ARTIKEL I
In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies
2024 worden voor de rij die betrekking heeft op titel 2.19, twee rijen ingevoegd,
luidende:
Titel 2.18. Hoogwaardige mestverwerking
|
2.18.2, eerste lid, onderdeel a
|
Inrichting van een hoogwaardige mestverwerkingsinstallatie
|
|
02-09-2024 t/m 14-10-2024
|
€ 3.500.000
|
|
2.18.2, eerste lid, onderdeel b
|
Herinrichting van een hoogwaardige mestverwerkingsinstallatie
|
|
02-09-2024 t/m 14-10-2024
|
€ 3.500.000
|
ARTIKEL II
De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.18.1 vervalt de begripsbepaling staldieren, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van de begripsbepaling mestbewerking door een punt.
B
Artikel 2.18.7, onderdeel f, vervalt, onder verlettering van onderdeel g tot onderdeel
f.
C
Artikel 2.18.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘onderdeel g’ vervangen door ‘onderdeel f’.
2. In het vierde lid, onderdeel b, vervalt ‘waarbij de massa van de aan te leveren dierlijke
meststoffen voor minimaal 90% uit dierlijke meststoffen van staldieren bestaat’.
D
De tabel in Bijlage 2.18.1 komt te luiden:
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Algemeen
Deze regeling bevat een inhoudelijke wijziging van de subsidiemodule hoogwaardige
mestverwerking in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en voorziet in een nieuwe
openstellingsperiode voor deze subsidiemodule.
De subsidiemodule hoogwaardige mestverwerking is opgenomen in titel 2.18 van de Regeling
nationale EZK- en LNV-subsidies en richt zich op het stimuleren van de realisatie
van installaties voor het verwerken van dierlijke mest tot hoogwaardige meststoffen
(kunstmestvervangers, ofwel Renure). In verband met het voorstel van de Europese Commissie
tot wijziging van bijlage III van de Nitraatrichtlijn voor Renure, wijzigt deze regeling
de tabel met processen waarvoor op grond van deze module subsidie kan worden verkregen.
Zoals ook is aangegeven bij de bekendmaking van de oorspronkelijke module in 2022
komt investeren in hoogwaardige mestverwerking met behulp van deze subsidiemodule
zonder zekerheid over toestemming van de Europese Commissie ten aanzien van Renure
voor risico van de investerende intermediaire onderneming en biedt geen rechten om
het eindproduct bovenop de gebruiksnorm van maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke
mest per hectare per jaar te mogen gebruiken of dat anders dan als dierlijke mest
te mogen gebruiken of verhandelen.
Zoals aangegeven in de toelichting van de oorspronkelijke module is beoogd om de subsidiemodule
hoogwaardige mestverwerking van 2022 tot en met 2026 jaarlijks voor een periode open
te stellen, met de intentie om de subsidiemodule aansluitend met 4 jaar te verlengen.
De eerste twee openstellingen hebben plaatsgevonden van 1 december 2022 tot en met
12 januari 2023 en van 29 september 2023 tot en met 9 november 2023. Dit besluit voorziet
in een derde openstelling en wel voor de periode van 2 september 2024 tot en met 14 oktober
2024. Dit betekent dat aanvragen voor een subsidie uit de subsidiemodule hoogwaardige
mestverwerking niet eerder kunnen worden ingediend dan op maandag 2 september 2024
en dat de laatste dag waarop een subsidie kan worden aangevraagd donderdag 14 oktober
2024 is.
2. Inhoud regeling
Mestverwerkingsprocessen
Met de voorgaande openstellingen van de subsidiemodule werden processen gesubsidieerd
die innovatief, doch praktijkrijp zijn en die met grote waarschijnlijkheid producten
opleveren die voldoen aan de eisen voorgesteld in het rapport van het JRC over Renure-producten.
Inmiddels is er zoals hierboven al werd aangegeven een voorstel van de Europese Commissie
bekend voor de tot wijziging van bijlage III van de Nitraatrichtlijn voor Renure.
In dit voorstel zijn naast producteisen, ook proceseisen opgenomen. Na aanvaarding
van het voorstel zal bijlage III van de Nitraatrichtlijn (bovenop de basisnorm van
170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar) voorzien in extra plaatsingsruimte
van 100 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar voor Renure-producten
die aan de daarvoor gestelde eisen voldoen. Renure-producten die volgens de volgende
drie product-procescombinaties tot stand zijn gekomen zullen naar verwachting, afgaande
op het voorstel van de Europese Commissie, voor die extra ruimte van 100 kg worden
toegestaan:
De processen #1, #2, #8, #9, #16, #17 en #18 zoals genoemd in de tabel behorende bij
Bijlage 2.18.1 komen niet overeen met één van deze product-procescombinaties en komen
dan ook niet langer in aanmerking voor subsidie. Dit betekent dat alleen de 9 processen
#6, #7,#10 tot en met #15 en #19 zoals genoemd in de tabel behorende bij Bijlage 2.18.1
subsidiabel zijn.
De subsidiemodule hoogwaardige mestverwerking beoogt het realiseren van productiecapaciteit
voor Renure meststoffen te stimuleren. Gezien genoemd voorstel van de Europese Commissie
wordt aangesloten bij de product-procescombinaties die in het voorstel staan en waarmee
producten worden vervaardigd die mogen worden aangewend binnen de door de Europese
Commissie voorgestelde extra gebruiksruimte van 100 kg stikstof uit dierlijke mest
per hectare. Dit betekent dat andere technieken, die qua kwaliteitseisen mogelijk
gelijkwaardige producten maken, niet (langer) in aanmerking komen voor subsidie. Gelet
op het doel van de module is het logisch alleen die methoden van hoogwaardige mestverwerking
te stimuleren via de subsidiemodule, die leiden tot producten die zowel onder de basisgebruiksnorm
dierlijke mest als de door de Europese Commissie voorgestelde extra gebruiksnorm aangewend
kunnen worden. Afgaande op het voorstel tot richtlijnwijziging van de EC zijn dat
de producten die volgens de genoemde drie product-techniekcombinaties worden vervaardigd.
Inputmateriaal 90% staldiermest
De eis dat de aangeleverde mest voor minimaal 90 procent uit staldiermest moet bestaan
vervalt. De reden hiervoor is de huidige druk op de mestmarkt door de afbouw van de
derogatie, die vooral bij melkveehouders impact heeft. Hoogwaardige mestverwerking
kan een deel van de oplossing zijn voor deze situatie.
In verband hiermee vervallen de betreffende afwijzingsgrond en de begripsbepaling
van ‘staldieren’. Daarnaast is de informatieverplichting over het aanvoerplan hierop
aangepast. In het (nog wel steeds verplichte) aanvoerplan hoeft niet meer te worden
aangetoond dat de aangeleverde mest voor minimaal 90% uit staldiermest bestaat.
Subsidievaststelling
In de toelichting bij de eerste openstelling van deze subsidiemodule is per abuis
opgenomen dat voor vaststelling van de subsidie een rapport van feitelijke bevindingen
van een accountant benodigd is. In het kaderbesluit, onder artikel 50, is opgenomen
dat een controle-verklaring benodigd is. De subsidiemodule valt onder het kaderbesluit
en daarmee is een controle-verklaring benodigd en geen accountantsrapport met feitelijke
bevindingen.
3. Regeldruk
De regeling is bij de initiële openstelling getoetst op regeldruk, waarbij de administratieve
last is geschat op € 270,– per openstelling per aanvrager. Het aantal aanvragen is
geschat op 15 per openstelling. De administratieve last voor de ontvangers van de
subsidie is, na verlening, geschat op € 544,– per jaar. Daarbij is uitgegaan van 8
ontvangers per jaar. Omdat deze regeling zich richt op een nieuwe openstellingsperiode
en de wijzigingen van de module beperkt zijn, is deze regeling niet opnieuw voor advies
aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk voorgelegd. De wijzigingen zien op het verkleinen
van het aantal toegestane technieken en het niet meer hanteren van de eis van 90 procent
staldiermest. Van deze wijzigingen wordt geen invloed op de regeldruk verwacht.
4. Staatssteun
De subsidiemodule Hoogwaardige mestverwerking bevat staatssteun in de zin van artikel
107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. In de
toelichting op de oorspronkelijke regeling (Stcrt 2022, 31874) is aangegeven dat de subsidiemodule past binnen de reikwijdte van artikel 47 van
de Algemene Groepsvrijstellingsverordening1 (AGVV) en dat de subsidiemodule voldoet aan zowel de voorwaarden van artikel 47,
als aan die in hoofdstuk I van de AGVV.
Per 1 juli 2023 is de AGVV, waaronder artikel 47, ingrijpend gewijzigd. Waar dit artikel
voor die datum van toepassing was op recycling en het hergebruik van afval, is de
reikwijdte verbreed naar hulpbronnenefficiëntie en de transitie naar een circulaire
economie. Hoogwaardige mestverwerking is nog steeds één van de doelen waarvoor op
basis van artikel 47 investeringssteun kan worden verstrekt (lid 2, onderdeel c).
Ook zijn de in aanmerking komende investeringskosten verruimd (lid 7). Waar eerst
alleen bijkomende investeringskosten in aanmerking kwamen voor subsidiëring, komen
nu in bepaalde gevallen de totale investeringskosten in aanmerking.
De initiële regeling past binnen het aangepaste artikel 47 van de AGVV. Net zoals
van de oorspronkelijke regeling kennisgeving aan de Europese Commissie is gedaan,
zal op grond van artikel 11 van de AGVV ook van deze regeling – en dus van de aangepaste
subsidiemodule en de nieuwe openstelling – kennis worden gegeven aan de Europese Commissie.
5. Inwerkingtreding
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Hierbij wordt zowel voor het tijdstip van inwerkingtreding als voor de te hanteren
invoeringstermijn afgeweken van het beleid van de vaste verandermomenten. Dat kan
in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding
van deze regeling.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma