De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector, alsmede titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Bezwaarclausule
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen
schriftelijk bezwaar maken bij de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
t.a.v. de Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Postbus 20011, 2500 EA Den
Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum, alsmede
de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop
het bezwaar rust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het is gericht.
TOELICHTING
1. Algemeen
Op grond van artikel 5.1 van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) is iedere
Minister voor zijn beleidsterrein verantwoordelijk voor en bevoegd tot het aanwijzen
van een toezichthouder WNT.
De ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) worden in dit Besluit aangewezen voor de uitvoering
van het toezicht op de naleving van de WNT op van de zogenoemde overige instellingen
op het terrein van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna:
VRO). Het gaat hier om de instellingen die onder de Minister voor VRO vallen en die
niet een onder krachtens artikel 19, eerste lid, van de Woningwet toegelaten rechtspersonen
(i.c. een woningcorporatie) zijn. Het toezicht op de naleving van de WNT op de woningcorporaties
wordt uitgevoerd door de Autoriteit Wonen.
De ambtenaren van de Eenheid Toezicht WNT zullen aldus op het terrein van de overige
instellingen van het ministerie voor VRO controleren of rechtspersonen, instellingen
en topfunctionarissen die onder de WNT vallen zich daadwerkelijk houden aan de verplichtingen
in deze wet. De conclusies van hun onderzoek dragen zij vervolgens over aan de Minister
voor VRO. De bevoegdheden in het kader van de handhaving blijven berusten bij de Minister
voor VRO.
Met ingang van 1 januari 2014 is bij het Ministerie van BZK een toezichteenheid opgericht
(zie het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT). Deze Eenheid toezicht WNT geeft
informatie over de WNT en is op het beleidsterrein van BZK overwegend verantwoordelijk
voor het WNT-toezicht. De Eenheid toezicht WNT is primair werkzaam op het terrein
waarvoor de Minister van BZK verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving
en de handhaving van de WNT, doch deze eenheid kan ook door andere ministers op grond
van artikel 5.1 van de WNT worden aangewezen voor het toezicht op hun deelterrein.1 Dit is voor de overige instellingen die thans vallen onder de Minister voor VRO reeds
geregeld in het Besluit Aanwijzing toezichthouders WNT overige instellingen WenR.
Gezien het geringe aantal rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen die op
het terrein van VRO te maken hebben met de WNT, en die niet vallen onder het toezicht
op de naleving door de Autoriteit Wonen, is een goede uitvoering en naleving van de
WNT, alsmede deugdelijk toezicht op de naleving van de WNT, erbij gebaat om gebruik
te maken van de expertise die bij de Eenheid toezicht WNT beschikbaar is.
De Minister van BZK heeft er mee ingestemd dat de ambtenaren van de Eenheid toezicht
WNT tevens belast zijn met het toezicht op de naleving van de WNT ten aanzien van
rechtspersonen, instellingen en topfunctionarissen op het beleidsterrein van VRO,
waar het de overige instellingen betreft. Hiertoe is een samenwerkingsovereenkomst
gesloten die ter inzage ligt bij de directie Wonen van het Ministerie van BZK. Naast
het toezicht op de overige instellingen die vallen onder de Minister voor VRO, voert
de Eenheid toezicht WNT ook het toezicht in de zin van de artikelen 5:15 tot en met
5:20 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) uit op het terrein van de ministeries
van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat, Financiën, Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, Infrastructuur en Waterstaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en Justitie en Veiligheid.
Het onderhavige besluit treedt in de plaats van het Besluit Aanwijzing toezichthouders
WNT overige instellingen WenR, dat met de inwerkingtreding van het onderhavige besluit
is vervallen. De reden voor dit nieuwe Besluit is dat bij de Eenheid toezicht WNT
sinds 6 juni 2019 niet meer de programmamanager, maar het Hoofd TEA de uitvoeringsbevoegdheid
heeft. Om die reden werkt dit besluit terug tot die datum. Daarnaast is bij de bewoording
van dit Besluit aangesloten bij de Aanwijzingsbesluiten van de andere ministeries
die de bevoegdheid tot toezicht op naleving hebben overgedragen aan de Eenheid Toezicht
WNT.
2. Bevoegdheden
De aangewezen toezichthoudende ambtenaren van de Eenheid toezicht WNT zijn bevoegd
om op eigen initiatief of naar aanleiding van een melding onderzoek te doen naar de
naleving van de WNT. De toezichthouder kan onderzoek doen door op eigen titel stukken
van de betrokken instelling en topfunctionaris op te vragen en in te zien. De toezichthouder
komt hierbij de bevoegdheden toe van titel 5.2 van de Awb. Voorts is het Hoofd TEA,
die leidinggeeft aan de Eenheid toezicht WNT, bevoegd om namens de Minister voor VRO
informatie te vorderen van de Belastingdienst, pensioeninstanties en verzekeraars
(artikel 5.3 WNT). Omdat dit een feitelijke handeling betreft, is voormeld Hoofd daarvoor
machtiging (en geen mandaat) verleend.
Bij geconstateerde overtredingen zal de Eenheid toezicht WNT een dossier opstellen
waarin onder meer de bewijsvoering van de geconstateerde overtredingen zal zijn opgenomen.
Vervolgens zal de Minister voor VRO handhavend kunnen optreden, zo nodig door het
opleggen van een last onder dwangsom (artikel 5.4 WNT), het opeisen van betalingen
boven de norm (artikel 5.5 WNT) en het op kosten van de instelling publiceren van
ten onrechte niet openbaar gemaakte gegevens (artikel 5.6 WNT).
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge