Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 18 juni 2024 houdende regels inzake het gebruik van de risicoindicatoren bij het berekenen van risicoscores van banken ten behoeve van het depositogarantiestelsel (Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft 2024)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 29.12, vierde lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft;

Na het raadplegen van de betrokken representatieve organisaties;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

bank:

bank als bedoeld in artikel 29.01, eerste lid, van het besluit;

besluit:

Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft.

Artikel 2

  • 1. De risicoscore van een bank, bedoeld in bijlage C van het besluit, wordt berekend aan de hand van de waarde op toetsmoment (t) van de volgende indicatoren, bedoeld in die bijlage, alsmede de indicatoren, genoemd in het tweede lid:

    • a. voor de dimensie kapitalisatie: hefboomratio;

    • b. voor de dimensie kwaliteit van de activa: risicogewogen activa gedeeld door totale activa;

    • c. voor de dimensie bedrijfsmodel en management: rendement op activa;

    • d. voor de dimensie potentiële verliezen voor het depositogarantiestelsel: de mate van activabeklemming alsmede de gegarandeerde deposito’s gedeeld door totale activa.

  • 2. Voor de dimensie liquiditeits- en financieringsprofiel worden als indicatoren gebruikt: de liquiditeitsbuffer gedeeld door totale activa alsmede de liquiditeitsbuffer gedeeld door gegarandeerde deposito’s.

  • 3. Voor de toepassing van de indicatoren, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt verstaan onder:

    a. hefboomratio:

    hefboomratio als bedoeld in bijlage X, templatenummer 47, templatecode C 47.00, regel 330, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    b. risicogewogen activa:

    risicogewogen activa als bedoeld in bijlage II, templatenummer 2, templatecode C 02.00, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    c. totale activa:

    totale activa als bedoeld in bijlage III, templatenummer 1.1, templatecode F 01.01, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    d. netto-inkomsten:

    de som van de netto-inkomsten in het kwartaal waarin het toetsmoment (t) valt en de drie daaraan voorafgaande kwartalen, te bepalen op basis van de netto-inkomsten als bedoeld in bijlage III, templatenummer 2, templatecode F 02.00, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    e. liquiditeitsbuffer:

    liquiditeitsbuffer als bedoeld in bijlage XXIV, templatenummer 76, templatecode C 76.00, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    f. beklemde activa:

    boekwaarde van bezwaarde activa als bedoeld in bijlage XVI, templatenummer 32.1, templatecode F32.01, regel 010, kolom 010, van de uitvoeringsverordening rapportage kapitaalvereisten;

    g. passiva:

    totale activa als bedoeld in onderdeel c.

Artikel 3

De score op de risicoindicatoren, bedoeld in artikel 2, wordt als volgt genormaliseerd en gewogen, met dien verstande dat de genormaliseerde risicoscore niet lager is dan 0 en niet hoger is dan 1:

Risicoindicator

Bereik

Normalisatie

Weging

ondergrens

(risicoscore = 0)

bovengrens

(risicoscore = 1)

   

Hefboomratio

8%

3%

(8% – hefboomratio) / (8% – 3%)

0,10

Liquiditeitsbuffer / totale activa

40%

0%

(40% – liquiditeitsbuffer / totale activa) / (40%)

0,125

Liquiditeitsbuffer / gegarandeerde deposito’s

100%

10%

(100% – liquiditeitsbuffer / gegarandeerde deposito’s) / (100% – 10%)

0,075

Risicogewogen activa / totale activa

0%

100%

Niet van toepassing

0,40

Rendement op activa

0,3%

0%

(0,3% – rendement op activa) / 0,3%

0,10

Mate van activabeklemming

10%

30%

(mate van activabeklemming – 10%) / (30% – 10%)

0,05

Gegarandeerde deposito’s / totale activa

0%

100%

Niet van toepassing

0,15

Artikel 4

Een bank wordt ingedeeld in een risicocategorie als bedoeld in bijlage C van het besluit overeenkomstig de volgende tabel:

Gemiddelde risicoscore

Risicocategorie

< 0,25

I

0,25 – < 0,45

II

0,45 – < 0,55

III

≥ 0,55

IV

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit tot wijziging van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft in verband met aanpassingen aan de regels ten aanzien van het depositogarantiestelsel (Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024) in werking treedt. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de dag waarop het Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024 in werking treedt, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 18 juni 2024

De Nederlandsche Bank N.V., F.E.J. Beekhoven van den Boezem

TOELICHTING

Ter implementatie van de richtlijn depositogarantiestelsels1 zijn op 26 november 2015 het Implementatiebesluit depositogarantiestelsel en de ministeriële Regeling risicoindicatoren bijdragen depositogarantiestelsel Wft (de ministeriële regeling) in werking getreden. De ministeriële regeling diende om een nadere invulling te geven aan de methodiek voor het bepalen van de door banken te betalen bijdragen aan het depositogarantiestelsel (DGS).2 In 2021 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) de geldende risicomethodiek geëvalueerd. Bij deze evaluatie heeft DNB, als uitvoerder van het DGS en verantwoordelijke voor de premieheffing, onderzoek gedaan naar (i) de plausibiliteit van de risico-indeling die volgt uit de methodiek (door een vergelijking te maken met het toezichtoordeel3 en het resolutie-oordeel4 voor de relevante banken), (ii) de effectiviteit van de indicatorscores5 en (iii) de modelefficiëntie6. Uit de evaluatie is destijds gebleken dat de regeling op een aantal onderdelen aanpassing behoefde. Daarom is de ministeriële regeling gewijzigd bij een wijzigingsregeling van 23 november 20227.

Als gevolg van de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft in verband met aanpassingen aan de regels ten aanzien van het depositogarantiestelsel (Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024), zal de gewijzigde ministeriële regeling worden ingetrokken. Dit houdt verband met de wijziging van artikel 29.12, vierde lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft. Door deze wijziging zal niet langer bij ministeriële regeling worden voorzien in nadere regels over het gebruik en weging van de in genoemd artikel bedoelde risicoindicatoren, maar stelt DNB deze nadere regels vast. Onderhavige regeling van DNB dient om deze nadere regels als bedoeld in het gewijzigde artikel 29.12, vierde lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft vast te stellen. Inhoudelijk brengen deze nadere regels geen wijziging ten opzichte van de regels die waren opgenomen in de ministeriële regeling.

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is voor invoering van onderhavige regeling door DNB geraadpleegd overeenkomstig artikel 1:28 Wft. De regeling is schriftelijk aan de NVB voorgelegd op 28 maart 2024. De NVB heeft schriftelijk gereageerd op 25 april 2024 dat zij geen commentaar heeft ontvangen van de leden en dat derhalve de raadpleging kan worden afgerond.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor banken, omdat de regeling geen wijzigingen inhoudt ten opzichte van de ministeriële regeling, waarvoor deze regeling in de plaats treedt.

Aangezien deze regeling is gericht tot een beperkte en geïnformeerde doelgroep en de regeling ten opzichte van de voor die doelgroep eerder geldende gewijzigde ministeriële regeling geen wijzigingen inhoudt, kan deze regeling in werking treden op de dag van inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024 dan wel de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant.


X Noot
1

Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PbEU 2014, L 173).

X Noot
2

Voor verdere achtergrondinformatie over deze regeling, wordt hier verwezen naar de toelichting bij de publicatie van deze regeling in 2015, zoals gepubliceerd in Staatscourant 2015, 41732.

X Noot
3

Door middel van het Supervisory Review and Evaluation Process (SREP).

X Noot
4

Hierbij is gekeken naar het verwachte verlies bij afwikkeling van een bank conform vastgestelde resolutiestrategieën.

X Noot
5

De effectiviteit bepaalt of de indicatoren voldoende differentiëren tussen instellingen.

X Noot
6

De model-efficiëntie waarborgt dat het model zo eenvoudig mogelijk is.

X Noot
7

Voor verdere achtergrondinformatie over deze wijzigingsregeling, wordt hier verwezen naar de toelichting bij de publicatie van deze regeling in 2022, zoals gepubliceerd in Staatscourant 2022, 32322.

Naar boven