Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 1 juli 2024, nummer 5580844, tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 in verband met de invoering van de tijdelijke regeling voor verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aan langdurig in Nederland verblijvende Surinaamse vreemdelingen (189e wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3.51, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3.24aa, tweede lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘artikel 3.51, derde lid, van het Besluit’ vervangen door ‘artikel 3.51, vierde lid, van het Besluit’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • m. verblijf als langdurig in Nederland verblijvende Surinaamse vreemdeling die:

    • voor 1975 Nederlander is geweest en het Nederlanderschap als gevolg van de Toescheidingsovereenkomst tussen Nederland en Suriname heeft verloren;

    • voorafgaand aan 1 januari 2025 een minimale en aaneengesloten verblijfsduur in Nederland heeft gehad van tien jaar, zoals vastgelegd in een Burgemeestersverklaring, afgegeven door de gemeente Amsterdam;

    • zijn identiteit aantoont door het bezit van een geldig identiteitsbewijs, paspoort, een verklaring van nationaliteit of bewijs van voormalig Nederlanderschap; en

    • binnen de periode van tien jaar voorafgaand aan de datum van de indiening van de aanvraag om de verblijfsvergunning niet is veroordeeld voor een misdrijf.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en vervalt met ingang van 1 juli 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Algemeen

Op 25 juni 2024 heeft de Tweede Kamer de motie Bontenbal c.s.1 aangenomen inzake de positie van oudere Surinamers die voor 1975 Nederlander zijn geweest en als gevolg van de Toescheidingsovereenkomst tussen Nederland en Suriname2 bij de onafhankelijkheid van Suriname het Nederlanderschap zijn verloren. Het gaat om een afgebakende groep die naar schatting ongeveer 800 vreemdelingen omvat. Ter uitvoering van de motie wordt voor deze specifieke groep vreemdelingen eenmalig een tijdelijke regeling ingesteld op grond waarvan zij in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met niet-tijdelijk humanitaire gronden, als bedoeld in artikel 3.51 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: Vb 2000).

De regeling zal gaan gelden vanaf 1 januari 2025 tot 1 juli 2025. Aanvragen om een verblijfsvergunning moeten binnen deze periode worden ingediend.

De Tweede Kamer is bij brief van 27 juni 2024 geïnformeerd over de invoering van deze eenmalige en tijdelijke regeling.

Om in aanmerking te komen voor de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd vanwege een niet-tijdelijke humanitaire grond op basis van onderhavige regeling, gelden de volgende voorwaarden.

  • 1. De vreemdeling is voor 1975 Nederlander geweest en heeft het Nederlanderschap als gevolg van de Toescheidingsovereenkomst tussen Nederland en Suriname verloren;

  • 2. De vreemdeling heeft voorafgaand aan 1 januari 2025 een minimale en aaneengesloten verblijfsduur in Nederland heeft van tien jaar, zoals vastgelegd in een Burgemeestersverklaring, afgegeven door de gemeente Amsterdam;

  • 3. De vreemdeling toont zijn identiteit aan door het bezit van een geldig identiteitsbewijs, paspoort, een verklaring van nationaliteit of bewijs van voormalig Nederlanderschap; en

  • 4. Hij is binnen de periode van tien jaar voorafgaand aan de datum van de indiening van de aanvraag om de verblijfsvergunning niet veroordeeld voor een misdrijf.

Momenteel worden individuele aanvragen van niet rechtmatig verblijvende Surinamers door de IND beoordeeld conform het staande beleid en binnen het reguliere werkproces. Ter uitvoering van de regeling zal een project worden ingericht om met ondersteuning van de Regenbooggroep en de gemeente Amsterdam kansrijke zaken uit het hele land, die in aanmerking komen voor verblijf, voor te selecteren en daarmee ook te voorkomen dat personen die evident niet aan de voorwaarden voldoen alsnog een aanvraag indienen. Hiermee wordt de IND ontlast en krijgen betrokkenen zo snel mogelijk uitsluitsel over hun verblijfspositie. In verband met de benodigde voorbereidingstijd voor de uitvoering van onderhavige regeling zal deze op 1 januari 2025 in werking treden. De gemeente Amsterdam zal de bovengenoemde verklaring ook kunnen afgeven voor aanvragers uit andere Nederlandse gemeenten.

Bij verlening van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd zullen alle daaraan verbonden rechten en plichten die voortvloeien uit de Nederlandse wet- en regelgeving op de betrokken vreemdeling van toepassing zijn, zoals de mogelijkheid om na vijf jaar rechtmatig verblijf een sterker verblijfsrecht (een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd of het Nederlanderschap) aan te vragen.

Artikelsgewijs

Artikel I (wijziging artikel 3.24aa, tweede lid, VV 2000)

Onderdeel 1

Dit onderdeel behelst een correctie van de onjuiste verwijzing in de aanhef van artikel 3.24aa, tweede lid, VV 2000. De correctie is nodig omdat niet het derde lid van artikel 3.51 Vb 2000, maar het vierde lid van artikel 3.51 Vb 2000 de grondslag is voor het bij ministeriële regeling aanwijzen van categorieën vreemdelingen aan wie de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met een niet-tijdelijke humanitaire grond kan worden verleend, en om daarover bij ministeriële regeling nadere regels te stellen. Dit wordt hersteld door te verwijzen naar artikel 3.51, vierde lid, Vb 2000. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Onderdeel 2

Met dit onderdeel wordt aan artikel 3.24aa, tweede lid, VV 2000 een nieuw onderdeel m toegevoegd. In het nieuwe onderdeel m wordt de doelgroep op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb 2000 als extra categorie vreemdelingen aangewezen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder een beperking verband houdend met een niet- tijdelijke humanitaire grond: ‘verblijf als langdurig in Nederland verblijvende Surinaamse vreemdeling’. Voornoemde voorwaarden om in aanmerking te komen voor de verblijfsvergunning zijn in het nieuwe onderdeel m opgenomen.

Artikel II

De regeling zal gaan gelden vanaf 1 januari 2025 tot 1 juli 2025. De regeling is tijdelijk van aard. Aanvragen om een verblijfsvergunning moeten binnen deze periode worden ingediend. Het besluit op een binnen deze periode ingediende aanvraag, hoeft niet binnen deze periode aan de vreemdeling bekend te zijn gemaakt. Dat kan ook geschieden na het verstrijken van de datum van 1 juli 2025.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2023-2024, 35 749, nr. 13, motie van het lid Bontenbal C.S., voorgesteld op 18 juni 2024.

X Noot
2

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname, Paramaribo, 25 november 1975, Trb. 1975, 132.

Naar boven