Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 30 januari 2023, nummer 4361501, tot wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland in verband met de vrijstelling van het examenonderdeel ‘oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt’ en het optellen van alfabetiseringsuren en inburgeringsuren

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 3, derde lid, en 6 van het Besluit naturalisatietoets;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling naturalisatietoets Nederland wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de verzoeker die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

B

Artikel 6, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. ten minste viermaal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van de naturalisatietoets, waarvan ten hoogste twee van de examenpogingen de overeenkomstige onderdelen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal betreffen, en ten minste 600 uur bij een cursusinstelling met het Blik op Werk-keurmerk heeft deelgenomen aan:

    • 1°. een inburgeringscursus;

    • 2°. een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus, waarbij ten minste 200 uur besteed is aan de inburgeringscursus;

    • 3°. een cursus Nederlands als tweede taal; of

    • 4°. een combinatie van een inburgeringscursus en een cursus Nederlands als tweede taal;

2. In onderdeel c, wordt ‘een alfabetiseringscursus en een daaropvolgende inburgeringscursus’ vervangen door ‘een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Algemeen

Deze wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland bevat een uitbreiding van de vrijstelling van het examenonderdeel ‘oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt’. Van dat onderdeel worden vrijgesteld verzoekers die voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd hun werkzaamheden hebben gestaakt ten gevolge van volledige uittreding en verzoekers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). In deze gevallen hoeft de verzoeker om naturalisatie niet deel te nemen aan de arbeidsmarkt en heeft het genoemde examenonderdeel geen betekenis. Hiermee wordt aangesloten bij de uitvoeringspraktijk met betrekking tot inburgering.

Verder bevat deze wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland een uitbreiding van de ontheffingsgrond van de naturalisatietoets ‘aantoonbaar geleverde inspanningen’ voor analfabete vreemdelingen die verzoeken om naturalisatie. Het wordt mogelijk om alfabetiserings- en inburgeringscursusuren bij elkaar op te tellen en de volgtijdelijkheid van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus los te laten. Deze wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland sluit aan bij en is gelijkluidend aan de wijziging van de Regeling inburgering die de onderhavige uitbreiding introduceerde in de inburgeringswetgeving (Stcrt. 2020, 48431) en al met ingang van 1 oktober 2020 in werking trad (artikel 2.4b Regeling inburgering). De uitbreiding van de ontheffingsgrond is in de Regeling inburgering 2021 vervallen, omdat ‘aantoonbaar geleverde inspanningen’ geen ontheffingsgrond is in het thans geldende inburgeringsstelsel, maar zij blijft van toepassing op personen op wie de Wet inburgering van toepassing was op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021.1 Met deze wijziging wordt de ongelijkheid opgeheven tussen de ontheffingsgrond zoals die geldt voor inburgeraars die nog onder de oude Wet inburgering vallen en personen die willen naturaliseren. Bij aanpassing van het naturalisatiestelsel zal worden bezien of deze uitbreiding van de ontheffingsgrond wordt gehandhaafd. Indien deze uitbreiding niet wordt gehandhaafd, wordt zij uit de Regeling naturalisatietoets Nederland geschrapt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 4, achtste lid)

Hierin wordt de vrijstelling van het examenonderdeel ‘oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt’ geregeld voor personen die hun werkzaamheden volledig hebben gestaakt ten gevolge van vervroegde uittreding en personen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Ten bewijze van de vervroegde uittreding moet de verzoeker aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een kopie overleggen van de ‘Ontheffing verzekeringsplicht volksverzekeringen’ van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In de verklaring moet staan dat de betrokkene volledig met pensioen is. De volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid moet aan DUO worden aangetoond met een kopie van een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) waaruit dat blijkt. De verzoeker overlegt de beslissing van DUO aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Onderdeel B (artikel 6, vierde lid)

Het optellen van alfabetiseringscursusuren en inburgeringscursusuren

Artikel 6, vierde lid, onderdeel a, wordt opnieuw vastgesteld zodat het gelijkluidend is aan artikel 2.4b, onderdeel a, van de Regeling inburgering, zoals die luidde voor 1 januari 2022.

In de huidige regeling kunnen analfabete vreemdelingen die verzoeken om naturalisatie alleen ontheven worden van de naturalisatietoets op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen wanneer uit een leerbaarheidstoets blijkt dat zij niet het leervermogen hebben om de naturalisatietoets te halen. Bij sommigen van hen blijkt dat zij dit leervermogen wel bezitten maar niet in staat zijn alle examenonderdelen van de naturalisatietoets te behalen. Dat betekent dat, als zij in aanmerking willen komen voor de ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen op grond van artikel 6, vierde lid, onderdeel a, zij na hun alfabetiseringsuren nog 600 uur inburgeringsonderwijs moeten volgen. Bovendien moeten zij ten minste vier keer hebben deelgenomen aan elk niet behaald onderdeel van de naturalisatietoets. Op grond van de onderhavige wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland kunnen degenen die minimaal 600 uur een combinatie van alfabetiserings-en inburgeringslessen hebben gevolgd, waarvan minimaal 200 uur inburgeringscursus, in aanmerking komen voor een ontheffing. Er is voor minimaal 200 uur gekozen omdat met alleen een alfabetiseringscursus iemand zich niet kan voorbereiden op de naturalisatietoets en er wel sprake moet zijn van enigszins betekenisvolle voorbereiding op het examen. Uit informatie van de MBO-raad blijkt dat analfabeten die in aanmerking willen komen voor deze ontheffing vaak na 100 of 150 uur alfabetiseringsonderwijs overgestapt zijn naar inburgeringsonderwijs zodat de eis van minimaal 200 uur inburgeringsonderwijs geen belemmering is.

Het loslaten van de volgtijdelijkheid van alfabetseringscursusuren en inburgeringscursusuren

Het loslaten van de volgtijdelijkheid van alfabetiseringscursusuren en inburgeringscursusuren is verwerkt in artikel 6, vierde lid, onderdeel c.

Het huidige artikel 6, vierde lid, onderdeel c, regelt dat de leerbaarheidstoets die moet worden afgelegd om in aanmerking te komen voor een ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen, kan worden aangevraagd wanneer iemand ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus en een daaropvolgende inburgeringscursus. In de praktijk komt het voor dat door een verkeerde inschatting van leercapaciteit de betrokkene met een inburgeringscursus start en na verloop van tijd blijkt dat de betrokkene eerst moet alfabetiseren. Wanneer deze eerst gevolgde inburgeringsuren niet mogen meetellen kan deze volgtijdelijkheid een probleem zijn. Daarom wordt deze voorwaarde geschrapt. Iemand kan de leerbaarheidstoets aanvragen wanneer hij ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus.

De eisen dat de cursus bij een instelling met het keurmerk van Blik op Werk moet zijn gevolgd en dat ten minste 300 uur besteed moet zijn aan de alfabetiseringscursus blijven onveranderd.

Artikel II

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze uitzondering is toegestaan omdat met de onderhavige wijzigingen ongewenste nadelen voor doelgroep, namelijk de betrokken verzoekers, worden voorkomen (Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Daar komt bij dat de Dienst Uitvoering Onderwijs de onderhavige wijzigingen al uitvoert op het gebied van de inburgering en daaraan op dezelfde wijze uitvoering zal gaan geven op het terrein van naturalisatie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Zie artikel 54, eerste lid, van de Wet inburgering 2021 en artikel 12.2 Regeling inburgering 2021. De doelgroep die hier in het vorige inburgeringsstelsel een beroep deed op deze ontheffingsgrond, kan in het huidige stelsel toch inburgeren via de Z-route (zie de nota van toelichting op de Regeling inburgering 2021).

Naar boven