Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 19 augustus 2024, nr. IENW/BSK-2024/208505, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit 2022 in verband met het actualiseren van normdocumenten en herstel foutieve verwijzingen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikelen 8a, 9, tweede en vierde lid, 10, eerste en derde lid, 11, derde lid, 12, tweede lid, 17, eerste en tweede lid, 19, 20, 25, eerste lid, 25b, derde lid, 25g, eerste, zesde, zevende, achtste en negende lid, en 25h, tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit;

BESLUIT:

ARTIKEL I (WIJZIGING REGELING BODEMKWALITEIT 2022)

De Regeling bodemkwaliteit 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.10, tweede lid, wordt ‘artikel 5.7, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 5.7, vierde lid’.

B

In artikel 5.11, derde lid, wordt ‘volgens artikel 4.1229 van het Besluit activiteiten leefomgeving’ vervangen door ‘volgens de artikelen 4.1221 of 4.1229 van het Besluit activiteiten leefomgeving’.

C

In artikel 5.22, derde lid, wordt ‘artikel 5.21, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 5.21, zesde lid’.

D

Artikel 5.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘volgens artikel 5.21, tweede lid’ vervangen door ‘volgens artikel 5.21, zesde lid’.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 5.21, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 5.21, negende lid’.

E

In artikel 5.49, tweede lid, wordt ‘verklaring op grond van een partijkeuring’ vervangen door ‘erkende kwaliteitsverklaring’.

F

Aan artikel 5.51 wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de grond of baggerspecie is ontstaan door samenvoeging van partijen volgens BRL 9335 en is ingedeeld in de kwaliteitsklasse ‘landbouw/natuur’ of algemeen toepasbaar.

G

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder tabel 2, in voetnoot 2, wordt ‘tabel 1’ vervangen door ‘tabel 2’.

2. Onder tabel 3b, in voetnoot 1, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘in geval ten minste 1 stof’ vervangen door ‘in geval ten minste 2 stoffen’.

3. Onder tabel 3c, in voetnoot 1, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘in geval ten minste 1 stof’ vervangen door ‘in geval ten minste 2 stoffen’.

4. Onder tabel 3d, in voetnoot 2, onderdeel a, onder 1°, wordt ‘in geval ten minste 1 stof’ vervangen door ‘in geval ten minste 2 stoffen’.

H

1. Bijlage C komt te luiden:

Aanwijzen werkzaamheden en normdocumenten

Indien in de tabel voor een categorie van werkzaamheden een normdocument of een onderdeel van een normdocument in de derde kolom, onderscheidenlijk vierde kolom, cursief is weergegeven, geschiedt de aanwijzing van dat normdocument of onderdeel daarvan uitsluitend ten behoeve van de toepassing van de artikelen 9 en 15 van het Besluit bodemkwaliteit.

Indien in de tabel voor een categorie van werkzaamheden een normdocument of een onderdeel van een normdocument in de derde kolom, onderscheidenlijk vierde kolom, dikgedrukt is weergegeven, geschiedt de aanwijzing van dat normdocument of onderdeel daarvan uitsluitend ten behoeve van de toepassing van artikel 18 van het besluit (de wijze van uitvoering van een werkzaamheid). De aanwijzing heeft dan betrekking op essentiële eisen ILT-toezicht.

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten Certificatie- en accreditatierichtlijnen

Onderdelen

Vereiste van een certificaat, onderscheidenlijk accreditatie als grondslag voor een erkenning bodemkwaliteit

Vereiste van een erkenning bodemkwaliteit, onderscheidenlijk erkenning bodemkwaliteit met persoonsregistratie

Toepasselijkheid van art. 17, lid 1, onderscheidenlijk art. 17, lid 2 (onafhankelijkheidsvereisten)

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen als bedoeld in artikel 4.509 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening, versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

Tot 1 januari 2026 mag gebruik worden gemaakt van: BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018.

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening met prefab betonelementen en/of een vloeistofdichte bedrijfsriolering, versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

Protocol 7702 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening van beton en/of een vloeistofdichte bedrijfsriolering, versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

Protocol 7703 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening bitumineus materiaal en/of een vloeistofdichte bedrijfsriolering, versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

Protocol 7704 – Aanbrengen of herstel van kunstharsgebonden beschermsysteem voor het realiseren van een vloeistofdichte bodemvoorziening versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

Protocol 7711 – Afdichten of herstel van voegen en naden in een vloeistofdichte bodemvoorziening versie 3.0, vastgesteld op 23 maart 2023.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art.17, lid 1 of lid 2.

     

Tot 1 januari 2026 mag gebruik worden gemaakt van:

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab elementen, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 7702 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening van beton, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 7703 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met bitumineus materiaal, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 7704 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte kunstharsgebonden beschermlaag, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 7711 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voegafdichting, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

     

2

Verlenen van een productcertificaat voor het produceren van producten op grond van een nationale BRL

BRL 1004-01 Kalkzandsteen, versie van 25 mei 2016.

 

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 2

   

BRL 1328-03 Pleistersystemen, versie van 30 juni 2016.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 2307-2 AEC-bodemas voor ongebonden toepassing in grond en wegenbouwkundige werken, versie van 3 juli 2017.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 2506-2 Recyclinggranulaten, versie van 15 juli 2019.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 9 juni 2016.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde betonproducten, versie van 16 april 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5071 Vooraf vervaardigde vezelcement producten, versie van 16 april 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5076 Vooraf vervaardigde polymeerbeton producten, versie van 16 april 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5077 vooraf vervaardigde geopolymeerbeton producten/ geopolymeerbeton voor ter plaatse gestorte producten, versie van 15 april 2017.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5078 Groutmengsels voor het afdichten van boorgaten, versie van 26 juni 2019 met wijzigingsblad van 16 juli 2020

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 5080: vooraf vervaardigde producten op basis van een CO2geactiveerd bindmiddel versie van 15 december 2022

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 52230 Keramische producten, versie van 22 april 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9302-2 E-bodemas in ongebonden toepassing, versie van 8 mei 2015 met wijzigingsblad van 27 mei 2019.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 26 juni 2019.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 9 april 2008, met wijzigingsblad van 3 juli 2017.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9317 Poreus gesteente van vulkanische oorsprong, versie van 13 mei 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009, met wijzigingsblad van 19 juni 2017.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en (gebroken) industriegrind, versie van 4 november 2014, met wijzigingsblad van 27 oktober 2023.

In afwijking tot § 9.5.5 van BRL 9321 en wijzigingsblad geldt artikel 5.43 uit de Regeling bodemkwaliteit 2022

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9322 Mengsels van cementgebonden minerale reststoffen, versie van 1 maart 2016 met wijzigingsblad van 2 september 2016.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9324 Groevesteen in ongebonden toepassing, versie van 13 mei 2015, met wijzigingsblad van 27 mei 2019.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 15 september 2011, met wijzigingsblad van 13 mei 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 30 maart 2017.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9331 Geblazen glasgranulaat, versie van 26 juni 2019.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL9335 Grond, versie van 2 november 2021, en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, versies van 2 november 2021.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL 9335 Grond, versie van 22 juni 2017, met wijzigingsblad van 2 november 2021, en de

bijbehorende SIKB-protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, versies van 22 juni 2017, met wijzigingsblad van 2 november 2021. toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL 9335, SIKB Protocol 9335-1, SIKB Protocol 9335-2 onderscheidenlijk SIKB Protocol 9335-4, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9338 Cementgebonden mortel, versie van 17 juni 2016.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9339 De milieuhygiënische kwaliteit van duurzaam waterglasgebonden grond voor in situ toepassing in bouwkundige en civieltechnische werken, versie van 11 november 2022

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9341 Steenachtige substraten, versie van 25 februari 2016.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9345 Slakken en slakmengsels voor toepassing in GWWwerken, versie van 7 oktober 2015.

 

accreditatie

erkenning

 
   

BRL 9348 Nationale beoordelingsrichtlijn voor het NL BSB® Productcertificaat voor de milieuhygiënische kwaliteit van cementgebonden mortels uit verplaatsbare volumetrische doseer- en menginstallaties op basis van niet-gekalibreerde weegmiddelen, versie van 3 juni

2022

 

accreditatie

erkenning

 

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie ter voldoening aan een verplichting die geldt bij of krachtens het Besluit bodem-

kwaliteit

NEN-EN-ISO/IEC 17025:2018 Algemene eisen voor de competentie van test- en kalibratielaboratoria in combinatie met toepasselijke onderdelen van AP04 die in deze kolom en volgende kolom bij de werkzaamheid in categorie 3 zijn aangewezen.

 

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 1

   

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 10, vastgesteld op 23 april 2020.

Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

 

accreditatie

erkenning

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 11, vastgesteld op 23 april 2020 Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 10, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

 

accreditatie

erkenning

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 13, vastgesteld op 23 april 2020.

Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 12, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG8.

Pakket SG10.

accreditatie

erkenning

 
   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 10, vastgesteld op 23 april 2020. Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

Pakket SB1.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

accreditatie

erkenning

 
   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 10, vastgesteld op 23 april 2020 Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

accreditatie

erkenning

 
   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 10, vastgesteld op 23 april 2020. Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016 te gebruiken

 

accreditatie

erkenning

 

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bij een verkennend onderzoek, een nader onderzoek of een vergelijkbaar onderzoek van de bodem, dan wel bij een onderzoek in het kader van een ingreep in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam.

Deze werkzaamheid is niet aangewezen voor zover zij uitsluitend in de privésfeer wordt verricht, niet wordt verricht om direct of indirect aan een wettelijke verplichting te voldoen en bij het verrichten van de werkzaamheid ook geen andere publieke belangen in het geding zijn.

NEN-EN-ISO/IEC 17025:2018 Algemene eisen voor de competentie van test- en kalibratielaboratoria in combinatie met toepasselijke onderdelen van AS SIKB 3000 die in deze kolom en volgende kolom bij de werkzaamheid in categorie 4 zijn aangewezen.

 

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 1

   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 8, vastgesteld op 23 april 2020.

Protocol 3001, Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters, versie 5 van 2 oktober 2014.

Protocollen 3010 t/m 3090, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodemen grondwateronderzoek (grond), versie 9, vastgesteld op 23 april 2020.

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodemen grondwateronderzoek (grondwater), versie 8, vastgesteld op 23 april 2020.

Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem en grondwateronderzoek (waterbodem), versie 6, vastgesteld op 23 april 2020.

accreditatie

erkenning

 

5

Bewerking, zijnde de procesmatige ex-situ reiniging en bewerking van grond die is ingedeeld in de kwaliteitsklasse matig of sterk verontreinigd of baggerspecie die is ingedeeld in de kwaliteitsklasse sterk verontreinigd.

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 5.1, vastgesteld op 2 november 2021.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7500, Protocol 7510:

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging/bewerking en immobilisatie van grond en baggerspecie, versie 5.1, vastgesteld op 2 november 2021,

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om

Protocol 7510, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 7510, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

– Thermische reiniging;

– Extractieve reiniging/bewerking; – Eenvoudige procesmatige zandscheiding van (zandige) baggerspecie;

– Biologische reiniging/ behandeling (incl. landfarming);

– Koude immobilisatie;

– Fysische scheiding (nat of droog zeven).

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 7500, zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

       

6

Certificeren van personen voor werkzaamheden die in de uitoefening van een bedrijf worden uitgevoerd

NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012, Conformiteitsbeoordeling-Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten in combinatie met een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel.

 

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 2

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen als bedoeld in het het Besluit activiteiten leefomgeving

AS SIKB 6700 – Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 3.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 3.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 3.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 3.1, vastgesteld op 24 februari 2022, met uitzondering van hoofdstuk 4 van dit protocol.

Tot 1 april 2025 mag gebruik gemaakt worden van Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 3.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 3.0 vastgesteld op 1 december 2022.

Protocol 6711 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid minerale lagen, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 2

8

Milieukundige begeleiding die bestaat uit:

– Processturing bij het uitvoeren van de milieubelastende activiteit graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit zoals bedoeld in artikel 4.1233 van het Besluit activiteiten leefomgeving – Processturing en verificatie bij het uitvoeren van de milieubelastende activiteit saneren van de bodem als bedoeld in artikel

4.1244 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

– Processturing en verificatie bij uitvoering van een sanering van de bodem, uitgezonderd de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, of een grondwatersanering onder het overgangsrecht van de Wet bodembescherming

– Processturing en verificatie bij het uitvoeren van een grondwatersanering geregeld bij of krachtens een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet, Omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet of een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet

BRL SIKB 6000 Milieukundige begeleiding van graven in de bodem, saneren van de bodem, grondwatersanering, ingrepen in de waterbodem en nazorg, versie 6.0, vastgesteld op 7 maart 2022 Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om BRL SIKB 6000,

Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 6000:

– Verificatie;

– Processturing

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 6000, zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Of

BRL SIKB 7000 Uitvoering van graven in de bodem, saneren van de bodem, grondwatersanering en ingrepen in de waterbodem, versie 7, vastgesteld op 7 maart 2022

Tot 1 januari 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 7000 -

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden en nazorg, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden en nazorg, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringen, versie 6.1, vastgesteld op 7 maart 2022.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodemsaneringen, versie 5.0 van 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen

Protocol 6005, Milieukundige begeleiding van graven in de bodem en saneren van de bodem, versie 6.0, vastgesteld op 7 maart 2022. Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 6005: Milieukundige begeleiding van graven in en saneren van de bodem, versie 1.0, versie 26 maart toe te passen.

Protocol 6006, Milieukundige begeleiding van saneren van de bodem met in situ technieken en grondwatersaneringen, versie 6.0, vastgesteld op 7 maart 2022.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 6006: Milieukundige begeleiding van saneren van de bodem met in situ technieken en grondwatersanering, versie 1.0, versie 26 maart 2020 toe te passen.

Protocol 6007: Milieukundige begeleiding van tijdelijk uitname van grond, versie 6.0, vastgesteld op 7 maart 2022

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 6001, Protocol 6002, onderscheidenlijk Protocol 6003, zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

certificaat

Erkenning met persoonsregistratie

Werkzaamheid onderdeel verificatie als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 1

 

– Processturing en verificatie bij het uitvoeren van herstel van de bodemkwaliteit zoals bedoeld in artikel 5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, op basis van de zorgplicht of naar aanleiding van een ongewoon voorval. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheid is geen erkenning bodemkwaliteit vereist indien sprake is van een ongewoon voorval op of in de bodem of in een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in afdeling 19.1 Omgevingswet en onverwijld handelen noodzakelijk is.

– Processturing bij het uitvoeren van een ingreep zijnde een baggerwerk of onderhoudswerk met een omvang van tenminste 1.000 m3, in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam die is ingedeeld in de bodemkwaliteitsklasse sterk verontreinigd

Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7000:

– Processturing.

Of

Protocol 7006 – Uitvoering van saneren van de bodem met in situ technieken en grondwatersaneringen, versie 6.0, vastgesteld op 7 maart 2022.

Tot 1 januari 2026 mag Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toegepast worden.

     
 

– Processturing en verificatie bij de uitvoering van een spoedeisende waterbodemsanering die op grond van overgangsrecht wordt uitgevoerd onder de Wet bodembescherming zoals die luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Waterwet

         

9

Monsterneming bij partijkeuringen ter voldoening aan een verplichting die geldt bij of krachtens het Besluit bodemkwaliteit

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 9.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 9.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 1000 zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 9.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 9.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

Protocol 1002, Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 9.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om Protocol 1002, Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 9.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 9.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 9.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 1001, Protocol 1002, onderscheidenlijk Protocol 1003, zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Certificaat

Erkenning met persoonsregistratie

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 1

10

Produceren van een bouwstof, grond of baggerspecie, waarvoor door een certificerende instelling aan de producent een productcertificaat als bedoeld in categorie 2, is verleend

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

 

certificaat op basis van categorie 2

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

11

– Het uitvoeren van de milieubelastende activiteit graven in bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit zoals bedoeld in paragraaf 4.120 van het Besluit activiteiten leefomgeving;

– Het uitvoeren van de milieubelastende activiteit saneren van de bodem als bedoeld in paragraaf 4.121 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

– het uitvoeren van een sanering van de bodem, uitgezonderd de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam, of een grondwatersanering onder het overgangsrecht van de Wet bodembescherming

– Het uitvoeren van een grondwatersanering geregeld bij of krachtens een omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet, Omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet of een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet;

BRL SIKB 7000 Uitvoering van graven in de bodem, saneren van de bodem, grondwatersanering en ingrepen in de waterbodem, versie 7.0, 7 maart 2022

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om BRL SIKB 7000 -

Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Protocol 7003 – Uitvoeren van ingrepen in de waterbodem en waterbodemsaneringen, versie 7.0, vastgesteld op 7 maart 2022.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7003

Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018 met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 toe te passen.

Protocol 7005 – Graven in de bodem en saneren van de bodem, versie 7.0, vastgesteld op 7 maart 2022.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7005 – Graven in en saneren van de bodem, versie 1.0 vastgesteld op 26 maart 2020 toe te passen

Protocol 7006 – Uitvoeren van saneren van de bodem met in situ technieken en grondwatersaneringen, versie 7.0, vastgesteld op 7 maart 2022

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om Protocol 7006- Uitvoering van saneren van de bodem met in situ technieken en grondwatersanering, versie 1.0, vastgesteld op 26 maart 2020 toe te passen

Protocol 7007 – Tijdelijke uitname van grond, versie 7.0, vastgesteld op 7 maart 2022.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

 

– Het uitvoeren van herstel van de bodemkwaliteit zoals bedoeld in artikel 5.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, op basis van de zorgplicht of naar aanleiding van een ongewoon voorval. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheid is geen erkenning bodemkwaliteit vereist indien sprake is van een ongewoon voorval op of in de bodem of in een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in afdeling 19.1 Omgevingswet en onverwijld handelen noodzakelijk is.

– Het uitvoeren van een ingreep zijnde een baggerwerk of onderhoudswerk met een omvang van tenminste 1.000 m3, in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam die is ingedeeld in de bodemkwaliteitsklasse sterk verontreinigd

         
 

– Het uitvoeren van een spoedeisende sanering van de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam die op grond van overgangsrecht wordt uitgevoerd onder de Wet bodembescherming zoals die luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Waterwet

         

12

Veldwerk dat bestaat uit het plaatsen van boringen en peilbuizen ten behoeve van het nemen van grond- en grondwatermonsters, het nemen van grond- en grondwatermonsters, locatie-inspectie of maaiveldinspectie en monsterneming van asbest in de bodem of het uitvoeren van vergelijkbare onderzoeken in de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam.

Deze werkzaamheid is niet aangewezen voor zover zij uitsluitend in de privésfeer wordt verricht, niet wordt verricht om direct of indirect aan een wettelijke verplichting te voldoen en bij het verrichten van de werkzaamheid ook geen andere publieke belangen in het geding zijn.

BRL SIKB 2000, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek, versie 7.0, vastgesteld op 7 maart 2022

Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan om BRL SIKB 2000, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 te gebruiken.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.8, vastgesteld op 7 februari 2014 met wijzigingsblad van 2 november 2021.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 2000, onderscheidenlijk AS SIKB 2000, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie

7.0, vastgesteld op 7 maart 2022. Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan om Protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 te gebruiken.

Protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 7.0, 7 maart 2022. Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan om Protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 te gebruiken.

Protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 7.0, 7 maart 2022.

Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan om Protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 te gebruiken.

Protocol 2018, Maaiveld inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 7.0, 7 maart 2022.

Tot 1 oktober 2024 is het toegestaan om Protocol 2018, Maaiveld inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 6.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021 te gebruiken.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 2001, Protocol 2002, Protocol 2003, onderscheidenlijk Protocol 2018, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Certificaat of accreditatie

Erkenning met persoonsregistratie

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 1

13

Verwijderen, onklaar maken, reparatie en installeren van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages. Deze werkzaamheid is niet aangewezen voor zover zij niet wordt verricht om direct of indirect aan een wettelijke verplichting te voldoen en bij het verrichten van de werkzaamheid ook geen andere publieke belangen in het geding zijn.

BRL SIKB 7800, Beoordelingsrichtlijn voor Tankinstallaties (ontwerpen, installeren, modificeren, (her)-classificeren, keuren en herstellen), versie 1.0, vastgesteld op 1 oktober 2018 met wijzigingsblad van 3 april 2020.

 

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

BRL-K902, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksanering HBO/diesel, KIWA Nederland B.V., versie 04, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsbladen van 14 september 2012 en 29 mei 2015.

 

certificaat

erkenning

 
   

BRL-K904 Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksaneringen, KIWA Nederland B.V., versie 4, vastgesteld op 15 juni 2016, met wijzigingsblad van 4 november 2021

 

certificaat

erkenning

 
   

BRL-K905 Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tankreiniging, KIWA Nederland B.V., versie 3 vastgesteld op 1 maart 2016, met wijzigingsblad van 4 november 2021

 

certificaat

erkenning

 

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen als bedoeld in het Besluit activiteiten leefomgeving

AS SIKB 6800 – Controle en keuring tank(opslag)installaties, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6801 – Controle bekleding en kathodische bescherming van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6802 – Controle op water/ bezinksel/micro-organismen in onderen bovengrondse tanks, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6803 – Controle aarding en potentiaalvereffening, van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6811 – Keuring van ondergrondse tanks of ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks; uitvoeren bodemweerstandsmeting, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid als handeling aangewezen als bedoeld in artikel 17 lid 2

15

Inspecteren van de aanleg van een werk met isolerende voorzieningen als bedoeld in artikel 3.9.6, eerste lid regeling bodemkwaliteit zoals geldend op 31-12-2023

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6901, Inspectie bij aanleg IBC-werk, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

16

Aanbrengen van isolerende voorzieningen als bedoeld in artikel 3.9.2, regeling bodemkwaliteit zoals geldend op 31-12-2023

BRL 1148, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor aanleg van afdichtingslagen met zandbentonietpolymeergel mengsel, 7 april 2014.

 

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

BRL 1149 Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO® procescertificaat voor verwerken van kunststoffolie, versie van 21 juni

2019

 

certificaat

erkenning

 

17

Controle van de staat van een werk als bedoeld in artikel 3.9.8, eerste lid, onder c regeling bodemkwaliteit zoals geldend op 31-12-2023

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

Protocol 6902, Controle staat van het IBC-werk, versie 2.0, vastgesteld op 15 februari 2018 met wijzigingsblad van 28 februari 2020.

accreditatie

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

18

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie in de zin van artikel 4.1255 van het Besluit activiteiten leefomgeving

BRL9335 Grond, versie van 2 november 2021, en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL 9335 Grond, versie van 22 juni 2017 met wijzigingsblad van 2 november 2021, en de bijbehorende SIKB-protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL 9335, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

Of

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 5.1, vastgesteld op 2 november 2021.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

SIKB protocol 9335-1, versie van 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om SIKB protocol 9335-1, versie van 22 juni 2017, met wijzigingsblad 2 november 2021, toe te passen.

SIKB protocol 9335-2, versie van 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om SIKB protocol 9335-2, versie van 22 juni 2017, met wijzigingsblad 2 november 2021, toe te passen.

SIKB protocol 9335-4, versie van 2 november 2021. Tot 1 april 2025is het toegestaan om SIKB protocol 9335-1, versie van 22 juni 2017, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

Of

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging/bewerking en immobilisatie van grond en baggerspecie, versie 5.1, vastgesteld op 2 november 2021.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging/bewerking en immobilisatie van grond en baggerspecie, versie 5.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

Tot 1 januari 2026 is het toegestaan om protocol 7511

Ontwateren en rijpen van baggerspecie versie 5.1 van 2 november 2021 toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 7510 onderscheidenlijk protocol 7511, zoals weergegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 7500, zoals weergegeven in het document

Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 2 november 2021.

       

19

Mechanisch boren in de bodem als beschreven in BRL SIKB 2100 en protocol 2101

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 4.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 4.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL SIKB 2100:

– mechanische boringen zonderwaterdruk;

– mechanische boringen metwaterdruk;

– mechanische luchtliftboringen.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 4.1, vastgesteld op 2 november 2021. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 4.0, vastgesteld op 1 februari 2018, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

20

         

21

Ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel van bodemenergiesystemen

BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.1, vastgesteld op 2 november 2021, met wijzigingsblad van 6 oktober 2022. Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.0, vastgesteld op 20 juni 2019, met wijzigingsblad van 6 oktober 2022 toe te passen BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.1, vastgesteld op 2 november 2021.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan om BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.0, vastgesteld op 28 maart 2019, met wijzigingsblad van 2 november 2021, toe te passen.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 11000:

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.0, vastgesteld op 2 november 2021 met wijzigingsblad van 6 oktober 2022.

Tot 1 april 2025 is het toegestaan

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 3.0, vastgesteld op 28 maart 2019, met wijzigingsblad van 6 oktober 2022 toe te passen.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

1a. Ontwerpen op hoofdlijnen van open bodemenergiesystemen; 1b. Ontwerpen op hoofdlijnen van gesloten bodemenergiesystemen;

2a. Ontwerpen in detail van open bodemenergiesystemen;

2b. Ontwerpen in detail van gesloten bodemenergiesystemen;

3a. Installeren van open bodemenergiesystemen;

3b. Installeren van gesloten bodemenergiesystemen;

4a. Beheren en onderhouden van open bodemenergiesystemen;

4b. Beheren en onderhouden van gesloten bodemenergiesystemen.

       

22

Ontwerpen, installeren en beheren van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen

BRL voor het InstallQ procescertificaat voor ‘Ontwerpen, installeren en beheren van installaties’, deelgebied Ontwerpen en installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen en het beheren van bodemenergiesystemen deel 6000-21/00, vastgesteld op 1 november 2019 met wijzigingsblad van 1 maart 2021.

ISSO-publicatie 39

Energiecentrale met warmte- en koudeopslag (WKO). Ontwerp, realisatie en beheer, vastgesteld op 1 juni 2017.

ISSO-publicatie 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen, vastgesteld op 5 november 1998.

ISSO-publicatie 47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen, vastgesteld op 17 maart 2005.

ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie, vastgesteld op 8 november 2002.

certificaat

erkenning

Werkzaamheid niet als handeling aangewezen als bedoeld in art. 17, lid 1 of lid 2.

   

De volgende subdeelgebieden worden onderscheiden in BRL InstallQ 6000 Deel 21/00:

1. Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(ontwerpen, klein);

2. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(installeren, klein);

3. Beheren van bodemenergiesystemen van individuele woningen

4. (beheren, klein);

5. 4.Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of

6. utiliteitsgebouwen (ontwerpen, groot);

7. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of

8. utiliteitsgebouwen (installeren, groot);

9. Beheren van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (beheren, groot).

ISSO-publicatie 72

Ontwerp van individuele en klein elektrische warmtepomp-systemen voor woningen, vastgesteld op 1 juni 2017.

ISSO-publicatie 73 Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars, vastgesteld op 1 juni 2017.

ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmingsinstallaties, vastgesteld op 24 mei 2005.

ISSO-publicatie 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in woningbouw, vastgesteld op 1 juni 2017.

     

Noot bij tabel bij categorie 9 en categorie 12

Onder een werkzaamheid als bedoeld in categorie 9 (monsterneming bij partijkeuringen) en categorie 12 (veldwerk) wordt niet verstaan het assisteren van een medewerker van een persoon of instelling die voor die werkzaamheid is erkend, bij het verrichten van handelingen ten behoeve van de werkzaamheid, voor zover:

  • a. de assistentie plaatsvindt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de medewerker als in de aanhef bedoeld,

  • b. niet tegelijkertijd ook door een andere persoon assistentie wordt verleend, en

  • c. het activiteiten betreft die de assistent blijkens de BRL SIKB 1000 of de BRL SIKB 2000 mag verrichten.

ARTIKEL II (INWERKINGTREDING)

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

1. Inleiding

De Regeling bodemkwaliteit 2022 geeft een technische invulling aan de regels van het Besluit bodemkwaliteit.

De Regeling bodemkwaliteit 2022 bepaalt hoe de milieuverklaring bodemkwaliteit voor grond, baggerspecie, bodem en bouwstoffen tot stand komt, en aan welke eisen deze moet voldoen. De kwaliteitseisen voor grond, baggerspecie, bodem en bouwstoffen zijn eveneens in de Regeling bodemkwaliteit 2022 opgenomen.

Dit is de invulling van hoofdstuk 2a van het Besluit bodemkwaliteit.

De milieuverklaring bodemkwaliteit is het bewijsmiddel dat een toepasser van grond, baggerspecie, bouwstoffen of bodem nodig heeft om bij toepassing aan te tonen dat het materiaal voldoet aan deze milieukwaliteitseisen, zoals opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit 2022. Het toepassen zelf valt niet onder de Regeling bodemkwaliteit, dit is geregeld via het Besluit activiteiten leefomgeving onder de Omgevingswet.

De Regeling bodemkwaliteit 2022 geeft ook de invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bedrijven (personen en instellingen) die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat erkend zijn. De werkzaamheden worden aangewezen in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022. In deze bijlage worden ook de normdocumenten aangewezen die gebruikt moeten worden voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Om de erkenning te verkrijgen moeten de bedrijven gecertificeerd of geaccrediteerd zijn overeenkomstig de aangewezen normdocumenten.

Deze wijzigingsregeling wijzigt onderdelen in de tekst van de Regeling bodemkwaliteit 2022 waar er sprake is van foutieve verwijzingen of onvolledigheden. Verder actualiseert deze wijzigingsregeling de tabel van bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022, waarin de normdocumenten zijn opgenomen die binnen het Kwalibo-stelsel gebruikt moeten worden.

2. Hoofdlijnen van deze regeling

De tot 31 december 2023 geldende Regeling bodemkwaliteit is in voorbereiding op de overgang naar de Omgevingswet herschreven. Daarbij zijn verplichtingen voor degene die de milieuverklaring opstelt verduidelijkt. De milieukwaliteitseisen voor grond, baggerspecie, bodem en bouwstoffen zijn eveneens verder verduidelijkt. Dit heeft geresulteerd in de Regeling bodemkwaliteit 2022. Geconstateerd is dat in deze tekst enkele foutieve verwijzingen of onvolledigheden staan. Er staan eveneens enkele fouten in de voetnoten bij de tabellen die de kwaliteitseisen voor grond, baggerspecie en bodem geven.

Normdocumenten worden opgesteld door schemabeheerders en normcommissies, in samenwerking met het bedrijfsleven en de overheid. Normdocumenten moeten voortdurend worden aangepast aan de stand van de techniek en de wetenschap en aan nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de regelgeving. Als een normdocument is gewijzigd, moet het opnieuw worden aangewezen; dit gebeurt op basis van artikel 25 uit het Besluit bodemkwaliteit. Er zijn nieuwe versies van normdocumenten beschikbaar. Ook zijn er in het verleden normdocumenten aangewezen die nu geen functie meer hebben.

In de Regeling bodemkwaliteit 2022 kan alleen een verwijzing naar de normdocumenten worden opgenomen. Als er tegen een normdocument overwegende bezwaren blijken te bestaan, kan dat reden zijn om in de Regeling bodemkwaliteit 2022 voorlopig geen verwijzing naar dat normdocument op te nemen of om een voorwaardelijke verwijzing op te nemen, nadat bijvoorbeeld eerst afspraken zijn gemaakt dat het normdocument zal worden aangepast.

De aanwijzing van normdocumenten in de Regeling bodemkwaliteit 2022 volgt op de totstandkoming van de normdocumenten zelf. Via de wijzigingsregeling kan niets aan de normdocumenten worden veranderd, omdat daarvoor een procedure moet worden gevolgd door de schemabeheerder die het normdocument heeft vastgesteld. De schemabeheerder besluit zelfstandig of het normdocument wordt vastgesteld. Het opnemen van een verwijzing naar een normdocument in de Regeling bodemkwaliteit 2022 heeft enkel tot doel om naast een certificatie of accreditatie ook een erkenning voor het verrichten van een aangewezen werkzaamheid verplicht te stellen. Met het aanwijzen wordt bestuursrechtelijke handhaving van de vereisten om voor de erkenning in aanmerking te komen mogelijk, en wordt bestuursrechtelijke handhaving van de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheid overeenkomstig het normdocument mogelijk.

Deze wijzigingsregeling wijzigt ten eerste onderdelen die betrekking hebben op het opstellen van de milieuverklaring. Dat zijn foutieve verwijzingen of onvolledigheden in de tekst van de Regeling bodemkwaliteit 2022. Ook worden fouten in de voetnoten in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit 2022 die betrekking hebben op de kwaliteitseisen voor grond, bodem en baggerspecie hersteld. Het gaat in het bijzonder om de volgende wijzigingen:

  • In artikel 5.51 van de Regeling bodemkwaliteit 2022 staan de voorwaarden voor het splitsen van partijen grond of baggerspecie die zijn afgegeven onder een erkende kwaliteitsverklaring. De eisen aan het splitsen van samengevoegde partijen uit het tweede en derde lid zijn strijdig met de mogelijkheden voor splitsen uit paragraaf 6.9 van protocol 9335-1 onder BRL 9335. Dit protocol en deze BRL worden gebruikt door (binnen het Kwalibo-stelsel) erkende bedrijven die partijen samenvoegen en splitsen.

  • In artikel 5.51 van de Regeling bodemkwaliteit 2022 is in het tweede lid aangegeven dat onder de BRL 9335 samengevoegde partijen alleen gesplitst mogen worden in eenheden van maximaal 100 ton en maximaal 500 ton als de partij gehomogeniseerd is. In paragraaf 6.9 van protocol 9335-1 is echter ook aangegeven dat ten aanzien van schone grond (kwaliteitsklasse landbouw/natuur) geen beperkingen gelden aan de partijgrootte. artikel 5.51 van de Regeling bodemkwaliteit 2022 geeft per abuis deze ruimte niet. Dit is aangepast. Dit geeft aansluiting bij de al bestaande situatie (voorafgaand aan het in werking treden van de Regeling bodemkwaliteit 2022 op 1 januari 2024). De beperking zoals abusievelijk opgenomen was niet uitvoerbaar, omdat ook vaak kleinere hoeveelheden schoon materiaal (kwaliteitsklasse landbouw/natuur) uitgeleverd moeten worden vanuit grondbanken die gebruik maken van BRL 9335).

  • In de voetnoten onder tabel 3b, 3c en 3d in bijlage B is abusievelijk een minimum van één te analyseren stof opgenomen, waarbij voor één stof een overschrijding van de kwaliteitseis in de betreffende kolom mogelijk was. Er is bedoeld dat tenminste twee stoffen geanalyseerd moeten zijn. Dit is onjuist overgenomen uit artikel 4.2.2 van de Regeling bodemkwaliteit zoals die gold tot 31 december 2023. Dit wordt met deze wijzigingsregeling hersteld.

Ten tweede wijzigt deze wijzigingsregeling de tabel van bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022. Hierin zijn de normdocumenten aangewezen binnen het Kwalibo-stelsel. Er worden nieuwe versies van normdocumenten en wijzigingsbladen aangewezen en enkele niet meer gebruikte normdocumenten verwijderd.

De wijziging van de bijlage C betreft in het bijzonder het aanwijzen van herziene normdocumenten (BRL SIKB 7700, en bijbehorende protocollen), wijzigingsbladen (bij BRL 9321 en BRL 6000/21-00), de toevoeging van pakket SG10 aan het normdocument accreditatieprogramma AP04-SG en het schrappen van normdocumenten. Voor de leesbaarheid zijn de inhoudelijke aanpassingen verwerkt in hoofdstuk 3 van deze toelichting, waar ook de gevolgen worden beschreven.

3. Gevolgen voor bedrijven, gevolgen voor overheden en burgers en gevolgen voor het milieu

De wijzigingen die fouten of foutieve verwijzingen herstellen hebben geen invloed op de gevolgen voor bedrijven, gevolgen voor overheden en burgers en gevolgen voor het milieu. Anders is dat bij de actualisatie van bijlage C. Gevolgen van deze actualisatie worden hierna toegelicht.

Te verwijderen verwijzingen naar normdocumenten in bijlage C

Een aantal normdocumenten heeft geen gebruiker meer.

  • AS SIKB 1000 (schemabeheerder SIKB): dit normdocument werd gebruikt voor monstername bij partijkeuringen door instellingen die geaccrediteerd zijn bij de Raad voor Accreditatie (bijvoorbeeld laboratoria). In de praktijk worden deze werkzaamheden altijd uitgevoerd door (of uitbesteed aan) veldwerkbureaus die zijn gecertificeerd voor BRL SIKB 1000. Voor AS SIKB 1000 zijn er geen geaccrediteerde instellingen meer. Om die reden wordt AS SIKB 1000 niet meer onderhouden en heeft SIKB aangegeven het schema in te trekken.

  • BRL 9301, BRL 9319, BRL 9337: KIWA heeft namens het College van Deskundigen ‘Grondstoffen en Milieu’ aangegeven dat deze beoordelingsrichtlijnen door dit college van deskundigen zijn ingetrokken. Dit college van deskundigen heeft deze beoordelingsrichtlijnen vastgesteld; KIWA voert het secretariaat. Om reden van deze intrekking kunnen de beoordelingsrichtlijnen niet meer worden gebruikt in het private spoor van accreditatie en certificatie. Een erkenning door de Minister is dan niet meer mogelijk. De beoordelingsrichtlijnen hebben geen gebruikers meer en worden niet meer onderhouden.

Het verwijderen van de normdocumenten leidt tot een lastenverlichting voor de schemabeheerders, omdat geen kosten meer worden gemaakt voor het onderhoud van de documenten. Ook wordt de Regeling bodemkwaliteit 2022 duidelijker, omdat geen overbodige en niet meer onderhouden normdocumenten worden aangewezen.

Te wijzigen verwijzing naar normdocumenten in bijlage C: BRL SIKB 7700 Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening

De normdocumenten voor de aanleg en herstel van bodembeschermende voorzieningen (BRL SIKB 7700, en de protocollen 7701, 7702, 7703, 7704 en 7711 zijn herzien. De documenten zijn op 23 maart 2023 vastgesteld door Centraal College van Deskundigen en Accreditatiecollege Bodembescherming. De verslagen van dit college zijn beschikbaar bij SIKB.

De meest essentiële wijziging in deze normdocumenten, ten opzichte van de normdocumenten voorafgaand aan de herziening, is dat de normdocumenten beter zijn gestructureerd. In de bestaande normdocumenten liepen eisen aan het erkende bedrijf, het te leveren product en de daaraan gekoppelde eisen voor certificatie door elkaar, wat het normdocument minder duidelijk maakte. Nu is een heldere splitsing doorgevoerd in de hoofdstukken. Ook zijn niet noodzakelijke verwijzingen naar andere normdocumenten verwijderd. Dit alles is ook van belang voor de verbetermaatregelen die worden doorgevoerd in het kader van de versterking van het Kwalibo-stelsel.

Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt een kleine verschuiving in het werkveld verwacht. De verplichting om een vloeistofdichte verharding door een erkend bedrijf aan te leggen blijft gelden voor locaties waar vloeibare brandstof voor motorvoertuigen wordt afgeleverd (grootschalig tanken, zoals opgenomen in paragraaf 4.40 van het Besluit activiteiten leefomgeving). Dit is uitgebreid met de verplichting om ook de riolering door een erkend bedrijf te laten aanleggen. Ook is opgenomen dat bij herstel door een voor BRL SIKB 7700 erkend bedrijf geen inspectie meer nodig is door een voor AS SIKB 6700 geaccrediteerd en erkend bedrijf. Deze verschuiving hangt niet samen met de Regeling bodemkwaliteit 2022 en deze wijzigingsregeling waarmee de nieuwe versies van BRL SIKB 7700 en bijbehorende protocollen worden aangewezen.

In totaal zijn 26 bedrijven erkend voor een of meerdere protocollen bij de BRL SIKB 7700. De inschatting is dat de nieuwe BRL SIKB 7700 uitgezonderd de kennisnamekosten niet leidt tot extra kosten of regeldruk voor de erkende bedrijven. Deze kennisnamekosten worden voor alle bedrijven gezamenlijk ingeschat op EUR 130.000. Het niet meer benoemen van niet essentiële normdocumenten in de BRL SIKB 7700 en onderliggende protocollen kan leiden tot een besparing, omdat men niet meer verplicht is deze normdocumenten in bezit te hebben.

Gevolgen voor het Besluit activiteiten leefomgeving

De technische eisen aan de vloeistofdichte voorziening in BRL SIKB 7700 en de bijbehorende protocollen wijzigen niet. Daarmee heeft de wijziging van BRL SIKB 7700 geen gevolgen voor de inhoud van paragraaf 4.40 (artikel 4.509) van het Besluit activiteiten leefomgeving, waarin is opgenomen dat een vloeistofdichte bodemvoorziening en het vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool worden aangelegd door een onderneming met een erkenning bodemkwaliteit voor BRL SIKB 7700.

Verwijzingen naar andere normdocumenten

In BRL SIKB 7700 staan meerdere verwijzingen naar andere normdocumenten, voor zover deze noodzakelijk zijn of gebruikt kunnen worden. Hierbij is aangegeven dat, als deze beschikbaar komen, correctiebladen eveneens van toepassing zijn. Dit geldt onder andere voor NEN 8700:2011, waarvoor inmiddels een wijziging A1:2020 beschikbaar is. Gedurende het traject van het opstellen van BRL SIKB 7700 is NEN 8005:C1:2017 vervangen door NEN 8005:2022. Inhoudelijk zijn er geen relevante verschillen. Aanpassing van deze verwijzing is pas mogelijk in een nieuwe versie van BRL SIKB 7700.

Toe te voegen verwijzing in bijlage C naar een wijzigingsblad bij BRL 9321 industriezand en (gebroken) industriegrind

Bij BRL 9321 is verwijzing naar een wijzigingsblad toegevoegd. De BRL 9321 wordt gebruikt voor de productcertificatie ten behoeve van de erkende kwaliteitsverklaring voor industriezand en (gebroken) industriegrind. Het gaat om circa 100 erkenningen voor producten (vaak meerdere erkenningen per bedrijf, winningslocatie of productielocatie). Niet in alle gevallen wordt het normdocument gebruikt voor de afgifte van de erkende kwaliteitsverklaring als milieuverklaring die nodig is voor toepassing in of op de bodem of in een oppervlaktewater (zoals opgenomen in paragraaf 4.124 van het Besluit activiteiten leefomgeving). Het materiaal wordt ook gebruikt als grondstof voor bijvoorbeeld de betonindustrie. Vanuit wet- en regelgeving (Regeling bodemkwaliteit 2022, Besluit bodemkwaliteit en het Besluit activiteiten leefomgeving) is het gebruik van de BRL 9321 dan niet verplicht.

Het wijzigingsblad faciliteert dat dit industriezand en (gebroken) industriegrind op de productielocatie mag worden samengevoegd met zand uit dynamische wingebieden (nu BRL 9313). Dit was al mogelijk binnen de BRL 9313 (industriezand en (gebroken) industriegrind kunnen al worden toegevoegd voor levering met erkende kwaliteitsverklaring op basis van BRL 9313). Dit verbetert de uitvoerbaarheid voor de certificaathouders en hun afnemers, omdat men kan werken met één certificaat per product of samengesteld product. Ook wordt duidelijker wat het hoofdbestanddeel van het materiaal is.

Het gaat bij samen te voegen zand en grind alleen om schoon materiaal (grond die voldoet aan waarde voor landbouw/natuur). Daarnaast blijven wel de algemene verplichtingen uit de Regeling bodemkwaliteit 2022 gelden voor de producent. Dat wil zeggen, de kwaliteit (inclusief gebruikte materialen en toeslagstoffen) en eventuele andere milieuhygiënische eigenschappen die invloed kunnen hebben op de toepasbaarheid moeten op de milieuverklaring vermeld worden. Het is zowel op basis van BRL 9321 als op basis van de Regeling bodemkwaliteit 2022 niet toegestaan verontreinigd materiaal bij te mengen. Overeenkomstig de BRL 9321 moet de herkomst van de deelstromen inzichtelijk blijven.

Gevolgen voor het Besluit activiteiten leefomgeving (paragraaf 4.122, artikel 4.1255)

In aanvulling op het bovenstaande blijft het mogelijk dat afzonderlijke partijen grond of baggerspecie met een erkende kwaliteitsverklaring op basis van BRL 9321 en/of BRL 9313 mogen worden samengevoegd. Dit mag mits de individuele partijen grond voldoen aan de kwaliteitsklasse landbouw/natuur of als er sprake is van baggerspecie die voldoet aan de kwaliteitsklasse algemeen toepasbaar. Dit is geregeld via artikel 4.1255 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Het aanwijzen van het wijzigingsblad heeft geen gevolgen voor het Besluit activiteiten leefomgeving.

Toe te voegen verwijzing in bijlage C naar een wijzigingsblad bij BRL 6000-21/00 Ontwerpen, installeren en beheren van installaties”, deelgebied Ontwerpen en installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen en het beheren van bodemenergiesystemen

Met het wijzigingsblad worden een aantal administratieve aanpassingen doorgevoerd in het normdocument voor het ontwerpen, installeren en beheren van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen: te weten de energiecentrales van de bodemenergiesystemen en het beheren van de bodemenergiesystemen.

De aanpassingen betreffen verkeerde verwijzingen (zoals een verwijzing naar de Stichting Bouwkwaliteit, die haar taken heeft overgedragen aan de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw) en de actualisatie van een aantal kernbegrippen in de vakbekwaamheidseisen. Met de opname in de Regeling bodemkwaliteit 2022 worden de benodigde (en al in de werkprocessen geïmplementeerde verbeteringen) geformaliseerd.

De kernbegrippen en vakbekwaamheidseisen maken onderdeel uit van de opleiding van natuurlijke personen die de werkzaamheden mogen uitvoeren en bijbehorende examens. De kosten voor opleiding en studieduur veranderen niet door het wijzigingsblad. Diploma’s die al verstrekt zijn behouden hun geldigheid.

Het normdocument is eveneens opgenomen in artikel 4.1142 en artikel 4.1153 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Hierin is opgenomen dat aanleg van het bovengrondse deel van een bodemenergiesysteem moet worden uitgevoerd door een onderneming met een erkenning bodemkwaliteit op basis van dit normdocument. Dit wijzigt niet. De bijbehorende technische eisen aan het systeem veranderen ook niet. Er zijn daarmee geen gevolgen voor het Besluit activiteiten leefomgeving.

Toe te voegen in bijlage C analysepakket SG10 bij AP 04-SG

In categorie 3 van bijlage C “Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie ter voldoening aan een verplichting die geldt bij of krachtens het Besluit bodemkwaliteit” een overzicht opgenomen van de analysepakketten die vallen onder AP 04-SG. Hierin ontbreekt pakket SG10. In de toelichting op regeling tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit van 21 juni 2023 (Staatscourant 2023, 17712) is opgenomen dat dit pakket wordt toegevoegd, het is abusievelijk niet verwerkt in de Regeling bodemkwaliteit voorafgaand aan het in werking treden van de Omgevingswet en de Regeling bodemkwaliteit 2022. Met deze wijzigingsregeling wordt deze omissie hersteld. De nadere onderbouwing is opgenomen in Staatscourant 2023, 17712.

Aanpassing overgangstermijn protocol 6704 bijlage C

Bij Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 3.0 vastgesteld op 1 december 2022 is in de Regeling bodemkwaliteit opgenomen dat tot 1 april 2025 gebruik mag worden gemaakt van versie 2.0. De schemabeheerder heeft in de internetconsultatie aangegeven dat gebruik van versie 2.0 niet meer is toegestaan voor de twee bedrijven die geaccrediteerd zijn voor het uitvoeren van deze werkzaamheden. Het protocol wordt dus niet meer gebruikt. Om die reden wordt de overgangstermijn verwijderd. versie 3.0 is de versie die gebruikt moet worden.

Aanpassing overgangstermijn protocol 7511 in bijlage C

Voor de werkzaamheid categorie 18 in bijlage C ‘Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie in de zin van artikel 4.1255 van het Besluit activiteiten leefomgeving’ is de mogelijkheid gebruik te maken van BRL SIKB 7500, protocol 7511. Dit protocol wordt gebruikt voor het samenvoegen van partijen baggerspecie. Voorafgaand aan het in werking treden van de Omgevingswet werd het protocol ook gebruikt voor het bewerken (rijpen) van niet ernstig verontreinigde baggerspecie. Hiervoor is de plicht tot erkenning vervallen. Daarmee verloor het protocol 7511 een deel van zijn functie. Voor het samenvoegen van verschillende partijen baggerspecie kan ook gebruik worden gemaakt van BRL 9335, die eveneens in categorie 18 is aangewezen.

Om de bovenstaande redenen is het voornemen protocol 7511 als geheel niet meer aan te wijzen in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022. Dit is opgenomen in de Regeling tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit 2022 van 19 december 2023 (Staatscourant 2023, 33637). In de internetconsultatie voorafgaand aan deze wijzigingsregeling zijn meerdere reacties gegeven dat niet alle bedrijven en overheden die gecertificeerd en erkend zijn voor protocol 7511 al erkend zijn voor BRL 9335. Ook heeft het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) erop gewezen dat de regeldrukeffecten (en lasten, baten) nog onvoldoende in beeld zijn van het volledig schrappen van dit protocol. Om deze reden is een overgangstermijn opgenomen tot 1 januari 2025.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft onderzoek laten uitvoeren naar de effecten van het niet meer opnemen van protocol 7511 in categorie 18 (Sweco, kenmerk NL24-648800269-93016, d.d. 2 juli 2024). Hieruit blijkt onder andere dat, als gebruik wordt gemaakt van het alternatief BRL 9335, vanuit de gebruikers (gecertificeerd en erkende bedrijven en overheden) aanpassingen gewenst zijn. Ook is er voldoende tijd nodig voor certificatie en erkenning voor BRL 9335. Dit is ook ingebracht in de internetconsultatie die is uitgevoerd ten behoeven van deze wijzigingsregeling.

Om deze redenen wordt met deze wijzigingsregeling de overgangstermijn zoals opgenomen in categorie 18 van bijlage C aangepast naar 1 januari 2026.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de aan te wijzen normdocumenten getoetst op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets) binnen het takenpakket van ILT. Het takenpakket bestaat uit toezicht en handhaving op het gebruik van de normdocumenten binnen het Kwalibo-stelsel en toezicht op de Regeling bodemkwaliteit 2022 (waaronder de afgifte van de milieuverklaring bodemkwaliteit). Ten aanzien van de uitvoerbaarheid wordt vanuit ILT specifiek gekeken naar de uitvoerbaarheid van haar taak.

Bij deze toets zijn ook beleidsmatige aandachtspunten ingebracht ten aanzien van de normdocumenten en het lopende programma voor de versterking van het Kwalibo-stelsel.

De resultaten van de HUF-toetsen zijn aangeleverd in de voorbereiding van het opstellen van deze wijzigingsregeling.

BRL SIKB 7700 Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening en bijbehorende protocollen 7701, 7702, 7703, 7704 en 7711

  • 1. Handhaafbaarheid

    In het normdocument en de onderliggende protocollen zijn veel technische begrippen en eisen opgenomen. Deze zijn niet in alle gevallen uitgebreid verduidelijkt. Dit kan de handhaving bemoeilijken. In de normdocumenten zoals ze voorafgaand aan deze wijzigingsregeling zijn aangewezen, was dit ook het geval. Het vormt geen belemmering voor het aanwijzen van de gewijzigde normdocumenten. Wel geeft het aanleiding om met de schemabeheerder SIKB afspraken te maken om de verdere verduidelijkingen in toekomstige versies van dit normdocument en de onderliggende protocollen te verwerken.

  • 2. Uitvoerbaarheid van de handhaving

    De ILT geeft aan dat voor een goede uitvoering van haar taak het kennis- en ervaringsniveau in dit werkgebied moet worden verhoogd. Ook vindt de ILT het wenselijk dat beter inzicht nodig is waar en wanneer werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd en door welk bedrijf.

    Deze opmerking heeft geen relatie met de normdocumenten zelf. In het kader van het lopende programma voor de versterking van het Kwalibo-stelsel wordt dit opgepakt en wordt beoordeeld welke mogelijkheden er zijn. Hierbij wordt uitdrukkelijk ook gebruik gemaakt van de private inbreng en kennis in het Kwalibo-stelsel over het onderwerp bodembescherming bij milieubelastende activiteiten, waar deze normdocumenten invulling aan geven.

  • 3. Fraudebestendigheid

    Er zijn geen opmerkingen ten aanzien van de fraudebestendigheid van deze normdocumenten.

Wijzigingsblad bij BRL 9321 Industriezand en gebroken industriegrind

  • 1. Handhaafbaarheid

    Met het wijzigingsblad wordt een verbreding van het toepassingsgebied van de BRL 9321 gerealiseerd. De ILT gaat in de HUF-toets in op de beleidsmatige consequenties van deze verbreding van het toepassingsgebied en gaat in de HUF-toets in op de afweging die daarvoor gewenst is. Indien er niet voldoende borging is in de wetgeving zelf en in de BRL 9321, kan dit leiden tot onduidelijkheid en discussie wat gevolgen heeft voor de handhaafbaarheid. Een genoemd voorbeeld is het gebruik van hulpstoffen in het breekproces.

    Binnen het huidige wettelijke kader is het toegestaan schone grond geproduceerd door het breken van materiaal uit een winning (grind, gesteente) samen te voegen met schone grond of baggerspecie uit een (zand-)winning (artikel 4.1255, vierde lid, onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving). Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn om de civieltechnische eigenschappen te verbeteren. Met de wijziging van de BRL 9321 wordt het mogelijk dit onder één certificaat en met één milieuverklaring bodemkwaliteit te leveren.

    Voor het certificaat en de milieuverklaring gelden daarbij zowel de eisen uit de BRL 9321 als uit de Regeling bodemkwaliteit 2022. Dat betekent onder andere dat het niet is toegestaan grond van verschillende milieukwaliteit samen te voegen in het productieproces voorafgaand aan de uitlevering van de grond met de milieuverklaring bodemkwaliteit. Ook moet inzichtelijk zijn wat de herkomst van de uitgangsmaterialen is (dit is geregeld via de BRL 9321) en moet de milieuverklaring bodemkwaliteit de informatie bevatten, zoals opgenomen in artikel 5.49 van de Regeling bodemkwaliteit 2022.

    De ILT merkt op dat het wijzigingsblad de BRL 9321 nog niet in overeenstemming brengt met de terminologie zoals die wordt gebruikt in de Regeling bodemkwaliteit 2022 en de Omgevingswet. Hiervoor is op termijn een gehele herziening van de BRL 9321 noodzakelijk. Een wijzigingsblad is daarvoor minder geschikt. Dat de terminologie nog niet is bijgewerkt heeft geen gevolgen voor de handhavingsmogelijkheden, omdat de betekenis van de terminologie duidelijk is en is uitgelegd in de wetgeving zoals die gold voor in werking treden van de Omgevingswet.

  • 2. Uitvoerbaarheid van de handhaving en fraudebestendigheid

    Er zijn geen opmerkingen ten aanzien van de fraudebestendigheid en de uitvoerbaarheid van de handhaving van dit document.

Wijzigingsblad bij BRL 6000-21/00

  • 1. Handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid van de handhaving en fraudebestendigheid

    Er zijn door de ILT in de HUF-toets geen opmerkingen gemaakt ten aanzien van de handhaafbaarheid, fraudebestendigheid en de uitvoerbaarheid van dit normdocument.

5. Consultatie en inspraak

De wijzigingsregeling is van 13 mei 2024 tot en met 21 juni 2024 via de website www.internetconsultatie.nl ter consultatie aangeboden om een ieder de gelegenheid te geven op de voorgestelde wijzigingen te reageren. Hierop zijn in totaal twee reacties gekomen. Gelijktijdig met de consultatie is advies gevraagd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).

Consultatie inhoud normdocumenten

De nieuwe en gewijzigde normdocumenten, waarnaar in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 wordt verwezen, maakten als zodanig geen onderdeel uit van de internetconsultatie; alleen de verwijzing naar die documenten is geconsulteerd. De normdocumenten zijn namelijk vastgesteld door landelijke organen (colleges van deskundigen, accreditatiecolleges en normcommissies), ook wel schemabeheerders genoemd. De schemabeheerders doorlopen bij de vaststelling van de normdocumenten een eigen inspraakprocedure, die is vastgelegd in een reglement en die de betrokkenheid van alle belanghebbenden garandeert.

Toelichting op de inspraakprocedure schemabeheerders

Op hoofdlijnen zien de procedures er als volgt uit:

Vertegenwoordigers van de werkzaamheid waarop het normdocument betrekking heeft, bijvoorbeeld aanleg van bodembeschermende voorzieningen, hebben zitting in een groep van inhoudelijk deskundigen waarin de wijzigingen worden voorbereid. Een gewijzigd of nieuw normdocument wordt vervolgens in ontwerp aan een (Centraal) College van Deskundigen of Accreditatiecollege voorgelegd waarin alle belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd. Als het college met het wijzigingsvoorstel instemt, volgt er in de regel een openbare consultatieronde. De ontwerpnormdocumenten worden via de website van de betrokken schemabeheerder bekend gemaakt en gedurende een bepaalde periode kan hierop worden gereageerd. Daarnaast worden specifieke belanghebbenden (zoals brancheorganisaties van het midden- en kleinbedrijf, certificaathouders en certificatie-instellingen) expliciet op de hoogte gebracht van de voorgenomen wijzigingen in de normdocumenten. Na afloop van de consultatie worden de reacties verwerkt. In sommige gevallen leidt dit tot aanpassing van het ontwerp. In een enkel geval wordt bij een minimale wijziging van het bestaande normdocument afgezien van een openbare consultatieronde. Het definitieve document wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het (Centraal) College van Deskundigen of het Accreditatiecollege.

Internetconsultatie

Er is gereageerd door de schemabeheerder voor BRL SIKB 7700 (SIKB) en door een decentrale overheid die certificaathouder is voor BRL SIKB 7500, protocol 7511.

De reacties hebben betrekking op de juiste titels van normdocumenten en de overgangstermijnen waarbinnen zowel ‘oude’ als ‘nieuwe’ versies van normdocumenten gebruikt kunnen worden. Er zijn geen inhoudelijke bezwaren tegen de wijzigingsregeling gekomen. De reacties hebben geleid tot een aanvulling in deze wijzigingsregeling, waarmee invulling wordt gegeven aan de gestelde vragen.

Reacties over de inhoud van de wijzigingsregeling:

Voor BRL SIKB 7700 (aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening) is een overgangstermijn van 15 maanden gevraagd. Ook is geconstateerd dat de titels van de protocollen die horen bij BRL SIKB 7700 niet zijn geactualiseerd. Naar aanleiding hiervan is de overgangstermijn verlengd en is de titel van BRL SIKB 7700 aangepast. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van deze toelichting.

Daarnaast zijn aanvullende verzoeken gedaan met deze wijzigingsregeling enkele aanpassingen door te voeren in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022:

Voor het normdocument protocol 6704 versie 2.0 en 3.0 (Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem), dat is aangewezen in categorie 7 van bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 is een overgangstermijn opgenomen tot 1 april 2025. Alleen versie 3.0 mag nog worden gebruikt. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van deze toelichting.

Voor het normdocument protocol 7511 (Ontwateren en rijpen van baggerspecie) dat is aangewezen in categorie 18 van bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 is in de Regeling bodemkwaliteit opgenomen dat dit mag worden gebruikt tot 1 januari 2025. Deze termijn wordt als onvoldoende gezien om over te gaan tot alternatieven. Ook bieden de alternatieven een aantal mogelijkheden nog niet. Om die reden is gevraagd de overgangstermijn te verlengen. De overgangstermijn is met deze wijzigingsregeling verlengd. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van deze toelichting.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)

ATR heeft advies uitgebracht op het concept van de wijzigingsregeling, inclusief de normdocumenten die met deze wijzigingsregeling worden aangewezen. Het advies en de daarin opgenomen adviespunten, met kenmerk MvH/RvZ/RS/bs/ATR1156/2024-U054, d.d. 20 juni 2024, zijn verwerkt in de toelichting bij deze wijzigingsregeling. Het advies is beschikbaar via https://www.atr-regeldruk.nl/. Onderstaand wordt ingegaan op de hoofdpunten uit het advies.

  • A. Het college adviseert om normdocumenten digitaal, volledig en kosteloos beschikbaar te stellen bij de (internet)consultatie over de voorgenomen regelgeving die deze normdocumenten dwingend aanwijst.

    Tijdens de internetconsultatie is ervoor gekozen door te verwijzen naar de websites van de schemabeheerders. Hier zijn de normdocumenten kosteloos beschikbaar. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is namelijk geen eigenaar van deze documenten. De wijze waarop de documenten beschikbaar zijn, is per schemabeheerder verschillend. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft hier geen zeggenschap over, ook omdat de schemabeheerders ook normdocumenten publiceren en beschikbaar stellen, die niet zijn aangewezen in de Regeling bodemkwaliteit 2022.

  • B. Het college adviseert bij de aanwijzing van (gewijzigde) normdocumenten inzichtelijk te maken of elders in regelgeving dynamisch naar die norm wordt verwezen en welke effecten daar optreden door de aanwijzing van het gewijzigde normdocument.

    De normdocumenten die worden aangewezen met deze wijzigingsregeling zijn ook opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving. In de Omgevingsregeling is aangegeven dat gebruik moet worden gemaakt van de versie die is opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit 2022. De wijzigingen in de normdocumenten hebben geen invloed op de inhoud van het Besluit activiteiten leefomgeving. Dit is verwerkt in deze toelichting bij de individuele normdocumenten.

  • C. Het college adviseert bij de aanwijzing van (gewijzigde) normdocumenten te waarborgen dat sprake is van actuele verwijzingen.

    In normdocumenten wordt vaak verwezen naar andere normdocumenten die moeten worden gebruikt. Dit zijn bijvoorbeeld NEN-normen. Er wordt in de regel gebruik gemaakt van statische verwijzingen. Hierdoor kan het voorkomen dat wordt verwezen naar niet het meest recente normdocument. Deze situatie doet zich voor in BRL SIKB 7700, in deze toelichting is hier nader op ingegaan.

    Daarnaast worden, in het kader van een lopend traject van de versterking van het Kwalibo-stelsel (brief aan Tweede Kamer, 30 115, nummer 104, d.d. 4 april 2022) afspraken gemaakt met schemabeheerders op welke wijze dergelijke situaties eenvoudig kunnen worden verwerkt in normdocumenten.

  • D. Het college adviseert de regeldrukeffecten van het voorstel uit te werken conform de Rijksbrede methodiek, en daarbij opvolging te geven aan de genoemde aandachtspunten.

    Alleen de aanpassing van BRL SIKB 7700 leidt in beperkte mate tot regeldrukeffecten. Deze zijn opgenomen in de toelichting bij deze wijzigingsregeling.

6. Toetsing normdocumenten door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Achtergronden

Alle normdocumenten zijn door de schemabeheerders aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangeboden om aan te wijzen in de Regeling bodemkwaliteit 2022.

Normdocumenten kunnen door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat worden aangewezen als voldaan wordt aan artikel 25 van het Besluit bodemkwaliteit. Deze taak is belegd bij de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

In artikel 25 van het Besluit bodemkwaliteit staat dat normdocumenten kunnen worden aangewezen als deze niet in strijd zijn met een wettelijk voorschrift, als zij zijn vastgesteld door organen waarin alle betrokken partijen zich konden laten vertegenwoordigen, als zij zowel qua inhoud als qua strekking voldoende duidelijk zijn en als zij voldoende draagvlak hebben bij de betrokken partijen. De normdocumenten worden in dat geval aangewezen in de bijlagen bij de Regeling bodemkwaliteit 2022.

Als onderdeel van de versterking van het Kwalibo-stelsel zijn diverse maatregelen uitgewerkt in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak (d.d. 21 december 2021) is aangeboden aan de Tweede Kamer op 4 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22 30 015, nr. 104). Maatregelen zijn de verbeterde betrokkenheid en toetsing van het ministerie bij het opstellen en vervolgens aanwijzen van de normdocumenten.

Conclusie toetsing

De conclusie is dat er geen belemmeringen zijn om de gewijzigde normdocumenten aan te wijzen.

Er is één uitzondering in deze conclusie: In § 9.5.5 van wijzigingsblad van het normdocument BRL 9321 is uitleg gegeven aan de keuringsfrequentie die moet plaatsvinden in het kader van de productcontrole. Het betreft hier het omgaan met gemeten waarden beneden de bepalingsgrens zoals opgenomen in bijlage L van de Regeling bodemkwaliteit en de rapportagegrenzen zoals opgenomen in bijlage G van de Regeling bodemkwaliteit 2022. In de Regeling bodemkwaliteit die gold tot 31 december 2023 was deze uitleg minder uitgebreid en om die reden was de uitleg in het wijzigingsblad opgenomen. In de uitleg in § 9.5.5 van het wijzigingsblad staat een onvolledigheid. In de uitleg ontbreekt dat als een waarde lager dan de rapportagegrens (zoals opgenomen in bijlage G van de Regeling bodemkwaliteit 2022) ligt, er een correctiefactor moet worden gebruikt. Het niet gebruiken van de correctiefactor kan leiden tot een onuitvoerbaarheid. Om die reden wordt in bijlage C opgenomen dat in plaats van deze paragraaf gebruik moet worden gemaakt van de tekst in de Regeling bodemkwaliteit 2022, specifiek artikel 5.43.

Vervolgproces

In het proces van het continu verbeteren van normdocumenten worden zaken die naar voren zijn gekomen in de toetsing van de normdocumenten (en die geen belemmering vormen de normdocumenten niet aan te wijzen) besproken met de schemabeheerders met als doel dat deze in toekomstige versies van normdocumenten opgenomen worden.

Een voorbeeld van beoogde verbeteringen is: voor de meeste normdocumenten in bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit 2022 (waaronder ook BRL 9321) geldt dat deze voor wat betreft terminologie nog niet in overeenstemming zijn gebracht met de Omgevingswet en de Regeling bodemkwaliteit 2022. Aanpassing van de normdocumenten als geheel is daarom gewenst. Dit traject wordt in 2024 voortgezet.

7. Notificatie

De ontwerpregeling is op 18 april 2024 ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europese parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU L 241/1) voorgelegd aan de Europese Commissie (kennisgevingsnummer 2024/0211/NL).

Er zijn geen bijdragen of officiële berichten ontvangen. Wel is rechtstreeks een vraag gesteld, die is beantwoord. Deze had betrekking op een onjuiste vertaling van accreditatiecollege (dit is een college van de schemabeheerder, wat zorgt voor het beheer van accreditatieschema’s en accreditatieprogramma’s) waardoor er verwarring ontstond met de Raad voor Accreditatie.

8. Inwerkingtreding

De beoogde datum voor inwerkingtreding is 1 oktober 2024.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

Onderdeel A t/m G

Met onderdelen A tot en met G worden foutieve verwijzingen hersteld. Dit is nader toegelicht in hoofdstukken 2 en 3 van het algemene deel van de toelichting.

Onderdeel H

Met dit onderdeel wordt bijlage C gewijzigd, in die zin dat normdocumenten worden aangewezen en er een aantal worden geschrapt. Ook de wijzigingen in dit onderdeel zijn nader toegelicht in hoofdstukken 2 en 3 van het algemene deel van de toelichting.

Artikel II

De wijzigingsregeling zal op 1 oktober 2024 in werking treden. Hierbij wordt afgeweken van de minimum invoeringstermijn van 2 maanden na ondertekenen. Het is van belang dat zo spoedig als mogelijk met de actuele normdocumenten gewerkt kan worden, om te voldoen aan de stand der techniek. Ook zijn enkele wijzigingen al de praktijk en het is noodzakelijk dat dit wordt geformaliseerd. Er worden daarmee aanmerkelijke publieke en private nadelen voorkomen. In algemene zin wordt hiermee invulling gegeven aan een toezegging in de brief aan de 2e kamer waarin de verbeteringen in het Kwalibo-stelsel worden aangekondigd (kst-30 015-104, 4 april 2022). In de brief wordt aangegeven normdocumenten ná grondige toetsing – zoals die heeft plaatsgevonden – voortvarender aan te wijzen in de regelgeving. De nadere uitwerking is opgenomen als onderdeel van het bij deze brief gevoegde plan van aanpak voor de versterking van het Kwalibo-stelsel. Bovendien is de afwijking van de minimum invoeringstermijn niet bezwaarlijk voor het bedrijfsleven en overheden. De normdocumenten zoals die worden aangewezen met deze wijzigingsregeling zijn namelijk opgesteld met betrokkenheid van het uitvoerende bedrijfsleven. Voorafgaand aan de internetconsultatie zijn de betrokken partijen op de hoogte gesteld van het voornemen normdocumenten zo spoedig als mogelijk aan te wijzen. Specifiek wordt met het wijzigingsblad voor BRL InstallQ 6000-21/00 invulling gegeven aan de al bestaande praktijk, betekent het wijzigingsblad van BRL 9321 een verruiming van mogelijkheden en is voor BRL SIKB 7700 een voldoende lange overgangstermijn opgenomen van 15 maanden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

Naar boven