De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een groep ongedocumenteerde Surinamers is die voor 1975 in Suriname,
destijds onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, als Nederlander zijn geboren
maar nu al jaren ongedocumenteerd in Nederland leven;
overwegende dat het na de onafhankelijkheid in 1975 nog vijf jaar mogelijk was om
een Nederlands verblijfsrecht aan te vragen, maar dat deze groep er door leeftijd,
gezinsomstandigheden, onbekendheid of andere omstandigheden geen gebruik van heeft
kunnen maken en inmiddels wel al tientallen jaren in Nederland verblijft;
overwegende dat deze groep in zeer grote mate familieleden heeft in Nederland die
de Nederlandse nationaliteit hebben, waaronder kinderen en kleinkinderen, en zij mede
daardoor sterke banden met Nederland hebben;
overwegende dat dit tot schrijnende situaties leidt waar gemeenten en maatschappelijke
organisaties mee worden geconfronteerd, maar het ontbreekt aan voldoende handelingsperspectief
vanwege het feit dat deze mensen ongedocumenteerd zijn;
constaterende dat er reeds vergaande overeenstemming was over een verblijfsregeling
voor ongedocumenteerde Surinamers die voor 1975 zijn geboren en op dit moment tien
jaar of meer in Nederland verblijven;
verzoekt de regering alsnog te besluiten om deze regeling te formaliseren en tot uitvoering
over te gaan zodat deze beperkte groep niet langer ongedocumenteerd in Nederland door
het leven gaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bontenbal
Van Oostenbruggen
White
Podt
Van Nispen
Ceder
Koekkoek
Diederik van Dijk
Ouwehand