar zijn. Als een nieuwe vestiging ontstaat door afsplitsing blijft het recht op aanvullende bekostiging wel in stand.

Splitsing van het budget

Het beschikbare budget wordt gesplitst tussen enerzijds het praktijkonderwijs en anderzijds het vmbo, havo en vwo. Dit houdt in dat 9% van het budget standaard naar vestigingen toegaat die praktijkonderwijs bieden.9 Dit percentage komt overeen met het aandeel van de doelgroep dat naar het pro gaat. Er is voor een splitsing in het budget gekozen zodat er ook voldoende middelen voor de doelgroepleerlingen in het havo en vwo beschikbaar zijn. Zonder die splitsing zou een kwart van het budget bij de pro-scholen terecht komen en amper 3% bij havo-vwo-scholen. Dat zou in het kader van kansengelijkheid geen eerlijke verdeling zijn. Ook de doelgroepleerlingen die terecht komen in het havo of vwo verdienen ondersteuning.

De kloof tussen de doelgroepleerlingen en hun klasgenoten qua sociaal en cultureel kapitaal is voor de havo/vwo-leerlingen vaak beduidend groter dan die voor de doelgroepleerlingen op de pro-vestiging. Over het algemeen krijgen de leerlingen in de havo- en vwo-klassen die niet in de doelgroep zitten, het nodige referentiekader mee vanuit huis. Voor de doelgroepleerlingen in het havo en vwo ontbreekt dat kader vaak en daarvan hebben zij nadeel bij het leren. In het pro is de kloof tussen de doelgroepleerlingen en hun klasgenoten veel kleiner. Deze scholen zijn ingericht op het zo goed mogelijk ondersteunen van de individuele leerlingen. Er is sprake van kleine klassen, veel persoonlijke aandacht en relatief veel maatwerk. Om dit te realiseren ontvangt het pro standaard meer geld per leerling dan de havo- en vwo-afdelingen. Voor de doelgroepleerlingen die na het po doorstromen naar het havo of vwo is het helaas veel minder vanzelfsprekend dat er de nodige ondersteuning voor hen is. Met de middelen uit deze regeling kunnen ook havo/vwo-scholen voor de doelgroepleerlingen passende ondersteuning realiseren. Daarmee wordt voorkomen dat deze leerlingen onnodig doubleren moeten overstappen naar een andere schoolsoort of voortijdig de school verlaten.

Aangepaste waarden in de aggregatie-formule voor het praktijkonderwijs

Voor het praktijkonderwijs gelden in de aggregatieformule andere waarden voor de doelgroep en voor de drempelwaarde. Voor alle schoolsoorten in het vo, behalve het pro, is de doelgroep vastgesteld op 15%. Dat wil zeggen dat een leerling binnen de doelgroep valt als de onderwijsscore van de leerling behoort tot de 15% van de laagste onderwijsscores van alle vo-leerlingen. De drempelwaarde is voor alle schoolsoorten in het vo, behalve het pro, vastgesteld op 12%. Dat wil zeggen dat, om in aanmerking te komen voor aanvullende bekostiging vanuit de deze regeling, ten minste 12% van de leerlingen op een vestiging binnen de doelgroep dient te vallen. Met andere woorden: Voor alle schoolsoorten in het vo behalve het pro moet ten minste 12% van de onderwijsscores van de leerlingen op een vestiging behoren tot de 15% van de laagste onderwijsscores van alle vo-leerlingen.

In het praktijkonderwijs is de doelgroep vastgesteld op 30% en de drempelwaarde op 0%. Onder ‘Berekening aanvullende bekostiging’ wordt verder toegelicht waarom er voor het praktijkonderwijs is gekozen voor een andere drempelwaarde en een andere doelgroep.

Gelijke drempelwaarde in het vmbo, havo en vwo

Voor het vmbo, havo en vwo wordt de drempelwaarde juist gelijkgetrokken. In de oude LPA-regeling golden verschillende drempelwaardes voor deze schoolsoorten (vmbo 30%, havo 50% en vwo 60%). Met de nieuwe CBS-indicator is er zowel vanuit methodologisch als beleidsmatig oogpunt geen reden om dit verschil tussen al deze schoolsoorten in stand te houden.

Berekening aanvullende bekostiging

Zoals gesteld, wordt het beschikbare budget verdeeld over vestigingen die voor bekostiging in aanmerking komen door middel van een bedrag per eenheid onderwijskansenscore. De onderwijskansenscore van een vestiging wordt berekend op basis van de onderwijsscores van de leerlingen. Hiervoor wordt de aggregatie-formule gebruikt. Deze formule wordt gebruikt voor alle schoolsoorten, dus ook voor het pro. Maar omdat voor het pro een andere doelgroep en drempelwaarde gelden, is er één aggregatieformule voor het pro en één voor de overige vo-schoolsoorten.

De aggregatieformule voor vmbo, havo en vwo

De aggregatieformule voor vmbo, havo en vwo is A – B, waarbij geldt:

  • A= som van de uitkomsten van de formule C – D voor alle leerlingen van de vestiging die behoren tot de 15% van alle leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore, waarbij:

  • C= landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen op het vmbo, havo of vwo;

  • D= onderwijsscore van de leerling;

  • B= E x F x (C – G) waarbij:

  • E= aantal leerlingen op de vestiging;

  • F= drempelwaarde van 12%;

  • G= landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die behoren tot de 15% leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore

In de formule A – B staat A voor de bruto onderwijskansscore van een vestiging en B voor de drempel.

De waarde A, oftewel de bruto onderwijskansscore, wordt als volgt berekend.

Zoals eerder gesteld, wordt per vestiging alleen gekeken naar de leerlingen die tot de doelgroep behoren. Voor het vmbo, havo en vwo is deze doelgroep vastgesteld op de 15% van alle leerlingen met de laagste onderwijsscore, bij het pro gaat om de 30% van alle leerlingen met de laagste onderwijsscore. Om de waarde A te berekenen wordt voor iedere leerling die tot deze doelgroep behoort de formule C-D berekend, oftewel: de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen min de onderwijsscore van de leerling zelf. Als een vestiging bijvoorbeeld 50 doelgroepleerlingen heeft, wordt dus voor ieder van deze 50 leerlingen de formule C-D berekend en worden de uitkomsten bij elkaar opgeteld. De som van de uitkomsten is de bruto achterstandsscore van de vestiging.

De waarde B, oftewel de drempel wordt berekend met de formule E x F x (C-G), waarbij geldt:

  • E = het aantal leerlingen op de vestiging. Dat wil zeggen alle leerlingen op de vestiging, dus ook de leerlingen die niet tot de doelgroep behoren.

  • F = de drempelwaarde, die wordt uitgedrukt in een percentage. Voor het vmbo, havo en vwo bedraagt de drempelwaarde 12%. De drempelwaarde zorgt ervoor dat niet alle vestigingen een positieve onderwijskansenscore (hoger dan 0) krijgen. Alleen vestigingen met een positieve onderwijskansenscore ontvangen middelen vanuit de onderwijskansenregeling.

  • C = de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo

  • G = de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die behoren tot de 15% leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore, oftewel alle leerlingen die tot de doelgroep behoren.

Met andere woorden: waarde B wordt berekend door het totaal aantal leerlingen op de vestiging te vermenigvuldigen met de drempelwaarde en met het verschil tussen de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle vo-leerlingen en de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die tot de doelgroep behoren.

De onderwijskansenscore van de vestiging wordt vervolgens berekend door middel van de formule A – B. Als de uitkomst hiervan hoger is dan 0, ontvangt de vestiging middelen vanuit de regeling. Zoals reeds aangegeven is de hoogte van het bedrag afhankelijk van de hoogte van de onderwijskansenscore. Het beschikbare budget wordt immers over de vestigingen verdeeld per eenheid onderwijskansenscore. Het totaal beschikbare budget en het bedrag per eenheid onderwijskansenscore worden jaarlijks in de Regeling onderwijskansen gepubliceerd. In de artikelsgewijze toelichting onder artikel 5 zijn enkele rekenvoorbeelden opgenomen ter illustratie van de aggregatieformule.

In deze formule zijn de doelgroep (15%) en de drempelwaarde (12%) ingevoegd die gelden voor het vmbo, havo en vwo. In deze aggregatieformule worden de onderwijsscores van pro-leerlingen namelijk niet meegenomen. Om dit duidelijk te maken wordt gesproken van ‘leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo’.

De aggregatieformule voor pro

De aggregatieformule voor het pro is als volgt:

  • A = som van de uitkomsten van de formule C – D voor alle leerlingen van de vestiging die behoren tot de 30% van alle pro-leerlingen met de laagste onderwijsscore, waarbij:

  • C = landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen ingeschreven op het pro;

  • D = onderwijsscore van de leerling;

  • B = E x F x (C – G) waarbij:

  • E = aantal leerlingen op de vestiging;

  • F = drempelwaarde van 0%;

  • G = landelijk gemiddelde onderwijsscore van leerlingen die behoren tot de 30% pro-leerlingen ingeschreven op het pro met de laagste onderwijsscore

In deze formule zijn de doelgroep (30%) en de drempelwaarde (0%) ingevoegd die gelden voor het pro. Om duidelijk te maken dat in deze formule alleen pro-leerlingen worden meegenomen wordt gesproken van ‘leerlingen ingeschreven op het pro’.

Toelichting op de gekozen drempelwaarde en doelgroep voor vmbo, havo en vwo

Zoals eerder is toegelicht, is er voor vmbo, havo en vwo gekozen voor een doelgroep van 15% en een drempelwaarde van 12%. In opdracht van OCW heeft het CBS verschillende scenario’s voor de doelgroep en drempelwaarde doorgerekend en beoordeeld op versnippering, stabiliteit van de uitkomsten, geografische spreiding en de verdeling over de schoolsoorten. Bij de uiteindelijke keuze voor de doelgroep en drempelwaarde was het streven om de systematiek zoveel mogelijk te laten aansluiten bij die van het po, waar met dezelfde aggregatieformule wordt gewerkt. Uit het IBO Onderwijsachterstandenbeleid blijkt immers dat kinderen met een risico op onbenut potentieel, dit risico gedurende hun hele onderwijsloopbaan blijven behouden. Als de waarden voor de doelgroep en drempelwaarde in het vo overeenkomen met die van het po, is de kans het grootst dat kinderen die op de basisschool extra ondersteuning hebben ontvangen, die extra ondersteuning ook op de middelbare school zullen krijgen.

De uitkomsten van de berekeningen van de verschillende doelgroeppercentages en drempelwaarden vormen geen aanleiding om af te wijken van de waarde die ook voor het po gebruikt wordt. Dat is 15%. Daarom is ook voor het vo voor deze waarde gekozen.

Bij het bepalen van de drempelwaarde is gezocht naar een balans tussen versnippering en concentratie van het beschikbare budget. Immers, bij een lage drempelwaarde komen meer vestigingen in aanmerking voor budget, maar ontvangt iedere vestiging minder. Bij een hoge drempelwaarde is dat andersom. Uit de berekeningen van het CBS bleek echter dat een lage drempelwaarde ervoor zou kunnen zorgen dat de middelen vooral terecht zouden komen bij scholen in grootstedelijke gebieden. Ook bleek dat een hoge drempelwaarde kan zorgen voor een sterke concentratie van de middelen onder vmbo-vestigingen, waardoor doelgroepleerlingen op havo- en/of vwo-vestigingen minder goed bereikt zouden worden. Om deze reden is uiteindelijk gekozen voor een drempelwaarde die tussen hoog (20%) en laag (0%) in zit.

Er is gekozen voor een drempelwaarde van 12%, zodat het budget toegaat naar de scholen die dit het meest nodig hebben. Deze keuze past ook bij het principe dat het creëren van gelijke kansen vraagt om ongelijke investeringen. Door het beschikbare budget over een deel van de vestigingen te verdelen is het bedrag per leerling bovendien meer toereikend. Tenslotte is meegewogen dat ook in het po een drempelwaarde van 12% wordt gehanteerd, wat de kans groter maakt dat kinderen die in het po extra ondersteuning krijgen vanuit de aanvullende bekostiging, deze ondersteuning ook in het vo blijven ontvangen.

Toelichting op de gekozen drempelwaarde en doelgroep voor het pro

Zoals gezegd is er voor pro gekozen voor een doelgroeppercentage van 30%. De reden hiervoor is dat er sprake is van een grote groep leerlingen in het praktijkonderwijs die rond de 15%-grenswaarde valt, waardoor er een groot risico is op fluctuaties van verdeling van de middelen over de tijd heen indien die grenswaarde wordt aangehouden. Er is daarom onderzoek gedaan naar grenswaarden net buiten de grote groep leerlingen rond de 15%-grenswaarde, maar nog wel in de buurt van de beleidskeuze die ook in het vo is gemaakt (15%). Op basis van de resultaten is besloten om een doelgroeppercentage van 30% te hanteren. Hiermee is de doelgroep groter en minder specifiek, wat het risico op onnodige fluctuaties per pro-vestiging minder groot maakt dan bij de andere opties.10

Voor het pro is daarnaast gekozen voor een drempelwaarde van 0%. Hiermee ontvangen alle pro-vestigingen met doelgroepleerlingen de middelen, en krijgt een zo groot mogelijke groep leerlingen in het pro ondersteuning vanuit de regeling. Het te ontvangen bedrag per pro-vestiging is afhankelijk van het aantal doelgroepleerlingen op de vestiging.

Uitvoering en handhaafbaarheid

DUO en het CBS spelen een belangrijke rol in de uitvoering van de regeling. Zij geven aan de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar te achten, als wordt uitgegaan van een door de instellingsaccountant gevalideerde leerlingentelling voor het bepalen van de onderwijskansenscore van vestigingen. Deze validatie moet zijn afgerond vóór 1 juli van het jaar volgend op de teldatum. Voor de eerste toepassing van deze regeling betekent dit dat de score wordt berekend op basis van de gevalideerde leerlingentelling die betrekking heeft op het aantal voor bekostiging in aanmerking komende leerlingen op 1 oktober 2022.

Verantwoording

De aanvullende bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen. De juistheid van het aantal leerlingen wordt door de instellingsaccountant van de school vastgelegd in het assurancerapport. Indien het bevoegd van een school niet tijdig het assurancerapport heeft ingediend of de definitieve telgegevens ontbreken, wordt uitgegaan van de voorlopige telgegevens. Er vindt voor deze scholen, na ontvangst van de definitieve telgegevens, geen herrekening plaats.

Vestigingen dienen in het kader van deze aanvullende bekostiging hun onderwijskundig beleid en de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op te nemen in hun schoolplan. De betrokkenheid van en draagvlak bij partijen uit de omgeving is hierbij essentieel. Vestigingen dienen daarom partijen in de omgeving van de school in te lichten over hun beleid voor het bevorderen van gelijke kansen en opmerkingen van de omgeving bij dit beleid herkenbaar te betrekken bij het bepalen van hun beleid.

Hierbij is het van belang dat vestigingen:

  • in hun schoolplan formuleren waar zij voor staan (onder andere door het formuleren van streefdoelen en streefcijfers);

  • bijhouden en laten zien hoe zij daaraan werken (activiteiten benoemen en monitoren);

  • draagvlak voor de aanpak creëren bij belangrijke partners in de omgeving;

  • laten zien welke resultaten zij bereiken; en

  • leren van wat niet goed gaat en van signalen uit de omgeving. Dit kan aanleiding zijn de ambities bij te stellen en het schoolplan aan te passen.

Eén van deze belangrijke partijen uit de omgeving van de vestiging is de gemeente. Gemeenten voeren in het kader van artikel 3.42, Wet voortgezet onderwijs 2020 (overleg onderwijsachterstandenbeleid) geregeld overleg met scholen over het gezamenlijke beleid dat er op dit vlak wordt gevoerd. De inzet van de middelen voor de regeling dient hierbij onderwerp van gesprek te zijn.

Andere belangrijke partijen uit de omgeving van de vestiging zijn bijvoorbeeld het ‘toeleverende’ primair onderwijs, het ‘afnemende’ beroeps- of hoger onderwijs, partnerorganisaties in de opvoeding (jeugdwelzijn, sportverenigingen), de schooladviesdienst, de lerarenopleidingen en het bedrijfsleven.

De financiële verantwoording van de aanvullende bekostiging voor de regeling Onderwijskansen voortgezet onderwijs vindt plaats volgens de bekende verantwoordingssystematiek. Overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen aanvullende bekostiging herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk.

Verder wordt met XBRL gemonitord waar vestigingen de middelen voor gebruiken. Deze data gebruikt het Ministerie van OCW om onderzoek te doen naar de effectiviteit van de inzet van de aanvullende bekostiging.

Persoonsgegevens

Om de onderwijskansenscore te kunnen vaststellen maakt het CBS gebruik van (persoons)gegevens. Dit zijn grotendeels – vertrouwelijke – gegevens waarover het CBS reeds beschikt om zijn primaire taak uit te oefenen. Deze taak is omschreven in artikel 3 van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het CBS heeft op grond van dit artikel tot taak van overheidswege het verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken. Beleid heeft hier onder andere betrekking op overheidsbeleid. Op grond van artikel 33 van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek is het CBS bevoegd ten behoeve van statistische doeleinden gebruik te maken van gegevens uit registraties van publiekrechtelijke diensten en instellingen. Op grond van artikel 5, lid 2, onder f, en artikel 22 van de Wet register onderwijsdeelnemers worden uit het Register Onderwijs Deelnemers (ROD) kosteloos gegevens aan het CBS verstrekt. Dit artikel staat de openbaarmaking toe van gegevens die het CBS ontvangt uit ROD. Deze gegevens mogen, mits geanonimiseerd, openbaar gemaakt worden in de vorm van overzichten die betrekking hebben op afzonderlijke huishoudens, scholen, instellingen of opleidingen. Eventuele nadelige effecten voor een vestiging als op basis van de onderwijskansenscore duidelijk wordt dat de leerlingpopulatie relatief veel doelgroepleerlingen heeft, wegen niet op tegen het belang van openbare informatie op dit vlak. De publicatie van de onderwijskansenscore geeft inzicht in de verdeling van publieke middelen in het kader van het beleid voor het bevorderen van gelijke kansen.

Regeldruk

Zoals hierboven onder het kopje ‘Verantwoording’ wordt gesteld, wordt door de minister van schoolbesturen een aantal handelingen verwacht om te waarborgen dat de aanvullende bekostiging doeltreffend en doelmatig besteed wordt. Deze handelingen brengen regeldruk (administratieve lasten) met zich mee. In de twee onderstaande tabellen wordt voor elke verantwoordingseis een inschatting van de daarvoor benodigde uren en bijbehorende kosten gegeven per vestiging.11 Hierin is rekening gehouden met het feit dat niet alle handelingen door één persoon zullen worden uitgevoerd, maar mogelijk door meer, zeker wanneer het om afstemming gaat. Ook is het aannemelijk dat handelingen zowel op vestigings- als coördinerend bestuursniveau moeten worden uitgevoerd. In de eerste tabel gaat het om handelingen die in principe eenmalig zijn. In de tweede tabel gaat het om handelingen die elk jaar dat een vestiging aanvullende bekostiging ontvangt, herhaald zullen moeten worden.

In de eerste tabel staat de verantwoordingseis ‘Kennisname van de regeling’ opgenomen. Om kennis te nemen van de nieuwe regeling heeft het Ministerie van OCW verschillende digitale communicatieproducten beschikbaar om te raadplegen:

  • Een rekentool. Op 12 oktober 2023 is een eerste versie gepubliceerd. Deze versie was gebaseerd op oude en incomplete gegevens.12 In januari 2024 is de rekentool geactualiseerd op basis van de onderwijskansenscores die ook voor de eerste beschikkingen worden gebruikt.

  • De brochures ‘De nieuwe regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs vmbo havo en vwo’ en ‘De nieuwe regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs praktijkonderwijs’ (via rijksoverheid.nl).

  • Aankondiging van de nieuwe regeling en links naar de rekentool en brochures in nieuwsbrieven van het Ministerie van OCW (via nieuwsbrievenocw.nl).

  • De Kamerbrief over de nieuwe Onderwijskansenregeling vo van 21 juni 2023 (via rijksoverheid.nl).

In de tweede tabel is ook de verantwoording via XBRL opgenomen. Besturen worden gevraagd om via XBRL per vestiging aan te geven waar de aanvullende bekostiging voor is ingezet. Hiervoor is in XBRL een aantal categorieën ingesteld van maatregelen waar vestigingen op in zouden kunnen worden gezet.

Eenmalige handelingen

Verantwoordingseis

Inschatting benodigde uren

Inschatting kosten

Kennisname van de regeling (o.a. lezen van de regeling en informatiebrochure, raadplegen rekentool)

3

€ 162

In het schoolplan formuleren waar de school voor staat (onder andere door het formuleren van streefdoelen en streefcijfers)

6

€ 324

Draagvlak voor de aanpak creëren bij belangrijke partners in de omgeving (waaronder de gemeente)

6

€ 324

Totaal per vestiging

15

€ 810

Structurele handelingen

Verantwoordingseis

Inschatting benodigde uren

Inschatting kosten

Bijhouden en laten zien hoe de vestiging aan de bekostigde activiteiten werkt

3

€ 162

Laten zien welke resultaten de school bereikt (resultaten monitoren)

3

€ 162

Leren van wat niet goed gaat en van signalen uit de omgeving (en eventueel ambities bijstellen en schoolplan hierop aan passen).

9

€ 486

Verantwoording via XBRL

3

€ 162

Financiële verantwoording via het jaarverslag

2

€ 108

Totaal per vestiging

20

€ 1.080

Voor een schoolbestuur met 4 vestigingen die aanvullende bekostiging ontvangen zou dit betekenen dat de administratieve lasten neerkomen op:

  • Eenmalig: 4 x € 810 = € 3.240

  • Structureel: 4 x € 1.080 = € 4.320

Het totaal aantal vestigingen dat in 2024 via de Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs middelen ontvangt is 894. Daarmee komen de totale administratieve lasten neer op:

894 x (€ 810 + € 1.080) = € 1.689.660

Dat is ongeveer 1% van het in 2024 beschikbare budget. Uit berekeningen van het CBS blijkt dat de aggregatieformule een hoge stabiliteit laat zien. In algemene zin valt dan ook te verwachten dat er jaarlijks weinig vestigingen zullen zijn die het ene jaar wel aanvullende bekostiging ontvangen en het andere jaar niet (en vice versa). Daardoor valt eveneens te verwachten dat vanaf 2025 het aantal vestigingen dat voor de eerste keer te maken krijgt met aanvullende bekostiging vanuit de onderwijskansenregeling aanzienlijk kleiner zal zijn, waardoor ook de totale administratielast lager zal uitvallen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Caribisch Nederland

Voor Caribisch Nederland geldt het uitgangspunt ‘comply or explain’. Dat wil dat de regelgeving die in Europees Nederland geldt ook van toepassing is op Caribisch Nederland, tenzij er aanleiding is om dat niet te doen. Dat is hier zo. Daarom is de regeling is niet van toepassing op Caribisch Nederland. De bekostiging voor leerlingen die door omgevingsfactoren een verhoogd risico lopen om hun leerpotentie niet optimaal te kunnen benutten is voor Caribisch Nederland namelijk al onderdeel van de reguliere bekostiging, te weten de procentuele opslag in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Er is dan ook in Caribisch Nederland geen drempel gehanteerd zoals dat in Europees Nederland gebeurt, maar er is voor elke vo-school in Caribisch Nederland al een passend budget voor deze leerlingen toegekend.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 zijn de begripsbepalingen opgenomen. Voor het begrip ‘teldatum’ geldt dat deze regeling een andere teldatum hanteert dan voor de reguliere bekostiging wordt aangehouden. Uit artikel 5.8 van de WVO 2020 volgt dat het aantal leerlingen dat op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft wordt aangehouden voor het bepalen van de omvang van de reguliere bekostiging. De aanvullende bekostiging die op grond van deze regeling wordt verstrekt wordt echter bepaald op basis van het aantal leerlingen dat een jaar eerder was ingeschreven. Het gaat om het aantal leerlingen per 1 oktober van het tweede voorafgaande jaar waarop de bekostiging betrekking heeft, niet het eerste jaar.

Artikel 3 Doelomschrijving

In artikel 3 is het doel van deze regeling beschreven. In de alinea 'aanleiding en doelstelling' in het algemene deel van de toelichting wordt hier uitgebreider op ingegaan. De middelen kunnen ook besteed worden aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt, het gaat immers om aanvullende bekostiging.

Artikel 4 Aanvullende bekostiging

Dit artikel geeft aan op welk moment en over welke periode de aanvullende bekostiging wordt verstrekt. Uit artikel 6.10, tweede en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 volgt dat scholen voor een aantal groepen leerlingen niet volledig worden bekostigd. Het betreft leerlingen die éen of meer vakken volgen op het vavo. Deze leerlingen tellen worden in het kader van deze regeling als een regulier bekostigde leerling beschouwd.

Artikel 5 Berekening aanvullende bekostiging

Zoals reeds aangegeven wordt de onderwijskansenscore van een vestiging berekend door de formule A – B, waarin A staat voor de bruto onderwijskansscore van de vestiging en B voor de drempel. Om A te berekenen wordt voor iedere leerling die tot de doelgroep behoort de formule C-D berekend – oftewel: de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen (C) min de onderwijsscore van de leerling zelf (D) – en worden de uitkomsten bij elkaar opgeteld. B wordt berekend door het totaal aantal leerlingen op de vestiging (E) te vermenigvuldigen met de drempelwaarde (F) en met het verschil tussen de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen (C) en de landelijk gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die tot de doelgroep behoren (G).

Ter illustratie wordt de drempel in een voorbeeld uitgewerkt: de gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo is in een bepaald jaar 0,98 (C). De gemiddelde onderwijsscore van alle leerlingen die behoren tot de 15% leerlingen ingeschreven op het vmbo, havo of vwo met de laagste onderwijsscore (G) is -0,47. De drempelwaarde (F) is vastgesteld op 12%. Er zijn drie vestigingen die allemaal een bruto onderwijskansenscore hebben van 50 (A), maar ze verschillen in het aantal leerlingen op de vestiging (E): Vestiging I heeft 100 leerlingen, vestiging II heeft 250 leerlingen en vestiging III heeft 400 leerlingen.

De drempel (B) en de uiteindelijke onderwijskansenscore (A-B) die meetelt in de bekostiging wordt dan als volgt berekend:

Vestiging I kent een drempel van 100 (E) x 12% (F) x (0,98 (C) – -0,47 (G)) = 17,4 (B) en heeft dus een onderwijskansenscore van 50 (A) – 17,4 (B) = 32,6. Deze vestiging kent een relatief hoge concentratie van risico op onbenut leerpotentieel en ontvangt hiervoor aanvullende bekostiging.

Vestiging II kent een drempel van 250 x 12% x (0,98 – -0,47) = 43,5 en heeft dus een onderwijskansenscore van 50 – 43,5 = 6,5. Deze vestiging kent een lagere concentratie van verwachte risico op onbenut leerpotentieel dan vestiging A, maar de uitkomst is wel positief. Daarom ontvangt de vestiging aanvullende bekostiging, maar minder dan vestiging A.

Vestiging III kent een drempel van 400 x 12% x (0,98 – -0,47) = 69,6 en heeft dus een onderwijskansenscore van 50 – 69,6 = -19,6. Dit is een negatieve uitkomst, die wordt vervangen door 0. Deze vestiging ontvangt daarom geen aanvullende bekostiging op grond van de onderwijskansenregeling. Deze vestiging kent een lage concentratie van risico op onbenut leerpotentieel, waarvan verwacht kan worden dat deze binnen de reguliere onderwijskundige taak van een vestiging kan worden opgevangen.

Artikel 6 Betaling

Voor alle vestigingen met een onderwijskansenscore wordt de aanvullende bekostiging verstrekt aan het bevoegd gezag van de school waar de vestiging aan toebehoort op 1 januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft. Dit uitgangspunt wordt ook toegepast in het geval van samenvoeging, afsplitsing of opdeling voorafgaand aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft. In geval van een samenvoeging worden één of meer vestigingen/scholen opgeheven (het instellingsnummer/vestigingsnummer wordt geschrapt) per 1-8-t-1. Ook die vestigingen/scholen vallen onder ‘alle vestigingen met een onderwijskansenscore’ wanneer er sprake is van een samenvoeging. Oftewel: de berekening werkt twee jaar terug, en het geld wordt betaald aan het bevoegd gezag waartoe de betreffende vestiging(en) op het moment van beschikken behoort/behoren.

Dat principe gaat ook op bij afsplitsing en opdeling. Bij afsplitsing van een bestaande vestiging van een school verandert er niets aan de vestiging zelf en ook niet aan de score, hooguit wordt het geld aan een ander bestuur uitbetaald als de afgesplitste vestiging tegelijkertijd aan een ander bestuur wordt overgedragen. Op het moment dat een vestiging wordt opgedeeld, ontvangt de oorspronkelijke vestiging het geld totdat voor de nieuwe vestiging een onderwijskansenscore kan worden bepaald.

Het recht op de aanvullende bekostiging vervalt – net als voor andere bekostigingsonderwerpen – indien de school waar de vestiging deel van uitmaakt wordt opgeheven of de bekostiging wordt beëindigd.In de eerste twee jaar na opheffing is er wel een onderwijskansenscore, maar heeft deze geen effect meer op de aanvullende bekostiging, omdat de vestiging dan niet meer bestaat.

Artikel 7 Beleid en verantwoording

In het schoolplan geeft het bestuur aan wat de doelen zijn, op welke wijze de aanvullende bekostiging wordt ingezet en welke vestigingen het betreft. Via XBRL geeft het bestuur – per relevante vestiging – informatie over de besteding van de aanvullende bekostiging.

Artikel 8

De financiële verantwoording van de aanvullende bekostiging voor de regeling vindt plaats volgens de bekende verantwoordingssystematiek. Overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen aanvullende bekostiging herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk.

Artikel 9

Eind 2023 is binnen het Directoraat-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een aantal aanpassingen in de structuur van de organisatie doorgevoerd. Sindsdien wordt de naam Directoraat-generaal Funderend Onderwijs gevoerd. Daarmee verband houdend zijn ook alle dienstpostbussen hernoemd. Voor wat betreft de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden is relevant dat de nieuwe naam van de dienstpostbus waarnaar aanvragen dienen te worden gezonden, inmiddels mailboxDGFO@minocw.nl luidt. Met deze wijziging is dit ook in de bijlage bij de regeling geactualiseerd.

Artikel 10

Artikel 10 doet de Regeling leerplusarrangement vo vervallen.

Artikel 11

In het kader van de rechtszekerheid wordt voor de aanvullende bekostiging gebruik gemaakt van de meest recente door de instellingsaccountant gevalideerde telgegevens. De uitwisseling van gegevens tussen DUO en het CBS vergt doorlooptijd. De berekeningen van het CBS beslaan daarbij een periode van ongeveer 4 maanden. Tevens is er tijd benodigd voor het bepalen van het bedrag per eenheid onderwijskansenscore en de verwerking door DUO van de uitkomsten van de berekeningen van het CBS. Hierdoor kan de regeling inclusief de onderwijskansenscore niet eerder dan uiterlijk 7 februari 2024 in werking treden. De regeling werkt daarom terug tot 1 januari 2024, 2024 is het eerste jaar dat op basis van deze regeling aanvullend wordt bekostigd. Wat betreft de teldatum werkt de regeling terug tot 1 oktober 2022, de meest recent beschikbare gevalideerde leerlingentelling voor vaststelling van de aanvullende bekostiging voor het bekostigingsjaar 2024.

Met het tweede lid is voor artikel 9 (wijziging van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden) voorzien een afwijkende inwerkingtredingsmoment.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
2

Kamerstukken II, Vergaderjaar 2016–2017, 27 020, nr. 70.

X Noot
3

De term ‘onderwijskansenscore’ betekent hetzelfde als de term ‘achterstandsscore’, die door het CBS wordt gehanteerd. De term ‘achterstandsscore’ wordt hier echter met opzet niet gebruikt omdat termen als ‘achterstand’ of ‘onderwijsachterstand’ de indruk kunnen wekken dat kinderen of jongeren zelf tekort zouden schieten, terwijl de omgevingsfactoren juist een bepalende rol spelen. Daarom is hier gekozen voor de term ‘onderwijskansenscore’.

X Noot
5

Kamerstukken II 2016/17, 27 020, nr. 70.

X Noot
6

Meer informatie over deze omgevingskenmerken en de manier waarop ze in de indicator worden gebruikt is te vinden op de website van het CBS: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/45/de-nieuwe-onderwijsachterstandenindicator

X Noot
8

Kamerstukken II, Vergaderjaar 2019-2020, 27 020, nr. 107.

X Noot
9

Sommige vestigingen bieden zowel praktijkonderwijs als andere vo-schoolsoorten aan. In het geval van zulke vestigingen worden er twee onderwijskansenscores berekend: de ene op basis van de leerlingen die praktijkonderwijs volgen en de andere op basis van de andere leerlingen.

X Noot
11

Voor deze inschatting is uitgegaan van een standaard uurtarief voor administratietaken van € 54. Dit is het standaard uurtarief wat gehanteerd wordt door het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).

X Noot
12

De eerste versie va894n de rekentool is gebaseerd op de leerlingtelling van 2021 in plaats van 2022. Daarnaast bevat deze versie door een technische fout geen data van nieuwkomersleerlingen die op 1 oktober 2021 korter dan een jaar in Nederland waren.

Naar boven