Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 11 juni 2024, nummer 5503307, tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 in verband met de invoering van een beperking op grond waarvan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend aan grenswachters van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (honderdzevenentachtigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3.4, vierde lid van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3.16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.16b

• 1. Gelet op artikel 3.4, vierde lid, van het Besluit kan de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd worden verleend onder de beperking grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk aan de vreemdeling die:

  • a. op grond van een geldige arbeidsovereenkomst of aanstelling in dienst is bij de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk; en

  • b. grenscontroles verricht ten behoeve van het rechtstreekse treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

• 2. Het verblijfsrecht is tijdelijk.

• 3. De verblijfsvergunning wordt verleend voor de duur van de arbeidsovereenkomst of aanstelling en ten hoogste voor vijf jaar. De verblijfsvergunning is niet verlengbaar na vijf jaar.

• 4. Aan de gezinsleden van de vreemdeling, bedoeld in artikel 3.14 van het Besluit, kan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd worden verleend, bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van het Besluit.

B

Artikel 3.34 wordt als volgt gewijzigd:

Onder verlettering van onderdeel t tot onderdeel u, wordt in de tabel na onderdeel s een onderdeel toegevoegd, luidende:

t. ’grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk’.

€ 380

€ 380

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juni 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (hierna: VV) bevat de invoering van een nieuwe beperking waaronder een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend aan de grenswachters van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna: VK) die de grenscontroles verrichten ten behoeve van het rechtstreekse treinverkeer tussen Nederland en het VK. Deze beperking wordt ingevoerd om uitvoering te geven aan de overeenkomst tussen het VK en Nederland met betrekking tot grenscontroles op het rechtstreekse treinverkeer tussen Nederland en het VK via de vaste kanaalverbinding¹. De invoering van deze nieuwe beperking is noodzakelijk omdat het verblijf voor de grenswachters niet onder een bestaande beperking is te brengen.

Inhoud regeling

De categorie vreemdelingen die voor deze beperking in aanmerking komt, wordt op grond van artikel 3.4, vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: Vb 2000) aangewezen als categorie vreemdelingen waaraan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend onder een andere beperking dan genoemd in het eerste lid van artikel 3.4 Vb 2000, voor zover internationale verplichtingen daartoe nopen dan wel met de aanwezigheid van de desbetreffende vreemdelingen een wezenlijk Nederlands belang is gediend. Het betreft vreemdelingen afkomstig uit het VK die in Nederland als grenswachter van de Britse grensbewakingsdienst (UK Border Force) grenscontroles zullen uitvoeren op het rechtstreekse treinverkeer tussen Nederland en het VK.

De regeling bevat voorts de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vergunning, de maximale geldigheidsduur van de vergunning en het verblijf van de gezinsleden van de grenswachter. De regels voor de intrekking van de vergunning vloeien reeds voort uit de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) en het Vb 2000, maar worden voor de duidelijkheid hieronder kort beschreven.

Daarnaast bevat deze wijziging de aanpassing van de tabel in artikel 3.34 VV over de leges die voor de behandeling van de aanvraag voor de vergunning door de grenswachter (hoofdvergunninghouder) moeten worden betaald. Het legesbedrag dat voor de behandeling van de aanvraag van de gezinsleden moet worden betaald is al opgenomen in artikel 3.34, rij a, VV.

Achtergrond

Sinds 26 oktober 2020 is er een directe internationale treinverbinding tussen Amsterdam-Rotterdam en Londen. Deze treindiensten tussen Nederland en het VK en omgekeerd worden uitgevoerd door Eurostar. De treinen van Eurostar met als eindbestemming Londen verlaten de buitengrens van het Schengengebied en passeren vervolgens de grens van het grondgebied van het VK. Voor reizigers die in Nederland instappen en in het VK uitstappen worden paspoortcontroles uitgevoerd volgens het zogenaamde model ‘juxtaposed controls’. Dit houdt in dat deze reizigers, alvorens aan boord te gaan van de Eurostartreinen, langs zowel een Schengen-uitreis paspoortcontrole van de Koninklijke Marechaussee als een VK-inreis paspoortcontrole van de grensbewakingsdienst van het VK dienen te gaan.

Grenswachters van de grensbewakingsdienst van het VK die in België gestationeerd zijn, reizen overeenkomstig het voornoemde verdrag inzake de grenscontroles tussen het VK en Nederland vanuit België naar Nederland op en neer om VK-inreis paspoortcontroles op de Nederlandse treinstations uit te kunnen voeren. Vanwege de hiermee gepaard gaande hoge kosten is van de zijde van het VK de behoefte ontstaan om de grenswachters in Nederland te kunnen stationeren. Voornoemd verdrag voorziet niet in een verblijfsgrond in Nederland voor deze grenswachters noch voor hun gezinsleden.

Het betrokken ministerie van het VK (Home Office) heeft de Nederlandse overheid verzocht om het verblijf van de grenswachters van de grensbewakingsdienst van het VK en hun gezinsleden in Nederland te faciliteren. Vanwege het nationale belang van een goed functionerende directe treinverbinding tussen Nederland en Londen, waarmee het internationaal treinverkeer een duurzamer alternatief is voor het vliegverkeer, is het wenselijk om het verzoek van het VK te honoreren.

De invoering van de nieuwe beperking is noodzakelijk, omdat geen van de bestaande reguliere beperkingen in het Vb 2000 op hen van toepassing is. Zo kunnen zij bijvoorbeeld, omdat hun werkgever niet in Nederland is gevestigd maar in het land van herkomst, geen verblijfsvergunning voor arbeid in loondienst krijgen. Omdat er geen sprake is van dienstverlening komen zij ook niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van grensoverschrijdende dienstverlening. Met de aanwijzing in het nieuwe artikel 3.16b kunnen de grenswachters ter uitvoering van hun taak alsook hun gezinsleden, in aanmerking komen voor een verblijfsregulier regulier voor bepaalde tijd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 3.16b (nieuw))

Verblijfsvoorwaarden en intrekkingsgronden

De verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk wordt verleend aan de vreemdeling die op grond van een geldige arbeidsovereenkomst of aanstelling in dienst is als grenswachter van de grensbewakingsdienst van het VK ten behoeve van de grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het VK. De bewijsmiddelen waarmee de vreemdeling aannemelijk kan maken dat aan deze voorwaarde is voldaan, zijn nader uitgewerkt in de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc) in hoofdstuk B11.

Het vereiste van het beschikken over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) voor het verblijfsdoel grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk is in beginsel vereist. De grenswachter van de grensbewakingsdienst van het VK met de Britse nationaliteit is in van dit vereiste vrijgesteld op grond van artikel 17, eerste lid, onderdeel a, Vw 2000, artikel 2.2 en bijlage 2 van het VV.

De afwijzingsgronden uit artikel 16 Vw 2000 zijn onverkort van toepassing. Dit betreffen onder andere het niet beschikken over een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) voor het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd, het niet beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding (paspoort), of niet voldoet aan het bestaansmiddelenvereiste, dan wel de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid in de zin van de artikelen 3.77 en 3.78 Vb 2000 dan wel indien de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt.

Duur verblijfsrecht

Op grond van bilaterale afspraken met het VK betreft de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor grenswachters van de grensbewakingsdienst van het VK een tijdelijk verblijfsrecht voor de duur van de arbeidsovereenkomst, maar ten hoogste voor een periode van vijf jaar. De vergunning is na vijf jaar dan ook niet verlengbaar.

Arbeidsmarktaantekening

Grenswachters mogen in Nederland werken op grond van het eerder genoemde verdrag. Dit verdrag wordt opgenomen in Bijlage II van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (RuWav 2022). Op grond van artikel 3.1, derde lid, aanhef en onder b, VV luidt de arbeidsmarktaantekening voor de grenswachter van de grensbewakingsdienst van het VK dat een tewerkstellingsvergunning (hierna: TWV) niet vereist is voor de specifieke werkzaamheden als grenswachter van de Border Force op de treinverbinding tussen Nederland en het VK, maar dat ander arbeid niet is toegestaan.

Gezinsleden

Aan de gezinsleden van de grenswachters kan op grond van artikel 3.13, eerste lid, Vb 2000 een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd worden verleend onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’. De genoemde voorwaarden uit de artikelen 3.16 tot en met 3.22a Vb 2000, zijn onverkort van toepassing.

Bij de aanvraag van de verblijfsvergunning hoeft het familie- of gezinslid met de Britse nationaliteit geen mvv aan te vragen, omdat die van dit vereiste is vrijgesteld op grond van artikel 17, eerste lid, onderdeel a, Vw 2000, artikel 2.2 en bijlage 2 van het VV.

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder a, Vb 2000 verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor verblijf als familie- of gezinslid met een geldigheidsduur gelijk aan de duur van het verblijfsrecht van de hoofdvergunninghouder. De aanvraag voor de familie- of gezinsleden kan worden ingediend door de hoofdvergunninghouder of het familie- of gezinslid.

De Minister van SZW bereidt een wijziging voor van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav 2022) per 1 januari 2025 om te regelen dat familie- of gezinsleden worden vrijgesteld van de TWV of de gecombineerde vergunning. Vanaf de inwerkingtreding van die wijziging is het voor de gezinsleden van de grenswachters mogelijk om te werken in Nederland.

In de Vc worden de factoren neergelegd die bij de beoordeling van de aanvraag voor de verblijfsvergunning kunnen worden betrokken. Dit betreft de uitwerking van de voorwaarden in het beleid, zoals de eerder genoemde bewijsmiddelen en de invulling van de middelentoets. De vindplaats van dit beleid in de Vc betreft hoofdstuk B11.

Onderdeel B (artikel 3.34, onderdeel t van de tabel)

De legestarieven die moeten worden betaald voor de behandeling van de aanvraag sluiten aan bij het legeshuis van de IND. Sinds 2018 is ervoor gekozen om de tarieven bij reguliere verblijfsdoelen gelijk te stellen met het tarief van 1x, 3x of 5x de kosten van een ID-kaart. Omdat de nieuwe beperking vergelijkbaar is met de beperking voor het verrichten van arbeid in loondienst, zijn de leges die de grenswachters voor de aanvraag moeten betalen, gelijk aan die voor de aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid in loondienst. Voor de gezinsleden is het tarief gelijk aan de tarieven voor gezinsleden van houders van de verblijfsvergunning regulier voor het verrichten van arbeid in loondienst.

In de tabel in artikel 3.34 is onder t (nieuw) het legesbedrag opgenomen voor de aanvrager van het verblijfsdoel ‘grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk’. Dit betreft € 380,– voor de hoofdvergunninghouder. Bij een verlenging gelden dezelfde bedragen.

Het legesbedrag van € 228,– dat voor de behandeling van de aanvraag van de gezinsleden moet worden betaald, is reeds geregeld in artikel 3.34, rij a.

Artikel II

De regeling werkt terug tot en met 1 februari 2024 vanwege de toezegging aan het VK dat de regeling per 1 februari 2024 zal gelden. De invoeringstermijn bedraagt minder dan twee maanden en de inwerkingtreding valt niet op een vast verandermoment. Daarmee wijkt de inwerkingtreding af van het systeem van vaste verandermomenten. Deze regeling betreft echter een gunstige aanpassing, waarvoor afwijking is toegestaan, omdat de betreffende doelgroep daarbij gebaat is.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

---

1 Overeenkomst tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot grenscontroles op het treinverkeer tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (Trb. 2020, 69).