Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 28 juni 2024, nummer 46620796, houdende wijziging van het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 juni 2021, nr. 28318215, tot intrekking van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2017 onder vaststelling van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2021

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht;

Gezien de voordracht van de Inspecteur-generaal van het onderwijs van 12 juni 2024, nr. 46086646;

Besluiten:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 juni 2021, nr. 28318215, tot intrekking van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2017 onder vaststelling van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2021 (Stcrt. 2021, 34766) wordt als volgt gewijzigd:

A

De zinsnede ‘Versie per 1 augustus 2023’ wordt vervangen door ‘Versie per 1 augustus 2024’

B

De Samenvatting wordt als volgt gewijzigd:

1. De tekst onder het kopje Toezicht op het bestuur en zijn scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Ook kunnen we een risico-onderzoek of een onderzoek naar de waardering Goed uitvoeren.’ wordt vervangen door ‘Ook kunnen we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren.’

b. De zin ‘De waardering Goed kunnen we zowel op het niveau van de standaard als op het niveau van het kwaliteitsgebied toekennen als het bestuur niet alleen voldoet aan de deugdelijkheidseisen, maar ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.’ Wordt vervangen door ‘De waardering Goed kunnen we op het niveau van de standaard toekennen als het bestuur niet alleen voldoet aan de deugdelijkheidseisen, maar ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.’

2. De tekst onder het kopje Toezicht op individuele scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Dit doen we bij een onderzoek naar risico’s en bij een onderzoek naar de waardering Goed.’ wordt vervangen door ‘Dit doen we bij een risico-kwaliteitsonderzoek en bij een steekproef-kwaliteitsonderzoek.’

b. ‘Wanneer we een onderzoek naar risico’s of naar de waardering Goed uitvoeren, gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’ wordt vervangen door ‘Wanneer we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren of overwegen op standaardniveau de waardering Goed toe te kennen gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’

c. De zin ‘Ook bij scholen is het, zoals hierboven aangegeven, mogelijk dat we tussentijds een onderzoek naar risico’s uitvoeren, bijvoorbeeld bij ernstige signalen.’ Wordt vervangen door ‘Ook bij scholen is het, zoals hierboven aangegeven, mogelijk dat we tussentijds een risico-kwaliteitsonderzoek uitvoeren, bijvoorbeeld bij ernstige signalen.’

C

Paragraaf 1.5-Werking en evaluatie, derde alinea, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

In de tweede volzin wordt ‘2023’ telkens vervangen door ‘2024’.

D

Paragraaf 2.3-Uitgangspunten voor het toezicht wordt als volgt gewijzigd:

1. Subparagraaf 2.3.3-Waarborgen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Temeer omdat er een leerplicht geldt voor leerlingen tot 16 jaar en een kwalificatieplicht tot 23 jaar.’ Wordt vervangen door ‘Temeer omdat er in beginsel voor jongeren een leerplicht geldt tot 16 jaar en (indien nog geen startkwalificatie is behaald) een kwalificatieplicht tot 18 jaar.’.

b. De voetnoot bij ’23 jaar’ (oud) wordt geschrapt.

2. In subparagraaf 2.3.4-Stimuleren, tweede alinea, vervalt de zin ‘We onderzoeken ook de kwaliteit van besturen en scholen die boven basiskwaliteit uitstijgt.’

E

In paragraaf 3.2.2-Stelseltoezicht, derde alinea, wordt de zin ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, in het bijzonder over de kwaliteit daarvan (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’ vervangen door ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in het bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’

F

In hoofdstuk 4-Waarderingskader besturen wordt het volgende gewijzigd:

1. In paragraaf 4.1-Inleiding, eerste alinea, wordt ‘Voor de leesbaarheid spreken we over het bestuur als aanduiding voor het bestuur.’ Vervangen door ‘Voor de leesbaarheid spreken we over het bestuur als aanduiding voor het bevoegd gezag.’

2. Paragraaf 4.3-Kwaliteitsgebied en standaarden, tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Het blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt de zin ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap en opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ vervangen door ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag1 verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

ii. In de vijfde alinea wordt het zinsdeel ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na’.

iii. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de vierde bullet wordt ‘in samenhang met’ vervangen door ‘jo.’

2. De twaalfde bullet komt te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, onder a, WPO: Het bestuur dient een code voor goed bestuur te hanteren en verantwoordt zich over eventuele afwijkingen in het jaarverslag.

b. In het blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt de tekst onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. In de vijfde bullet vervallen de woorden ‘voor elk besluit in dat geval’.

ii. De veertiende bullet komt te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, WPO: ‘Het bestuur vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

G

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.3 Kwaliteitsgebieden en standaarden wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea wordt in de voetnoot bij het woord ‘dertien’ het woord ‘leergebieden’ vervangen door ‘gebieden’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. In blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, worden de zinnen ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’ vervangen door ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP’s zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

b. In blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Wettelijke vereisten wordt na de zestiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 40a, zesde lid, WPO: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

c. Onder OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, kopje Basiskwaliteit, wordt na de zin ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ een zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturing, kwaliteitszorg en ambitie, blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vierde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

H

Hoofdstuk 6-Oordelen en waarderen wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 6.1-Inleiding vervalt ‘De standaard basisvaardigheden krijgt per 1 augustus 2024 het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid en telt vanaf die datum dus net als deze standaarden zwaarder dan de andere standaarden mee in het oordeel op schoolniveau. Tot 1 augustus 2024 telt de standaard basisvaardigheden wel mee in het oordeel op schoolniveau, maar nog niet met het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid.’

2. In paragraaf 6.3-Oordelen en waarderen standaarden bestuur en school wordt onder de tabel toegevoegd:

Normering standaard basisvaardigheden

Op de standaard OP0.Basisvaardigheden geven we in schooljaar 2024–2025 geen oordeel. Als niet aan de wettelijke vereisten voldaan wordt, formuleren we herstelopdrachten op de drie afzonderlijke leergebieden (taal, rekenen-wiskunde en burgerschap).

3. Paragraaf 6.5.3-Extra normering voor nieuwe scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift van de paragraaf komt te luiden:

Extra normering voor het sluiten van nieuwe scholen

b. In de eerste alinea, tweede volzin, wordt na ‘scholen met niet te beoordelen resultaten’ het woord ‘doorgaans’ ingevoegd.

c. In de eerste alinea, derde volzin, wordt ‘Voor nieuwe scholen gelden net als voor andere scholen de beslisregels ’Normering bij niet te beoordelen eindresultaten’ (paragraaf 6.5.2).’ vervangen door ‘Voor nieuwe scholen gelden in die gevallen, net als voor andere scholen waarbij de resultaten niet te beoordelen zijn, de beslisregels ’Normering bij niet te beoordelen eindresultaten’ (paragraaf 6.5.2).’

d. De zinnen ‘Daar bovenop gelden voor nieuwe scholen ook de volgende wettelijke regels. In artikel 157 WPO is geregeld dat een school die minder dan twee jaar bekostiging ontvangt en die slechte kwaliteit levert, gesloten kan worden of dat de bekostiging kan worden beëindigd.’ Worden vervangen door ‘Daar bovenop is in artikel 157, derde lid, WPO geregeld dat een school die minder dan twee jaar bekostiging ontvangt en die slechte kwaliteit levert, gesloten kan worden of dat de bekostiging kan worden beëindigd.’

e. De zin ‘Daarom moet in dit geval sprake zijn van een extra tekortkoming in de naleving van de deugdelijkheidseisen ten opzichte van de normering Zeer zwak bij andere scholen.’ wordt vervangen door ‘Daarom moet in dit geval sprake zijn van een extra tekortkoming in de naleving van de deugdelijkheidseisen ten opzichte van de normering Zeer zwak.’

f. Het opschrift van de tabel komt te luiden:

Normering voor het sluiten van nieuwe scholen.

g. In de linker kolom van de tabel wordt ‘Zeer zwak’ vervangen door ‘Normering’.

h. Onder de tabel wordt de zin ‘Het oordeel Voldoende volgt de beslisregels voor de scholen (paragraaf 6.5 en/of paragraaf 6.5.2).’ vervangen door ‘Als de school na het kwaliteitsonderzoek in het eerste jaar Zeer zwak wordt én voldoet aan bovenstaande normering en bij het herstelonderzoek deze situatie zich herhaalt, dan zal de inspectie het dossier overdragen aan de minister.’

4. Paragraaf 6.5.4-Normering per 1 augustus 2024 komt in zijn geheel te vervallen.

I

Paragraaf 7.4-Toezichtsactiviteiten bij besturen en scholen wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede alinea wordt ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’ vervangen door ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’

2. Paragraaf 7.4.1-Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. In figuur 7.4.1a-Stappen van het vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen wordt in stap 4-Uitvoeren onderzoeksactiviteiten ‘risico-onderzoeken’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoeken’.

b. De tekst onder het kopje Verificatie-activiteiten wordt als volgt gewijzigd:

i. In de tweede alinea wordt ‘Anders dan bij onderzoeken naar risico’s en de waardering Goed geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’ vervangen door

‘Anders dan bij risico-kwaliteitsonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’

ii. In de tweede alinea wordt ‘Wanneer nodig voeren wij een kwaliteitsonderzoek naar risico’s uit.’ vervangen door ‘Wanneer nodig voeren wij een risico-kwaliteitsonderzoek uit.’

3. Paragraaf 7.4.2-Onderzoeken op schoolniveau wordt als volgt gewijzigd:

a. Het kopje ‘Risico-onderzoek’ komt te luiden:

Risico-kwaliteitsonderzoek

b. In de eerste volzin wordt ‘Onderzoeken naar risico’s’ vervangen door ‘Risico-kwaliteitsonderzoeken’.

c. in de zin ‘Bij een bestuur dat er niet in slaagt...’ wordt het woord ‘risico-onderzoek’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek’.

d. Na de alinea ‘Risico-kwaliteitsonderzoek’ wordt ingevoegd:

Steekproef-kwaliteitsonderzoeken

‘De Inspectie van het Onderwijs voert naast risico-kwaliteitsonderzoeken ook steekproef-kwaliteitsonderzoeken uit op de scholen (po en so)/afdelingen (vo)/opleidingen (mbo). Deze onderzoeken, die wij in het kader van het stelselbeeld uitvoeren, hebben als doel periodiek een representatief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op Nederlandse scholen te geven. De onderzoeken kennen eenzelfde inhoud en opzet als risico-kwaliteitsonderzoeken en ook bij dit type onderzoek is het bestuur het aanspreekpunt.

In paragraaf 7.4.4-Overige toezichtactiviteiten, eerste volzin, wordt ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek’.

J

Hoofdstuk 8-Communicatie en rapportage wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 8.1-Inleiding, tweede alinea, wordt ‘Naast communicatie via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Naast communicatie via het informatie- en meldpunt van de inspectie’

2. In paragraaf 8.2-Communicatie wordt ‘Via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

3. Paragraaf 8.3-Rapportage wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede volzin wordt ‘in de vijfde week’ vervangen door ‘in de derde week’.

b. In subparagraaf 8.3.2-Bestuursniveau, eerste alinea, wordt in de derde volzin ‘kwaliteitsonderzoeken naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoeken’.

c. In subparagraaf 8.3.3-Schoolniveau wordt het volgende aangepast:

i. Het kopje ‘Kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ komt te luiden:

Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek

ii. In de eerste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek’

iii. In de laatste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘Wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, worden de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’ vervangen door ‘Voor het risico-kwaliteitsonderzoek geldt dat, wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe worden vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’

K

Bijlage 1-Waarderingskader besturen samenwerkingsverbanden passend onderwijs wordt de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt de zin ‘Het bestuur opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ vervangen door ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag2 verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

b. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. De elfde bullet en de twaalfde bullet worden omgewisseld.

ii. In de laatste bullet wordt na ‘eerste lid,’ de tekst ‘onder a,’ ingevoegd.

c. De laatste bullet komt te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, WPO / artikel 3.2, eerste en derde lid, en artikel 5.46, eerste lid, onder a WVO 2020: Het bestuur van het samenwerkingsverband vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

Blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, elfde bullet, komt te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, onder a, WPO / artikel 3.2, eerste en derde lid jo. artikel 5.46, eerste lid, onder a, WVO 2020: Het bestuur van het samenwerkingsverband vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

L

Bijlage 2-Waarderingskader speciaal basisonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na’.

ii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de vierde bullet na ‘sub f’ ingevoegd ‘, WPO, jo.’ en vervalt ‘in samenhang met’.

b. In blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP), blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste alinea wordt na de tweede volzin ingevoegd: ‘De school stelt voor elke leerling, op basis van alle leerlinggegevens, een passend ontwikkelingsperspectief op dat voldoet aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevat. De school legt in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling. De OPP's zijn sturend voor de planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij. Het onderwijs is erop gericht dat leerlingen zo mogelijk kunnen doorstromen naar het regulier onderwijs.’

b. In de vierde volzin (oud) wordt ‘in ieder geval’ vervangen door ‘tenminste’

c. In de derde alinea vervalt ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’

d. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de zestiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 40a, zesde lid, WPO: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

3. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP), blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de eerste zin wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van informatie die zij over leerlingen hebben.

b. Na de zin ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

4. In tabel Kwaliteitsgebied Sturing, kwaliteitszorg en ambitie (SKA), blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, de vierde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

M

Bijlage 3-Waarderingskader nieuwkomersvoorzieningen type 1 en 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na'.

ii. In het kopje Wettelijke vereisten, vierde bullet, ‘in samenhang met’ vervangen door ‘jo.’

b. In blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP0.Basisvaardigheden, Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

i. Na de eerste volzin wordt ‘Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school.’ ingevoegd.

ii. De zin ‘Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs en de samenleving.’ wordt vervangen door ‘Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren en het vervolgonderwijs, ook als dit een andere school voor primair onderwijs is, en de samenleving.’

b. Blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

i. In de tweede volzin wordt ‘genormeerde’ vervangen door ‘betrouwbare en valide’.

ii. Na de vierde volzin wordt ‘De school stelt voor elke leerling, op basis van alle leerlinggegevens, passende (streef)doelen op.’ ingevoegd.

iii. De zinnen ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’ worden vervangen door ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

c. In blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Wettelijke vereisten, wordt na de zestiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 40a, zesde lid, WPO: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

d. Blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, passage Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

i. Na de tweede volzin wordt ‘Zij zorgen ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau van leerlingen. De lessen geven blijk van voldoende competentie op het gebied van de (vak)didactiek van Nederlands als tweede taal.’ ingevoegd.

ii. De zin ‘Zij zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt.’ wordt vervangen door ‘De leraren zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt.’

iii. Na ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ wordt ‘De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.’ ingevoegd.

3. De tabel Kwaliteitsgebied Sturing, kwaliteitszorg en ambitie (SKA), blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt als volgt gewijzigd:

a. In het kopje Basiskwaliteit, tweede alinea, wordt na de eerste volzin

‘De school werkt samen met gemeente, COA, voorschoolse voorzieningen, voorgaande scholen, uitstroomscholen en ketenpartners door informatie over leerlingen uit te wisselen en het onderwijs in een doorgaande leerlijn te realiseren.’ ingevoegd.

b. Onder het kopje Wettelijke vereisten, derde bullet, wordt ‘voor elk besluit in dat geval’ geschrapt.

N

Bijlage 4-Waarderingskader internationaal georiënteerd basisonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na’.

ii. Onder het kopje Wettelijke vereisten, vierde bullet, wordt ‘in samenhang met’ vervangen door ‘jo.’

b. In blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’ vervangen door

‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

ii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de zestiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 40a, zesde lid, WPO: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

b. In blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen wordt na de zin ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturing, kwaliteitszorg en ambitie (SKA), blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vierde bullet, vervalt ‘voor elk besluit in dat geval’.

O

Bijlage 6 – Waarderingskader primair onderwijs Caribisch Nederland wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA), blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur, kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. In blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt na de tweede volzin, ingevoegd ‘De school heeft daarbij hoge verwachtingen van leerlingen.’

b. Blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen wordt als volgt gewijzigd:

i. ‘Het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren stelt leerlingen in staat om te leren en zich te ontwikkelen.’ wordt vervangen door ‘Het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen en draagt eraan bij dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.’

ii. De tekst onder het kopje Basiskwaliteit wordt komt te luiden

De leraren creëren in hun lessen een pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat, waardoor de leerlingen zich veilig voelen en actief betrokken zijn. De leraren tonen hoge verwachtingen van alle leerlingen. Zij zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt. De leraren maken het lesdoel duidelijk. Zij monitoren tijdens de les of de leerlingen het beoogde lesdoel al dan niet halen en passen hun onderwijs waar nodig aan. De leraren leggen de lesstof duidelijk uit en geven de leerlingen voldoende tijd om te oefenen met de lesstof. Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen. De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen. De leraren geven hun leerlingen gerichte feedback op hun gemaakte werk en op hun leerproces. Zij stimuleren de leerlingen na te denken over hun eigen ontwikkeling.

P

In bijlage 7-Uitwerking burgerschap en basiswaarden, onderdeel A-Bevordering burgerschap, laatste alinea, wordt de zinsnede “het bestuur haar” vervangen door “het bestuur zijn”.

ARTIKEL II

Bijlage 2 bij het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 juni 2021, nr. 28318215, tot intrekking van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2017 onder vaststelling van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2021 (Stcrt. 2021, 34766) wordt als volgt gewijzigd:

A

De zinsnede ‘Versie per 1 augustus 2023’ wordt vervangen door ‘Versie per 1 augustus 2024’.

B

De Samenvatting wordt als volgt gewijzigd:

1. De tekst onder het kopje Toezicht op het bestuur en zijn scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Ook kunnen we een risico-onderzoek of een onderzoek naar de waardering Goed uitvoeren.’ wordt vervangen door ‘Ook kunnen we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren.’

b. De zin ‘De waardering Goed kunnen we zowel op het niveau van de standaard als op het niveau van het kwaliteitsgebied toekennen als het bestuur niet alleen voldoet aan de deugdelijkheidseisen, maar ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.’ wordt vervangen door ‘De waardering Goed kunnen we op het niveau van de standaard toekennen als het bestuur niet alleen voldoet aan de deugdelijkheidseisen, maar ook ambities realiseert die daarboven uitstijgen.’

2. De tekst onder het kopje ‘Toezicht op individuele scholen’ wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Dit doen we bij een onderzoek naar risico’s en bij een onderzoek naar de waardering Goed.’ wordt vervangen door ‘Dit doen we bij een risico-kwaliteitsonderzoek en bij een steekproef-kwaliteitsonderzoek.’

b. De zin ‘Wanneer we een onderzoek naar risico’s of naar de waardering Goed uitvoeren, gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’ wordt vervangen door ‘Wanneer we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren of overwegen op standaardniveau de waardering Goed toe te kennen gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’

c. In de derde alinea wordt ‘onderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek’.

C

Paragraaf 1.5-Werking en evaluatie, derde alinea, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

2. In de tweede volzin wordt ‘2023’ telkens vervangen door ‘2024’.

D

Paragraaf 2.3-Uitgangspunten voor het toezicht wordt als volgt gewijzigd:

1. Subparagraaf 2.3.3 Waarborgen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Temeer omdat er een leerplicht geldt voor leerlingen tot 16 jaar en een kwalificatieplicht tot 23 jaar.’ wordt vervangen door ‘Temeer omdat er in beginsel voor jongeren een leerplicht geldt tot 16 jaar en (indien nog geen startkwalificatie is behaald) een kwalificatieplicht tot 18 jaar.’

b. De voetnoot bij ’23 jaar’ (oud) vervalt.

2. In subparagraaf 2.3.4 Stimuleren vervalt ‘We onderzoeken ook de kwaliteit van besturen en scholen die boven basiskwaliteit uitstijgt.’

E

In paragraaf 3.2.2 Stelseltoezicht wordt ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, in het bijzonder over de kwaliteit daarvan (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’ vervangen door ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in het bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’

F

Hoofdstuk 4-Waarderingskader besturen, paragraaf 4.3-Kwaliteitsgebied en standaarden, tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap en opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ vervangen door ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag3 verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

b. Het zinsdeel ‘Het bestuur komt haar verplichtingen na’ wordt vervangen door ‘Het bestuur komt zijn verplichtingen na’.

c. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de veertiende bullet ‘Goed bestuur’ vervangen door ‘code voor goed bestuur’.

2. Blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

a. In de vijfde bullet vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

b. De tiende bullet komt te luiden:

  • Artikel 3.2, eerste lid, en artikel 5.46, eerste lid, onder a, WVO 2020: Het bestuur vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

G

In hoofdstuk 5-Waarderingskader opleidingen, paragraaf 5.3-Kwaliteitsgebieden en standaarden worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de eerste alinea wordt in de voetnoot bij het woord ‘dertien’ het woord ‘leergebieden’ vervangen door ‘gebieden’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP1 wordt als volgt gewijzigd:

i. Aan het opschrift wordt ‘. Aanbod’ toegevoegd.

ii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de zevende bullet na ‘Artikel’ ingevoegd: ‘2.26, derde lid, artikel 2.27, derde lid, WVO 2020 en artikelen’

b. Blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

i. Na ‘bevordering van gelijke kansen.’ wordt ‘De school laat in beginsel leerlingen met een diploma havo of vmbo in de theoretische of gemengde leerweg toe tot het vijfde leerjaar van het vwo respectievelijk het vierde leerjaar van het havo.’ ingevoegd.

ii. De zinnen ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’ komen te luiden

‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

c. Blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. Na de veertiende bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.44, vijfde lid, WVO 2020: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

ii. Na de zeventiende bullet (nieuw) wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende

  • Artikel 8.9a WVO 2020: De school weigert in beginsel geen leerling tot het vijfde leerjaar van het vwo dan wel het vierde leerjaar van het havo indien de leerling in het bezit is van een diploma havo onderscheidenlijk een diploma vmbo in de theoretische of gemengde leerweg.

d. Onder OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, passage Basiskwaliteit wordt na ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ een zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

H

Hoofdstuk 6 Oordelen en waarderen wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 6.1 Inleiding vervalt ‘De standaard basisvaardigheden krijgt per 1 augustus 2024 het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid en telt vanaf die datum dus net als deze standaarden zwaarder dan de andere standaarden mee in het oordeel op schoolniveau. Tot 1 augustus 2024 telt de standaard basisvaardigheden wel mee in het oordeel op schoolniveau, maar nog niet met het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid.’

2. In paragraaf 6.3-Oordelen en waarderen standaarden bestuur en school wordt onder de tabel toegevoegd:

Normering standaard basisvaardigheden

Op de standaard OP0.Basisvaardigheden geven we in schooljaar 2024–2025 geen oordeel. Als niet aan de wettelijke vereisten voldaan wordt, formuleren we herstelopdrachten op de drie afzonderlijke leergebieden (taal, rekenen/wiskunde en burgerschap).

3. In paragraaf 6.5-Oordelen en waarderen op schoolniveau wordt in de eerste tabel in de linker kolom ‘(basiskwaliteit)’ vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’

4. Paragraaf 6.5.3-Extra normering voor nieuwe scholen wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

Extra normering voor het sluiten van nieuwe scholen

b. Na ‘scholen met niet te beoordelen resultaten’ wordt ‘doorgaans’ ingevoegd.

c. ‘Voor nieuwe scholen gelden net als voor andere scholen de beslisregels ’Normering bij niet te beoordelen eindresultaten’ (paragraaf 6.5.2).’ wordt vervangen door ‘Voor nieuwe scholen gelden in die gevallen net als voor andere scholen waarbij de resultaten niet te beoordelen zijn, de beslisregels ’Normering bij niet te beoordelen eindresultaten’ (paragraaf 6.5.2).’

d. De zinnen ‘Daar bovenop gelden voor nieuwe scholen ook de volgende wettelijke regels. In artikel 2.95 WVO 2020 is geregeld dat een school die minder dan twee jaar bekostiging ontvangt en die slechte kwaliteit levert, gesloten kan worden of dat de bekostiging kan worden beëindigd.’ Worden vervangen door ‘Daar bovenop is in artikel 2.95, vierde lid, WVO 2020 geregeld dat een school die minder dan twee jaar bekostiging ontvangt en die slechte kwaliteit levert, gesloten kan worden of dat de bekostiging kan worden beëindigd.’

e. De zin ‘Daarom moet in dit geval sprake zijn van een extra tekortkoming in de naleving van de deugdelijkheidseisen ten opzichte van de normering Zeer zwak bij andere scholen.’ Wordt vervangen door ‘Daarom moet in dit geval sprake zijn van een extra tekortkoming in de naleving van de deugdelijkheidseisen ten opzichte van de normering Zeer zwak.’

f. Het opschrift van de tabel komt te luiden:

Normering voor het sluiten van nieuwe scholen

g. In de linker kolom van de tabel wordt ‘Zeer zwak’ vervangen door ‘Normering’

h. Onder de tabel wordt ‘Het oordeel Voldoende volgt de beslisregels voor de scholen (paragraaf 6.5 en/of paragraf 6.5.2).’ vervangen door

Als de school na het kwaliteitsonderzoek in het eerste jaar Zeer zwak wordt én voldoet aan bovenstaande normering en bij het herstelonderzoek deze situatie zich herhaalt, dan zal de inspectie het dossier overdragen aan de minister.

5. Paragraaf 6.5.4-Normering per 1 augustus 2024 vervalt in zijn geheel.

I

Paragraaf 7.4-Toezichtsactiviteiten bij besturen en scholen wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede alinea wordt ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’ vervangen door ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’

2. Paragraaf 7.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In figuur 7.4.1a-Stappen van het vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen wordt in stap 4-Uitvoeren onderzoeksactiviteiten het woord ‘risico-onderzoeken’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoeken’.

b. De tekst onder het kopje Verificatie-activiteiten wordt als volgt gewijzigd:

i. De zin ‘Anders dan bij onderzoeken naar risico’s en de waardering Goed geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’ wordt vervangen door ‘Anders dan bij risico-kwaliteitsonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’

ii. In de laatste zin wordt ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ gewijzigd naar ‘risico-kwaliteitsonderzoek’.

3. In paragraaf 7.4.2 wordt na de alinea met het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek’ ingevoegd:

Steekproef-kwaliteitsonderzoeken

De Inspectie van het Onderwijs voert naast risico-kwaliteitsonderzoeken ook steekproef-kwaliteitsonderzoeken uit op de scholen (po en so)/afdelingen (vo)/opleidingen (mbo). Deze onderzoeken, die wij in het kader van het stelselbeeld uitvoeren, hebben als doel periodiek een representatief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op Nederlandse scholen te geven. De onderzoeken kennen eenzelfde inhoud en opzet als een risico-kwaliteitsonderzoeken en ook bij dit type onderzoek is het bestuur het aanspreekpunt.

J

Hoofdstuk 8-Communicatie en rapportage wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 8.1-Inleiding wordt ‘Naast communicatie via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Naast communicatie via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

2. In paragraaf 8.2-Communicatie wordt ‘Via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

3. Paragraaf 8.3-Rapportage wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede zin wordt ‘in de vijfde week’ vervangen door ‘in de derde week’.

b. Paragraaf 8.3.3-Schoolniveau wordt als volgt gewijzigd:

i. Het kopje ‘Kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ komt te luiden:

Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek

ii. in de eerste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek’.

iii. In de laatste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘Wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, worden de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’ vervangen door ‘Voor het risico-kwaliteitsonderzoek geldt dat, wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe worden vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.

K

Hoofdstuk 9 Specifieke toepassingen van het onderzoekskader wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 9.3.1 Inleiding vervalt de voetnoot bij ‘een diploma van de school.’.

2. Paragraaf 9.6.2 Aanpassingen waarderingskader en normering wordt als volgt gewijzigd:

a. In de zin die begint met ‘Voor vavo en B2-scholen zijn er’ vervalt ‘burgerschapsvorming,’.

b. Na de zin eindigend op ‘medezeggenschap.’ wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende: Voor vavo is er daarnaast geen wettelijke eis rond burgerschapsvorming.

c. De tekst ‘Daarnaast is een aantal wettelijke bepalingen dat van toepassing is op vavo-opleidingen op roc’s niet van toepassing op niet-bekostigde vavo-opleidingen. Deze artikelen staan in onderstaande tabel.’ wordt vervangen door de tekst

‘In bijlage 5-Waarderingskader vavo en particuliere zelfstandige exameninstellingen (B2) is het uitgangspunt:

= de standaarden op bestuursniveau (BKA) betreffen het niet-bekostigd vavo en B2. Het bekostigd vavo volgt voor BKA hoofdstuk 4-Waarderingskader besturen van het Onderzoekskader middelbaar beroepsonderwijs.

= de standaarden op opleidingsniveau gelden voor (alle) vavo en B2. een aantal wettelijke bepalingen dat van toepassing is op bekostigde vavo-opleidingen op roc’s is echter niet van toepassing op niet bekostigde vavo-opleidingen. Deze artikelen staan in onderstaande tabel.’

d. Tabel 1 Uitgezonderde wettelijke bepalingen (uit de WEB) per standaard voor niet-bekostigd vavo wordt als volgt gewijzigd:

i. Op de regel OP2. Ontwikkeling en begeleiding wordt in de rechter kolom na ‘sub a’ ingevoegd ‘en c’.

ii. Op de regel SKA1. Visie, doelen en ambities vervalt in de rechterkolom ‘, artikel 7.5.7, eerste lid’.

iii. De regel BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur (bestuursniveau) vervalt in zijn geheel.

e. De tabel Normering vavo wordt als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt ‘Onvoldoende’ op de tweede regel aangevuld met ‘(examenkwaliteit)’, dat wordt voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6a.2.1 WEB. Voor niet-bekostigd vavo geldt daarnaast op grond van artikel 6a.1.2 WEB dat de diploma-erkenning kan worden ontnomen (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing).

iii. In de linker kolom wordt ‘Onvoldoende’ op de derde regel aangevuld met ‘(onderwijskwaliteit)’

iv. In de rechterkolom vervalt op tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

v. De tekst van de voetnoot in de linker kolom bij het woord ‘Zeer zwak’ wordt in zijn geheel vervangen door de tekst ‘Bij niet-bekostigd vavo kan het oordeel Zeer zwak worden gezien als invulling van onderwijs en/of examinering van onvoldoende kwaliteit in de zin van artikel 6a.1.2 jo 1.4a.1, eerste lid, WEB. De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’

f. De tabel Normering vavo als de standaard Resultaten niet wordt beoordeeld wordt als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt ‘Onvoldoende’ op de tweede regel aangevuld met ‘(examenkwaliteit)’, dat wordt voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6a.2.1 WEB. Voor niet-bekostigd vavo geldt daarnaast op grond van artikel 6a.1.2 WEB dat de diploma-erkenning kan worden ontnomen (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing).

iii. In de linker kolom wordt ‘Onvoldoende’ op de derde regel aangevuld met ‘(onderwijskwaliteit)’.In de rechterkolom vervalt op de tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

iv. De tekst van de voetnoot in de linker kolom bij het woord ‘Zeer zwak’ wordt in zijn geheel vervangen door de tekst ‘Bij niet-bekostigd vavo kan het oordeel Zeer zwak worden gezien als invulling van onderwijs en/of examinering van onvoldoende kwaliteit in de zin van artikel 6a.1.2 jo 1.4a.1, eerste lid, WEB. De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’

3. In paragraaf 9.7.2 Aanpassingen waarderingskader en normering, wordt de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

a. In de linkerkolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

b. In de linkerkolom wordt op de tweede regel het woord ‘Onvoldoende’ aangevuld met ‘(examenkwaliteit)’.

c. Aan de tekst van de voetnoot behorende bij ‘Onvoldoende’ wordt een zin toegevoegd, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.1.5b WEB.

d. In de linkerkolom wordt op de derde regel het woord ‘Onvoldoende’ aangevuld met ‘(onderwijskwaliteit)’.

e. In de rechterkolom vervalt op de tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

f. In de tekst onder de tabel wordt ‘(anno 2023)’ vervangen door ‘(anno 2024)’.

L

Bijlage 1-Waarderingskader besturen samenwerkingsverbanden passend onderwijs, tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ vervangen door ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag4 verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

b. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. In de laatste bullet wordt na ‘eerste lid,’ de tekst ‘onder a,’ ingevoegd.

ii. In de laatste bullet wordt ‘Goed bestuur’ vervangen door ‘voor goed bestuur’.

2. In blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten komt de elfde bullet te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, onder a, WPO / artikel 3.2, eerste en derde lid jo. artikel 5.46, eerste lid, onder a, WVO 2020: Het bestuur van het samenwerkingsverband vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

M

Bijlage 2-Waarderingskader praktijkonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. in de tabel kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) worden in blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. In het blok OP1.Aanbod, kopje Wettelijke vereisten wordt in de zevende bullet na ‘Artikel’ ingevoegd: ‘2.26, derde lid en artikel 2.27, derde lid, WVO 2020 en artikelen’.

b. Het blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding wordt als volgt gewijzigd:

i. Boven de zin ‘De school verzamelt vanaf binnenkomst systematisch informatie over de kennis en vaardigheden van leerlingen op alle voor het onderwijs belangrijke domeinen.’ wordt een kopje ingevoegd, luidende: Basiskwaliteit

ii. De zinnen ‘De school stelt voor elke leerling, op basis van alle leerlinggegevens, een passend ontwikkelingsperspectief op. De school legt in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’ worden vervangen door

‘De school stelt voor elke leerling, op basis van alle leerlinggegevens, een passend ontwikkelingsperspectief (OPP) op. De school legt in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

iii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de veertiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.44, vijfde lid, WVO 2020: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

c. Blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt een nieuwe eerste zin ingevoegd, luidende:

De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van informatie die zij over leerlingen hebben.

ii. Na de zin ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

d. In het blok OP5.Praktijkvorming/stage, kopje Wettelijke vereisten, wordt in de tweede bullet, na ‘Artikel’ ingevoegd: ‘2.26, derde lid, artikel 2.27, derde lid, WVO 2020 en artikel’.

N

Bijlage 3 – Waarderingskader eerste opvang anderstaligen wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. In het blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur, onder het kopje Wettelijke vereisten, vervalt de twaalfde bullet.

b. In het blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, vijfde bullet, vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

1. Het blok OP0.Basisvaardigheden, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘past bij de leerlingenpopulatie van de school.’ wordt ‘Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school. Het leren van de Nederlandse taal in brede zin staat centraal en de leerinhouden zijn daarop afgestemd.’ ingevoegd.

b. ‘Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs en de samenleving.’ wordt vervangen door ‘Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren en het vervolgonderwijs – ook als dit een andere school voor voortgezet onderwijs is – en de samenleving.’

2. In blok OP0.Basisvaardigheden, onder het kopje Wettelijke vereisten, vervallen de zesde, zevende en achtste bullet.

3. In het blok OP1.Aanbod vervalt de voetnoot bij het woord ‘kerndoelen’.

4. Het blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de ‘de referentieniveaus taal en rekenen als uitgangspunt gelden.’ wordt ‘De school stelt voor elke leerling, op basis van alle leerlinggegevens, passende (streef)doelen op.’ ingevoegd.

b. ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’

wordt vervangen door ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

c. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de veertiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.44, vijfde lid, WVO 2020: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

5. Het blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘hoge verwachtingen van alle leerlingen.’ wordt ‘Zij zorgen ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau van leerlingen. De lessen geven blijk van voldoende competentie op het gebied van de (vak)didactiek van Nederlands als tweede taal.’ ingevoegd.

b. De zin ‘Zij zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt.’ wordt vervangen door ‘De leraren zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt.’

c. Na de zin ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ wordt ‘De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.’ ingevoegd.

6. In het blok OP4.Onderwijstijd, kopje Wettelijke vereisten, vervalt de vijfde bullet.

7. In de tabel Kwaliteitsgebied veiligheid en schoolklimaat (VS) wordt in het blok VS1.Veiligheid onder het kopje Basiskwaliteit na ‘met een gestandaardiseerd instrument.’ een voetnoot ingevoegd, luidende:

Dit instrument moet passen bij de leerlingenpopulatie en moet een representatief en actueel beeld geven van de sociale, psychische en fysieke veiligheid van de leerlingen. Dit kan betekenen dat de school geen Nederlandstalig of geen gestandaardiseerd instrument gebruikt. Eerste opvang anderstaligen hoeven de gegevens niet jaarlijks aan te leveren bij de inspectie, maar moeten de gegevens bij een inspectiebezoek wel kunnen laten zien.

8. In blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt onder het kopje Basiskwaliteit na de zin die eindigt op ‘en/of (regionale) werkgevers.’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De school werkt samen met gemeente, COA, voorschoolse voorzieningen, voorgaande scholen, uitstroomscholen en ketenpartners door informatie over leerlingen uit te wisselen en het onderwijs in een doorgaande leerlijn te realiseren.

9. In het blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, derde bullet, vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

O

Bijlage 4 – Waarderingskader internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs (igvo) wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA), blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Het blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

i. De zinnen ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school voert de geplande ondersteuning uit. De inhoud en uitvoering van dit plan wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd.’

worden vervangen door ‘Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief (OPP) vast hoe zij het onderwijs afstemt op de behoefte van de leerling en registreert het ontwikkelingsperspectief in het ROD. De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP's zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning. De inhoud en uitvoering van het OPP wordt minimaal eenmaal per schooljaar met de ouders geëvalueerd. Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.’

ii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de veertiende bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.44, vijfde lid, WVO 2020: Het ontwikkelingsperspectief bevat een omschrijving van de individuele begeleiding. Indien wordt afgeweken van een of meer onderdelen van het onderwijsprogramma wordt dat vermeld in het ontwikkelingsperspectief.

b. In het blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, kopje Basiskwaliteit wordt na ‘Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen.’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

3. In het blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, derde bullet, wordt ‘voor elk besluit dat betrekking heeft op dat geval’ geschrapt.

P

Bijlage 5 Waarderingskader vavo en particuliere zelfstandige exameninstellingen (B2) wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt onder het kopje Basiskwaliteit als volgt gewijzigd:

i. In de zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’ wordt na ‘de leden’ de zinsnede ‘, alsmede stelt het bestuur een commissie van beroep voor de examens in of het sluit zich bij een dergelijke commissie van beroep aan’ ingevoegd.

b. Blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. Na de tweede bullet wordt een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.4.8, eerste lid, WEB: Het bestuur zorgt voor een goede organisatie en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering.

ii. De vijfde en de zesde bullet (nieuw) die beginnen met ‘Artikel 7.5.7, eerste lid, WEB’ vervallen.

iii. Na de vierde bullet (nieuw) worden een nieuwe vijfde en zesde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.5.2, eerste tot en met vierde lid, WEB: Het bestuur draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van klachten conform de eisen van de wet.

  • Artikel 7.5.3 WEB: Het bestuur stelt al dan niet in samenwerking met in dit artikel genoemde anderen een commissie van beroep voor de examens in dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.

c. In het blok BKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog worden na de bullets onder het kopje Wettelijke vereisten twee nieuwe bullets toegevoegd, luidende:

  • Artikel 1.4, tweede lid, WVO 2020: Het onderwijs is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen en zij kunnen een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen.

  • Artikel 2.91 WVO 2020: Het bestuur zorgt voor een stelsel van kwaliteitszorg. Dat houdt onder andere in dat er regelmatig wordt geëvalueerd of gestelde doelen worden gehaald.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP0. Basisvaardigheden wordt als volgt gewijzigd:

i. De titel van het blok komt te luiden: OP0. Basisvaardigheden (alleen voor B2). De voetnoot in de titel vervalt.

ii. In de aanhef wordt ‘studenten’ vervangen door ‘leerlingen’.

iii. De gehele tekst onder het kopje Basiskwaliteit wordt vervangen door

‘De school heeft voor het onderwijs in de basisvaardigheden Nederlandse taal (mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging), rekenen/wiskunde (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, en verbanden) en burgerschap een doelgericht en samenhangend curriculum dat past bij de leerlingenpopulatie van de school.

Voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde is de inhoud van het curriculum ten minste dekkend voor de kerndoelen en werkt het toe naar de referentieniveaus. Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving. De uitvoering van het curriculum is herkenbaar in de onderwijspraktijk.

Burgerschap richt zich ten minste op bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de kennis, houdingen en vaardigheden die daarbij van belang zijn. Dat geldt evenzo voor de sociale en maatschappelijke competenties die nodig zijn in de pluriforme democratische samenleving, en de kerndoelen die daaraan gerelateerd zijn.’.

iv. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt in de laatste volzin (nieuw) het woord ‘kerndoelen’ voorzien van een voetnoot, luidende: De wettelijke opdracht tot bevordering is ook herkenbaar in een aantal kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, die eveneens op sociale en maatschappelijke competenties betrekking hebben. Te denken valt met name aan de kerndoelen 35, 36, 38, 43, 44, 45 en 47.

v. De bullets onder het kopje Wettelijke vereisten worden in hun geheel vervangen door de volgende bullets:

  • Artikel 2 en artikel 3, Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, jo. artikel 2, Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen: Het onderwijs werkt naar de referentieniveaus van taal en rekenen toe

  • Artikel 2.2 WVO 2020: Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie (kennis van en respect voor basiswaarden en de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties).

  • Artikel 2.13 en 2.14 WVO 2020, jo. artikel 2.1 en bijlage 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020: Het onderwijsaanbod voor de eerste twee leerjaren voldoet aan de kerndoelen en is samenhangend ingericht.

  • Artikel 2.19 WVO 2020: Het onderwijsaanbod voor het derde leerjaar havo en vwo voldoet aan de kerndoelen en is samenhangend ingericht.

  • Artikel 2.89 en 2.90 WVO 2020: De school heeft haar beleid over het pedagogisch-didactisch handelen in het schoolplan geformuleerd.

b. In het blok OP2. Ontwikkeling en begeleiding wordt onder het kopje Wettelijke vereisten na de tweede bullet een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.1.5 WEB: Het bestuur rapporteert over de vorderingen van de studenten aan hun ouders, voogden of verzorgers, dan wel aan de studenten zelf indien zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA) worden in het blok SKA1. Visie, ambities en doelen onder het kopje Wettelijke vereisten na de vierde bullet de volgende bullets toegevoegd:

  • Artikel 2.2, eerste lid, WVO 2020: Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie (kennis van en respect voor basiswaarden en de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties).

  • Artikel 2.88, tweede lid, WVO 2020: Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het stelsel van kwaliteitszorg.

  • Artikel 2.89 WVO 2020: De beschrijving van het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de inhoud van het onderwijs, de eigen opdrachten voor het onderwijs, het pedagogisch-didactisch klimaat en de veiligheid. Daarbij betrekt de school het schoolondersteuningsprofiel.

  • Artikel 2.91 WVO 2020: De school moet door haar stelsel van kwaliteitszorg zorg dragen voor de ononderbroken ontwikkeling van leerlingen en de afstemming van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen. Ook moet worden vastgesteld waar verbetermaatregelen nodig zijn.

Q

In bijlage 6 Waarderingskader doorlopende leerroutes vmbo-mbo wordt als volgt gewijzigd:

1. de tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP1. Aanbod wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. Na de eerste bullet wordt een nieuwe tweede bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: De instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

ii. Na de laatste bullet wordt een nieuwe bullet toegevoegd, luidende:

  • Artikel 3, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel d, Examen- en kwalificatiebesluit WEB: Engels is een generiek examenonderdeel voor de middenkaderopleiding.

b. Blok OP2. Ontwikkeling en begeleiding wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. In de eerste bullet wordt ’Artikel 1’ vervangen door ‘Artikel 1.1’.

ii. Na de tweede bullet wordt een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: de instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

c. In het blok OP5. Beroepspraktijkvorming wordt onder Wettelijke vereisten in de tiende bullet na ‘artikel 2.27, derde lid,’ ingevoegd: ‘WVO 2020 en artikelen 2.34 en 2.39, Uitvoeringsbesluit WVO 2020.’.

2. In de tabel Sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA) vervalt in blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Wettelijke vereisten in de zesde bullet de zinsnede ‘voor elk besluit in dat geval’.

R

In bijlage 7 Waarderingskader voortgezet onderwijs Caribisch Nederland wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA1. Visie, ambities en doelen wordt onder het kopje Wettelijke vereisten in de vierde bullet als volgt gewijzigd:

i. Na ‘artikel 2.90’ wordt ingevoegd ‘en artikel 11.27’.

ii. In de tekst na de dubbele punt wordt het woord ‘schoolondersteuningsprofiel’ vervangen door ‘eilandelijk zorgplan’.

b. Blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt de zinsnede ‘afspraken uit het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband passend onderwijs’ vervangen door ‘afspraken uit het eilandelijk zorgplan’.

ii. De tekst van de voetnoot bij het woord ‘jaarverslag’ wordt in zijn geheel vervangen door de tekst ‘Volgens artikel 1, definitie jaarverslag, RJO BES: het verslag, bestaande uit een bestuursverslag, een jaarrekening en andere gegevens.’.

iii. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de vierde bullet na ‘artikel 7.37’ een komma ingevoegd en wordt de zinsnede ‘en artikel 7.37a’ vervangen door ‘artikel 11.83 en artikel 11.87’.

iv. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de vijfde bullet ‘de leerlingenstatuur’ vervangen door ‘het leerlingenstatuut’.

2. De tabel Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP1. Aanbod wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit vervalt in de tweede volzin de zinsnede ‘dat ook de referentieniveaus taal en rekenen omvat’.

ii. Het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de derde bullet wordt na ‘Artikel’ ingevoegd: ‘2.26, derde lid, artikel 2.27, derde lid, WVO 2020 en artikel’.

2. In de vierde bullet vervalt de zinsnede ‘op grond van artikel 47a’.

b. Blok OP2. Zicht op ontwikkeling en begeleiding wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt na de zin eindigend op ‘ontwikkeling en begeleiding van de leerling.’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende: De school heeft daarbij hoge verwachtingen van leerlingen.

ii. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de derde bullet wordt ‘2.30’ vervangen door ’11.8’.

2. In de achtste bullet wordt ‘2.44’ vervangen door ’11.14’.

c. Blok OP3. Pedagogisch-didactisch handelen wordt als volgt gewijzigd:

i. De aanhef wordt vervangen door ‘Het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen en draagt eraan bij dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.’.

ii. De tekst onder het kopje Basiskwaliteit wordt in zijn geheel vervangen door ‘De leraren creëren in hun lessen een pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat, waardoor de leerlingen zich veilig voelen en actief betrokken zijn. De leraren tonen hoge verwachtingen van alle leerlingen. Zij zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt. De leraren maken het lesdoel duidelijk. Zij monitoren tijdens de les of de leerlingen het beoogde lesdoel al dan niet halen en passen hun onderwijs waar nodig aan. De leraren leggen de lesstof duidelijk uit en geven de leerlingen voldoende tijd om te oefenen met de lesstof. Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen. De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen. De leraren geven hun leerlingen gerichte feedback op hun gemaakte werk en op hun leerproces. Zij stimuleren de leerlingen na te denken over hun eigen ontwikkeling.’.

d. In het opschrift van blok OP6. Afsluiting vervalt de voetnoot bij het woord ‘Afsluiting’.

ARTIKEL III

Bijlage 3 bij het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 juni 2021, nr. 28318215, tot intrekking van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2017 onder vaststelling van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2021 (Stcrt. 2021, 34766) wordt als volgt gewijzigd:

A

De zinsnede ‘Versie per 1 augustus 2023’ wordt vervangen door ‘Versie per 1 augustus 2024’.

B

De Samenvatting wordt onder het kopje ‘Toezicht op individuele scholen’ als volgt gewijzigd:

1. De zin ‘Dit doen we bij een onderzoek naar risico’s en bij een onderzoek naar de waardering Goed.’ wordt vervangen door ‘Dit doen we bij een risico-kwaliteitsonderzoek en bij een steekproef-kwaliteitsonderzoek.’

2. De zin ‘Wanneer we een onderzoek naar risico’s of naar de waardering Goed uitvoeren, gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’

wordt vervangen door de zin

‘Wanneer we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren of overwegen op standaardniveau de waardering Goed toe te kennen gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor scholen.’

C

Paragraaf 1.5-Werking en evaluatie, derde alinea, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

2. In de tweede volzin wordt ‘2023’ telkens vervangen door ‘2024’.

D

Paragraaf 2.3-Uitgangspunten voor het toezicht wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 2.3.3-Waarborgen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Temeer omdat er een leerplicht geldt voor leerlingen tot 16 jaar en een kwalificatieplicht tot 23 jaar.’ wordt vervangen door ‘Temeer omdat er in beginsel voor jongeren een leerplicht geldt tot 16 jaar en (indien nog geen startkwalificatie is behaald) een kwalificatieplicht tot 18 jaar.’

b. De voetnoot bij ’23 jaar’ (oud) vervalt.

2. In paragraaf 2.3.4-Stimuleren vervalt ‘We onderzoeken ook de kwaliteit van besturen en scholen die boven basiskwaliteit uitstijgt.’

E

In paragraaf 3.2.2-Stelseltoezicht wordt ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, in het bijzonder over de kwaliteit daarvan (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’ vervangen door ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in het bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’

F

Hoofdstuk 4-Waarderingskader besturen, paragraaf 4.3-Kwaliteitsgebied en standaarden, tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA), wordt als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tekst onder het kopje Basiskwaliteit wordt ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap en opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ met behoud van de voetnoot bij het woord ‘jaarverslag’ vervangen door

‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

b. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt in de veertiende bullet ‘Goed bestuur’ vervangen door ‘code voor goed bestuur’.

2. Blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Wettelijke vereisten, vijfde bullet, vervalt ‘voor besluiten die op dat geval betrekking hebben’.

b. Onder het kopje Wettelijke vereisten komt de twaalfde bullet te luiden:

Artikel 141, eerste lid, sub a, WEC: Het bestuur vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

G

Paragraaf 5.3-Kwaliteitsgebieden en standaarden, tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

1. Blok OP0.Basisvaardigheden wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste zin onder het kopje Basiskwaliteit wordt na ‘Nederlandse taal’ een voetnoot ingevoegd, luidende:

Voor sommige slechthorende en dove leerlingen is het taalonderwijs aangepast. Scholen kunnen voor deze doelgroep tweetalig onderwijs aanbieden en zich richten op de doelen in de Nederlandse gebarentaal en in het Nederlands.

b. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt na de derde bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

Artikel 13, zevende lid, WEC jo. bijlage 1 bij Besluit kerndoelen WEC: Voor sommige slechthorende en dove leerlingen kunnen derhalve zowel de kerndoelen Nederlandse taal als de doelen NGT aan de orde zijn. Scholen kunnen tweetalig onderwijs aanbieden. Voor het onderwijs in NGT zijn aparte doelen opgesteld. Deze taal kan als primaire taal aangeboden worden, waarbij dan het domein mondeling taalonderwijs wordt aangepast.

2. Blok OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding, kopje Basiskwaliteit, wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘een passend ontwikkelingsperspectief’ wordt ‘(OPP)’ ingevoegd.

b. Na ‘naar het regulier onderwijs.’ wordt een zin ingevoegd, luidende:

De school stelt OPP’s op die voldoen aan de wettelijke vereisten en concrete doelen bevatten. De OPP’s zijn sturend voor een planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning.

c. Na ‘evaluatie van het ontwikkelingsperspectief.’ wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

Op basis van de evaluatie stelt de school de doelen of aanpak van de extra ondersteuning bij.

d. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. In de zeventiende bullet wordt na ‘Artikel 41a, vijfde’ ingevoegd ‘en zesde’.

ii. In de zeventiende bullet wordt ‘De school kan het ontwikkelingsperspectief bijstellen na advies van de commissie voor de begeleiding en na overleg met de ouders of leerling’ vervangen door ‘De school kan het ontwikkelingsperspectief en het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief bijstellen na advies van de commissie voor de begeleiding en na overleg met de ouders of leerling’.

iii. Aan het slot worden twee bullets toegevoegd, luidende:

  • Artikel 4 Onderwijskundig besluit WEC: In het ontwikkelingsperspectief is informatie opgenomen over de begeleiding die de leerling wordt geboden, naar welk uitstroomprofiel van het voortgezet speciaal onderwijs de leerling naar verwachting zal uitstromen dan wel naar welke onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, en over de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling.

  • Artikel 5 Onderwijskundig besluit WEC: In het ontwikkelingsperspectief is informatie opgenomen over de begeleiding die de leerling wordt geboden, naar welk vervolgonderwijs, welke soort arbeid of naar welke vorm van dagbesteding de leerling uitstroomt, en over de belemmerende en de bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling.

e. In blok OP3.Pedagogisch-didactisch handelen, kopje Basiskwaliteit, wordt na ‘individuele en groepen leerlingen.’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.

2. In blok OP5.Praktijkvorming/stage, kopje Wettelijke vereisten, wordt een nieuwe eerste bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.26, derde lid en 2.27, derde lid, WVO 2020 en artikel 2.34 en artikel 2.39, Uitvoeringsbesluit WVO 2020: De school kan in het derde en vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg in het vmbo én voor praktijkonderwijsleerlingen lessen besteden aan stage.

3. Blok OP6.Afsluiting, kopje Wettelijke vereisten, wordt als volgt gewijzigd:

a. De derde bullet onder het subkopje ‘Specifiek voor vso-scholen zonder examenlicentie’ komt te luiden:

  • Artikel 4.1, 4.2 en 4.3 Uitvoeringsbesluit WVO 2020: Voor vso-scholen bestaat de mogelijkheid om leerlingen gebruik te laten maken van het staatsexamen.

b. In de vierde bullet onder het subkopje ‘Specifiek voor vso-scholen zonder examenlicentie’ wordt ‘tweede lid’ vervangen door ‘eerste en derde lid’.

4. In het blok SKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog worden in de tweede bullet de woorden ‘voor elk besluit in dat geval’ geschrapt.

H

Hoofdstuk 6-Oordelen en waarderen wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 6.1-Inleiding vervalt ‘De standaard basisvaardigheden krijgt per 1 augustus 2024 het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid en telt vanaf die datum dus net als deze standaarden zwaarder dan de andere standaarden mee in het oordeel op schoolniveau. Tot 1 augustus 2024 telt de standaard basisvaardigheden wel mee in het oordeel op schoolniveau, maar nog niet met het gewicht van de standaarden Resultaten, Zicht op ontwikkeling en begeleiding, Pedagogisch-didactisch handelen en Veiligheid.’

2. In paragraaf 6.3-Oordelen en waarderen standaarden bestuur en school wordt onder de tabel een tekst ingevoegd, luidende:

Normering standaard basisvaardigheden

Op de standaard OP0.Basisvaardigheden geven we in schooljaar 2024-2025 geen oordeel. Als niet aan de wettelijke vereisten voldaan wordt, formuleren we herstelopdrachten op de drie afzonderlijke leergebieden (taal, rekenen-wiskunde en burgerschap).

4. In paragraaf 6.5-Oordelen en waarderen op schoolniveau vervalt het kopje ‘Normering per 1 augustus 2024’ alsmede de tekst en de tabel daaronder.

I

Paragraaf 7.4 Toezichtsactiviteiten bij besturen en scholen wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede alinea wordt ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’ vervangen door ‘Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht.’

2. In paragraaf 7.4.1 wordt in de tekst onder het kopje Verificatie-activiteiten de zin ‘Anders dan bij onderzoeken naar risico’s en de waardering Goed geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’ vervangen door ‘Anders dan bij risico-kwaliteitsonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de school.’

3. In paragraaf 7.4.2.’ wordt na de alinea met het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek’ ingevoegd:

Steekproef-kwaliteitsonderzoeken

De Inspectie van het Onderwijs voert naast risico-kwaliteitsonderzoeken ook steekproef-kwaliteitsonderzoeken uit op de scholen (po en so)/afdelingen (vo)/opleidingen (mbo). Deze onderzoeken, die wij in het kader van het stelselbeeld uitvoeren, hebben als doel periodiek een representatief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op Nederlandse scholen te geven. De onderzoeken kennen eenzelfde inhoud en opzet als een risico-kwaliteitsonderzoeken en ook bij dit type onderzoek is het bestuur het aanspreekpunt.

J

Hoofdstuk 8-Communicatie en rapportage wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 8.1-Inleiding wordt de zinsnede ‘Naast communicatie via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door de zinsnede ‘Naast communicatie via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

2. In paragraaf 8.2-Communicatie wordt de zinsnede ‘Via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door de zinsnede ‘Via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

3. Paragraaf 8.3-Rapportage wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede zin worden de woorden ‘in de vijfde week’ vervangen door ‘in de derde week’.

b. Subparagraaf 8.3.3-Schoolniveau wordt als volgt gewijzigd:

i. Het kopje ‘Kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ wordt vervangen door ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’.

ii. In de eerste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek’

iii. In de laatste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt ‘Wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, worden de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’ vervangen door ‘Voor het risico-kwaliteitsonderzoek geldt dat, wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe worden vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.

K

Bijlage 1-Waarderingskader besturen samenwerkingsverbanden passend onderwijs, tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt de zin ‘Het bestuur opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ met behoud van de voetnoot bij het woord ‘jaarverslag’ vervangen door ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag verantwoording af over de afwijkingen van die code.’

b. Onder het kopje Wettelijke vereisten wordt de dertiende bullet als volgt gewijzigd:

i. Na ‘eerste lid,’ wordt ingevoegd ‘onder a,’.

ii. De woorden ‘Goed bestuur’ worden vervangen door ‘code voor goed bestuur’.

2. Blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog, kopje Wettelijke vereisten, twaalfde bullet, komt te luiden:

  • Artikel 165, eerste lid, onder a, WPO / artikel 3.2, eerste en derde lid, en artikel 5.46, eerste lid, onder a, WVO 2020: Het bestuur van het samenwerkingsverband vermeldt in het jaarverslag de gehanteerde code voor goed bestuur en verantwoordt zich daarin over eventuele afwijkingen.

ARTIKEL IV

Bijlage 4 bij het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 24 juni 2021, nr. 28318215, tot intrekking van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2017 onder vaststelling van beleidsregels houdende Onderzoekskaders 2021 (Stcrt. 2021, 34766) wordt als volgt gewijzigd:

A

Op het titelblad wordt de tekst ‘Versie per 1 augustus 2023’ vervangen door ‘Versie per 1 augustus 2024’

B

De Samenvatting wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tekst onder het kopje Toezicht op het bestuur en zijn opleidingen wordt ‘Ook kunnen we een risico-onderzoek of een onderzoek naar de waardering Goed uitvoeren.’ vervangen door ‘Ook kunnen we een risico-kwaliteitsonderzoek, een steekproef-kwaliteitsonderzoek of een onderzoek naar de waardering Goed uitvoeren.’

2. De tekst onder het kopje ‘Toezicht op individuele opleidingen’ wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Dit doen we bij een onderzoek naar risico’s en bij een onderzoek naar de waardering Goed.’ wordt vervangen door de zin ‘Dit doen we bij een risico-kwaliteitsonderzoek en bij een steekproef-kwaliteitsonderzoek.’

b. De zin ‘Wanneer we een onderzoek naar risico’s of naar de waardering Goed uitvoeren, gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor opleidingen.’ wordt vervangen door ‘Wanneer we een risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek uitvoeren of overwegen op standaardniveau de waardering Goed toe te kennen gebruiken we standaarden uit het waarderingskader voor opleidingen.’

c. De zin ‘Ook bij scholen is het, zoals hierboven aangegeven, mogelijk dat we tussentijds een onderzoek naar risico’s uitvoeren, bijvoorbeeld bij ernstige signalen.’ vervangen door ‘Ook bij scholen is het, zoals hierboven aangegeven, mogelijk dat we tussentijds een risico-kwaliteitsonderzoek uitvoeren, bijvoorbeeld bij ernstige signalen.’

C

In paragraaf 1.5 Werking en evaluatie wordt in de derde alinea in de eerste zin ‘2022’ vervangen door ‘2023’ en wordt in de tweede zin ‘2023’ telkens vervangen door ‘2024’.

D

Paragraaf 2.3 Uitgangspunten voor het toezicht wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 2.3.3 Waarborgen wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Temeer omdat er een leerplicht geldt voor leerlingen tot 16 jaar en een kwalificatieplicht tot 23 jaar.’ wordt vervangen door ‘Temeer omdat er in beginsel voor jongeren een leerplicht geldt tot 16 jaar en (indien nog geen startkwalificatie is behaald) een kwalificatieplicht tot 18 jaar.’.

b. De voetnoot bij ‘23 jaar’ (oud) vervalt.

2. In paragraaf 2.3.4 Stimuleren vervalt de zin ‘We onderzoeken ook de kwaliteit van besturen en opleidingen die boven basiskwaliteit uitstijgt.’.

E

In paragraaf 3.2.2 Stelseltoezicht wordt de zin ‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, in het bijzonder over de kwaliteit daarvan (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’ vervangen door

‘Zo ligt er een taak voor de inspectie in het rapporteren over de ontwikkeling van, in het bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs en over de uitoefening van de taken door de instellingen, de samenwerkingsverbanden en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (artikel 3, eerste lid, sub d, WOT).’

F

In hoofdstuk 4 Waarderingskader besturen, paragraaf 4.3 Kwaliteitsgebieden en standaarden, wordt de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) als volgt gewijzigd:

1. Blok BKA2.Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt in de zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’ na ‘de leden’ de zinsnede ‘, alsmede stelt het bestuur een commissie van beroep voor de examens in of het sluit zich bij een dergelijke commissie van beroep aan’ ingevoegd.

b. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt de zin ‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap en opereert volgens een code Goed Bestuur of legt in het jaarverslag uit als het daar eventueel van afwijkt en waarom dat het geval is.’ met behoud van de voetnoot bij het woord ‘jaarverslag’ vervangen door de zin

‘Het bestuur zorgt voor goed functionerende medezeggenschap; het hanteert een code voor goed bestuur en legt in het jaarverslag verantwoording af over de omgang met die code.’.

c. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. In de zeventiende bullet wordt de tekst na ‘Artikel 4.1.3 WEB:’ vervangen door ‘Door of namens het bestuur wordt een professioneel statuut vastgesteld ter verbetering van de professionaliteit van het personeel, in overeenstemming met vakorganisaties.’.

ii. Na de twintigste bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.4.8, eerste lid, WEB: Het bestuur zorgt voor een goede organisatie en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering.

iii. In de bullet die begint met ‘Artikel 7.4.8a, eerste tot en met vierde lid, WEB:’ wordt ‘Artikel 7.4.8a’ vervangen door ‘Artikel 7.5.2’. Deze bullet wordt verplaatst en ingevoegd na de bullet die begint met ‘Artikel 7.5.1 WEB:’.

iv. Voor de laatste bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.5.3 WEB: Het bestuur stelt al dan niet in samenwerking met in dit artikel genoemde anderen een commissie van beroep voor de examens in dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.

2. Blok BKA3.Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

a. In de zesde bullet worden na ‘in het bestuursverslag’ de woorden ‘onder andere’ ingevoegd.

b. In de negende bullet wordt na ‘zevende lid’ een komma ingevoegd.

c. Na de twaalfde bullet wordt een nieuwe dertiende bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 8a.2.1a WEB: Het bestuur wijst de studentenraad uitdrukkelijk op haar instemmings- of adviesbevoegdheid indien het een voorstel voor advies of instemming voorlegt.

G

Hoofdstuk 5 Waarderingskader opleidingen wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP1. Aanbod wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. Na de eerste bullet wordt een nieuwe tweede bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: De instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

ii. Na de laatste bullet wordt een nieuwe bullet toegevoegd, luidende:

  • Artikel 3, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel d, Examen- en kwalificatiebesluit WEB: Engels is een generiek examenonderdeel voor de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding.

b. In blok OP2.Ontwikkeling en begeleiding wordt onder het kopje Wettelijke vereisten na de tweede bullet een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: De instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

2. In de tabel Kwaliteitsgebied onderwijsresultaten (OR), in blok OR1. Studiesucces, wordt aan de tekst van de voetnoot bij ‘de gestelde norm’ een zin toegevoegd, luidende: Voor bekostigd mbo niveau 2, 3 en 4 is de definitie en uitwerking van Studiesucces geregeld in hoofdstuk 4a van het Uitvoeringsbesluit WEB en in de Regeling studiesucces mbo.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturen, kwaliteitszorg en ambitie opleidingen (SKA) wordt in blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Basiskwaliteit in de derde volzin het woord ‘betrokkenen’ vervangen door het woord ‘belanghebbenden’.

H

Hoofdstuk 6 Oordelen en waarderen wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 6.3 Oordelen en waarderen standaarden bestuur en opleidingen wordt onder de tabel ingevoegd:

Normering standaard basisvaardigheden

Op de standaard OP0.Basisvaardigheden geven we in schooljaar 2024-2025 geen oordeel. Als niet aan de wettelijke vereisten voldaan wordt, formuleren we herstelopdrachten op de drie afzonderlijke leergebieden (taal, rekenen/wiskunde en burgerschap). Echter een oordeel Goed op opleidingsniveau kan uitsluitend worden gegeven als er op de standaard OP0 geen tekortkomingen zijn geconstateerd.

2. In paragraaf 6.5 Oordelen en waarderen op opleidingsniveau wordt de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

a. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

b. In de linker kolom wordt op de derde regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.1.5b WEB.

c. In de rechterkolom vervalt op de derde regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

d. In de linker kolom worden op de vijfde regel de woorden ‘Zeer zwak’ voorzien van een voetnoot, luidende: De rechten genoemd in artikel 1.3.1 WEB kunnen (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.1.4, eerste lid, onder a, WEB.

3. In paragraaf 6.5.2 Normering bij niet te beoordelen resultaten wordt de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

a. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

b. In de linker kolom wordt op de derde regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.1.5b WEB.

c. In de rechterkolom vervalt op de derde regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

I

Na hoofdstuk 6 wordt een hoofdstuk 7 ingevoegd, dat luidt zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

J

Hoofdstuk 8-Communicatie en rapportage wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 8.1 Inleiding wordt de zinsnede ‘Naast communicatie via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Naast communicatie via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

2. In paragraaf 8.2 Communicatie wordt de zinsnede ‘Via het meldpunt van de inspectie’ vervangen door ‘Via het informatie- en meldpunt van de inspectie’.

3. Paragraaf 8.3 Rapportage wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tweede volzin wordt ‘in de vijfde week’ vervangen door ‘in de derde week’.

b. Paragraaf 8.3.3 Opleidingsniveau wordt als volgt gewijzigd:

i. Het kopje ‘Kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ wordt vervangen door het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’.

ii. In de eerste zin onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) worden de woorden ‘kwaliteitsonderzoek naar risico’s’ vervangen door ‘risico-kwaliteitsonderzoek of een steekproef-kwaliteitsonderzoek’.

iii. Onder het kopje ‘Risico-kwaliteitsonderzoek en steekproef-kwaliteitsonderzoek’ (nieuw) wordt de zin ‘Wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, worden de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’ vervangen door ‘Voor het risico-kwaliteitsonderzoek geldt dat, wanneer het bestuur in opdracht van de inspectie zelf een (herstel)onderzoek uitvoert, de resultaten na herstel op de inspectiewebsite in principe worden vermeld via een verwijzing naar de website van het bestuur.’.

K

Hoofdstuk 9 Specifieke toepassingen van het onderzoekskader wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 9.2.2 Aanpassingen waarderingskader en normering wordt als volgt gewijzigd:

a. Tabel 1 Uitgezonderde wettelijke bepalingen per standaard voor nbi wordt als volgt gewijzigd:

i. Op de regel OP1 Aanbod wordt in de rechter kolom na het eerste woord ‘Artikel’ ingevoegd ‘1.3.5, sub c, WEB, artikel’.

ii. Op de regel OP2 Ontwikkeling en begeleiding wordt in de rechter kolom na ‘sub a’ ingevoegd ‘en c’.

iii. Op de regel BKA2 Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt in de rechterkolom na ‘artikel 7.5.1,’ ingevoegd ‘artikel 7.5.2, eerste tot en met vierde lid,’.

iv. Op de regel BKA3 Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt in de rechter kolom na ‘artikel 8a.2.1, vierde lid,’ ingevoegd ‘artikel 8a.2.1a,’.

b. Onder het kopje ‘Normering’ wordt de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.2.3b WEB.

iii. In de rechterkolom vervalt op de derde regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

iv. Aan de voetnoot bij ‘Zeer zwak’ in de linker kolom wordt de zin ‘De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’ toegevoegd.

c. De tabel Normering als Studiesucces niet wordt beoordeeld wordt als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt op de derde regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.2.3b WEB.

iii. In de rechterkolom vervalt op de derde regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

iv. Aan de voetnoot bij ‘Zeer zwak’ wordt de zin ‘De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’ toegevoegd.

2. Paragraaf 9.3.2 Aanpassingen waarderingskader en normering wordt als volgt gewijzigd:

a. In de zin die begint met ‘Voor vavo en B2-scholen zijn er...’ vervalt ‘burgerschapsvorming,’.

b. Na de zin eindigend op ‘medezeggenschap.’ wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende: Voor vavo is er daarnaast geen wettelijke eis rond burgerschapsvorming.

c. De tekst ‘Daarnaast is een aantal wettelijke bepalingen dat van toepassing is op vavo-opleidingen op roc’s niet van toepassing op niet-bekostigde vavo-opleidingen. Deze artikelen staan in onderstaande tabel.’ wordt vervangen door de tekst

‘In bijlage 3-Waarderingskader vavo en particuliere zelfstandige exameninstellingen (B2) is het uitgangspunt:

= de standaarden op bestuursniveau (BKA) betreffen het niet-bekostigd vavo en B2. Het bekostigd vavo volgt voor BKA hoofdstuk 4-Waarderingskader besturen van het Onderzoekskader middelbaar beroepsonderwijs.

= de standaarden op opleidingsniveau gelden voor (alle) vavo en B2. Een aantal wettelijke bepalingen dat van toepassing is op bekostigde vavo-opleidingen op roc’s is echter niet van toepassing op niet bekostigde vavo-opleidingen. Deze artikelen staan in onderstaande tabel.’.

d. Tabel 2 Uitgezonderde wettelijke bepalingen per standaard voor niet-bekostigd vavo wordt als volgt gewijzigd:

i. Op de regel OP2 Ontwikkeling en begeleiding wordt in de rechter kolom na ‘sub a’ ingevoegd ‘en c’.

ii. Op de regel SKA1 Visie, doelen en ambities vervalt in de rechterkolom ‘, artikel 7.5.7, eerste lid’.

iii. De regel BKA2 Uitvoering en kwaliteitscultuur (bestuursniveau) vervalt in zijn geheel.

e. De tabel Normering vavo wordt als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt op de tweede regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6a.2.1 WEB. Voor niet-bekostigd vavo geldt daarnaast op grond van artikel 6a.1.2 WEB dat de diploma-erkenning kan worden ontnomen (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing).

iii. In de rechterkolom vervalt op de tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

f. De voetnoot bij ‘Zeer zwak’ in de linker kolom wordt vervangen door de tekst ‘Bij niet-bekostigd vavo kan het oordeel Zeer zwak worden gezien als invulling van onderwijs en/of examinering van onvoldoende kwaliteit in de zin van artikel 6a.1.2 jo 1.4a.1, eerste lid, WEB. De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’.

g. De tabel Normering vavo als de standaard Resultaten niet wordt beoordeeld wordt als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt op de tweede regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6a.2.1 WEB. Voor niet-bekostigd vavo geldt daarnaast op grond van artikel 6a.1.2 WEB dat de diploma-erkenning kan worden ontnomen (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing).

iii. In de rechterkolom vervalt op de tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

h. De voetnoot bij ‘Zeer zwak’ in de linker kolom wordt vervangen door de tekst ‘Bij niet-bekostigd vavo kan het oordeel Zeer zwak worden gezien als invulling van onderwijs en/of examinering van onvoldoende kwaliteit in de zin van artikel 6a.1.2 jo 1.4a.1, eerste lid, WEB. De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.’.

3. Paragraaf 9.4.2 Aanpassingen waarderingskader en normering wordt als volgt gewijzigd:

a. Tabel 3: Uitgezonderde wettelijke bepalingen per standaard voor Overige educatie wordt als volgt gewijzigd:

i. Op de regel OP2 Ontwikkeling en begeleiding wordt in de rechter kolom na het eerste woord ‘Artikel’ ingevoegd ‘1.3.5, sub c, artikel’.

ii. Op de regel BKA2 Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt in de rechterkolom na ‘artikel 7.5.1;’ ingevoegd ‘artikel 7.5.2, eerste tot en met vierde lid;’.

iii. Op de regel BKA3 Evaluatie, verantwoording en dialoog wordt in de rechter kolom na ‘artikel 8a.2.1, vierde lid;’ ingevoegd ‘artikel 8a.2.1a;’.

b. Onder het kopje Normering wordt de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

i. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

ii. In de linker kolom wordt op de derde regel het woord ‘(examenkwaliteit)’ voorzien van een voetnoot, luidende: De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6a.1.2 WEB.

iii. In de rechter kolom vervalt op de derde regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

iv. In de linker kolom worden de woorden ‘Zeer zwak’ voorzien van een voetnoot, luidende: Het oordeel Zeer zwak kan worden gezien als invulling van onderwijs en/of examinering van onvoldoende kwaliteit in de zin van artikel 6a.1.2 jo 1.4a.1, eerste lid, WEB. De diploma-erkenning kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen.

4. In paragaaf 9.5.2 Aanpassingen waarderingskader en normering wordt onder het kopje Normering de tabel Eindoordeel/waardering opleiding als volgt gewijzigd:

a. In de linker kolom wordt het woord ‘(basiskwaliteit)’ telkens vervangen door ‘(onderwijskwaliteit)’.

b. Aan de tekst van de voetnoot behorende bij ‘Onvoldoende (examenkwaliteit)’, wordt een zin toegevoegd, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.1.5b WEB.

c. In de rechter kolom vervalt op de tweede regel de zinsnede ‘Onvoldoende examenkwaliteit:’ en wordt ‘de’ vervangen door ‘De’.

d. In de tekst onder de kolom wordt ‘(anno 2020)’ vervangen door ‘(anno 2024)’.

5. In paragraaf 9.6.2 Aanpassing waarderingskader en normering wordt onder het kopje Normering in de tweede alinea, na de zin eindigend op ‘Europees Nederland (paragraaf 7.5).’ een nieuwe zin ingevoegd, luidende: Het recht op examinering kan bij Onvoldoende Examenkwaliteit (bij onvoldoende verbetering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.2.2a. WEB BES.

6. Paragraaf 9.8.1 Aanpassing waarderingskader en normering wordt als volgt gewijzigd:

a. In tabel 4 Uitgezonderde wettelijke bepalingen per standaard voor zelfstandige exameninstellingen wordt op de regel BKA3 Evaluatie, verantwoording en dialoog in de rechterkolom na ‘artikel 8a.2.1, vierde lid;’ ingevoegd ‘artikel 8a.2.1a;’.

b. Aan de tekst onder het kopje Normering wordt aan het einde een zin toegevoegd, luidende: Het recht op examinering kan (bij onvoldoende verbetering van de examinering na een waarschuwing) worden ontnomen op grond van artikel 6.3.2 jo artikel 6.2.3b WEB.

L

Bijlage 1 Normering en beoordeling onderwijsresultaten wordt als volgt gewijzigd

1. In de aanhef wordt ‘Regeling Studiesucces’ vervangen door ‘Regeling studiesucces mbo’.

2. Onderdeel 6. Studiesucces bij niet-bekostigde instellingen wordt als volgt gewijzigd:

a. In de tabel Indicator studiesucces wordt in de rechterkolom de eerste zinsnede ‘startjaar Y’ voorzien van een voetnoot, luidende: Een student is geslaagd als hij zijn diploma binnen de door de opleiding gestelde termijn plus 12 maanden haalt.

b. Van de tabel met de titel ‘De normen voor de drie verschillende doelgroepen’ wordt de titel vervangen door ‘De normen en benchmarks voor de drie verschillende doelgroepen’.

c. Onder het kopje Studiesucces: oordeelsvorming en werkwijze wordt ‘het aandeel geslaagde studenten van startjaar Y van het totaal aantal gestarte studenten in startjaar Y.’ vervangen door ‘het aandeel geslaagde studenten van diplomajaar Y van het totaal aantal gestarte studenten van diplomajaar Y. Een student is geslaagd als hij zijn diploma binnen de door de opleiding gestelde termijn plus 12 maanden haalt.’.

M

Bijlage 2 Waarderingskader niet-bekostigd mbo wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt in de zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’ na ‘de leden’ de zinsnede ‘, alsmede stelt het bestuur een commissie van beroep voor de examens in of het sluit zich bij een dergelijke commissie van beroep aan’ ingevoegd.

b. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. De zesde bullet, beginnend met ‘Artikel 7.4.8a’ vervalt.

ii. Na de laatste bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.5.3 WEB: Het bestuur stelt al dan niet in samenwerking met in dit artikel genoemde anderen een commissie van beroep voor de examens in dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.

2. In de tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt in blok OP1. Aanbod, onder het kopje Wettelijke vereisten na de laatste bullet een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 3, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel d, Examen- en kwalificatiebesluit WEB: Engels is een generiek examenonderdeel voor de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturen, kwaliteitszorg en ambitie opleidingen (SKA) wordt in blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Basiskwaliteit in de derde volzin ‘betrokkenen’ vervangen door ‘belanghebbenden’.

N

Bijlage 3-Waarderingskader vavo en particuliere zelfstandige exameninstellingen (B2) wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur wordt als volgt gewijzigd:

i. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt na de zin ‘Het bestuur houdt zicht op en stuurt daarop, zo nodig, tussentijds bij.’ in de zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’ na ‘de leden’ de zinsnede ‘, alsmede stelt het bestuur een commissie van beroep voor de examens in of het sluit zich bij een dergelijke commissie van beroep aan’ ingevoegd.

ii. Onder het kopje Basiskwaliteit vervalt de laatste zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’.

iii. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de tweede bullet wordt een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.4.8, eerste lid, WEB: Het bestuur zorgt voor een goede organisatie en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering.

b. In de vijfde bullet (nieuw) wordt ‘Artikel 7.4.8a’ vervangen door ‘Artikel 7.5.2’.

c. Na de vijfde bullet (nieuw) wordt een nieuwe zesde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.5.3 WEB: Het bestuur stelt al dan niet in samenwerking met in dit artikel genoemde anderen een commissie van beroep voor de examens in dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.

d. De zevende en achtste bullet (nieuw), beginnend met ‘Artikel 7.5.7’ vervallen.

b. In blok BKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog worden direct onder het kopje Wettelijke vereisten twee nieuwe bullets ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.4, tweede lid, WVO 2020: Het onderwijs is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen en zij kunnen een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen.

  • Artikel 2.91 WVO 2020: Het bestuur zorgt voor een stelsel van kwaliteitszorg. Dat houdt onder andere in dat er regelmatig wordt geëvalueerd of gestelde doelen worden gehaald.

2. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) wordt als volgt gewijzigd:

a. Blok OP0. Basisvaardigheden wordt als volgt gewijzigd:

i. De titel van het blok komt te luiden: OP0. Basisvaardigheden (alleen voor B2). De voetnoot in de titel vervalt.

ii. In de aanhef wordt ‘studenten’ vervangen door ‘leerlingen’.

iii. De gehele tekst onder het kopje Basiskwaliteit wordt vervangen door

‘De school heeft voor het onderwijs in de basisvaardigheden Nederlandse taal (mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging), rekenen/wiskunde (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, en verbanden) en burgerschap een doelgericht en samenhangend curriculum dat past bij de leerlingenpopulatie van de school.

Voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde is de inhoud van het curriculum ten minste dekkend voor de kerndoelen en werkt het toe naar de referentieniveaus. Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving. De uitvoering van het curriculum is herkenbaar in de onderwijspraktijk.

Burgerschap richt zich ten minste op bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de kennis, houdingen en vaardigheden die daarbij van belang zijn. Dat geldt evenzo voor de sociale en maatschappelijke competenties die nodig zijn in de pluriforme democratische samenleving, en de kerndoelen die daaraan gerelateerd zijn.’.

iv. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt in de laatste volzin (nieuw) het woord ‘kerndoelen’ voorzien van een voetnoot, luidende: De wettelijke opdracht tot bevordering is ook herkenbaar in een aantal kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, die eveneens op sociale en maatschappelijke competenties betrekking hebben. Te denken valt met name aan de kerndoelen 35, 36, 38, 43, 44, 45 en 47.

v. De bullets onder het kopje Wettelijke vereisten worden in hun geheel vervangen door de volgende vijf bullets:

  • Artikel 2 en artikel 3, Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, jo. artikel 2, Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen: Het onderwijs werkt naar de referentieniveaus van taal en rekenen toe

  • Artikel 2.2 WVO 2020: Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie (kennis van en respect voor basiswaarden en de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties).

  • Artikel 2.13 en 2.14 WVO 2020, jo. artikel 2.1 en bijlage 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020: Het onderwijsaanbod voor de eerste twee leerjaren voldoet aan de kerndoelen en is samenhangend ingericht.

  • Artikel 2.19 WVO 2020: Het onderwijsaanbod voor het derde leerjaar havo en vwo voldoet aan de kerndoelen en is samenhangend ingericht.

  • Artikel 2.89 en 2.90 WVO 2020: De school heeft haar beleid over het pedagogisch-didactisch handelen in het schoolplan geformuleerd.

b. In het blok OP2. Ontwikkeling en begeleiding wordt onder het kopje Wettelijke vereisten na de tweede bullet een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.1.5 WEB: Het bestuur rapporteert over de vorderingen van de studenten aan hun ouders, voogden of verzorgers, dan wel aan de studenten zelf indien zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA) worden in het blok SKA1. Visie, ambities en doelen onder het kopje Wettelijke vereisten na de laatste bullet vier bullets ingevoegd, luidende:

  • Artikel 2.2, eerste lid, WVO 2020: Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie (kennis van en respect voor basiswaarden en de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties).

  • Artikel 2.88, tweede lid, WVO 2020: Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd en omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het stelsel van kwaliteitszorg.

  • Artikel 2.89 WVO 2020: De beschrijving van het onderwijskundig beleid omvat in elk geval de inhoud van het onderwijs, de eigen opdrachten voor het onderwijs, het pedagogisch-didactisch klimaat en de veiligheid. Daarbij betrekt de school het schoolondersteuningsprofiel.

  • Artikel 2.91 WVO 2020: De school moet door haar stelsel van kwaliteitszorg zorg dragen voor de ononderbroken ontwikkeling van leerlingen en de afstemming van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen. Ook moet worden vastgesteld waar verbetermaatregelen nodig zijn.

O

Bijlage 4 Waarderingskader overige educatie wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel Kwaliteitsgebied besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur als volgt gewijzigd:

a. Onder het kopje Basiskwaliteit wordt in de zin ‘Ook stelt het bestuur de examencommissie in en benoemt de leden.’ na ‘de leden’ de zinsnede ‘, alsmede stelt het bestuur een commissie van beroep voor de examens in of het sluit zich bij een dergelijke commissie van beroep aan.’ ingevoegd.

b. De tekst onder het kopje Wettelijke vereisten wordt als volgt gewijzigd:

i. De vierde bullet, beginnend met ‘Artikel 7.4.8a’ vervalt.

ii. Na de laatste bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 7.5.3 WEB: Het bestuur stelt al dan niet in samenwerking met in dit artikel genoemde anderen een commissie van beroep voor de examens in dan wel sluit zich bij een dergelijke commissie aan.

2. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA) wordt in blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Basiskwaliteit in de derde volzin ‘betrokkenen’ vervangen door ‘belanghebbenden’.

P

Bijlage 5 Waarderingskader doorlopende leerroutes vmbo-mbo wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP)als volgt gewijzigd:

a. Blok OP1. Aanbod, wordt onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

i. Na de eerste bullet wordt een nieuwe tweede bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: De instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

ii. Na de laatste bullet wordt een nieuwe bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 3, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel d, Examen- en kwalificatiebesluit WEB: Engels is een generiek examenonderdeel voor de middenkaderopleiding.

b. In blok OP2. Ontwikkeling en begeleiding wordt onder het kopje Wettelijke vereisten na de tweede bullet een nieuwe derde bullet ingevoegd, luidende:

  • Artikel 1.3.5, onder c, WEB: De instelling draagt zorg voor het bieden van mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding.

2. In tabel Kwaliteitsgebied sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA), blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog vervalt onder het kopje Wettelijke vereisten in de zesde bullet de zinsnede ‘voor elk besluit in dat geval’.

Q

Bijlage 6 Waarderingskader middelbaar beroepsonderwijs Caribisch Nederland wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel Kwaliteitsgebied Besturing, kwaliteitszorg en ambitie (BKA) wordt blok BKA2. Uitvoering en kwaliteitscultuur onder het kopje Wettelijke vereisten als volgt gewijzigd:

a. In de elfde bullet wordt ‘7.4.10a, eerste tot en met vierde lid, WEB: Het bestuur draagt zorg voor een behoorlijke klachtbehandeling conform de eisen van de wet.’ vervangen door ‘7.5.1, tweede lid, WEB BES: Het bestuur treft een regeling voor de behandeling van klachten.’.

b. In de twaalfde bullet wordt ‘7.4.10a, zesde’ vervangen door ‘7.5.2, vijfde’.

c. In de dertiende bullet wordt ‘7.5.1’ vervangen door ‘7.5.3’.

2. In de tabel Kwaliteitsgebied Onderwijsproces (OP) vervalt in blok OP2. Ontwikkeling en begeleiding onder het kopje Wettelijke vereisten de zesde bullet, beginnend met ‘Artikel 7.1.5 WEB:’.

3. In de tabel Kwaliteitsgebied Sturen, kwaliteitszorg en ambitie (SKA) wordt in blok SKA3. Evaluatie, verantwoording en dialoog onder het kopje Basiskwaliteit in de derde volzin ‘betrokkenen’ vervangen door ‘belanghebbenden’.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2024. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli 2024, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 augustus 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul

BIJLAGE BEHOREND BIJ ARTIKEL IV, ONDERDEEL I, VAN DIT BESLUIT

7. Werkwijze toezicht

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we het toezicht uitvoeren. We beschrijven in paragraaf 7.2 eerst onze werkwijze voor het stelseltoezicht. Aan de kernfuncties van het stelsel geven besturen en scholen invulling. Daarnaast waarborgen besturen de uitvoering en kwaliteit van het onderwijs op de scholen onder hun bestuur. In paragraaf 7.3 beschrijven we de werkwijze voor het toezicht op besturen en scholen. In paragraaf 7.4 staat welke activiteiten we hiervoor ondernemen. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk gaan we in op onze werkwijze bij het vervolgtoezicht.

7.2 Stelseltoezicht

7.2.1 Werkwijze van het stelseltoezicht

Via het stelseltoezicht geven we een beeld van de kwaliteit van het Nederlandse onderwijsstelsel. We signaleren waar het goed gaat en waar niet, agenderen thema’s en dragen bij aan het oplossen van knelpunten. Door het stelsel als geheel in ogenschouw te nemen, krijgen we bijvoorbeeld zicht op onderwijsloopbanen, knelpunten bij overgangen tussen sectoren en (on)gelijkheid van kansen. Zo kunnen we bevorderen dat het onderwijs aan studenten steeds beter wordt. In hoofdstuk 3 is hiervoor een raamwerk met een beschrijving van stelselkwaliteit opgenomen.

Zo kunnen we bevorderen dat het onderwijs aan studenten steeds beter wordt. In hoofdstuk 3 is hiervoor een raamwerk met een beschrijving van stelselkwaliteit opgenomen.

In het stelseltoezicht zetten we een aantal stappen (zie figuur 7.2.1a):

  • We monitoren trends en ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijs.

  • We analyseren waar het goed gaat, maar reflecteren ook op de knelpunten die risico’s vormen voor de kwaliteit van het stelsel.

  • We agenderen welke belangrijke risicovolle knelpunten we zien voor het onderwijsstelsel en rapporteren daarover onder andere jaarlijks in ‘De Staat van het Onderwijs’.

  • We interveniëren wanneer dat vanuit de stimulerende functie van het toezicht passend is. We doen dat via het stelsel-, bestuurs- en opleidingstoezicht, maar ook door andere activiteiten om het onderwijsveld te stimuleren de kwaliteit te verhogen.

In paragraaf 7.2.2 gaan we verder in op hoe we monitoren en analyseren. In paragraaf 7.2.3 beschrijven we hoe we agenderen en interveniëren.

7.2.2 Monitoring en analyse van ontwikkelingen

Aan de hand van het raamwerk van de kwaliteitsbeschrijving van het stelsel (zie hoofdstuk 3) volgen we systematisch de ontwikkelingen in het onderwijsstelsel. We kijken naar hoe het geheel van besturen en opleidingen samen de drie kernfuncties vervult: kwalificatie, socialisatie en allocatie, waaronder selectie en gelijke kansen. Ook kijken we naar de essentiële voorwaarden om deze te verwezenlijken: de doelmatigheid, zoals te zien aan beschikbaarheid en besteding van financiële middelen, het personeelsbeleid, de kwaliteitszorg en het bestuurlijk handelen.

Voor de monitoring en aansluitende analyse verzamelen we gegevens uit verschillende bronnen. We gebruiken bestaande gegevens, gegevens uit stelsel- en instellingstoezicht, signalen en we verzamelen zelf gegevens door thematisch onderzoek.

Bestaande gegevens, gegevens uit stelsel- en instellingstoezicht en signalen

We gebruiken gegevens uit het toezicht op besturen en opleidingen, waaronder gegevens die het bestuur zelf beschikbaar heeft. Daarnaast gebruiken we signalen die we over het onderwijs ontvangen. Verder maken we gebruik van gegevens van andere organisaties en van wetenschappelijk onderzoek. We analyseren het grootste gedeelte van de gegevens minimaal jaarlijks, maar het kan ook zijn dat we meerdere keren per jaar analyses maken. We analyseren ook prestaties in brede zin en kijken specifiek naar risico’s voor de kwaliteit van onderwijs.

Themaonderzoek

We monitoren ontwikkelingen door besturen en opleidingen te onderzoeken of door samen te werken met anderen om gegevens te verzamelen. We noemen dit themaonderzoek. Verschillende doelstellingen voor een themaonderzoek zijn bijvoorbeeld:

  • het krijgen van een beeld van de ontwikkeling van de kwaliteit van een bepaald (stelsel)aspect bij besturen of opleidingen;

  • het verkrijgen van inzichten en, waar mogelijk, het vinden van verklaringen voor risico’s of stelselknelpunten, zoals bij een regionaal probleem of voor een specifieke doelgroep.

We richten het themaonderzoek in op basis van actuele vraagstukken of gesignaleerde stelselproblemen. Dit doen we soms bij een bestuur of een opleiding. In dat geval combineren we het themaonderzoek eventueel met het vierjaarlijks onderzoek bij het bestuur en opleidingen, zoals beschreven in paragraaf 7.3. Ook is het mogelijk dat we op een andere manier onderzoek doen, bijvoorbeeld door vragenlijsten uit te zetten, mee te kijken in het onderwijsproces, gesprekken te voeren met meerdere besturen of opleidingen tegelijk of gesprekken te voeren met bijvoorbeeld wetenschappers en deskundigen.

Met ons thematisch onderzoek willen we in kaart brengen in hoeverre het onderwijsstelsel erin slaagt de eerdergenoemde kernfuncties van het onderwijs te realiseren. Daarbij zoeken we naar verklaringen voor wat niet goed gaat en willen we laten zien wat wel en niet bijdraagt aan het realiseren van de kernfuncties. Hierover gaan we actief de dialoog aan met betrokkenen.

Wat we willen onderzoeken, nemen we op in het Jaarwerkplan. Hierin beschrijven we meerjarige onderzoeksprogramma’s en eenmalige themaonderzoeken die gericht zijn op het in beeld brengen van de kernfuncties of gesignaleerde knelpunten in het stelsel. Urgente thema’s kunnen leiden tot verschuiving of uitbreiding van onze onderzoeksagenda.

7.2.3 Agenderen en interveniëren

Voor het agenderen en interveniëren in het stelseltoezicht onderscheiden we vier soorten activiteiten. Deze beschrijven we hierna. Agenderen en interveniëren liggen soms dicht bij elkaar, omdat agenderen een vorm van interveniëren is.

De Staat van het Onderwijs

Jaarlijks brengen we ‘De Staat van het Onderwijs’ uit. Hierin geven we weer hoe het onderwijsstelsel in Nederland ervoor staat. Wat gaat er goed en waar zijn knelpunten, kansen en risico’s? Ook de informatie over onze verrichte (thema)onderzoeken maakt deel uit van ‘De Staat van het Onderwijs’. Deze rapportagetaak van de inspectie is vastgelegd in de Grondwet (artikel 23, achtste lid) en in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT).

Thematisch rapporteren

De uitkomsten van themaonderzoeken brengen we op verschillende manieren onder de aandacht van besturen, opleidingen en de samenleving. Het doel hiervan is om de stand van zaken over het betreffende thema weer te geven en om risico’s en knelpunten te agenderen. Ook stimuleren we samenwerking zodat (verdere) verbeteringen kunnen plaatsvinden. Dat doen we vaak in de vorm van een onderzoeksrapport, maar ook in de vorm van een symposium, een bezoek van inspecteurs, een podcast of een webinar. We richten ons hierbij zo direct mogelijk op de doelgroep die het meest betrokken is, zoals leraren of bijvoorbeeld op alle partners in een specifieke regio.

Thema’s als onderdeel van het toezicht bij besturen en scholen

Bij de uitvoering van ons toezicht bij besturen en opleidingen bespreken we soms thema’s, specifieke knelpunten en goede voorbeelden vanuit de regionale of lokale context. Zo hebben we aanknopingspunten om met bestuur en opleidingen over hun ambities die de kernfuncties raken in gesprek te gaan in aansluiting op hun omgeving, of risico’s.

Interventies op maat

Naast de hiervoor genoemde activiteiten zetten we waar dat passend is ook specifieke interventies in. Uit diverse bronnen komen onderwerpen van het onderwijsstelsel naar voren die we, met het oog op het publiek belang, willen adresseren. Zo kan er een knelpunt zijn waar op lokaal niveau meerdere besturen, een samenwerkingsverband, groepen werkgevers en de gemeente een rol in hebben. En dan loont het om het knelpunt bij deze actoren samen te agenderen. Voorbeelden daarvan zijn regionale gesprekken over de aanpak van het lerarentekort, krimp of zorg voor specifieke groepen leerlingen.

7.3 Toezicht op besturen en scholen

Bij het toezicht op de besturen en opleidingen staat centraal hoe besturen de (financiële) kwaliteit van het onderwijs waarborgen en bevorderen. Om deze vragen te beantwoorden doen we onderzoek op het niveau van bestuur en opleidingen. We lichten hieronder eerst onze werkwijze toe en gaan vervolgens in op de toezichtsactiviteiten.

7.3.1 Werkwijze toezicht op besturen en opleidingen

De eindverantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit op de opleidingen ligt bij de besturen. Bij de uitvoering van het toezicht op besturen en opleidingen gaan we uit van proportionaliteit, maatwerk, transparantie en verantwoording. We lichten in paragraaf 7.3.2 proportionaliteit en maatwerk verder toe.

  • proportionaliteit: we stemmen de intensiteit van het toezicht op het bestuur en de opleidingen af op de kwaliteit van het bestuur. Dit lichten we in paragraaf 7.3.2 toe;

  • maatwerk: omdat besturen en opleidingen sterk verschillen in grootte, (regionale en lokale) omstandigheden en ontwikkeling, bepalen we bij elk onderzoek de inrichting en de opzet. We zetten verschillende onderzoeks- en verificatie-activiteiten in;

  • transparantie en verantwoording: bij de start van een onderzoek gaan we in gesprek met het bestuur en onderbouwen we de gekozen onderzoeksopzet. Gedurende het onderzoek informeren we het bestuur over eventuele aanpassingen hierin. We onderbouwen na afloop van het onderzoek de uitkomsten in de rapportage en passen hoor en wederhoor toe. We baseren onze oordelen, voor zover mogelijk, op minimaal drie verschillende bronnen. Dit noemen we triangulatie en daarmee waarborgen we onze onderzoekskwaliteit.

7.3.2 Proportionaliteit en maatwerk

We stemmen de intensiteit van het toezicht af op de kwaliteit van het bestuur. Het toezicht is daarmee proportioneel. Hoe effectiever het bestuur in staat is om te sturen op de kwaliteit van het onderwijs en het financieel beheer, de kwaliteit waarborgt op zijn opleidingen en zich daarover verantwoordt, hoe minder intensief het toezicht. Het omgekeerde geldt ook: hoe minder goed het bestuur in staat is de (financiële) kwaliteit te waarborgen en zich erover te verantwoorden, hoe intensiever we het toezicht inrichten. Urgente signalen of klachten kunnen in alle gevallen aanleiding zijn voor onderzoek, ook als de eerdere kwaliteitsbeoordeling van het bestuur Voldoende of Goed was. Om te bepalen of dit nodig is, zullen wij, indien mogelijk, het signaal eerst bespreken met het bestuur.

We bepalen de intensiteit van het toezicht op basis van onze gegevens over de kwaliteit van het bestuur. Deze inschatting bouwen we op uit een analyse van de bij ons beschikbare gegevens en aanvullende andere bronnen:

  • We hebben alle besturen in de afgelopen vier jaar onderzocht en beoordeeld. De uitkomsten daarvan en van andere momenten van onderzoek of contact vormen de start van ons beeld van de kwaliteit van het bestuur en van de kwaliteit van de invulling van hun (interne) waarborgfunctie.

  • Dit beeld vullen we aan op basis van gegevens uit de prestatie- en risicoanalyse die we jaarlijks per bestuur en voor alle opleidingen uitvoeren (zie paragraaf 7.3.3). We analyseren de ontwikkeling van deze gegevens in de tijd en ten opzichte van andere besturen.

  • Signalen die over een bestuur en de opleidingen bij de inspectie binnenkomen, betrekken we bij de analyse om de kwaliteit van het bestuur in beeld te brengen. Denk hierbij aan actuele ontwikkelingen, zoals mogelijke incidenten of andere berichten.

De analyse van het geheel aan informatie gebruiken we om de intensiteit van het toezicht te bepalen. Het geeft ons zicht op het al dan niet aanwezig zijn van (mogelijke) risico’s voor de onderwijskwaliteit en/of risico’s voor de kwaliteit van het bestuur. Dit is de basis van waaruit we de proportionaliteit van het toezicht bepalen: het toezicht kan intensief zijn, maar ook minder intensief.

Daarna werken we de toezichtsactiviteiten uit die aansluiten op de omstandigheden van het bestuur. Welke onderzoekinstrumenten hebben we nodig om bij het desbetreffende bestuur de kwaliteit te beoordelen? Is er sprake van een eenpitter of vallen er meerdere opleidingen onder het bestuur? Bij kleine besturen en eenpitters houden we in onze benadering rekening met de gekozen samenhang van de sturing tussen het opleidings- en bestuursniveau. Met wie voeren we gesprekken, waar en hoe kijken we mee in het onderwijs? Dit is het maatwerk in het toezicht.

Hoe dit intensieve en minder intensieve (vervolg)toezicht eruitziet, lichten we toe in paragraaf 7.4 en 7.5.

7.3.3 Jaarlijkse prestatie- en risicoanalyse

De monitoring van de prestaties op het niveau van het bestuur en hun opleidingen helpt ons om tijdig eventuele risico’s op het spoor te komen en inzicht te krijgen in het functioneren van het bestuur. We doen dit conform artikel 11 van de WOT aan de hand van een aantal indicatoren. Die indicatoren betreffen onder andere financiële gegevens, gegevens over het personeel, over de veiligheid op scholen en de resultaten en doorstroom van studenten. Ten minste eenmaal per jaar voeren we een analyse uit op de data die we met de monitor verkrijgen. Als er een vermoeden van risico’s is, voeren we een risicoanalyse uit.

Deze zogeheten expertanalyse bevestigt al dan niet de vermoedens van tekortkomingen ten aanzien van de onderwijskwaliteit en/of het financieel beheer. De analyse wordt uitgevoerd door een expertteam, waarin kennis en deskundigheid op het terrein van data-analyse, onderwijskwaliteit en financieel beheer aanwezig zijn. Zo ontstaat een integraal beeld van de onderwijskwaliteit, de sturingskwaliteit en de financiën.

7.4 Toezichtsactiviteiten bij besturen en opleidingen

Het toezicht op besturen en scholen omvat meerdere activiteiten. We onderzoeken besturen eens in de vier jaar. Dit onderzoek heet ‘Het vierjaarlijks onderzoek bij bestuur en opleidingen’ (hierna: vierjaarlijks onderzoek). Zoals in paragraaf 7.3 is beschreven, doen we dat proportioneel en op maat. Binnen het vierjaarlijks onderzoek kijken we ook naar opleidingen want op opleidingsniveau verifiëren we of de besturing door het bestuur effectief is en of het bestuur (be)stuurt op basis van een actueel beeld van de kwaliteit. We beschrijven dit type onderzoek in paragraaf 7.4.1.

Ook tussentijds doen we onderzoek op opleidingen. Dit doen we als er risico’s zijn en bij themaonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken die in relatie staan tot het stelseltoezicht. Onderzoeken kunnen zowel aangekondigd als onaangekondigd plaatsvinden. We beschrijven de onderzoeken op schoolniveau in paragraaf 7.4.2.

Er kunnen zowel binnen het vierjaarlijks onderzoek bij bestuur en opleidingen als tussentijds onderzoeken plaatsvinden rondom financieel beheer. Dit beschrijven we in paragraaf 7.4.3. Ten slotte zijn er nog enkele andere onderzoeksactiviteiten; die zijn beschreven in paragraaf 7.4.4.

7.4.1 Vierjaarlijks onderzoek bestuur en opleidingen

In het vierjaarlijks onderzoek willen we weten of de (be)sturing door het bestuur op de kwaliteit van de opleidingen op orde is, of er sprake is van deugdelijk financieel beheer en hoe dit bijdraagt aan de kernfuncties van het onderwijs (stelselthema’s). We hanteren daarvoor het waarderingskader voor besturen, zoals beschreven in hoofdstuk 4.

Het vierjaarlijks onderzoek bestaat doorgaans uit de onderdelen die in figuur 7.4.1a zijn beschreven. We bepalen de intensiteit van het toezicht (proportionaliteit) op basis van onze gegevens en we houden in de uitvoering van het onderzoek rekening met de specifieke inrichting en context van het bestuur en de scholen (maatwerk).

Figuur 7.4.1a Stappen van het vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen

1. Analyse

Met de analyse krijgen we een voorlopig beeld van de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en het financieel beheer. We analyseren de beschikbare monitoringsinformatie en betrekken hierbij gegevens van het bestuur, zoals openbare of eerder ingezonden documenten. Zo komen we tot onderzoeksvragen die nodig zijn om de kwaliteit te beoordelen volgens het waarderingskader voor besturen (hoofdstuk 4).

2. Startgesprek met het bestuur

In het startgesprek geeft het bestuur ons een beeld van de eigen (financiële) kwaliteit, de kwaliteitszorg, de resultaten en de ontwikkelingen en bespreken we de bevindingen van onze analyse. Op basis hiervan bepalen we de onderzoeksactiviteiten.

3. Onderzoeksplan

Het onderzoeksplan bevat de inrichting en verantwoording van het vierjaarlijks onderzoek. Dit geeft inzicht in het doel, de onderzoeksvragen, de opzet, de inhoud en de intensiteit van het vierjaarlijks onderzoek voor het bestuur. We beschrijven welke verificatie-activiteiten (zie tekstkader hieronder) we gaan uitvoeren. Van tevoren bespreken we dit plan met het bestuur.

4. Uitvoeren onderzoeksactiviteiten

Het onderzoek bestaat uit verificatie-activiteiten op opleidings- en bestuursniveau. Daarbij kunnen we ook andere belanghebbenden betrekken. Op bestuursniveau voeren we in elk geval een gesprek met het interne toezicht. Ook kunnen we aanvullende gesprekken met het bestuur en andere geledingen voeren of andere onderzoeksactiviteiten op bestuursniveau uitvoeren. Daarnaast kunnen risico-onderzoeken onderzoeken naar de waardering Goed (zie paragraaf 7.4.2) onderdeel uitmaken van het vierjaarlijks onderzoek.

5. Rapportage

In het (concept)rapport leggen we onze bevindingen en oordelen vast. We geven een oordeel op bestuursniveau en doen daarmee een uitspraak over de kwaliteit van het bestuur. We rapporteren en onderbouwen onze oordelen en waarderingen: op welk gebied is de waardering Goed van toepassing? En waar kan het beter en op welke onderdelen móet het beter?

6. Eindgesprek

In het eindgesprek informeren we het bestuur over de conclusies van het onderzoek en maken we (zo nodig) afspraken over herstel en verbetering (herstelopdrachten en -onderzoeken) en bespreken we (verbeter)plannen van het bestuur. Ook vragen we feedback op hoe het onderzoek is verlopen.

7. Afronding en vervolgtoezicht

Na het eindgesprek sturen we het definitieve rapport naar het bestuur en maken we het rapport openbaar op onze website. Naar aanleiding van het vierjaarlijks onderzoek kan er vervolgtoezicht plaatsvinden (zie paragraaf 7.5).

Een belangrijk onderdeel van onze werkwijze in het vierjaarlijks onderzoek is verificatie. Met verificatie-activiteiten toetsen we bij besturen, opleidingen en andere betrokkenen in hoeverre het bestuur zicht heeft op de kwaliteit van het onderwijs en het financieel beheer en hoe het bestuur daarop stuurt.

Verificatie-activiteiten

Om te bepalen of het bestuur voldoende stuurt op de kwaliteit van opleidingen en financiële ontwikkelingen voeren we verificatie-activiteiten uit. We verifiëren het gegeven beeld van de kwaliteit en de sturing van het bestuur. We zetten proportioneel diverse verificatie-activiteiten in en passen maatwerk toe. Deze beschrijven we in het onderzoeksplan. Zo verifiëren we het gegeven kwaliteitsbeeld onder andere door lessen te bezoeken en met studenten, docenten of het opleidingsmanagement te spreken. Ook kunnen onderzoeken op opleidingsniveau (zie paragraaf 7.4.2) bijdragen aan verificatie van het kwaliteitsbeeld. Voor een beeld van financiële of andere ontwikkelingen in relatie tot de ambities, doelstellingen en kwaliteitszorg van het bestuur, kunnen we managementinformatie opvragen. Ook kunnen we hierover gesprekken met het bestuur of bijvoorbeeld de controller voeren.

 

De verificatie-activiteiten dragen bij aan de doelstellingen van het onderzoek, namelijk om de bestuurlijke kwaliteit vast te stellen op basis van het waarderingskader besturen. Anders dan bij risico-kwaliteitsonderzoeken en steekproef-kwaliteitsonderzoeken geven we bij verificatie-activiteiten geen oordeel op het niveau van de standaarden of de opleiding. De verificatie draagt namelijk bij aan het oordeel op het niveau van het bestuur. Wel delen we met de opleiding onze bevindingen over de mate waarin de bestuurlijke kwaliteit zichtbaar is bij de opleiding. Signaleren we bij een opleiding risico’s, dan bespreken we deze met het bestuur. Wanneer nodig voeren wij een kwaliteitsonderzoek naar risico’s uit.

7.4.2 Onderzoeken op opleidingsniveau

Op schoolniveau zetten we verschillende typen onderzoeken in, zowel binnen het vierjaarlijks onderzoek (zie paragraaf 7.4.1) als daarbuiten. Wanneer een onderzoek op opleidingsniveau binnen het vierjaarlijks onderzoek plaatsvindt, worden de activiteiten opgenomen in het onderzoeksplan. Dit plan bevat in elk geval verificatie-activiteiten zoals in de voorgaande paragraaf zijn beschreven.

Onderzoek naar de waardering Goed

Een bestuur kan een opleiding voordragen waarvan het de kwaliteit goed vindt. Het bestuur onderbouwt vooraf waarom de betreffende opleiding de waardering Goed verdient. Wij verifiëren en beoordelen dat aan de hand van het waarderingskader op opleidingsniveau (zie hoofdstuk 5). Op basis van de kwaliteit van de onderbouwing van de kwaliteit van de opleiding door het bestuur richten we het onderzoek op maat in.

Zo’n verzoek kan gedaan worden bij aanvang van het vierjaarlijks onderzoek. Om een waardering Goed te verkrijgen, moet het financieel beheer door het bestuur op orde zijn.

Risico-onderzoek

Onderzoeken naar risico’s nemen we mee in het vierjaarlijks onderzoek. Maar ze kunnen ook daarbuiten plaatsvinden, naar aanleiding van de jaarlijkse prestatieanalyse en signalen. We houden hiermee zicht op mogelijke risico’s, maar we verwachten dat besturen die te allen tijde zelf ook in beeld hebben, als onderdeel van de kwaliteitscyclus. Bij een bestuur dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit goed invult, verwachten we dat als wij mogelijke risico’s detecteren, het bestuur zelf de oorzaken onderzoekt, passende maatregelen neemt en zich hierover verantwoordt aan de inspectie. Bij een bestuur dat er niet in slaagt de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, voeren wij (afhankelijk van de aard van de risico’s) zelf het risico-onderzoek geheel of gedeeltelijk uit. We onderzoeken en beoordelen dan een of meerdere standaarden van het waarderingskader op opleidingsniveau (zie hoofdstuk 5) en maken afspraken over de rapportage en verantwoording van de bevindingen.

Steekproef-kwaliteitsonderzoeken

De Inspectie van het Onderwijs voert naast risico-kwaliteitsonderzoeken ook steekproef-kwaliteitsonderzoeken uit op de scholen (po en so)/afdelingen (vo)/opleidingen (mbo). Deze onderzoeken, die wij in het kader van het stelselbeeld uitvoeren, hebben als doel periodiek een representatief beeld van de kwaliteit van het onderwijs op Nederlandse scholen te geven. De onderzoeken kennen eenzelfde inhoud en opzet als een risico-kwaliteitsonderzoek en ook bij dit type onderzoek is het bestuur het aanspreekpunt.

Themaonderzoeken

Meer informatie over thematische onderzoeken is te vinden in paragraaf 7.2, maar we nemen ze hier voor de volledigheid op. Vanuit het stelseltoezicht zijn er thema’s die we verder onderzoeken. Hiervoor bezoeken we opleidingen en/of besturen. Deze themaonderzoeken kunnen samenvallen met het vierjaarlijks onderzoek en ook los plaatsvinden. Bij themaonderzoeken geven we in een themarapport oordelen op het niveau van het geheel van de onderzochte instellingen (niet op instellingsniveau). Daarbij is geen sprake van een oordeel en herstelopdracht aan individuele besturen. In specifieke gevallen kunnen echter wel oordelen en herstelopdrachten worden gegeven aan individuele besturen. In die gevallen gebeurt dat dus in een rapport op instellingsniveau. Het bestuur wordt hierover bij de aankondiging van het onderzoek geïnformeerd.

7.4.3 Onderzoeken specifiek gericht op financieel beheer

Toezicht op financiële continuïteit

Besturen leveren elk jaar een jaarrekening inclusief een bestuursverslag met daarin een meerjarenbegroting aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Op basis daarvan analyseren we de actuele en toekomstgerichte financiële kengetallen jaarlijks van elk bestuur. Bij mogelijke risico’s voor de continuïteit van het onderwijs starten we een onderzoek naar de financiële continuïteit op bestuursniveau. Dit onderzoek kan ook plaatsvinden tijdens een vierjaarlijks onderzoek. Als daar vanuit de monitoring van financiële kengetallen of vanuit signalen aanleiding voor is, kunnen we op elk moment een onderzoek naar de financiële continuïteit starten.

We stellen aangepast financieel toezicht in wanneer blijkt dat de continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is en onvoldoende wordt voldaan aan de wet- en regelgeving op dit gebied. In het rapport nemen we op welke herstelopdrachten worden gegeven en welke afspraken met het bestuur worden gemaakt, zoals welke informatie het bestuur op welk moment aanlevert. Deze interventie is erop gericht dat de risico’s of tekorten binnen afzienbare termijn zijn opgeheven. Als het bestuur niet in staat blijkt om herstel te realiseren, dan wordt het toezicht geïntensiveerd (zie paragraaf 7.5).

Toezicht op financiële rechtmatigheid

Het bestuur legt verantwoording af over de verwerving en besteding van de rijksbekostiging. Deze verantwoording wordt beoordeeld door een accountant die wordt aangesteld door het interne toezicht. Deze accountant moet opereren volgens de beroepsmaatstaven van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en volgens het Onderwijsaccountantsprotocol dat door de inspectie in overleg met belanghebbenden5 is opgesteld. Elk jaar controleren wij bij een selectie van accountants of hun controle voldoet aan de regels. Aandachtspunten uit deze toezichtactiviteit worden jaarlijks besproken met de NBA en kunnen aanleiding zijn het Onderwijsaccountantsprotocol aan te passen.

Bij signalen van mogelijk onrechtmatige verkrijging of besteding van middelen voeren we onderzoek uit bij een bestuur. Als we oordelen dat sprake is van onrechtmatige verkrijging of besteding, dan volgen daarna in de regel een wijziging in de bekostiging en een terugvordering van de bekostiging.

De inspectie is, naast het toezicht op onderwijswetgeving in een vierjaarlijks onderzoek, ook belast met het toezicht op en de handhaving van de Wet normering topinkomens (WNT) binnen het onderwijs. De WNT is geen onderwijswet, maar wetgeving die van toepassing is op de gehele publieke en semipublieke sector. Het toezicht op onderwijswetgeving in een vierjaarlijks onderzoek en het toezicht op de WNT worden daarom door de inspectie gescheiden van elkaar uitgevoerd.

7.4.4 Overige toezichtsactiviteiten

Specifiek onderzoek

Ernstige signalen of andere informatie kunnen aanleiding zijn om een onderzoek over een specifiek onderwerp in te stellen bij een bestuur of een opleiding. Dit kan tijdens het vierjaarlijks onderzoek of daarbuiten. Bij urgente signalen en ernstige incidenten interveniëren we vanzelfsprekend meteen op een passende manier.

Wij onderzoeken bij een specifiek onderzoek bepaalde aspecten van het besturen, het financieel beheer of het onderwijs (artikel 15, WOT). Ook hier geldt dat we de intensiteit van het onderzoek afstemmen op de kwaliteit van het bestuur.

Bestuursgesprekken

Besturen en inspectie hebben de mogelijkheid om periodiek een gesprek met elkaar te voeren. Aan elk bestuur is een contactinspecteur gekoppeld die het contact onderhoudt. Dit gaat in ieder geval over onderzoeken en vervolgtoezicht (inclusief herstelopdrachten, zie paragraaf 7.5). Ook heeft de contactinspecteur gesprekken met het bestuur over risico’s, signalen en incidenten. Het bestuur kan de contactinspecteur hierover informeren. Het kan ook zijn dat de contactinspecteur het bestuur bevraagt of (afhankelijk van de kwaliteit van het bestuur) verzoekt om zelf nader onderzoek te doen bij mogelijke risico’s. Daarnaast kan het gesprek gaan over relevante ontwikkelingen binnen of buiten de onderwijsinstelling. We betrekken daarbij ook vraagstukken op het niveau van het onderwijsstelsel als geheel.

Het leggen van het contact is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het bestuur kan ervoor kiezen de contactinspecteur gedurende het jaar op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen en hem te informeren bij urgente zaken, zoals (ernstige) signalen. Ook kan de contactinspecteur geregeld contact leggen met het bestuur om een vinger aan de pols te houden of urgente zaken te bespreken. De informatie uit deze contacten nemen we mee in de eerdergenoemde monitoring.

7.5 Vervolgtoezicht, intensivering en sancties

Vervolgtoezicht is nodig wanneer er tijdens een vierjaarlijks onderzoek tekortkomingen worden vastgesteld bij het bestuur en de opleidingen of wanneer andere onderzoeken of toezichtsactiviteiten hiertoe aanleiding geven.

7.5.1 Vervolgtoezicht bij herstelperiode

Natuurlijk is vervolgtoezicht lang niet altijd nodig. Als tijdens een onderzoek tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt vervolgtoezicht afgesproken. De intensiteit hiervan is ook hier afhankelijk van de kwaliteit van het bestuur. We kunnen tekortkomingen constateren op bestuursniveau en/of op opleidingsniveau.

Geen tekortkomingen

Als uit een onderzoek blijkt dat het bestuur voor basiskwaliteit heeft gezorgd en dat het daarmee aan de deugdelijkheidseisen en financiële voorwaarden voor bestuur en opleiding voldoet, is er geen vervolgtoezicht. Het bestuur en de opleidingen vallen dan onder het reguliere toezicht, waarbij we prestaties en risico’s jaarlijks monitoren en elke vier jaar het bestuur beoordelen. Wanneer nodig of gewenst, is er tussentijds contact.

Tekortkomingen bij het bestuur

Bij tekortkomingen op bestuursniveau, bijvoorbeeld bij onvoldoende (financiële) basiskwaliteit en daardoor niet voldoen aan wet- en regelgeving, spreken we met het bestuur af binnen welke termijn de geconstateerde tekortkomingen hersteld moeten zijn. Afhankelijk van de zwaarte en omvang van de tekortkoming verantwoordt het bestuur zich over het herstel aan de inspectie en gaan wij na of de tekortkoming is hersteld. De intensiteit waarmee we dat doen, bepalen we ook in relatie tot de kwaliteit van het bestuur.

Tekortkomingen op opleidingen

Bij tekortkomingen in de onderwijskwaliteit op een opleiding maken we met het bestuur afspraken over de termijn waarbinnen de kwaliteit hersteld moet zijn. Wanneer de zwaarte en omvang van de tekortkomingen hiertoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij het oordeel Zeer zwak, stellen we een toezichtsplan op om het verloop van het herstel te monitoren en voeren we een herstelonderzoek uit. Bij kleinere tekortkomingen en als de kwaliteit van het besturen op orde is, verantwoordt het bestuur zich bij ons over het herstel. We spreken, afhankelijk van de kwaliteit van het bestuur, af hoe we omgaan met het herstelonderzoek.

Proportionaliteit en maatwerk bij herstel

Proportionaliteit en maatwerk beïnvloeden ook hoe we in de herstelperiode ons toezicht inrichten. Zo kunnen we voortgangsgesprekken voeren of een plan op (laten) stellen met afspraken over de stappen waarlangs het herstel op een opleiding zal plaatsvinden.

Bij een bestuur waar de sturing ruimschoots op orde is, leggen we de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de kwaliteit en het herstellen van eventuele tekortkomingen bij een school neer bij het bestuur. Dit betekent dat wij niet altijd zelf een herstelonderzoek uitvoeren, maar dit aan het bestuur overlaten. We vragen vervolgens het bestuur te verantwoorden hoe en met welk resultaat het herstel op de opleiding plaatsvond.

Bij een bestuur dat er niet in slaagt zijn sturing op (delen van) de kwaliteit van opleidingen te waarborgen, voeren wij zelf (delen van) herstelonderzoeken uit.

Gevolgen uitkomst herstelonderzoek

Wanneer het herstel of de kwaliteit van de gevraagde verantwoording ontoereikend is, heeft dit gevolgen voor welke toezichtsinterventies we kiezen en hoe we de kwaliteit van het bestuur inschatten. Wanneer we concluderen dat het vermogen van het bestuur om zelf de kwaliteit te waarborgen niet voldoende is, neemt de intensiteit van ons vervolgtoezicht toe. Ook dit is proportioneel.

Bovenstaande geven we in tabel 7.5.1a schematisch weer. De invulling is maatwerk per onderzoek.

Tabel 7.5.1a Inrichting vervolgtoezicht

Uitkomsten onderzoek

Inrichting vervolgtoezicht

Voldoet ten minste aan basiskwaliteit

Geen vervolgtoezicht; regulier toezicht

Tekortkomingen bestuur

Monitoring voortgang herstel door inspectie

en/of

verantwoording herstel door bestuur

en

herstelonderzoek door inspectie

Tekortkomingen school

Monitoring voortgang herstel door inspectie

en/of

verantwoording herstel door bestuur

en/of

herstelonderzoek door inspectie

7.5.2 Escaleren

Escaleren heeft betrekking op interventies om besturen aan te sporen de door ons noodzakelijk geachte verbeteringen door te voeren. Escalatie gaat stapsgewijs, waarbij steeds wordt gekeken welk middel nodig is. Dit zodat de verbeteringen plaatsvinden. Naarmate een bestuur of een opleiding daar minder goed in slaagt, intensiveren we het toezicht. Dit kan verder en verdiepend onderzoek inhouden, bijvoorbeeld een specifiek onderzoek naar het bestuurlijk handelen. In het uiterste geval, wanneer we zien dat verbetering uitblijft, kunnen we verschillende sancties inzetten of maatregelen nemen.

Naarmate verbetering uitblijft en de risico’s op kwaliteitsverlies groter worden, treedt een volgende fase van escalatie in werking. De escalatie sluit aan op de bevoegdheden van de inspectie en vervolgens op die van de minister. De minister heeft de bevoegdheid om direct over te gaan tot inhouden van (een deel van de) bekostiging bij het niet naleven van een wettelijke voorschrift. Dat kan de minister alleen nadat het instellingsbestuur een redelijke termijn heeft gekregen om de tekortkoming te herstellen.6 Een escalatietraject is bij elke toezichtsituatie anders. De volgorde van interventie en escalatiestappen wordt per situatie bepaald.

Interventies kunnen variëren van een herstelopdracht om tekortkomingen op te heffen op schoolniveau tot zeer ingrijpende maatregelen op het niveau van bekostiging van scholen en op het niveau van besturen. Vanzelfsprekend wegen we in alle gevallen af wat de ernst en de langdurigheid van de risico’s zijn en of het bestuur voldoende perspectief op verbetering van de situatie biedt.

TOELICHTING

De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) actualiseert jaarlijks de Onderzoekskaders die zij gebruikt bij de uitvoering van het toezicht. De wijzigingen in de kaders die de inspectie per 1 augustus 2024 in gebruik neemt, zijn grotendeels het gevolg van nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving alsmede van diverse redactionele verbeteringen en zijn slechts voor een klein deel ingegeven door inhoudelijke wijzigingen. Deze worden hierna toegelicht:

  • 1. Introductie steekproef-kwaliteitsonderzoeken

  • 2. Beoordeling standaard OP0.Basisvaardigheden

  • 3. Accentverschuiving standaard OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding

  • 4. Overige wijzigingen

Ad 1 – Introductie steekproef-kwaliteitsonderzoeken

In artikel 3, eerste lid, onder d, van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) wordt bij de inspectie de taak neergelegd om te ‘rapporteren over de ontwikkeling van, in bijzonder van de kwaliteit van, het onderwijs [...].’ Om hier uitvoering aan te kunnen geven voert de inspectie onder meer een nieuwe type kwaliteitsonderzoeken uit. Naast de bestaande kwaliteitsonderzoeken, die worden gestart als op grond van de jaarlijkse prestatie- en risicoanalyse en/of ingekomen signalen wordt vermoed dat er sprake is van risico’s voor de onderwijskwaliteit, worden kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd bij een steekproef van scholen, afdelingen en opleidingen om een representatief beeld te krijgen van de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs. De inspectie rapporteert over deze steekproef in de Staat van het Onderwijs.

Om duidelijk te maken wat de aanleiding is van onderzoeken maakt de inspectie voortaan onderscheid tussen ‘risico-kwaliteitsonderzoeken’ (met als aanleiding gesignaleerde risico’s en/of signalen) en ‘steekproef-kwaliteitsonderzoeken’ (met als doel informatie te verzamelen voor het representatieve beeld van de kwaliteit van het onderwijs). In de kaders is een beschrijving van het onderzoekstype ‘steekproef-kwaliteitsonderzoek’ opgenomen en is waar nodig onderscheid gemaakt tussen beide typen. Tevens wordt nu voor het andere onderzoekstype consequent de term ‘risico-kwaliteitsonderzoek’ gebruikt.

Ad 2 – Beoordeling standaard OP0.Basisvaardigheden

In de vorige versie van de Onderzoekskaders (in gebruik genomen per 1 augustus 2023) stond het voornemen om de destijds nieuw geïntroduceerde standaard OP0.Basisvaardigheden per schooljaar 2024–2025 te gaan beoordelen en een rol te laten spelen in de bepaling van het eindoordeel over scholen, afdelingen en opleidingen. In het lopende schooljaar 2023-2024 beperkt de inspectie zich tot het geven van herstelopdrachten op die onderdelen van de standaard waarop niet aan de wettelijke voorschriften wordt voldaan. De inspectie ziet echter dat bij veel onderzoeken één of meer herstelopdrachten moeten worden gegeven op het punt van de Basisvaardigheden. In het onderwijsveld leven nog veel vragen over wat er op dit punt precies van scholen, afdelingen en opleidingen verwacht wordt. Zij hebben tijd nodig om helder te krijgen wat het precies betekent voor de eigen situatie en te bepalen hoe zij aan verbetering kunnen werken.

Het doel dat de inspectie – samen met vele andere partijen – nastreeft is de verbetering van de basisvaardigheden. Op dit moment wordt het effectiever geacht om scholen door middel van aanvullende communicatie en het geven van gerichte herstelopdrachten op het juiste spoor te zetten. Daarom wordt het beleid om alleen – waar nodig – herstelopdrachten op Basisvaardigheden te geven voortgezet in schooljaar 2024–2025. De desbetreffende tekst van alle onderzoekskaders is hierop aangepast.

Ad 3 – Accentverschuiving standaard OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding

In 2023 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de extra ondersteuning in het funderend onderwijs. Onder ‘extra’ ondersteuning wordt verstaan de ondersteuning die vanuit de Samenwerkingsverbanden passend onderwijs wordt geboden bovenop de basisondersteuning, zoals omschreven in het schoolondersteuningsprofiel. Voor leerlingen die deze extra ondersteuning ontvangen, moet de school een ontwikkelingsperspectief (OPP) schrijven, waarin ze vastlegt wat ze met de leerlingen wil bereiken en hoe ze dat wil gaan doen.

Uit het onderzoek bleek dat er nog veel te winnen is in de kwaliteit van de OPP’s. Om deze kwaliteitsverbetering te stimuleren heeft de inspectie nu in de betreffende standaard – OP2.Zicht op ontwikkeling en begeleiding – een aantal specifieke wettelijke aspecten expliciet benoemd. Dat betreft het formuleren van concrete doelen, de sturende functie van het OPP voor de planmatige en doelgerichte uitvoering van de extra ondersteuning, de jaarlijkse evaluatie van het OPP en de bijstelling ervan naar aanleiding van die evaluatie.

Ad 4 – Overige wijzigingen

De overige wijzigingen zijn het gevolg van redactionele verbeteringen en verduidelijkingen en ‘technische’ wijzigingen als gevolg van (gewijzigde) wet- en regelgeving, zoals de vernummering van artikelen, bijvoorbeeld als gevolg van verschoven wetsteksten. Ook zijn wijzigingen in de wet- en regelgeving doorgevoerd, zoals de wijziging van de publicatietermijn van toezichtrapporten van 5 weken (na vaststelling) naar 3 weken. Tevens is hier en daar sprake van een enkele herformulering of aanpassing van terminologie om dichter bij de van toepassing zijnde wetstekst te blijven.

Daarnaast zijn de lijstjes Wettelijke vereisten bij de standaarden waar nodig aangevuld met relevante (nieuwe) wetsartikelen.

Verder geldt voor alle bijlagen die het onderwijs in Caribisch Nederland betreffen dat de teksten waar mogelijk nu hetzelfde zijn als die voor Europees Nederland.

Tenslotte: gebleken is dat hoofdstuk 7 van bijlage 4 (Onderzoekskader mbo) vorig jaar, hoewel vastgesteld, per abuis niet is opgenomen in de Staatscourant-publicatie van de Onderzoekskaders. De bijlage bij onderhavig wijzigingsbesluit voorziet daarom in de gehele tekst van het betreffende hoofdstuk 7. Op de website van de Inspectie stond hoofdstuk 7 al wel weergegeven in het Onderzoekskader voor het mbo.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul


X Noot
1

Volgens artikel 1, sub c, RJO: het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392, titel 9, boek 2, BW.

X Noot
2

Volgens artikel 1, sub c, RJO: het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392, titel 9, boek 2, BW.

X Noot
3

Volgens artikel 1, sub c, RJO: het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392, titel 9, boek 2, BW.

X Noot
4

Volgens artikel 1, sub c, RJO: het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392, titel 9, boek 2, BW.

X Noot
5

Onder andere het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), onderwijskoepels, de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en accountantskantoren.

Naar boven