Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 17 juli 2024, nr. 5570463, tot wijziging van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met domeinoverstijgend werken in domein I met betrekking tot handhaving op het water en op taxi’s en enkele technische en redactionele aanpassingen

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 142, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17, derde lid, van de Wet op de economische delicten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel 2 in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar Domein I. Openbare ruimte komt te luiden:

  • 2. Hoofdstuk 7 en de volgende artikelen van het Binnenvaartpolitiereglement: artikelen 1.09 lid 1 en onder a en b, 1.10 lid 4, 1.11 lid 1, 2.01 lid 1 juncto 1.02 leden 2 en 5 onder a, 2.02 lid 1 juncto 1.02 lid 2 en 5 onder a, 3.13 lid 1 en onder a en b, 5.01 juncto 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, 6.08 en onder a, 6.16 lid 9 en onder a, 6.20 lid 1 en onder e, 6.22 leden 1 en 2, 6.25 lid 1, 6.26 leden 4 en 5, 6.27 lid 1, 6.28a, 8.01 leden 1 en 2 juncto 8.04 en 1.02 lid 2, 8.02 leden 1 en 2 juncto 8.04 en 1.02 lid 2, 8.03 aanhef en onder b en f juncto 8.04 en 1.02 lid 2;

B

Onderdeel 10 in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar Domein I. Openbare ruimte komt te luiden:

10.

• Alleen voor stilstaand verkeer: artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV).

 

• Voor zover van toepassing ook voor rijdend verkeer: de artikelen 4, 5, 6, 8, 10, 28 juncto 31, 57, 60 en 82 RVV, en artikel 62 RVV juncto bijlage I, hoofdstukken C (geslotenverklaring) en D (rijrichting) RVV. Handhaving op het negeren van een C- of D-bord is toegestaan in relatie tot de leefbaarheid, waaronder het tegengaan van overlast door sluipverkeer en het verbeteren van de leefbaarheid door bepaalde gebieden af te sluiten voor (vracht)auto’s, zoals de zogeheten milieuzones.

 

• Voor zover van toepassing op fietsers en voetgangers:

1. artikelen 35 en 35a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

2. artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover het gaat om niet-gemotoriseerd verkeer;

3. artikelen 62 juncto 68 lid 1 en onder c en 62 juncto 69 lid 1 en onder b en 62 juncto 74 lid 1 en onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor zover het gaat om niet-gemotoriseerd verkeer en voetgangers.

Handhaving is slechts mogelijk wanneer in een gezamenlijk handhavingsarrangement de (rand)voorwaarden zijn beschreven waaronder handhaving zal plaatsvinden.

 

• Digitaal handhaven is slechts mogelijk bij overtreding van het RVV en na instemming van het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie;

C

Onderdeel 14 in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar Domein I. Openbare ruimte komt te luiden:

  • 14. De volgende artikelen van de Wet personenvervoer 2000: artikelen 72, 73, 74, 80 juncto 2 lid 1 van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer, 82a en 82b;

D

In onderdeel 23, vierde opsommingsteken, in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar Domein I. Openbare ruimte wordt de punt na ‘handelsreclame’ vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 24. Artikelen 10.37 en 10.38 Wet milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten.

E

Onderdeel 13 in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar Domein II. Milieu, welzijn en infrastructuurkomt te luiden:

  • 13. De in de artikelen 1 en 1a van de Wet op de economische delicten genoemde wettelijke voorschriften, wetten en EU-verordeningen. Ten aanzien van het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is, met uitzondering van de opsporingsambtenaren, aangewezen in artikel 1, onder b, van het Besluit aanwijzing toezichthouders en opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport betreffende vervoerswetgeving, de bevoegdheid van de boa daarbij beperkt tot de volgende artikelen:

    • a. de artikelen 20g, 29, 29a, 30, 30a, 33, 34, 34a en 35 WVW;

    • b. alleen voor stilstaand verkeer: artikel 5 WVW en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV);

    • c. voor zover van toepassing ook voor rijdend verkeer: de artikelen 4, 5, 6, 8, 10, 28 juncto 31, 57, 60 en 82 RVV, en artikel 62 RVV juncto bijlage I hoofdstuk C (geslotenverklaring) en D (rijrichting) RVV. Handhaving op het negeren van een C- of D-bord is toegestaan voor zover de handhaving betrekking heeft op het tegengaan van overlast of op de bescherming van het milieu of de natuur.

      Digitaal handhaven is slechts mogelijk op overtreding van het RVV en na instemming van het Openbaar Ministerie. Een aanvraag tot instemming wordt getoetst aan de door het Openbaar Ministerie hiertoe vastgestelde kaders. De toepasselijke kaders zijn te vinden op www.om.nl/digitaalhandhavenRVV;

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 juli 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit worden enkele bevoegdheden die reeds opgenomen zijn in Domeinen II en IV aan Domein I toegevoegd van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar (hierna: Regeling). Deze bevoegdheden zien op het handhaven op het water en op taxistandplaatsen. Daarnaast worden een aantal milieuovertredingen opnieuw toegevoegd aan de Domein I. Het gaat om de bevoegdheid om te kunnen handhaven op het verbod op afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen aan een ander die niet over bepaalde kwaliteiten beschikt. Dat geldt ook voor de bevoegdheid om te kunnen handhaven op de registratieplicht, bewaarplicht en de afgiftemelding bij afgifte van dergelijke stoffen. Verder worden enkele redactionele en technische wijzigingen aangebracht.

Artikelsgewijs

Leden A en C

In december 2018 heeft mijn ambtsvoorganger een verkenning naar domeinoverstijgende inzet van gemeentelijke (Domein I) boa’s toegezegd.1 Het doel van deze verkenning was om te bezien of het toevoegen van bevoegdheden van andere domeinen aan Domein I een oplossing kan zijn voor de ervaren overlast waarop Domein I boa’s op dit moment niet kunnen handhaven. Na een oproep aan gemeenten om hiervoor voorstellen in te dienen, is in februari 2019 besloten om met twee pilots te starten. Deze pilots zagen op handhaving op het water en op taxistandplaatsen, ook wel aangeduid als waterpilot en taxipilot. De pilots zijn geëindigd in het najaar 2023 en geëvalueerd.

Voor Domein I boa’s geldt dat zij beschikken over een beperkte opsporingsbevoegdheid voor in de openbare ruimte. In het kader van toezicht en handhaving werken veel instanties samen in de openbare ruimte. Boa’s hebben een belangrijke taak in het handhaven van de leefbaarheid, de politie heeft de taak om de openbare orde en veiligheid te handhaven en inspecties controleren op de naleving van specifieke wet- en regelgeving.

In de praktijk zorgt de indeling van Domein I niet altijd voor een effectieve en efficiënte samenwerking met andere instanties, zoals met de politie en met de Inspectie Leefomgeving en Transport. Daarnaast zijn de verschillende bevoegdheden van boa’s niet altijd goed uitlegbaar aan burgers. Dat is bijvoorbeeld het geval in de situaties dat boa’s worden geconfronteerd met overtredingen waarvoor zij niet bevoegd zijn om tegen op te treden, terwijl dat door de samenleving wel verwacht wordt. Daarom is met twee pilots, de taxipilot en waterpilot, onderzocht of het toevoegen van bevoegdheden uit Domein II en IV aan Domein I een oplossing zou kunnen zijn voor de ervaren overlast waarop deze boa’s op dit moment niet kunnen handhaven.

Binnen de taxipilot hebben boa’s van de gemeenten Amsterdam, Breda en Rotterdam kunnen handhaven op vier overtredingen, te weten het vervoeren van meer personen dan toegestaan, het niet goedgekeurd als taxi in het kentekenregister staan, het ontbreken van een geldige chauffeurskaart of ontbreken van een goed leesbare chauffeurskaart en onregelmatigheden rondom rittenprijzen. Het laatstgenoemde feit wordt opgenomen in Domein I. De andere feiten zijn al opgenomen in Domein I van de Regeling.

Binnen de waterpilot hebben boa’s van de gemeenten Aalsmeer/Amstelveen, Alkmaar, Breda, Leiden en Wijdemeren kunnen handhaven op 33 strafbare feiten. Ook een aantal van deze feiten zijn opgenomen in Domein I van de Domeinlijsten, maar de meesten worden toegevoegd aan Domein I. Het gaat om strafbare feiten zoals:

  • Met een schip, of snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl de persoon die stuurt niet de minimum leeftijd heeft bereikt;

  • Als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht;

  • Als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder in het bezit te zijn van een geldig klein vaarbewijs;

  • Met een schip in- of uit- of doorvaren waar dat verboden is.

Lid D

Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 is met de wijziging van de Regeling van 12 december 2023 (Stcrt. 2023, 34095) voorzien in een technische omzetting van de Regeling. Bij die wijziging zijn enkele bevoegdheden die de boa’s in Domein I eerder wel hadden niet opgenomen. Het gaat om het handhaven op afgifte van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen aan een ander die niet over bepaalde kwaliteiten beschikt en om het handhaven op de registratieplicht, bewaarplicht en de afgiftemelding bij afgifte van dergelijke stoffen. Met deze wijziging worden de artikelen 10.37 en 10.38 Wet milieubeheer opnieuw toegevoegd aan Domein I.

Leden B en E

Ter verduidelijking van de bestaande verkeershandhavingsbevoegdheden van Domein I en II boa’s, te weten handhaven op het onnodig geven van signalen, wordt een artikel toegevoegd aan Domeinen I en II. Met deze wijziging worden onduidelijkheden in de praktijk weggenomen.

Inwerkingtreding

Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving schrijft voor dat ministeriële regeling in werking treden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Uitzondering op die vaste verandermomenten is onder meer mogelijk voor zover het reparatieregelgeving betreft of dit, gelet op de doelgroep of de jaarindeling, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen voorkomt. Van reparatie is sprake voor wat betreft leden B, D en E van dit besluit. De wijzigingen onder leden A en C voorkomen de ongewenste situatie dat Domein I boa’s niet bevoegd zijn om na de succesvolle pilots te handhaven op de met deze wijziging van de Regeling op te nemen strafbare feiten. Domein I boa’s, hun werkgevers en de opsporing in bredere zin ervaren problemen bij het niet kunnen handhaven op de strafbare feiten onder de leden A en C. Dat is ook uit de pilots gebleken. Deze ongewenste situatie wordt weggenomen door een eerdere inwerkingtreding van dit besluit.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 838.

Naar boven