Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 11 juni 2024, ZK-0000064018, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de onbedekte teelt van druif voor de beheersing van suzuki-fruitvlieg (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van druif tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii), 2024)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van Exirel ter bescherming van de onbedekte teelt van druif tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii).

Artikel 2

Aan de vrijstelling bedoeld in artikel 1 zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften en beperkingen verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2024 en vervalt op 30 september 2024.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van druif tegen suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii), 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via "mijn.rvo.nl". Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EXIREL (CYANTRANILIPROLE 100 G/L)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als insectenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2019) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden1 , 2

Veiligheidstermijn in dagen

druif (onbedekt)

suzuki-fruitvlieg3

0,075%

(75 ml/100 L water)

0,45 l/ha4

1 per 2 jaar

10

X Noot
1

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de teelt van druif op zijn vroegst in het 2e kalenderjaar na de laatste toepassing op hetzelfde perceel worden toegepast, waarbij in de tussenliggende periode geen andere middelen op basis van cyantraniliprole mogen worden toegepast

X Noot
2

Om het grondwater te beschermen mag dit middel niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden

X Noot
3

Drosophila suzukii

X Noot
4

Toepassing van het middel alleen op het deel van het gewas waar zich druiventrossen bevinden.

Toepassingsvoorwaarden

Artikel 1: koop

  • 1. De koop van dit middel is verboden tenzij de koper bij de koop een melding doet bij een distributeur die is geregistreerd bij Stichting Certificatie Distributie in Gewasbeschermingsmiddelen, Stichting CDG.

  • 2. De koper toont bij de melding aan:

    • a) De hoeveelheid areaal van de betreffende teelt(en) waarvoor deze melding doet op basis van de meest actuele gegevens van de jaarlijkse Landbouwtelling en Gecombineerde opgave, 1 2.

    • b) Dat er gedurende één kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de toepassing gewenst is geen middelen op basis van cyantraniliprole zijn toegepast op het betreffende perceel door middel van een ondertekende eigenverklaring.

    • c) Dat deze kan voldoen aan de in dit Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) gestelde eisen ten aanzien van driftreductie:

      • i. Met welke driftreducerende techniek, zoals gespecificeerd in de DRT lijst3, koper zelf zal voldoen aan de vereiste driftreductie (95% danwel 97,5%).

      • ii. De koper overlegt daartoe een SKL4 keuringsrapport niet ouder dan 3 jaar, waarbij de koper aangeeft of zoals de DRT-lijst voor de vereiste driftreductie voorschrijft aanvullend gebruik wordt gemaakt van ‘Suzuki-fruitvlieggaas’.

      • iii. In afwijking van het genoemde onder lid 2 sub c ii. wordt voor spuitapparatuur niet ouder dan 3 jaar een aanschafbewijs overlegd waaruit blijkt dat het spuittoestel voldoet aan de in dit WG gestelde eisen ten aanzien van driftreductie.

      • iv. In afwijking van het genoemde onder lid 2 sub c i. geeft de koper in het geval dat hij de bespuiting door een loonwerker laat uitvoeren aan welke loonwerker er zal voldoen aan de vereiste driftreductie.

    • d) Indien de teler gebruik maakt van een techniek uit de klasse DRT95 wordt een ondertekende eigenverklaring getoond waarin verklaard wordt dat de te behandelen percelen beschikken over een teeltvrije zone van tenminste 450cm.

    • e) In afwijking van het genoemde onder lid 2 sub a tonen die telers die niet door de rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) zijn aangeschreven voor het doen van de gecombineerde opgave hun areaal aan door middel van de contributienota van de Vereniging Nederlandse Wijn Producenten (VNWP). Van deze nota moet tenminste leesbaar zijn de tenaamstelling en de grondslag van het areaal waar de nota op is gebaseerd.

Artikel 2: gebruik of voorhanden hebben

Het is verboden om dit middel voorhanden te hebben of te gebruiken zonder aan de eisen te voldoen genoemd onder artikel 1.

Artikel 3: verkoop

Het is verboden dit middel te verkopen aan een koper die niet aantoont dat hij voldoet aan de eisen genoemd onder artikel 1. Verkoop vindt plaats volgens het regime van gecontroleerde distributie van de Stichting CDG.

Artikel 4: toepassen

Draag beschermende handschoenen bij het mengen en laden van het middel.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de teelt van druif op zijn vroegst in het 2e kalenderjaar na de laatste toepassing op hetzelfde perceel worden toegepast, waarbij in de tussenliggende periode geen andere middelen op basis van cyantraniliprole mogen worden toegepast.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen is toepassing in de teelt van druif uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij/struikrij of de laatste boom of struik in de rij tot aan de perceelgrens/de insteek van de sloot, of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 centimeter gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij/struikrij of de laatste boom of struik in de rij tot aan de perceelgrens/de insteek van de sloot.

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Resistentiemanagement

Dit middel bevat de werkzame stof cyantraniliprole. Cyantraniliprole behoort tot de diamides. De IRAC code is 28. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Landbouwkundig advies

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een landbouwkundig advies opgesteld bestaande uit (a) een onderbouwing van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en (b) een advies over de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de door het Ctgb voorgeschreven risico reducerende maatregelen / restrictiezinnen.

2.1.1 Noodsituatie op het gebied van gewasbescherming

Gevaar

Suzuki-fruitvlieg komt verspreid over het hele land voor. Vraat van larven in druiven veroorzaakt azijn, doordat azijnbacteriën zich vestigen in de beschadigde plekken. De druif wordt door de larve beschadigd waardoor ook andere fruitvliegen de druif aantasten. De beschadigde druiven zijn ook gevoelig voor een aantasting door grauwe schimmel Botryotinia fuckeliana. De druiven worden bruin en rotten weg. Zo kan een hele oogst mislukken. Een aantasting kan zich ook pas openbaren tijdens de vinificatie.

Aantasting door suzuki-fruitvlieg vindt plaats wanneer de druiven rijpen, van augustus tot en met oktober. Schade in rode druiven geeft een opbrengstverlies van 15-100%. In witte (inclusief gris) druiven ligt het verlies in opbrengst rond de 15%. In zowel rode als witte rassen zal de hoeveelheid geoogste druiven lager zijn, waardoor minder wijn kan worden geproduceerd. Ook is extra arbeid nodig om aangetaste druiven uit te sorteren. Dit resulteert in een lagere financiële opbrengst doordat de productiekosten per geproduceerde fles wijn toenemen.

Alternatieven

Maatregelen

Hygiënische maatregelen worden genomen door het verwijderen van druivenafval uit de wijngaard en door geen composthoop in de buurt van de wijngaard aan te leggen. Vrijhangende trossen en een kort gemaaide ondergrond zorgen voor minder schaduw en vocht, waardoor de suzuki-fruitvlieg zich minder makkelijk kan vestigen. Ook het verwijderen van waardplanten zoals braam in de directe omgeving in o.a. singels, verminderen de mogelijkheden voor verdere opbouw van de populatie.

Het moment van aantasting kan door innetten worden uitgesteld, waardoor de aantasting uiteindelijk lager uitkomt. De fijnmazige netten veroorzaken een hoger vochtgehalte, waardoor problemen met de schimmel Botrytis kunnen ontstaan.

De trossen kunnen ingepakt worden in druiventroszakjes die bescherming bieden tegen wespen- en vogelvraat. Er zijn zakjes beschikbaar die tevens bescherming bieden tegen suzuki-fruitvlieg. Dit brengt extra arbeidskosten met zich mee wat niet door elke wijngaard opgebracht kan worden.

Monitoring met vallen met een lokstof en het gebruik van een klimaatmodel aan de hand van het aantal graaddagen om de populatiedruk te kunnen voorspellen, helpen om tijdig extra alert te zijn.

Er loopt onderzoek naar de mogelijkheid om sluipwespen in te zetten voor de beheersing van suzuki-fruitvlieg. Deze maatregel is nog in ontwikkeling.

Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en goedgekeurde basisstoffen

In de onbedekte teelt van druif zijn verschillende insecticiden toegelaten.

Deze middelen hebben geen tot onvoldoende werking tegen suzuki-fruitvlieg of er gelden beperkingen waardoor deze middelen niet voldoen, of niet beschikbaar zijn om suzuki-fruitvlieg te beheersen.

Talk is als basisstof goedgekeurd in de teelt van druif waarbij nevenwerking tegen o.a. suzuki-fruitvlieg aannemelijk is. Het heeft een afstotende werking (d.m.v. een fysieke barrière). De toepassing van talk geeft een residu, het is niet bekend of dit residu effect heeft op de vinificatie.

Met de toepassing van deze maatregelen en middelen kan de suzuki-fruitvlieg niet afdoende bestreden worden.

Bijzondere omstandigheden

Het dossier voor de reguliere toelating is in 2015 ingediend. De zonale rapporteur heeft de evaluatie inmiddels afgerond. Het Ctgb beoordeelt momenteel een aanvraag voor een wederzijdse erkenning. De verwachting is dat besluitvorming niet tijdig is afgerond, waardoor Exirel niet beschikbaar is voor het teeltseizoen van 2024.

NB: Sinds 1 juli 2017 geldt voor nieuwe vrijstellingsaanvragen dat er binnen drie jaar perspectief moet zijn op een oplossing. Voor vrijstellingsaanvragen die voor deze datum zijn ingediend, geldt deze termijn vooralsnog niet. De NVWA constateert dat sinds 2015 het verkrijgen van een reguliere toelating in Nederland van een middel op basis van cyantraniliprole zicht gaf op concreet perspectief, maar dat er geen sprake meer is van een kortstondige overbrugging naar een reguliere oplossing. Vanuit het belang van de transitie naar een weerbaar teeltsysteem, zoals beschreven in de Toekomstvisie gewasbescherming 2030, is het gewenst dat de aanvrager op korte termijn inzet op alternatieven.

De aanvrager heeft aangegeven dat in Europa onderzoek plaats vindt naar sluipwespen voor toepassing in afgeschermde ruimten. Ook wordt de toepassing van steriele mannetjes van de suzuki-fruitvlieg onderzocht. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar een alternatieve toedieningsmethodiek van insecticiden.

Conclusie

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van druif in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot beheersing van suzuki-fruitvlieg;

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van druif is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk;

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van cyantraniliprole in de onbedekte teelt van druif.

De tijdelijke vrijstelling van Exirel voor het beheersen van suzuki-fruitvlieg in de onbedekte teelt van druif voldoet aan de criteria voor een noodsituatie op het gebied van gewasbescherming.

2.1.2 Naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden

De NVWA heeft een inschatting gemaakt van de mate waarin de voorgeschreven risico reducerende maatregelen nageleefd zullen worden. De NVWA heeft dit gedaan op basis van informatie van de aanvrager, een inschatting van andere overwegingen van de teler om zich wel of niet aan de gebruiksvoorschriften te houden, en eerdere inspectieresultaten.

De verwachte naleving door de teler is laag.

De NVWA heeft op basis van de mogelijkheden op toetsing van de naleving door bedrijfscontrole, toepassingscontrole (heterdaad) en monstername een inschatting gemaakt van de handhaafbaarheid van de toepassingsvoorwaarden.

De mogelijkheid voor het uitoefenen van toezicht (handhaafbaarheid) is matig.

Conclusie op basis van de resultante van de verwachte naleving (naleefbaarheid) en de mogelijkheid om toezicht uit te oefenen (handhaafbaarheid): slecht.

Eindconclusie NVWA

Op basis van de beoordeling van de noodsituatie op het gebied van gewasbescherming en de beoordeling van de naleefbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgeschreven risico reducerende maatregelen/restricties adviseert de NVWA een vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Exirel in de teelt van druif niet te verlenen.

2.3 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Draag beschermende handschoenen bij het mengen en laden van het middel.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de teelt van druif op zijn vroegst in het 2e kalenderjaar na de laatste toepassing op hetzelfde perceel worden toegepast, waarbij in de tussenliggende periode geen andere middelen op basis van cyantraniliprole mogen worden toegepast

Om het grondwater te beschermen mag dit middel niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/ insecten te beschermen is toepassing van het middel in de teelt van druif uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruik wordt gemaakt van:

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 centimeter gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij/struikrij of de laatste boom of struik in de rij tot aan de perceelgrens of insteek van de sloot, of

  • een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5.

Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

3 Overwegingen

Ik constateer dat de vrijstelling al vele jaren eerder is verleend, waardoor in feite niet kan worden gesproken over een onvoorziene noodsituatie. Ik constateer dat de gebruiksvoorschriften die worden gesteld in het verleden door (een aantal van) de druiventelers niet goed zijn nageleefd. Ik constateer echter ook dat er op dit moment geen alternatieven zijn voor de bestrijding van de suzuki-fruitvlieg in druif. En dat er een aanvraag voor Exirel voor wederzijdse erkenning is gedaan, die nog wordt beoordeeld.

Alles overwegende, en in het bijzonder de laatste inzichten van de cijfers van de NVWA inspecties uit 2023, die een serieuze afname van het aantal geconstateerde afwijkingen laten zien, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen nog éénmaal een tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Exirel voor het bestrijden van de suzuki-fruitvlieg in de teelt van druif.

Ik vind naleving van de gebruiksvoorschriften van gewasbeschermingsmiddelen door de gehele agrarische sector essentieel. Gezien de inspectieresultaten van de NVWA van de afgelopen jaren op het gebied van de naleving van de vrijstellingsvoorwaarden, verwacht ik een aantoonbare additionele inzet van de NFO en de druiventelers om de afspraken na te komen. Anders is veilig gebruik niet meer gegarandeerd en ontstaan er risico’s voor het milieu.

Tevens verwacht ik van de sector een proactieve en tijdige inzet op communicatie naar haar leden en de agrarische adviseurs om het belang van juiste naleving van de voorschriften extra te benadrukken. Om ordentelijk gebruik en correcte naleving optimaal te stimuleren, stel ik het verplicht dat de levering van dit middel plaatsvindt via gecontroleerde distributie.

Het vervolg voor het gebruik van Exirel in de druiventeelt kan niet anders zijn dan een reguliere toelating, immers: dit is de laatste vrijstelling die ik als Minister van LNV zal verlenen. De sector is meermaals gewezen op het feit dat alle mogelijkheden moeten worden benut om middelen regulier toegelaten te krijgen.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Exirel in de onbedekte teelt van druif werd eerder verleend:

4 Besluit

In afwijking van het advies van de NVWA en het advies van het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Minisiter van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Exirel ter bescherming van de onbedekte teelt van druif tegen suzuki-fruitvlieg.

Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2024 en vervalt op 30 september 2024.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
3

Vaststellen driftreductie spuittechnieken | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl)

X Noot
4

Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek

Naar boven