Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 maart 2024, nr. 1512138, houdende wijziging van de Subsidieregeling LLO-Katalysator (LLO-professionalisering opleiders 2023-2026) in verband met de vaststelling van het subsidieplafond voor de tweede aanvraagronde en het doen vervallen van de vierde aanvraagronde

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling LLO-Katalysator (LLO-professionalisering opleiders 2023-2026) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt:

  • 1a. Voor subsidieverstrekking op aanvragen die in de tweede aanvraagronde, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, zijn ingediend, is een bedrag van € 32.600.000 beschikbaar, waarvan:

    • a. € 2.000.000 beschikbaar is voor kleine projecten; en

    • b. € 30.600.000 beschikbaar is voor grote projecten.

2. In het tweede lid wordt ‘de aanvraagronden als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen b, c en d’ vervangen door ‘de aanvraagronde, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c’.

3. Het derde lid vervalt.

B

In artikel 6, eerste lid, vervalt onderdeel d onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding

De Subsidieregeling LLO-Katalysator (LLO-professionalisering opleiders 2023-2026) (hierna: de subsidieregeling) is een uitwerking van Bouwsteen 3 van het Nationale Groeifonds Programma de LLO-Katalysator, tranche 1, 2023-2026.1Deze subsidieregeling stimuleert de vorming en professionalisering van LLO-organisaties binnen publieke opleiders of samenwerkingsverbanden van opleiders, die qua organisatiecapaciteit en dienstverlening in staat zijn om vraaggericht en op maat LLO-oplossingen te bieden aan de regionale of sectorale arbeidsmarkt. Anders gesteld, door het professionaliseren van de organisatie, het personeel en de dienstverlening (LLO-professionalisering) zijn publieke opleiders of samenwerkingsverbanden van opleiders (LLO-organisatie) steeds beter in staat om snel, flexibel en op maat werkgevers, werkenden en werkzoekenden (LLO-doelgroepen) te helpen met een innovatie-, ontwikkel- of scholingsvraagstuk (LLO-oplossingen).

De subsidieregeling stimuleert de professionalisering van LLO-organisaties van opleiders door in drie aanvraagrondes, verdeeld over een periode van drie jaar, geld beschikbaar te stellen. Opleiders die in staat zijn vraaggericht en op maat LLO vorm te geven voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers dragen in belangrijke mate bij aan het oplossen van competentieknelpunten in het kader van de transities, versterken daarmee het LLO-ecosysteem en dragen bij aan de vanzelfsprekendheid om een leven lang te ontwikkelen.

2. Wijzigingen

Inmiddels is er één aanvraagronde geweest. Met deze wijzigingsregeling wordt het subsidieplafond vastgesteld voor aanvraagronde 2, onderverdeeld in een budget voor kleine en grote projecten.

In de eerste aanvraagronde konden een groot aantal positief beoordeelde grote projecten niet worden toegekend door uitputting van het beschikbare budget. Dit is niet wenselijk. Enerzijds doordat kwalitatief goede projecten nu niet kunnen starten en lang moeten wachten op een nieuwe kans. Anderzijds doordat de initiatiefnemers voornemens zijn om de positief beoordeelde aanvragen opnieuw in te dienen in de tweede aanvraagronde, wat tot verdere overvraag en concurrentie leidt met andere grote projecten die dan voor het eerst een aanvraag indienen. Zodoende kan er een stuwmeer ontstaan aan goede projecten die niet van start kunnen. Dat komt het overkoepelende doel van de LLO-Katalysator niet ten goede, noch de ontwikkeling van de opleiders zelf.

Om dit te voorkomen wordt in deze wijzigingsregeling het gereserveerde budget van aanvraagronde 4 in 2025 toegevoegd aan het beschikbare budget voor aanvraagronde 2 in april 2024. Met dit extra budget kan er een groot aantal positief beoordeelde projecten worden toegekend waarmee overvraag wordt voorkomen en meer projecten een kans krijgen nu te starten. Hiervoor is artikel 5 gewijzigd.

Omdat voor aanvraagronde 4 geen budget meer is, is deze aanvraagronde vervallen. Indien blijkt dat na aanvraagronde 3 nog budget resteert, kan door wijziging van deze subsidieregeling indien nodig alsnog een vierde aanvraagronde worden opengesteld.

3. Uitvoerbaarheid en handhaving

Deze wijzigingsregeling is aan DUS-I voorgelegd voor een uitvoeringstoets. DUS-I acht de regeling uitvoerbaar.

4. Afstemming en advisering

Er is voor de totstandkoming van deze wijzigingsregeling overlegd met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ook is de beoordelingscommissie zelf nauw betrokken geweest bij de uitwerking van deze wijzigingen. Er is daarnaast veelvuldig overlegd met de publieke onderwijskoepels die onderdeel zijn van het uitvoerend consortium achter de LLO-Katalysator. De feedback is verwerkt in de definitieve versie van deze wijzigingsregeling.

5. Regeldruk

Deze wijzigingsregeling heeft geen substantiële gevolgen voor de regeldruk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 5)

In dit artikel wordt het subsidieplafond voor de tweede aanvraagronde vastgesteld. Op 1 april 2024 opent de tweede aanvraagronde waarvoor het nieuwe subsidieplafond bekendgemaakt moet worden, inclusief budgetten voor kleine en grote projecten. Daarnaast is het gereserveerde budget van aanvraagronde 4 aan het beschikbare bedrag toegevoegd.

Bij de vaststelling van dit subsidieplafond is het restbudget uit ronde 1 meegenomen. Omdat de restbudgetten uit ronde 1 al in het nieuwe subsidieplafond zijn opgenomen (en het voornemen is om dit – indien nodig – ook bij de derde aanvraagronde op deze manier te doen), heeft het derde lid van artikel 5 geen toegevoegde waarde meer. Het artikellid is daarom vervallen.

Artikel I, onderdeel B (wijziging artikel 6)

In artikel 6 vervalt het eerste lid, onderdeel d. Daarmee vervalt de vierde aanvraagronde (zie nader paragraaf 2 van de algemene toelichting). Indien blijkt dat na de derde aanvraagronde nog budget resteert, kan door wijziging van deze regeling indien nodig alsnog een vierde aanvraagronde worden opengesteld.

Artikel II (inwerkingtreding)

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit is in afwijking van de vaste verandermomenten en in afwijking van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden. Echter, dit is niet bezwaarlijk voor de publieke instellingen die als penvoerder van een subsidieaanvraag kunnen optreden, omdat er niets verandert aan het doel en de inhoud van de subsidieregeling. Ook heeft het geen gevolgen voor de partijen die in aanmerking komen voor een subsidieaanvraag, noch voor de subsidiabele activiteiten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 juni 2023, nr. 1409103, houdende regels voor de subsidieverstrekking ten behoeve van het Leven Lang Ontwikkelen-Katalysator programma voor Bouwsteen 3 (Subsidieregeling LLO-professionalisering opleiders 2023–2026), Stcrt. 2023, 19047.

Naar boven