Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 maart 2024, nummer 5302206, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdzesentachtigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 47, eerste lid, onderdeel c, 4, tweede lid, 24, tweede lid, 37, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 2.2 van het Vreemdelingenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 komt te luiden:

Artikel 1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

de BRP:

de basisregistratie personen;

ernstige schade:

daden als bedoeld in artikel 15 van richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (herschikking) (PbEU 2011 L 337);

EVRM:

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

het Besluit:

het Vreemdelingenbesluit 2000;

Terugtrekkingsakkoord:

Akkoord van 12 november 2019 inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PbEU 2019, CI 384);

vervolging: vervolging als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag.

B

In artikel 3.34a wordt de tarieftabel vervangen door:

I. Categorie

II. Verlening of wijziging

III. Verlenging

a. ‘verblijf als familie- of gezinslid’ indien het een meerderjarig kind betreft die verblijf vraagt bij een ouder

€ 228

€ 228

b. gezinslid van een houder van een EU- verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen welk gezinslid het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt

€ 228

€ 228

c. houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen in een andere lidstaat of een gezinslid daarvan die een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet aanvraagt

€ 228

€ 228

d. vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971, 70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie

€ 76

€ 76

e. vreemdeling die in aanmerking komt voor de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet

€ 76

€ 76

f. vreemdeling met de nationaliteit van Argentinië, Australië, Canada, Hong Kong, Nieuw Zeeland dan wel Zuid-Korea die het verblijfsdoel ‘uitwisseling’ aanvraagt, in het kader van het Working Holiday Scheme of het Working Holiday Programme

€ 76

niet van toepassing

g. vreemdeling met de nationaliteit van Canada die het verblijfsdoel ‘lerend werken’ aanvraagt, in het kader van het Young Workers Exchange Programme

€ 76

€ 76

h. vreemdeling die werkzaamheden als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van het op 7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 25) verricht en het verblijfsdoel ‘arbeid in loondienst’ aanvraagt

€ 76

€ 76

i. vreemdeling die met het oog op de voorlaatste alinea van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), het verblijfsdoel ‘arbeid in loondienst’ aanvraagt

€ 76

€ 76

j. vreemdeling die het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt en die om vrijstelling van leges verzoekt, daarbij een gerechtvaardigd beroep doet op artikel 8 EVRM en aantoont niet te kunnen beschikken over middelen om aan de legesverplichting te kunnen voldoen

€ 0

€ 0

k. vreemdeling die blijkens een schriftelijke verklaring van de Minister in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, voor een verblijfsdoel verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden of met een ander verblijfsdoel dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, van het Besluit

€ 0

niet van toepassing

l. minderjarig kind dat een aanvraag indient voor ‘verblijf als familie- of gezinslid’ bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel ‘tijdelijke humanitaire gronden’, tenzij die verblijfsvergunning is verleend op grond van artikel 3.48, tweede lid, onder a, van het Besluit

€ 0

€ 0

m. vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel van 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid voor verblijf bij een vreemdeling aan wie in het kader van dreigend eergerelateerd geweld, slachtoffer mensenhandel of huiselijk geweld, een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden is verleend

niet van toepassing

€ 0

n. de broer en zus die een aanvraag indienen voor ‘verblijf als familie- en gezinslid’ bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel ‘tijdelijke humanitaire gronden’ in het kader van het beleid voor de Afghaanse vreemdeling die een verwesterde, schoolgaande en minderjarige vrouw is

€ 0

€ 0

o. vreemdeling die een aanvraag indient in het geval, bedoeld in artikel 3.101, tweede lid, van het Besluit

€ 0

niet van toepassing

p. vreemdeling waaraan een verblijfsvergunning is verleend in het kader van verblijf als gezinslid van een militair verbonden aan een hier te lande gevestigd internationaal militair hoofdkwartier (Joint Force Command- headquarters) onder de beperking ‘arbeid in loondienst’

€ 228

€ 0

q. vreemdeling die een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 3.51, derde lid en artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder j, in verband met gezagsbeëindiging aanvraagt

€ 0

€ 0

C

In onderdeel d van het eerste lid van artikel 4.1 wordt ‘2019’ vervangen door ‘2024’.

D

Bijlage I van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, ONDERDEEL A, VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000

Luchthaven

Luchthavencode

Accra International Airport

ACC

Amman Queen Alia International Airport

AMM

Abu Dhabi International Airport

AUH

Antalya International Airport

AYT

Bahrein International Airport

BAH

Belgrado Nicola Tesla International Airport

BEG

Boryspil International Airport

KBP

Casablanca International Airport

CMN

Cairo International Airport

CAI

Damman- King Fahd International Airport

DMM

Dar Es Salaam International Airport

DAR

Dubai International Airport

DXB

Dubai Al Maktoum International Airport

DWC

Entebbe International Airport

EBB

Guangzhou Baiyun International Airport

CAN

Hong Kong International Airport

HKG

Hamad International Airport

DOH

Istanbul International Airport

IST

Istanbul Sabiha Gökçen International Airport

SAW

Izmir International Airport

ADB

Jeddah King Abdulaziz Airport

JED

Johan Adolf Pengel International Airport

PBM

Johannesburg International Airport

JNB

Kuala Lumpur International Airport

KUL

Konya Airport

KYA

Kuwait International Airport

KWI

Lagos International Airport

LOS

Lungi International Airport

FNA

Marrakesh Menara Airport

RAK

Moskou Sheremetjevo International Airport

SVO

Muscat International Airport

MCT

Nairobi Jomo Kenyatta International Airport

NBO

New Delhi Indira Gandhi International Airport

DEL

Riyadh King Khalid International Airport

RUH

Rafael Núnez International Airport

CTG

Rafik Hariri International Airport

BEY

Roberts International Airport

RBO

Rio de Janeiro Galeao International Airport

GIG

Sao Paulo International Airport

GRU

Singapore Changi International Airport

SIN

Teheran Imam Khomeini International Airport

IKA

Tirana Nene Tereza International Airport

TIA

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat een aantal redactionele aanpassingen en een actualisering van bijlage 1 (lijst afschriftplichtige luchthavens)

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De begripsbepalingen in artikel 1.1 worden in alfabetische volgorde geplaatst zonder nummering of lettering. De alfabetische volgorde komt de overzichtelijkheid ten goede en met het schrappen van de lettering wordt voorkomen dat bij een latere toevoeging van begrippen een verlettering nodig is (3.59 Aanwijzingen voor de regelgeving). Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de verwijzing naar het Terugtrekkingsakkoord redactioneel aan te passen (3.38 Aanwijzingen voor de regelgeving).

Onderdeel B

In artikel 3.34a, zijn enkele redactionele aanpassingen gedaan in de tarieftabel in de onderdelen a en l. In onderdeel a in de tarieftabel is het woord “meerderjarig” toegevoegd om te verduidelijken dat deze categorie een meerderjarig kind betreft dat verblijf vraagt bij een ouder. In onderdeel l. ontbrak per abuis een zinsdeel, die met deze wijziging is aangevuld. Deze categorie betreft een minderjarig kind dat een aanvraag indient voor ‘verblijf als familie- of gezinslid’ bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel ‘tijdelijke humanitaire gronden’, tenzij die verblijfsvergunning is verleend op grond van artikel 3.48, tweede lid, onder a, van het Besluit.

Onderdeel C

In onderdeel d van het eerste lid van artikel 4.1 is de aanwijzing als toezichthouder van ambtenaren van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) geregeld. Deze ambtenaren van DV&O dienen tevens buitengewoon opsporingsambtenaar van DV&O te zijn. Hiertoe is in onderdeel d opgenomen dat de ambtenaar van DV&O tevens moet zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar in de zin van artikel 2 van Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Vervoer & Ondersteuning 2019.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Vervoer & Ondersteuning 2019 is op 12 februari 2024 vervallen. Op gelijke datum is het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Vervoer & Ondersteuning 2024 in werking getreden. De aanwijzing van ambtenaren van DV&O tot buitengewoon opsporingsambtenaar is gelet op artikel 2 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Vervoer & Ondersteuning 2024 nagenoeg gelijkluidend gebleven.

Onderdeel d verwijst naar een vervallen besluit en moet daarom worden aangepast zodat er in verwezen wordt naar het geldende Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Vervoer & Ondersteuning 2024. Ter voorkoming van onduidelijkheden in de toekomst wordt deze aanpassing met terugkerende kracht ingevoerd tot 12 februari 2024.

Onderdeel D

In bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a is de lijst afschriftplichtige luchthavens geactualiseerd. Ingevolge artikel 4, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000, wordt ieder half jaar een lijst met luchthavens opgesteld ten aanzien waarvan voor luchtvaartmaatschappijen een afschriftplicht geldt. Alle vervoerders die vanaf de aangewezen luchthavens naar Nederland vliegen, dienen afschriften te maken van de documenten voor grensoverschrijding van de passagiers (niet in het bezit van een Nederlands paspoort) die zij vervoeren. Eenenveertig luchthavens die het laatste half jaar op de lijst worden genoemd, blijven gehandhaafd. De luchthavens van Kigali en Buenos Aires worden van de lijst gehaald, omdat zij al enige tijd geen aankomsten hebben gegenereerd van ongedocumenteerde passagiers. De internationale luchthaven van Antalya wordt aan de lijst toegevoegd, vanwege het bereiken van de gehanteerde ondergrens van 5 ongedocumenteerden, op grond van de beschikbare (trend)informatie en ter preventie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven