Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 21840 | convenant |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 21840 | convenant |
Partijen,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. Dijkgraaf, en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M. Paul, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden, hierna: de Ministers;
En
Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder Onderwijs, Cultuur en Evenementen, de heer S. Kasmi;
En
De schoolbesturen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter CvB stichting RVKO de heer A.J.M. Groot Zwaaftink;
Stichting BOOR;
Stichting Rotterdamse Vereniging van Katholiek Onderwijs;
Stichting Samen Ambitieus Rotterdams Onderwijs;
Stichting voor Protestants-Christelijk Basis en Orthopedagogisch Onderwijs;
Stichting Islamitisch Primair onderwijs Rijnmond;
Stichting Opwijs;
Vereniging De van Oldenbarneveltschool voor Neutraal Bijzonder Onderwijs;
Vereniging De Kralingsche School;
Vereniging Montessorischool Kralingen;
Vereniging De Rotterdamse Montessorischool;
Rotterdamse Schoolvereniging;
Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o.;
Stichting EduMare;
Stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland;
Stichting Hindoe Onderwijs Nederland;
Stichting Interregionaal Onderwijs Zaanstad;
LEV Scholengroep West-Nederland;
Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Rotterdam;
Stichting iHub Onderwijs;
Martinusstichting voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;
Stichting Yulius Onderwijs,
hierna: de schoolbesturen;
En
De lerarenopleidingen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter CvB Hogeschool Rotterdam, mevrouw S.Y. Wilton-Wels;
Hogeschool Inholland;
Thomas More Hogeschool;
Hogeschool Rotterdam;
Erasmus Universiteit Rotterdam,
hierna: de lerarenopleidingen;
Overwegende dat:
– De looptijd van het Convenant Uitvoering Noodplannen personeelstekort G5: Rotterdam (hierna ook: Convenant), zonder wijziging van de looptijd, afloopt op 31 augustus 2024;
– Partijen hebben besloten om het vigerende Convenant Uitvoering Noodplannen personeelstekort G5: Rotterdam te verlengen tot en met 31 december 2025;
– Dit een voortzetting is in de zin van artikel 9 van het Convenant;
– Partijen zijn overeengekomen artikel 3 van het Convenant te wijzigen;
– De activiteiten in het activiteitenplan voor zij-instroom G5 onderdeel worden van het Convenant. De activiteiten zij-instroom zich richten op het verbeteren van het voortraject, de opleiding en begeleiding van zij-instromers op scholen in de G5;
– Partijen toetreding tot het Convenant mogelijk willen maken;
– Alle partijen hebben ingestemd met de wijzigingen en verlenging waarin dit addendum voorziet;
– Wordt toegewerkt naar een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s;
– Alle partijen het belang van het betrekken van de beroepsgroep onderstrepen bij de uitvoering van dit Convenant.
Spreken het volgende af:
Aan Artikel 1 van het Convenant wordt toegevoegd:
g. Versneld voor de Klas: traject waarbij studenten met ho-vooropleiding tijdens de Pabo als zij-instromer worden aangesteld bij een bevoegd gezag met een geschiktheidsverklaring na het behalen van een aantal mijlpalen als bedoeld in de Kamerbrief ‘Extra actie tegen het lerarentekort’ van 24 augustus 2018 (TK, 2017–2018, 27 923, nr. 318);
h. Zij-instromer: degene die beschikt over een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 171 van de Wet op het primair onderwijs.
2.1. Artikel 3 van het Convenant komt te luiden:
Artikel 3.1 Maatregelen en resultaten
De maatregelen die ingezet worden, zijn beschreven in het noodplan Slim organiseren po & so Rotterdam d.d. april 2020.1 Uitgangspunt hierbij is het sorteren van een zo groot mogelijk effect op de onderstaande drie resultaatniveaus, waaronder de verschillende maatregelen zijn geclusterd:
Behoud van leraren
• Bovenschoolse of externe coaching & begeleiding (maatregel 1)
• Bovenformatief benoemen op populaire school (maatregel 2)
• Taakdifferentiatie en -efficiëntie (maatregel 4)
• Meer inzet onderwijsondersteunend personeel (hierna: OOP) (maatregel 6)
Verhogen van instroom van leraren
• Inzet pabo-studenten (maatregel 8)
• Zij-instroom (extra maatregel)
Beter organiseren van het onderwijs
• Buddyscholen (maatregel 3)
• Inzet bevoegde leraar op kernvakken (maatregel 5)
• Inzet vakleerkrachten en vakkrachten (maatregel 7)
• Flexibele werk- en verloftijden (maatregel 9)
• Alternatieve invulling vijfde dag (maatregel 10)
• Anders opleiden (maatregel 11)
Uit de gegevens van het onderzoek van CentERdata van oktober 20232 blijkt dat in Rotterdam alle wijken te maken hebben met personeelstekorten. Om het personeelstekort in het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs in Rotterdam tegen te gaan en de continuïteit, kwaliteit en kansengelijkheid in het onderwijs te waarborgen zetten de schoolbesturen in de gemeente beredeneerd maatregelen in op specifieke scholen.
Binnen de onderwijsregio Rotterdam primair onderwijs komt er een aparte kamer voor gespecialiseerd onderwijs in samenwerking met de onderwijsregio Rotterdam voortgezet onderwijs-mbo.
Door betrokken partijen wordt in goed overleg en onderlinge afstemming met elkaar bepaald welke maatregel of combinaties van maatregelen op gemeentelijk, interbestuurlijk, bestuurlijk of schoolniveau worden ingezet. Het proces om tot keuzes en uitvoering te komen ziet er als volgt uit:
• Er zijn twee projectleiders bovenbestuurlijk aangesteld die verantwoordelijk zijn voor de monitoring op de uitvoering van het convenant en die de randvoorwaarden creëren voor het delen van kennis, het afstemmen van maatregelen en het behalen van de beoogde resultaten. Dit betekent dat de schoolbesturen in de monitorgesprekken een toelichting geven op de inzet van de maatregelen en middelen en hoe dat bijdraagt aan continuïteit, kwaliteit en kansengelijkheid. Dit geldt zowel voor het (speciaal)basisonderwijs als het gespecialiseerd onderwijs.
• Elk deelnemend schoolbestuur stelt jaarlijks voor de start van het nieuwe schooljaar een inventarisatie op waarin wordt aangegeven welke scholen welke maatregelen uit het plan Slim organiseren zullen toepassen en welke maatregelen op bovenschools niveau worden ingezet. Op basis van de analyse van behaalde tussenresultaten en monitorgegevens kan de inventarisatie tussentijds worden bijgesteld. Het uitgangspunt voor bijstelling is steeds dat met de beschikbare middelen en maatregelen een zo optimaal mogelijk effect op de beschreven resultaatniveaus wordt bereikt. In dit kader wordt het volgende afgesproken:
o Voor de maatregel Zij-instroom geldt dat er jaarlijks ten minste 53 nieuwe zij-instromers starten, dat betekent dat er jaarlijks dus minimaal 106 zij-instromers in opleiding voor het Rotterdamse onderwijs zijn. Waaronder het (speciaal) basisonderwijs als het gespecialiseerd onderwijs.
o Voor de overige maatregelen geldt dat per jaar naar rato van het aantal leerlingen van alle deelnemende schoolbesturen een budgetverdeling van de beschikbare middelen wordt opgesteld. Wanneer een schoolbestuur aangeeft dat betreffende jaar geen gebruik te willen maken van de beschikbare middelen, wordt het eerder toegekende budget naar rato verdeeld onder de schoolbesturen die wel gebruik maken van de beschikbare middelen dat schooljaar.
• De inventarisaties van de deelnemende Rotterdamse schoolbesturen worden via de regiegroep (bestaande uit de projectleiders, de HR-managers en/of de kwaliteitsmedewerker en de gemeente) samengevoegd tot een stadsbrede inventarisatie waar scholen aan elkaar kunnen worden gekoppeld per thema en/of maatregel ter versterking van de impact en uitwisseling van kennis en opgedane ervaring.
• Deze stadsbrede inventarisatie wordt vastgesteld in de sectorkamer primair onderwijs, waarin schoolbesturen en het college van burgemeester en wethouders vertegenwoordigd zijn. De vaststelling vindt plaatst bij de start van een schooljaar.
• De schoolbesturen zijn eindverantwoordelijk voor het behalen van de beoogde resultaten en (inhoudelijke en financiële) verantwoording daarvan richting de penvoerder.
De volgende resultaten zijn beoogd met de inzet van de maatregelen:
Behoud van leraren
• De stijgende lijn van uitstroom van leraren (exclusief pensionering) stabiliseert ten opzichte van de situatie op peildatum 1-10-2020 (5,6%).
• Een ziekteverzuimpercentage-op bestuursniveau van maximaal het landelijk gemiddelde van de sector of (indien hoger dan dat) een verlaging van het ziekteverzuim-percentage van gemiddeld 0,2% per jaar.
• Scholen die werken met maatregel 6 (meer OOP), realiseren in de participerende groepen een gunstiger ratio leerling: onderwijsprofessional (OP+OOP) van 10 tot 20% t.o.v. de situatie voor aanvang van de maatregel.
Verhogen van instroom van leraren
• Minimaal 75% van de studenten die -op basis van deeltijd of duale opleiding of betaalde stage- tijdens de studie een arbeidsovereenkomst heeft als onderwijs ondersteuner (OOP-er), blijft na het behalen van het diploma werkzaam op een Rotterdamse School. Er is een afwegingskader opgesteld waar lerarenopleidingen en schoolbesturen zich aan conformeren. Hierin is opgenomen dat deze maatregel uitsluitend mogelijk is als de pabo positief adviseert en de student geen studie-achterstand heeft.
• In Rotterdam starten er jaarlijks ten minste 53 nieuwe zijinstromers, jaarlijks zijn er dus minimaal 106 zij-instromers in opleiding voor het Rotterdamse onderwijs.
o Scholen die een zij-instromer inzetten committeren zich aan de voorwaarde dat de zij-instromer minimaal 3 tot 6 maanden bovenformatief worden ingezet, zodat er in die periode altijd een ervaren leerkracht aanwezig is om de zij-instromer te begeleiden.
o De activiteiten en resultaten uit het plan van aanpak zij-instroom worden gecontinueerd in relatie tot de ontwikkelingen binnen de onderwijsregio Rotterdam primair onderwijs.
Beter organiseren van het onderwijs
• Scholen die werken met maatregel 5 (inzet bevoegd leraar op kernvakken), 7 (inzet vakleerkrachten en vakkrachten) en 10 (alternatieve invulling 5e dag) realiseren in de participerende groepen een besparing van 10 tot 20% fte leraren t.o.v. de situatie voor aanvang van de maatregel.
Artikel 3.2 Onderwijsregio Rotterdam primair onderwijs
De uitvoering van de onder artikel 3.1 genoemde maatregelen zal gedurende de looptijd van het addendum steeds meer plaatsvinden onder regie van de Onderwijsregio Rotterdam primair onderwijs. Partijen maken tijdig afspraken over de continuering en financiering van de maatregelen vanaf 1 januari 2026.
3.1. Alle schoolbesturen met scholen in de gemeente Rotterdam kunnen gedurende de looptijd van het convenant als partij toetreden. Als een schoolbestuur wil toetreden tot het Convenant kan het desbetreffende schoolbestuur voorafgaand aan de start van een nieuw schooljaar hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de bovenbestuurlijke projectleiders. Zij zullen aan alle huidige convenantspartijen vragen om hiervoor een verklaring van instemming tot toetreding te tekenen. Het schoolbestuur dat wil toetreden tekent een verklaring van instemming met de bepalingen in het convenant. De samengevoegde verklaringen van instemming worden ten slotte door de bovenbestuurlijke projectleiders aan het Ministerie van OCW toegestuurd;
3.2. Indien een lerarenopleiding wil toetreden tot het Convenant volgt een soortgelijk proces als beschreven in artikel 4.1;
3.3. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit het convenant voortvloeien zonder voorbehoud te aanvaarden;
3.4. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan het convenant aangehecht.
4.1. De looptijd van het Convenant Uitvoering Noodplannen personeelstekort G5: Rotterdam wordt verlengd vanaf het einde van de looptijd zoals bepaald in art. 9 van het Convenant tot en met 31 december 2025;
4.2. Dit addendum treedt in werking aansluitend op het Convenant op 1 augustus 2024 tot en met 31 december 2025.
5.1. Dit Addendum bij het Convenant Uitvoering Noodplannen personeelstekort G5: Rotterdam zal binnen 30 dagen na ondertekening openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant.
5.2. Dit addendum maakt onderdeel uit van het Convenant Uitvoering Noodplannen Rotterdam personeelstekort G5: (Stcrt. 2020, 38284).
5.3. Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in vijfvoud ondertekend, te Den Haag.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. Dijkgraaf, en de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M. Paul, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden,
En
Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder Onderwijs, Cultuur en Evenementen, S. Kasmi,
En
De schoolbesturen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter CvB stichting RVKO A.J.M. Groot Zwaaftin,
En
De lerarenopleidingen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter CvB Hogeschool Rotterdam, S.Y. Wilton-Wels
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-21840.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.