Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 maart 2023, nr. 2023-0000173264, tot wijziging van de Regeling inburgering 2021 in verband met aanpassing van het overgangsrecht met betrekking tot de Regeling inburgering, vanwege een verlaging van het vereiste aantal examenpogingen per niet behaald examenonderdeel ten behoeve van de ontheffing op basis van aantoonbaar geleverde inspanningen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 54, vierde lid, onderdeel a, van de Wet inburgering 2021;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 12.2a van de Regeling inburgering 2021 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste tot en met zevende tot het tweede tot en met achtste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. In artikel 2.4b, onderdeel a, van de Regeling inburgering wordt ‘ten minste viermaal heeft deelgenomen’ gelezen als ‘tenminste driemaal heeft deelgenomen’.

2. In het tweede lid (nieuw) wordt in de aanhef ‘overeenkomstig het eerste tot en met het vierde lid’ vervangen door ‘overeenkomstig het tweede tot en met het vijfde lid’, en in onderdeel b wordt ‘ten minste viermaal’ vervangen door ‘ten minste driemaal’.

3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede lid’.

4. In het vierde lid (nieuw), wordt ‘bedoeld in het eerste en het tweede lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede en derde lid’.

5. In het vijfde lid (nieuw), wordt ‘bedoeld in het eerste lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede lid’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2023.

Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2023 treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

De Wet inburgering 2013 (hierna: Wi2013) en onderliggende regelgeving zijn per 1 januari 2022 ingetrokken. Deze wet- en regelgeving blijven echter van toepassing op iedereen die voor deze datum inburgeringsplichtig is geworden. Het regime van de Wi2013 zal daarom nog enkele jaren van toepassing zijn op een grote groep inburgeringsplichtigen. Met deze wijziging van de Regeling inburgering 2021 wordt, door middel van wijziging van het overgangsrecht, één onderdeel van het regime van de Wi2013 aangepast.

Op 12 oktober 2021 is de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32 824, nr. 348) over de uitkomsten van een brede verkenning van verbetermogelijkheden voor de Wi2013. Een van de voorstellen hieruit was om een verkenning te doen naar het vereiste aantal examenpogingen per niet behaald examenonderdeel ten behoeve van de ontheffing op basis van aantoonbaar geleverde inspanningen (AGI).

Sommige inburgeraars lukt het niet om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Voor inburgeraars onder de Wi2013 bestaat er daarom de mogelijkheid voor het aanvragen van een ontheffing. Een van de voorwaarden voor de AGI-ontheffing luidt dat de inburgeraar minimaal vier pogingen per niet behaald examenonderdeel heeft gedaan. Daarnaast wordt van de inburgeraar geëist dat hij/zij minimaal 600 uren heeft gevolgd bij een cursusinstelling met Blik op Werk-keurmerk. Het aantal vereiste examenpogingen kan ertoe leiden dat sommige inburgeraars tot wel 24 examenpogingen dienen te doen voor alle zes de examenonderdelen bij elkaar.

Diverse partijen, waaronder Vluchtelingenwerk in een brief op 21 november 20211, geven aan dat deze voorwaarde buitenproportioneel en niet effectief is. Iedere examenpoging kan namelijk gepaard gaan met veel dure en tijdsintensieve cursusuren. Volgens Bureau Significant is de kans dat het vierde examen wel met goed gevolg zal worden afgerond indien de drie voorgaande keren niet met succes zijn afgerond daarbij gering.

In de zomer van 2022 heeft Bureau Significant daarom in opdracht van SZW een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het verlagen van het aantal examenpogingen. Het onderzoeksrapport naar deze problematiek is op 31 oktober 2022 opgeleverd. Het onderzoek laat zien dat dat voor sommige inburgeraars het inburgeringsexamen te hoog gegrepen is, en dat er personen zijn die vooral examenpogingen doen om te voldoen aan de gestelde voorwaarden.

De verwachting is dan ook dat de inburgeraar geholpen kan zijn met een verlaging van het aantal examenpogingen van vier naar drie. In de meeste gevallen zal een verlaging niet leiden tot verminderde inspanning van de inburgeraar. Tevens zal deze wijziging van de regeling eraan bijdragen dat de druk op de examencapaciteit bij DUO verlaagd wordt.

Op 29 september 2022 heeft de Kamer de motie van het lid Maatoug (Kamerstukken II, 2021/22, 32 824, nr. 374) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht een werkbare oplossing voor deze problematiek te vinden en hierbij een verlaging van het aantal examenpogingen te betrekken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Kamer op 20 december 2022 geïnformeerd het benodigd aantal examenpogingen per niet behaald examenonderdeel te verlagen naar drie (Kamerstukken II, 2022/23, 32 824, nr. 380).

Uit het onderzoek van Significant blijkt dat het vaak al vroeg duidelijk is dat voor sommige inburgeraars het inburgeringsexamen te hoog gegrepen is. In het algemeen is voor de personen die uiteindelijk een AGI-ontheffing krijgen weinig vooruitgang te zien tussen de derde en de vierde poging. Daaruit blijkt dat een vierde poging weinig meerwaarde heeft. Er is niet gekozen voor een verdere verlaging naar twee examenpogingen per examenonderdeel omdat de drempel voor een ontheffing daarmee mogelijk te laag komt te liggen. Ook voor een verlenging van de inburgeringstermijn vanwege geleverde inspanningen worden immers (naast 300 cursusuren) al twee pogingen per niet-behaald examen gevraagd. Van een inburgeraar die verlenging heeft gekregen zouden dan helemaal geen extra pogingen meer worden gevraagd.

Een nog verdere verlaging naar één poging of zelfs afschaffing van het examenvereiste (waardoor alleen een minimaal aantal gevolgde cursusuren voldoende zou zijn) is om dezelfde reden niet wenselijk. De groep die het examen kan halen, maar die gebruik maakt van de ontheffing, zal toenemen bij een verdere verlaging naar twee examenpogingen per examenonderdeel of lager.

Voor inburgeraars kan een examenpoging een stimulans zijn om extra te investeren in de beheersing van de Nederlandse taal, wat belangrijk is voor zowel de inburgeraar als de samenleving als geheel. Succesvolle participatie vraagt wederkerigheid; van de inburgeraar mag verwacht worden dat hij of zij zich inspant om een bijdrage aan de maatschappij te kunnen leveren.

Om hierboven genoemde reden is er voor gekozen het benodigd aantal examenpogingen per examenonderdeel te verlagen van vier naar drie. De verlaging van het benodigd aantal examenpogingen geldt ook voor de ontheffingsmogelijkheid voor moeilijk lerende jongeren die vanaf 1 januari 2023 in de regeling is opgenomen (Stcr. 15 december 2022, nr. 33825).

Advies en Consultatie

De voorgestelde wijziging is voorgelegd aan DUO en het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR).

Invoering per 1 april 2023 is uitvoerbaar en haalbaar voor DUO.

De ATR vindt de keuze voor drie examenpogingen onvoldoende gemotiveerd. Het college adviseert om in de toelichting inzicht te bieden in de alternatieven voor de gekozen maatregel en te onderbouwen waarom de voorkeur moet uitgaan naar de maatregel van het besluit. De toelichting is naar aanleiding van dit advies aangevuld.

Gevolgen voor regeldruk

De verlaging van het aantal examenpogingen van vier naar drie levert een regeldrukbesparing voor de inburgeringsplichtige die een aanvraag tot ontheffing wil indienen. De afgelopen jaren heeft 8% van de inburgeringsplichtigen een AGI-ontheffing via examenpogingen gehad. Het aantal inburgeringsplichtigen onder Wi2013 bedroeg op 1 februari 2023 ca. 55.000.

Dat betekent dat naar verwachting ca. 4.400 inburgeringsplichtigen gemiddeld bijna 2,5 examens minder hoeven te doen om te voldoen aan voorwaarden voor een AGI-ontheffing. Dat levert een regeldruk besparing op van € 1.400.355 en 25.500 in uren.

De koppeling met vreemdelingenrecht en met naturalisatie

Het vereiste aantal examenpogingen voor een ontheffing van het inburgeringsvereiste voor een sterker verblijfsrecht of naturalisatie wordt ook verlaagd van vier naar drie.

Inwerkingtreding

De wijziging van de regeling treedt in werking op 1 april 2023. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2023 treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2023.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven