Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 13 juni 2024, nummer WBV 2024/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B6/2.5 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

2.5 Arbeid als zelfstandige

Mvv-vereiste bij start-up

Op grond van artikel 3.71, derde lid, Vb wijst de IND een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, onder een beperking ‘arbeid als zelfstandige’ niet af wegens het ontbreken van een geldige mvv als:

  • de aanvraag is ingediend in het kader van artikel 3.30, zesde lid, Vb; en

  • de vreemdeling al in Nederland is in verband met het oprichten van een innovatieve onderneming en in het bezit van een visum kort verblijf of niet-visumplichtig is.

Wezenlijk Nederlands belang

De aanvraag voor het verrichten van arbeid als zelfstandige wordt geweigerd, als:

  • de vreemdeling op de loonlijst staat maar zelf buiten Nederland woont; of

  • de vreemdeling geld investeert in een bedrijf maar zelf geen ondernemingsactiviteiten verricht.

Bevoegdheid of vergunning om het beroep of onderneming te mogen uitoefenen

In aanvulling op artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder c, Vb verleent de IND een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige’ aan een vreemdeling als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de vreemdeling wil een onderneming voeren in de individuele gezondheidszorg en registratie in het BIG-register heeft plaatsgevonden; of

  • de vreemdeling is in het bezit van alle noodzakelijke vergunningen voor de uitoefening van de onderneming. Dit hangt af van de betreffende wetgeving die voor de onderneming geldt.

Directeur-(groot)aandeelhouder

In aanvulling op artikel 3.30 Vb beschouwt de IND de vreemdeling als zelfstandige die een directeur-(groot)aandeelhouder is als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de vreemdeling heeft een belang van 25% of meer in de onderneming;

  • de vreemdeling loopt een ondernemingsrisico; en

  • de vreemdeling kan de hoogte van het salaris zelf beïnvloeden.

Het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag en Het Verdrag van handel en scheepsvaart tussen Nederland en Japan

De IND verleent een verblijfsvergunning op grond van artikel 3.30 Vb aan een vreemdeling die onderdaan is van de Verenigde Staten van Amerika of Japan op grond van de hierboven genoemde Verdragen als wordt voldaan aan de algemene verblijfsvoorwaarden als genoemd in artikel 16 Vw met uitzondering van het eerste lid, aanhef en onder c, Vw, én de vreemdeling:

  • a. handel drijft tussen de grondgebieden van de twee verdragspartijen en zich bezighoudt met daarmee samenhangende of in verband staande werkzaamheden op handelsgebied; of

  • b. de bedrijfsuitoefening van een onderneming waarin de vreemdeling een aanzienlijk kapitaal heeft geïnvesteerd of waarin deze daadwerkelijk bezig is dat te doen, ontwikkelt en leidt.

Ad b.

De IND verstaat onder het begrip ‘bedrijfsuitoefening van een onderneming’ in ieder geval één van de volgende situaties:

  • de vreemdeling vertegenwoordigt een Amerikaanse of Japanse onderneming in Nederland en is in dienst van deze onderneming in een sleutelfunctie; of

  • de vreemdeling oefent een vrij beroep uit tenzij sprake is van een zekere publieke taak of een functie in de gezondheidszorg of publieke veiligheidssector.

De IND verstaat onder ‘aanzienlijk kapitaal’ in de hierna genoemde situaties het volgende:

  • eenmanszaak: een kapitaal waarmee de ondernemer zelfstandig de onderneming kan exploiteren. De IND beoordeelt de hoogte van het kapitaal per situatie, maar houdt als minimum een kapitaal van € 4.500 aan;

  • Vof: een kapitaal van ten minste 25% van het firmakapitaal, met als minimum een kapitaal van € 4.500;

  • Cv: voor de beherende vennoot geldt hetzelfde als bij een vennootschap onder firma. De stille vennoot oefent geen onderneming uit en valt niet onder het bepaalde in de verdragen;

  • Bv: een kapitaal van ten minste 25% van het gestorte kapitaal, met als minimum een kapitaal van € 4.500.

  • Nv: ten minste 25% van het gestorte kapitaal. Het gestorte kapitaal is in Nederland ten minste € 45.000, zodat het ‘aanzienlijk kapitaal’ ten minste € 11.250 beslaat.

De IND telt geleend kapitaal niet mee als onderdeel van het ‘aanzienlijk kapitaal’.

De IND trekt de verblijfsvergunning in als het aanzienlijk kapitaal onder het voor de ondernemingsvorm geldende minimum komt.

Kunstenaar die wezenlijk Nederlands cultureel belang dient

Een vreemdeling die een beroep als zelfstandig kunstenaar uitoefent kan in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als hij voldoet aan het gestelde in artikel 3.30 Vb in samenhang met artikel 3.20a, vijfde lid, VV en bijlage 8aaa behorend bij artikel 3.20a, vijfde lid, VV.

B

Paragraaf B6/4.5 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

4.5. Arbeid als zelfstandige

Algemeen

De IND beschouwt een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel met een omschrijving van het beroep of de bedrijfsactiviteiten die in de onderneming worden uitgeoefend als bewijsmiddel dat de onderneming is ingeschreven in het handelsregister.

Financiële bewijsmiddelen ter staving van de aanvraag moeten zijn gecontroleerd door een daartoe bevoegde onafhankelijke externe deskundige (register accountant, een accountant administratieconsulent, boekhouder of een financieel adviseur).

Startende ondernemer als bedoeld in artikel 3.30, zesde lid, Vb

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de vreemdeling duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan in de zin van artikel 3.20b, VV, in ieder geval een van de volgende bewijsmiddelen:

  • a. De vreemdeling zelf bekostigt de financiering:

    • een afschrift van een bankrekening die mede of uitsluitend op naam van de vreemdeling of van de onderneming is gesteld, waarop het saldo staat vermeld dat beschikbaar is; of

    • een verklaring van de buitenlandse bank waar de vreemdeling een rekening heeft waaruit blijkt welk bedrag (maandelijks) ten gunste van de vreemdeling wordt overgemaakt op diens bankrekening in Nederland, die mede of uitsluitend op naam van de vreemdeling staat;

  • b. De begeleider bekostigt de financiering:

    • De overeenkomst tussen de vreemdeling en de begeleider dat aan de vreemdeling financiële middelen worden toegekend;

  • c. Een derde persoon of rechtspersoon bekostigt de financiering:

    • een verklaring van de bank waaruit blijkt welk bedrag maandelijks ten gunste van de vreemdeling wordt overgemaakt op diens bankrekening in Nederland gedurende het verblijf in Nederland; of

    • een verklaring van de derde persoon of rechtspersoon welk bedrag maandelijks ten gunste van de vreemdeling wordt overgemaakt op diens bankrekening in Nederland gedurende diens verblijf in Nederland; en

    • een recent(e) bankafschrift of rekeningspecificatie waar het rekeningsaldo van de derde persoon of rechtspersoon op staat; en

    • een kopie van het paspoort van de derde persoon.

De IND beschouwt als bewijsmiddel ten behoeve van de adviesaanvraag bij het ministerie van EZ voor de beoordeling van de deskundigheid en betrouwbaarheid van de begeleider:

  • een bewijs van inschrijving van de start-up van de vreemdeling in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • bewijsstukken waaruit blijkt dat de begeleider minimaal 2 jaar ervaring heeft in het selecteren en begeleiden van startende ondernemers, zoals een eigen ondernemingsplan, voorbeelden van begeleide start-ups, referenties en/of het curriculum vitae van minimaal twee medewerkers waaruit ervaring blijkt;

  • bewijsstukken waaruit blijkt dat de begeleider financieel gezond is, zoals recente jaarrekeningen, overeenkomsten met financiers, garantstellingen door financiers, accountantsverklaringen, bankafschriften en/of onderbouwde financiële prognoses.

De IND beschouwt als bewijsmiddel ten behoeve van de adviesaanvraag bij het ministerie van EZ voor de vreemdeling (start-up):

  • een bewijs van inschrijving van de begeleider in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • een stappenplan van de vreemdeling dat informatie bevat over:

    • de rol van de vreemdeling in de start-up (de organisatie);

    • het idee voor het product of de dienst van de start-up;

    • de innovatie van het product of de dienst;

    • de activiteiten (stappen) die de startende ondernemer neemt in het eerste jaar om van idee tot onderneming te komen.

  • een door beide partijen ondertekende overeenkomst tussen de vreemdeling en de begeleider dat informatie bevat over:

    • de aard van de begeleiding (bijvoorbeeld de aangeboden faciliteiten, bijvoorbeeld over toegang tot coaching, technologie, onderzoek, bescherming intellectueel eigendom, marktonderzoek, financiering etc);

    • de voorwaarden waaronder de begeleiding wordt aangeboden;

    • het (mogelijk) belang van de begeleider in de onderneming.

De IND beschouwt als bewijsmiddel dat er geen familierechtelijk relatie is tussen de vreemdeling en de begeleider een verklaring waarin de vreemdeling bevestigt dat er geen familierechtelijke relatie (tot en met de derde graad) bestaat tussen de vreemdeling en de begeleider.

Arbeid als zelfstandige

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling bevoegd is een beroep of onderneming uit te oefenen:

  • een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel; en

  • een document afgegeven door de bevoegde Nederlandse autoriteit dat de vreemdeling in het bezit is van de noodzakelijke vergunningen om een beroep of onderneming uit te oefenen.

De IND beschouwt als bewijsmiddel ten behoeve van de adviesaanvraag bij het ministerie van EZ of het ministerie van VWS:

  • een document afgegeven door de bevoegde Nederlandse autoriteit, dat de vreemdeling in het bezit is van de noodzakelijke vergunningen om een beroep of onderneming uit te oefenen;

  • een volledig ingevulde en ondertekende ‘Bijlage verklaring inkomen zelfstandig ondernemer’ met de daarin gevraagde bewijsmiddelen;

  • een ondernemingsplan dat informatie bevat over:

    • persoonlijke gegevens van de ondernemer;

    • het product of de dienst;

    • een marktanalyse toegespitst op het eigen product of dienst;

    • de organisatie;

    • de (openings)balans;

    • de omzet- en liquiditeitsprognose inclusief berekeningen; en

    • een specificatie en begroting arbeidscreatie en investeringen.

  • afschriften van behaalde diploma’s voorzien van een Nuffic/ stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) waardering voor zover het een buitenlands diploma betreft;

  • afschriften van getuigschriften (diploma, promotie) van een Nederlandse opleiding (dit geldt facultatief voor Turkse vreemdelingen);

  • als sprake is van een onderneming in het land van herkomst: de akte van oprichting en de statuten van de onderneming;

  • arbeidsovereenkomst(en) en referenties van de voormalige dienstbetrekking(en);

  • financiële gegevens, zoals omzetgegevens, jaarrekeningen, belastinggegevens, loonstaten, loonaangiften, e.d.

  • bewijsmiddelen (bijv. patenten of referenties van kennisinstellingen e.d.) die het innovatieve karakter van het product of de dienst voor Nederland aantonen (dit geldt facultatief voor Turkse vreemdelingen);

  • bewijsmiddelen van arbeidscreatie in de eigen onderneming (dit geldt facultatief voor Turkse vreemdelingen);

  • gegevens met betrekking tot de voorgenomen investeringen (dit geldt facultatief voor Turkse vreemdelingen);

  • als sprake is van een bv: een kopie van het aandelenregister en de oprichtingsakte;

  • als sprake is van een vof/cv: een kopie van vof/cv contract met daarin: inbreng van vennoten, verantwoordelijkheden en aandeel in resultaat;

  • als de vreemdeling een freelancer is: kopieën van intentieverklaringen en/of overeenkomst(en) van (de) opdracht(en) waaruit blijkt dat de vreemdeling in opdracht werkzaamheden als freelancer gaat uitvoeren.

De vreemdeling die arbeid wil verrichten als zelfstandig kunstenaar moet ten behoeve van de adviesaanvraag bij het ministerie van OCW de bewijsmiddelen overleggen zoals genoemd in bijlage 8aaa, behorend bij artikel 3.20a, vijfde lid, Voorschrift Vreemdelingen 2000.

Vriendschapsverdragen

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling een aanzienlijk kapitaal heeft geïnvesteerd:

  • bij een eenmanszaak: een bankafschrift van de onderneming waarop het geïnvesteerde bedrag staat en de (openings)balans;

  • bij een vof: een oprichtingsakte of contract waarin staat hoe groot de financiële deelname is van iedere vennoot, de (openings)balans en een bankafschrift van de onderneming; of

  • bij een bv en een nv: de oprichtingsakte.

C

Paragraaf B7/2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

2.2. Referent met tijdelijk verblijfsrecht

Met toepassing van artikel 3.13, tweede lid, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aan familie- of gezinsleden van een referent met tijdelijk verblijfsrecht in de zin van artikel 3.5 Vb als de referent in het bezit is van een verblijfsvergunning onder één van de volgende beperkingen:

  • studie;

  • het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;

  • grensoverschrijdende dienstverlening;

  • overplaatsing binnen een onderneming;

  • verblijf als familie- of gezinslid, als de referent een tijdelijk verblijfsrecht heeft;

  • asiel voor bepaalde tijd;

  • medische behandeling;

  • het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

  • tijdelijke humanitaire gronden (met uitzondering van verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling);

  • vermogende vreemdeling (uitsluitend indien de referent verblijf heeft als vermogende vreemdeling); of

  • grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk.

D

Paragraaf B7/4 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

4. Beperking, arbeidsmarktaantekening en geldigheidsduur

Beperking

Op grond van artikel 3.4, eerste lid, onder a, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking: ‘Verblijf als familie- of gezinslid bij (naam van de partner/ echtgenoot/ minderjarig kind, enz)’.

Arbeidsmarktaantekening

Als de referent een Nederlander is, dan luidt op grond van artikel 3.1, derde lid, aanhef en onder a, VV de arbeidsmarktaantekening: ‘Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist.’

Als de referent in het bezit is van een verblijfsvergunning, dan is de arbeidsmarktaantekening van familie- en gezinsleden dezelfde als die van diens referent.

In afwijking hiervan wordt op grond van artikel 3.1, derde lid, aanhef en onder a, VV de aantekening ‘Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’ geplaatst op het verblijfsdocument van een gezinslid van een:

  • kennismigrant;

  • houder van een Europese blauwe kaart;

  • vergunninghouder in het kader van overplaatsing binnen een onderneming; of

  • onderzoeker in de zin van richtlijn (EU) 2016/801;

  • essentieel personeelslid van een startup onderneming;

  • niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel als bedoeld in paragraaf B5/4 Vc, die werkzaam is voor het Headquarters Allied Joint Force Command Brunssum, zolang de referent aldaar werkzaam is.

Op grond van artikel 3.1, derde lid, onderdeel p, VV wordt de aantekening ‘Arbeid als zelfstandige toegestaan, arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist’ geplaatst op het verblijfsdocument van een gezinslid van een houder van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige’.

Als de referent in het bezit is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder m, Vb dan luidt op grond van artikel 3.1, derde lid, onder l, VV de arbeidsmarktaantekening: ‘arbeid niet toegestaan’.

Als de referent in het bezit is van een GVVA, dan luidt voor gezinsleden de arbeidsmarktaantekening: ‘Arbeid toegestaan mits TWV is verleend’.

Als de referent in het bezit is van een verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk’ dan luidt voor gezinsleden de arbeidsmarktaantekening: ‘Arbeid toegestaan mits TWV is verleend’.

Geldigheidsduur

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder a, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met een geldigheidsduur gelijk aan de duur van het verblijfsrecht van de referent. Als de referent Nederlander is of verblijf heeft voor langer dan vijf jaar, dan verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met een geldigheidsduur van vijf jaar.

In geval van langetermijnmobiliteit van onderzoekers verleent de IND aan de gezinsleden van de onderzoeker, mits zij in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning voor verblijf als partner of minderjarig kind zoals afgegeven door een andere lidstaat binnen de Europese Unie, de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd gelijk aan de duur van het verblijfsrecht van de referent.

E

Paragraaf B11/1 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de beleidsregels opgenomen die gelden voor vreemdelingen die in Nederland willen verblijven:

  • als economisch niet-actieve langdurig ingezetene;

  • als vermogende vreemdeling (ook wel buitenlandse investeerder);

  • voor het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst omdat artikel 13 Besluit 1/80 van toepassing is;

  • op grond van de pilot ‘huisvesting Akense niet-EU studenten’;

  • op grond van ‘verblijf conform artikel 3.6ba Vb’; en

  • met een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk.

De beleidsregels zijn een aanvulling op of een uitwerking van 3.29a Vb, artikel 3.6ba Vb en artikel 3.4, vierde lid, Vb jo artikel 3.16a VV, in samenhang met het convenant ‘pilot huisvesting Akense niet-EU studenten’, en 3.16b VV.

F

Paragraaf B11/2.6 Vreemdelingencirculaire 2000 is toegevoegd en komt te luiden:

2.6 Grenswachters van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk

De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 3.4, vierde lid, Vb in combinatie met artikel 3.16b VV aan de vreemdeling die in Nederland wil verblijven als grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk voor het uitvoeren van grenscontroles ten behoeve van het rechtstreekse treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Er mag geen sprake zijn van een geprivilegieerde status.

Middelen van bestaan

De IND neemt aan dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan in de zin van artikel 3.74, eerste lid, Vb, als de vreemdeling:

  • op grond van een geldige overeenkomst in dienst is bij de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk; en

  • grenscontroles verricht ten behoeve van het rechtstreekse treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

G

Paragraaf B11/3 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

3. Beperking, arbeidsmarktaantekening en geldigheidsduur

Beperking

Op grond van artikel 3.4, eerste lid, aanhef en onder b, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking: ‘verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene of vermogende vreemdeling’.

Op grond van artikel 3.4, eerste lid, aanhef en onder n, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 3.31 Vb aan de vreemdeling op wie artikel 13 besluit 1/80 van toepassing is, onder de beperking: ‘het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’.

Op grond van artikel 3.4, vierde lid, Vb in combinatie met artikel 3.16a VV verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in verband met de pilot huisvesting Akense niet-EU studenten onder de beperking ‘verblijf conform beschikking Staatssecretaris’.

Op grond van artikel 3.6ba, eerste lid Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier onder de beperking ‘verblijf conform artikel 3.6ba Vb’. De IND vermeldt bij de verlening van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf conform artikel 3.6ba Vb’ of het verblijfsrecht tijdelijk van aard is. Als de IND dit niet aangeeft, is het verblijfsrecht niet tijdelijk van aard.

Op grond van artikel 3.4, vierde lid, Vb in combinatie met artikel 3.16b VV verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk. Dit in verband met grenscontroles ten behoeve van het rechtstreekse treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Arbeidsmarktaantekening

Op grond van artikel 3.1, derde lid, onder a, VV luidt de arbeidsmarktaantekening voor economisch niet-actieve langdurig ingezetenen en vermogende vreemdelingen: 'Arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist'.

Op grond van artikel 3.1, derde lid, onder a, VV luidt de arbeidsmarktaantekening voor het zoeken naar of verrichten van arbeid al dan niet in loondienst: 'Arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist'.

Op grond van artikel 3.1, derde lid, onder l, VV luidt de arbeidsmarktaantekening voor de pilot huisvesting Akense niet-EU studenten: ‘Arbeid niet toegestaan’.

Op grond van artikel 3.1, derde lid, aanhef en onder a, VV luidt de arbeidsmarktaantekening voor verblijf conform artikel 3.6ba Vb: ‘Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’.

Op grond van artikel 3.1, derde lid, aanhef en onder b, VV luidt de arbeidsmarktaantekening in verband met verblijf onder de beperking grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk: ‘TWV niet vereist voor specifieke arbeid, andere arbeid niet toegestaan’.

Geldigheidsduur

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder b, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met de geldigheidsduur van vijf jaar aan economisch niet-actieve langdurig ingezetenen.

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder b, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met de geldigheidsduur van drie jaar aan de vermogende vreemdeling.

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder b, Vb verlengt de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met de geldigheidsduur van vijf jaar aan de vermogende vreemdeling.

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder n, Vb verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met de geldigheidsduur van ten hoogste één jaar voor het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst.

Op grond van artikel 3.4, vierde lid, Vb in combinatie met artikel 3.16a VV verleent de IND de verblijfsvergunning in het kader van de pilot huisvesting Akense niet-EU studenten met de geldigheidsduur van één jaar.

De verblijfsvergunning verleend in het kader van de pilot huisvesting Akense niet-EU studenten wordt ingevolge artikel 3.5, vierde lid, Vb aangemerkt als een tijdelijk verblijfsrecht.

Indien het verblijfsdoel tijdelijk is verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf conform artikel 3.6ba Vb’ met een geldigheidsduur van ten hoogste één jaar en verlengt de geldigheidsduur telkens met ten hoogste één jaar.

Indien het verblijfsdoel niet tijdelijk is verleent de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf conform artikel 3.6ba Vb’ met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar en verlengt de geldigheidsduur telkens met ten hoogste vijf jaar.

Gelet op artikel 3.16b, derde lid, VV verleent de IND de op grond van paragraaf B11/2.6 Vc verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor de duur van de werkzaamheden, maar voor maximaal vijf jaar.

H

Paragraaf B11/4.4 Vreemdelingencirculaire 2000 is toegevoegd en komt te luiden:

4.4 Grenswachters van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling werkzaamheden verricht als grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk in verband met het rechtstreekse treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk:

  • een door beide partijen ondertekende arbeidsovereenkomst met daarin de adresgegevens van de in het buitenland gevestigde werkgever; of

  • een door de werkgever ondertekende aanstellingsbrief met daarin de adresgegevens van de in het buitenland gevestigde werkgever.

De IND beschouwt bovengenoemde arbeidsovereenkomst ook als bewijsmiddel dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan in de zin van artikel 3.74, eerste lid, Vb

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 juni 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJS

A, B

Per 21 november is het Voorschrift Vreemdelingen gewijzigd en is aan artikel 3.20a VV een vijfde lid toegevoegd. Met artikel 3.20a, vijfde lid, VV is het mogelijk voor een kunstenaar om als zelfstandige in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als de vreemdeling een beroep als kunstenaar uitoefent waarmee een wezenlijk Nederlands cultureel belang is gediend.

Voordat de verblijfsvergunning kan worden verleend moet de IND advies vragen aan het ministerie van OCW, middels bijlage 8aaa behorend bij artikel 3.20a, vijfde lid, VV.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting zoals die is opgenomen bij de wijziging van het voorgenoemde VV.

Vanwege bovengenoemde wijziging van het VV is paragraaf B6/2.5 Vc gewijzigd en is daaraan toegevoegd dat een vreemdeling die een beroep als zelfstandig kunstenaar uitoefent in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

In paragraaf B6/4.5 Vc is een verwijzing naar artikel 3.20a, vijfde lid, VV opgenomen, om aan te geven welke bewijsmiddelen de vreemdeling moet overleggen, zodat de IND het advies aan het ministerie van OCW aan kan vragen.

C–H

Op grond van artikel 3.4, vierde lid Vb kan de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een andere beperking worden verleend dan genoemd in het eerste lid aan bij ministeriële regeling aangewezen categorieën vreemdelingen. In artikel 3.16b VV is daartoe een nieuwe categorie vreemdelingen toegevoegd. Deze wijziging van het VV is gepubliceerd op 12 juni 2024 (Staatscourant, 19127).

De nieuwe categorie vreemdelingen in artikel 3.16b VV betreft de vreemdeling die op grond van een geldige overeenkomst in dienst is bij de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk en grenscontroles verricht ten behoeve van het treinverkeer op het traject tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting zoals die is toegevoegd aan de wijzigingsregeling van het VV.

De paragrafen B11/1, B11/2.6, B11/3 en B11/4.4 Vc zijn op bovenstaande aangepast.

De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking ‘grenswachter van de grensbewakingsdienst van het Verenigd Koninkrijk’.

De verblijfsvergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaar. Aan de gezinsleden van de grenswachters kan een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd worden verleend onder de verblijfsbeperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’. De gezinsleden mogen arbeid verrichten, mits een TWV is verleend. Dit is geregeld in de paragrafen B7/2.2 en B7/4 Vc.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven