Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 1 december 2023, nummer 5032148, tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES (dertiende wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 2b, eerste lid, en 7, derde lid, van de Wet toelating en uitzetting BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toelating en uitzetting BES wordt als volgt gewijzigd: A

A

In artikel 2.1 wordt ‘een bedrag van USD 28’ vervangen door ‘een bedrag van USD 31.

B

In artikel 4.1, tweede lid, wordt de tarieftabel vervangen door:

I. Verblijfsdoel

II. Verlening of wijziging

III. Verlenging

a. ‘gezinshereniging of gezinsvorming’

USD 164

USD 164

b. ‘verblijf ter adoptie of als pleegkind’

USD 55

USD 55

c. ‘het verrichten van arbeid in loondienst’

USD 274

USD 274

d. ‘het verrichten van arbeid als zelfstandige’

USD 274

USD 274

e. ‘voortgezet verblijf’

USD 164

USD 164

f. ‘verblijf als gepensioneerde of rentenier’

USD 774

USD 328

g. ‘wedertoelating’

USD 164

USD 164

h. ‘het volgen van studie’

USD 164

USD 164

i. ‘verblijf als stagiair’

USD 274

niet van toepassing

j. ‘verblijf als praktikant’

USD 274

niet van toepassing

k. ‘vervolging van mensenhandel’

USD 0

USD 0

l. ‘verblijf als investeerder’

USD 774

USD 328

m. ‘verblijf als vrijwilliger’

USD 774

USD 328

C

Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘een bedrag van USD 149’ vervangen door ‘een bedrag van USD 164’.

2. In het tweede lid wordt ‘een bedrag van USD 49’ vervangen door ‘een bedrag van USD 55’.

D

In artikel 4.6 wordt ‘een bedrag van USD 49’ vervangen door ‘een bedrag van USD 55’.

E

Artikel 4.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘een bedrag van USD 132’ vervangen door ‘een bedrag van USD 142’.

2. In het tweede lid wordt ‘een bedrag van USD 45’ vervangen door ‘een bedrag van USD 48’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2023

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Deze regeling tot wijziging van de Regeling toelating en uitzetting BES bevat een aanpassing van de legestarieven.

Ingevolge artikel 7, derde lid, van de Wet toelating en uitzetting BES is de vreemdeling in door de Minister van Justitie en Veiligheid te bepalen gevallen en volgens de door de Minister van Justitie en Veiligheid te bepalen regels, leges verschuldigd ter zake van de afdoening van een aanvraag tot het verlenen van een terugkeervisum, het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of wijzigen van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Daarnaast voorziet artikel 7, derde lid, in de mogelijkheid tot legesheffing ter zake van de afgifte van een document waaruit de verblijfspositie blijkt, inbegrepen een verklaring inzake toelating tot verblijf van rechtswege.

De legestarieven voor de verblijfsdoelen gezinshereniging of gezinsvorming, het verrichten van arbeid in loondienst, voortgezet verblijf, het volgen van studie, verblijf als stagiair en verblijf als praktikant zijn met ingang van 1 januari 2019 gekoppeld aan het legestarief voor de nationale identiteitskaart in Europees Nederland.1 Tevens zijn de legestarieven voor de verblijfsdoelen arbeid als zelfstandige en verblijf op grond van wedertoelating met ingang van 1 januari 2023 gekoppeld aan het legestarief voor de nationale identiteitskaart.2

Hierbij geldt dat de legestarieven zijn vastgesteld op 66% van de legestarieven die met ingang van 1 januari 2024 staan vermeld in het Voorschrift Vreemdelingen 2000 en die vervolgens worden omgerekend in dollars. De toegepaste dollarkoers is de administratieve koers van 1 juli 2023 en is te vinden op de website van de Belastingdienst.

Voor de overige legestarieven (voor verblijf als gepensioneerde, rentenier, investeerder of vrijwilliger, voor de toelating van rechtswege en voor een terugkeervisum) geldt dat deze jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd. Deze indexatie vind plaats op basis van het indexcijfer van de cao-lonen zoals berekend door het CBS (5,4%), conform de handelwijze bij de indexering van de leges die geheven worden in het kader van de Rijkswet op het Nederlanderschap en volgen hiermee de hoogte van de indexatie van de leges in Europees Nederland. Voor een nadere toelichting over het indexeringscijfer wordt verwezen naar de toelichting bij de Beschikking wijzigingspercentage optie- en naturalisatiegelden 2024 (Stcrt. 2023, 22652).

Hierbij wordt het geldende dollarbedrag voor de betreffende categorie eerst omgezet in het toentertijd hiermee corresponderende eurobedrag, waarbij rekening wordt gehouden met het voornoemde percentage van 66%, waarna indexatie plaatsvindt aan de hand van het vastgestelde indexcijfer. Vervolgen worden de legestarieven weer omgerekend in dollars, waarbij rekening wordt gehouden met het voornoemde percentage van 66%. De toegepaste dollarkoers is de administratieve koers van 1 juli 2023 en is te vinden op de website van de Belastingdienst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Zie brief van 20 december 2018 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2018/19, 30 573, nr. 169).

X Noot
2

Zie brief van 20 december 2022 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2022/23, 30 573, nr. 198).

Naar boven