Wijziging van het Besluit heffing omzetbelasting bij leasing van 28 juni 2023, nr. 2023-144130, Stcrt. 2023, 17200

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 16 juli 2024, nr. 2024-192658.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 28 juni 2023, nr. 2023-144130 (Stcrt. 2023, 17200). De wijziging betreft een uitbreiding van de reikwijdte van het besluit naar bestelauto’s en motorrijwielen, nieuw en gebruikt. Voorts wordt de reikwijdte uitgebreid naar alle gebruikte motorrijtuigen, ook als die als gebruikt motorrijtuig zijn gekocht door de leasemaatschappij.

ARTIKEL I

Het besluit van 28 juni 2023, nr. 2023-144130, wordt als volgt gewijzigd:

A

Vóór onderdeel 1 wordt een alinea toegevoegd, luidende:

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 16 juli 2024 nr. 2024-192658, (Stcrt. 2024-24201). De wijziging betreft een uitbreiding van de reikwijdte van het besluit naar bestelauto’s en motorrijwielen, nieuw en gebruikt. Voorts wordt de reikwijdte uitgebreid naar alle gebruikte motorrijtuigen, ook als die als gebruikt motorrijtuig zijn gekocht door de leasemaatschappij.

B

In onderdeel 1.1 wordt na de betekenis van de afkorting HvJ EU het volgende ingevoegd:

‘Motorrijtuigen

Personenauto’s, bestelauto’s en motorrijwielen als bedoeld in de Wet bpm.’

C.

In onderdeel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. In de titel wordt het woord ‘personenauto’s’ vervangen door: ‘motorrijtuigen’.

2. In de eerste alinea, eerste zin, worden ‘personenauto’s’ en ‘personenauto’ vervangen door onderscheidenlijk ‘motorrijtuigen’ en ‘motorrijtuig’’.

3. In de tekst behorende bij de goedkeuring vervalt voorwaarde b. De aanduiding van de voorwaarden c, d en e wordt gewijzigd in b, c en d.

4. In de tekst behorende bij de goedkeuring wordt in de tekst van de tot voorwaarde b gewijzigde voorwaarde c ‘de personenauto’ vervangen door: ‘het motorrijtuig’.

5. In de tekst van de tot voorwaarde c gewijzigde voorwaarde d wordt ‘ad d’ vervangen door: ad c.

6. Na de tot voorwaarde d gewijzigde voorwaarde e van de goedkeuring wordt een nieuwe alinea toegevoegd: ‘De goedkeuring om de bpm bij de doorberekening als een doorlopende post te beschouwen bij motorrijwielen en bestelauto’s alsmede als gebruikt motorrijtuig aangekochte motorrijtuigen vindt toepassing voor leasetermijnen die zijn gefactureerd op of na de inwerkingtreding van dit besluit. De in Ad c. Methode berekening bpm voor leasetermijnen bedoelde herberekening bij de beëindiging van de lease vindt plaats over periode waarover de bpm als doorlopende post is opgenomen bij de facturering.

7. De zin ‘Voor de onder a en onder d bedoelde voorwaarden geldt het volgende’ wordt vervangen door: Voor de onder a en onder c bedoelde voorwaarden geldt het volgende.

8. In de tekst van Ad a. Looptijd leasecontract wordt in de laatste zin ‘personenauto’s' vervangen door: ‘motorrijtuigen’.

9. De tekst van ‘Ad d. Methode berekening bpm voor leasetermijnen’ wordt vervangen door: Ad c. Methode berekening bpm voor leasetermijnen. In de bijbehorende tekst wordt de tweede zin vervangen door: ‘Bij het ingaan van het leasecontract wordt vastgesteld, welk bpm-bedrag op dat tijdstip bij het (nieuwe of gebruikte) motorrijtuig behoort en welk bpm-bedrag aan het eind van de overeengekomen looptijd bij het motorrijtuig zal behoren.’

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 juli 2024.

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken

TOELICHTING

In artikel I, onderdeel B, wordt aan onderdeel 1 een passage toegevoegd ter toelichting van de wijzigingen via dit besluit.

Artikel I, onderdeel C, brengt wijzigingen aan in onderdeel 4 van het besluit. De wijziging betreft een uitbreiding van de reikwijdte van het besluit naar bestelauto’s en motorrijwielen. Deze wijziging beoogt het besluit te laten aansluiten bij de praktijk. In de praktijk worden onder andere ook voor particuliere bestelauto’s leasecontracten afgesloten. Bovendien brengt deze wijziging mee dat per 1 januari 2025 ook leasecontracten welke zijn afgesloten voor bestelauto’s van ondernemers onder het besluit kunnen gaan vallen. Tot 1 januari 2025 is de ondernemersvrijstelling uit onderdeel 5.2 van het Kaderbesluit bpm nog op deze bestelauto’s van toepassing. Daarnaast wordt de reikwijdte niet alleen uitgebreid naar nieuwe bestelauto’s en motorrijwielen, maar ook naar gebruikte personenauto’s, bestelauto’s en motorrijwielen. Onder de reikwijdte van het huidige besluit vallen al de gebruikte personenauto’s voor zover sprake is van herinzet van als nieuw gekochte personenauto’s. De reikwijdte is uitgebreid zodat het besluit kan worden toegepast op alle situaties waarin sprake is van lease (zakelijk en private lease), ongeacht of het motorrijtuig als nieuw is aangeschaft of als gebruikt. Vanwege deze uitbreidingen wordt voorwaarde b van de goedkeuring verwijderd. De goedkeuring is pas van toepassing als er bpm is verdisconteerd in de leasetermijnen. Hiermee is voorwaarde b overbodig. Overigens wordt in de inleiding van onderdeel 4 ervan uitgegaan van de bpm is verschuldigd bij inschrijving. Hier valt echter ook de bpm onder die drukt op tweedehands motorrijtuigen en die de leasemaatschappij doorberekent in de leasetermijnen. De berekening van bpm over de leasetermijnen voor gebruikte motorrijtuigen bij de aanvang van de lease en de herberekening van de bpm aan het einde van het leasecontract gebeurt volgens dezelfde systematiek als bij nieuwe motorrijtuigen.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging(en). Deze datum wordt gesteld op 25 juli 2024. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling (zie Aanwijzing 6.25 Aanwijzingen voor de regelgeving (Stcrt. 1992, 230)).

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische zaken