Besluit van de Minister voor Klimaat en Energie van 23 april 2024, nr. WJZ/ 46033521, tot vaststelling van de definitieve correctiebedragen Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking voor 2023 (Besluit vaststelling definitieve correctiebedragen voor 2023 bij de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking)

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

netlevering:

elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed;

niet-netlevering:

elektriciteit die op een installatie wordt ingevoed;

openstellingsbesluit 2021:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2021;

openstellingsbesluit 2022:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2022;

openstellingsbesluit 2023:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023;

regeling:

Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking.

Artikel 2 Vaststelling definitief correctiebedrag

Voor een categorie productie-installaties als bedoeld in de eerste en tweede kolom van onderstaande tabel wordt het definitieve correctiebedrag, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de regeling, voor 2023 vastgesteld op het bedrag dat is opgenomen in de derde kolom van onderstaande tabel.

1

2

3

Artikel openstellingsbesluit 2021

Omschrijving categorie

Definitief correctiebedrag 2023 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Netlevering: 0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Niet-netlevering: 0,108

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel i

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel ii

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iii

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iv

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel v

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel vi

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,096

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,096

1

2

3

Artikel openstellingsbesluit 2022

Omschrijving categorie

Definitief correctiebedrag 2023 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Netlevering: 0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Niet-netlevering: 0,108

Artikel 3, onderdeel c

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,096

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,096

1

2

6

Artikel openstellingsbesluit 2023

Omschrijving categorie

Definitief correctiebedrag 2023 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Netlevering: 0,059

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Niet-netlevering: 0,094

Artikel 3, onderdeel c

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,080

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,096

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,096

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling definitieve correctiebedragen voor 2023 bij de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 april 2024

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit is een nadere uitwerking van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (hierna: regeling). Op basis van de regeling wordt de productie van hernieuwbare energie gestimuleerd door het verschil te subsidiëren tussen de gemiddelde kostprijs van een eenheid elektriciteit, geproduceerd door aangewezen categorieën productie-installaties voor duurzame elektriciteitsproductie, en de gemiddelde marktwaarde daarvan. Het subsidiebedrag is het verschil tussen een basisbedrag (de integrale kostprijs van een eenheid elektriciteit) en een correctiebedrag dat gerelateerd is aan onder meer de elektriciteitsprijs. De correctiebedragen worden jaarlijks opnieuw berekend om zo de ontwikkeling van de marktwaarde mee te nemen in de hoogte van de subsidie. Als de correctie voor elektriciteitsprijzen lager wordt dan de basiselektriciteitsprijs dan wordt die correctie gelijkgesteld aan de basiselektriciteitsprijs. De basiselektriciteitsprijs, die jaarlijks per type technologie wordt bepaald, is vastgelegd in de afgegeven beschikkingen en blijft gedurende de hele subsidieperiode gelijk.

2. Doel

Met dit besluit worden voor de verschillende categorieën productie-installaties voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit de definitieve correctiebedragen voor het jaar 2023 vastgesteld. De correctiebedragen worden vastgesteld voor beschikkingen tot subsidieverlening aan coöperaties en verenigingen van eigenaars op grond van het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2021, het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2022 en het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023. Dit besluit geeft daarmee invulling aan artikel 6, tweede lid, van de regeling. De jaarlijks vast te stellen correctiebedragen zijn van belang voor de berekening van de jaarlijkse subsidiebedragen voor de verschillende categorieën productie-installaties.

3. Opzet van deze regeling

In dit besluit zijn de definitieve correctiebedragen per categorie productie-installaties weergegeven. Op grond van artikel 6 van de regeling bedraagt het correctiebedrag de som van:

  • a. de elektriciteitsprijs voor elektriciteit die wordt ingevoed op het elektriciteitsnet of de elektriciteitsprijs voor elektriciteit die niet wordt ingevoed op het elektriciteitsnet;

  • b. de waarde van garanties van oorsprong; en

  • c. andere correcties die een substantiële invloed hebben op het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit en die voortvloeien uit maatregelen van de overheid.

De systematiek voor berekening van de definitieve correctiebedragen is identiek aan die van de correctiebedragen voor de voorschotverlening (de voorlopige correctiebedragen, bedoeld in artikel 9 van de regeling). Het enige verschil is dat bij de voorlopige correctiebedragen gebruikt wordt gemaakt van de gemiddelde waarde van elektriciteit in de periode 1 september tot en met 31 augustus voorafgaand aan het kalenderjaar en de profiel- en onbalanskosten zoals vastgesteld in het afgelopen kalenderjaar, terwijl bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen na afloop van het betreffende kalenderjaar gebruik wordt gemaakt van de daadwerkelijke gerealiseerde jaargemiddelde marktwaarde over het betreffende jaar. Zowel de voorlopige als de definitieve correctiebedragen kunnen per categorie productie-installatie verschillen.

De definitieve correctiebedragen staan in artikel 2. De tabel bij artikel 2 bevat in de eerste kolom telkens het artikel uit de openstellingsbesluiten van 2021, 2022 en 2023, waarin een bepaalde categorie productie-installaties wordt aangewezen. In de tweede kolom is een verkorte omschrijving van de desbetreffende categorie opgenomen. Deze kolom is een hulpmiddel, voor de volledige omschrijving wordt verwezen naar het desbetreffende artikel. De derde kolom geeft bijhorende definitieve correctiebedrag van de categorie productie-installaties aan.

4. Rekenwijze en uitgangspunten

Bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen wordt gebruik gemaakt van het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (hierna: PBL) voor de vaststelling van de definitieve correctiebedragen voor de categorieën productie-installaties. Voor een uitgebreide toelichting op de uitgangspunten, de berekeningswijze en de berekeningen zelf wordt verwezen naar het adviesrapport, dat openbaar is en beschikbaar wordt gesteld via de website van het PBL.

Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik van correctiebedragen hierbij wordt verwezen naar paragraaf 2.6.2 van de toelichting op de regeling (Stcrt. 2021, 11080). PBL volgt bij de vaststelling van de definitieve correctiebedragen dezelfde berekeningsmethodiek zoals gehanteerd bij de vaststelling van de voorlopige correctiebedragen bij publicatie van het Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023.

5. Administratieve lasten

De regeldruk voortvloeiend uit dit besluit moet in samenhang worden gezien met de bepalingen uit regeling. In paragraaf 4 van de toelichting op de regeling is een uitgebreide toelichting van de administratieve lasten voortvloeiend uit de onderliggend besluiten opgenomen (Stcrt. 2021, 11080). Het besluit bevat geen inhoudelijke wijzigingen en leidt dus ook niet tot extra regeldruk. Het gaat hier puur om het vaststellen van de correctiebedragen en hoeft derhalve niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) te worden voorgelegd, op grond van de werkafspraken met het ATR.

6. Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding en bekendmaking van dit besluit wordt afgeweken van de vier vaste verandermomenten die gelden voor ministeriële regelingen, zoals genoemd in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). In artikel 6 van de regeling staat dat de definitieve correctiebedragen jaarlijks voor 1 april worden gepubliceerd. Afwijking van deze termijn is nodig gebleken omdat de cijfers over de elektriciteitsprijzen over 2023 eerder nog niet beschikbaar waren. Vanuit een oogpunt van rechtszekerheid is het nodig dat de markt zo spoedig mogelijk zekerheid krijgt over de definitieve correctiebedragen. Daarom treedt dit besluit in werking de dag na plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven