Subsidieregeling van de Raad voor Rechtsbijstand over verstrekking van een éénmalige aanvullende vergoeding voor verleende rechtsbijstand en mediation over het jaar 2023 in het kader van een noodinvestering in de sociale advocatuur (Subsidieregeling aanvullende vergoeding rechtsbijstand en mediation 2023)

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,

Gelet op de artikelen 7, eerste en derde lid, 33e en 37b van de Wet op de rechtsbijstand;

BESLUIT

De volgende subsidieregeling vast te stellen:

Artikel 1 Doel

Deze regeling heeft tot doel om in 2023 éénmalig een aanvullende vergoeding voor verleende rechtsbijstand en mediation te verstrekken bij wijze van eenmalige compensatie aan de sociale advocatuur.

Artikel 2 Vergoeding

  • 1. Aan een rechtsbijstandverlener of mediator wordt éénmalig een aanvullende subsidie verstrekt van:

    • a. € 56,65 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het arbeidsrecht;

    • b. € 44,88 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het asiel- en vreemdelingenrecht;

    • c. € 47,04 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het bestuursrecht;

    • d. € 56,84 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het huurrecht;

    • e. € 44,57 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van overige zaken – civiel recht;

    • f. € 55,76 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het personen- en familierecht;

    • g. € 30,40 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van strafrechtelijke zaken: niet-verdachten;

    • h. € 48,72 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van strafrechtelijke zaken: verdachten;

    • i. € 58,73 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven toevoeging op het terrein van het verbintenissenrecht;

    • j. € 46,32 per aan de betreffende mediator afgegeven mediation toevoeging;

    • k. € 11,33 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener afgegeven lichte adviestoevoeging;

    • l. € 15,48 per door de betreffende advocaat geaccepteerde piketmelding;

    • m. € 5,55 per aan de betreffende rechtsbijstandverlener of mediator toegekend extra uur

  • 2. De bedragen genoemd in het eerste lid zijn exclusief omzetbelasting. De subsidie omvat daarnaast de omzetbelasting die is verschuldigd over de in het eerste lid genoemde bedragen.

  • 3. Voor de bepaling van het aantal toevoegingen voor de rechtsgebieden genoemd in onderdeel a t/m i van het eerste lid wordt uitgegaan van de indeling in zaakcodes en rechtsgebieden in de bijlage bij deze regeling.

  • 4. Voor de bepaling van het aantal afgegeven toevoegingen, geaccepteerde piketmeldingen en toegekende extra uren aan rechtsbijstandverleners of mediators in het eerste lid wordt uitgegaan van de referteperiode 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023.

  • 5. De Raad bepaalt op 1 december 2023 hoeveel toevoegingen, piketmeldingen en extra uren genoemd in het eerste lid er op dat moment aan de rechtsbijstandverlener of mediator in de referteperiode, genoemd in het vierde lid van dit artikel, zijn afgegeven, zijn geaccepteerd of zijn toegekend.

Artikel 3 Vaststelling en uitbetaling

  • 1. De Raad stelt de subsidie binnen vier weken na datum van inwerkingtreding van deze regeling, ambtshalve vast, zonder voorafgaande verlening.

  • 2. De Raad betaalt de subsidie éénmalig in 2023 uit aan de rechtsbijstandverlener of mediator via de rekeningcourant.

Artikel 4 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2023.

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2023.

Artikel 5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanvullende vergoeding rechtsbijstand en mediation 2023

’s-Hertogenbosch, 22 november 2023

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, I.D. Nijboer Algemeen directeur/Bestuurder

BIJLAGE: INDELING IN RECHTSGEBIEDEN EN ZAAKCODES

Zaakcode

Indeling RvR

A010

Arbeidsrecht

A011

Arbeidsrecht

A012

Arbeidsrecht

A020

Arbeidsrecht

A030

Arbeidsrecht

A031

Arbeidsrecht

A032

Arbeidsrecht

B010

Bestuursrecht

B011

Bestuursrecht

B060

Bestuursrecht

C010

Bestuursrecht

C012

Bestuursrecht

C020

Bestuursrecht

C030

Bestuursrecht

C031

Bestuursrecht

D010

Bestuursrecht

D020

Bestuursrecht

D070

Bestuursrecht

D071

Bestuursrecht

E010

Overige zaken – Civiel recht

F010

Bestuursrecht

G010

Overige zaken – Civiel recht

H010

Huurrecht

H020

Huurrecht

H030

Huurrecht

H040

Huurrecht

H050

Huurrecht

I010

Overige zaken – Civiel recht

K010

Bestuursrecht

M010

Bestuursrecht

O010

Verbintenissenrecht

O011

Verbintenissenrecht

O012

Verbintenissenrecht

O013

Verbintenissenrecht

O020

Verbintenissenrecht

O030

Verbintenissenrecht

O033

Overige zaken – Civiel recht

O040

Verbintenissenrecht

O041

Verbintenissenrecht

O042

Verbintenissenrecht

O045

Verbintenissenrecht

O090

Verbintenissenrecht

P010

Personen- en familierecht

P011

Personen- en familierecht

P012

Personen- en familierecht

P013

Personen- en familierecht

P015

Personen- en familierecht

P020

Personen- en familierecht

P021

Personen- en familierecht

P030

Personen- en familierecht

P040

Personen- en familierecht

P041

Personen- en familierecht

P042

Personen- en familierecht

P043

Personen- en familierecht

P044

Personen- en familierecht

P050

Personen- en familierecht

P060

Personen- en familierecht

P070

Personen- en familierecht

P080

Personen- en familierecht

P090

Personen- en familierecht

P091

Personen- en familierecht

P100

Personen- en familierecht

R010

Overige zaken – Civiel recht

S010

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S020

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S030

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S040

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S041

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S042

Strafrechtelijke zaken: verdachten

S050

Strafrechtelijke zaken: verdachten

V010

Asiel- en vreemdelingenrecht

V013

Asiel- en vreemdelingenrecht

V030

Asiel- en vreemdelingenrecht

V040

Asiel- en vreemdelingenrecht

V041

Asiel- en vreemdelingenrecht

V042

Asiel- en vreemdelingenrecht

V043

Asiel- en vreemdelingenrecht

V060

Asiel- en vreemdelingenrecht

V070

Asiel- en vreemdelingenrecht

V071

Asiel- en vreemdelingenrecht

V072

Asiel- en vreemdelingenrecht

V080

Asiel- en vreemdelingenrecht

V081

Asiel- en vreemdelingenrecht

V082

Asiel- en vreemdelingenrecht

W010

Bestuursrecht

W013

Bestuursrecht

Z010

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z011

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z020

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z060

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z080

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z100

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z110

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z120

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z130

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z140

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z141

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z150

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z151

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z160

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z180

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z190

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z230

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z250

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z251

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z252

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

Z260

Strafrechtelijke zaken: niet-verdachten

TOELICHTING

Achtergrond

Per 1 januari 2022 zijn de vergoedingen voor advocaten, mediators en andere rechtsbijstandverleners werkzaam in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand verbeterd.1 Het punttarief voor de vergoedingen is per 1 januari 2023 met 0,67% volgens de reguliere systematiek geïndexeerd. Vanuit de beroepsgroep is sindsdien meermaals het signaal afgegeven dat men zich geconfronteerd ziet met behoorlijke kostenstijgingen en dat de indexering per 1 januari 2023 achterblijft bij de inflatie.

Op 24 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om nog dit jaar een noodinvestering te doen in de sociale advocatuur, te dekken uit de nog niet bestede middelen in het rechtsbijstandsbudget. In de brief van 8 november 20232 heeft de minister de Tweede Kamer geïnformeerd over hoe hij de motie gaat uitvoeren. Door middel van deze subsidieregeling wordt uitvoering gegeven aan deze motie en de daarop gevolgde besluitvorming van de minister.

Eenmalige compensatie

Om uitvoering te geven aan de motie is in deze regeling een eenmalige compensatiemaatregel vormgegeven, die voor het einde van 2023 door de Raad voor Rechtsbijstand (de Raad) zal worden uitbetaald aan de in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand werkende rechtsbijstandverleners. Gelet op het korte tijdspad is gekozen voor een praktische uitwerking, die uitvoerbaar is voor de Raad.

De compensatie zal als volgt worden geregeld.

Advocaten, mediators en andere rechtsbijstandverleners krijgen per:

  • a. Afgegeven toevoeging arbeidsrecht;

  • b. Afgegeven toevoeging asiel- en vreemdelingenrecht;

  • c. Afgegeven toevoeging bestuursrecht;

  • d. Afgegeven toevoeging huurrecht;

  • e. Afgegeven toevoeging civiel recht – overige zaken;

  • f. Afgegeven toevoeging personen- en familierecht;

  • g. Afgegeven toevoeging strafrechtelijke zaken – niet-verdachten;

  • h. Afgegeven toevoeging strafrechtelijke zaken – verdachten;

  • i. Afgegeven toevoeging verbintenissenrecht;

  • j. Afgegeven toevoeging mediation;

  • k. Afgegeven lichte adviestoevoeging (LAT);

  • l. Geaccepteerde piketmelding;

  • m. Toegekend extra uur;

een vast bedrag aan compensatie, gebaseerd op de gemiddelde vergoeding per bovenstaande categorie.3

Om dit vaste bedrag te bepalen wordt aansluiting gezocht bij het aanstaande indexeringspercentage per 1 januari 2024. Het vaste bedrag aan compensatie zal worden gebaseerd op een compensatie van 5,29% (het indexeringspercentage per 1 januari 2024) verminderd met het indexeringspercentage per 1 januari 2023 (0,67%). Dit percentage komt neer op 4,62%. Op deze wijze worden de rechtsbijstandsverleners in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand al dit jaar gedeeltelijk tegemoetgekomen voor de hoge inflatie van 2022. De compensatiebedragen per toevoeging, lichte adviestoevoeging, piketmelding en toegekende extra uren zijn opgenomen in artikel 2 van deze regeling.

Referteperiode en geldigheid van de regeling

Om te bepalen voor hoeveel toevoegingen, piketmeldingen en extra uren een rechtsbijstandsverlener recht heeft op een compensatie wordt uitgegaan van het aantal aan de rechtsbijstandsverlener afgegeven toevoegingen per rechtsgebied, afgegeven mediaton toevoegingen, geaccepteerde piketmeldingen of toegekende extra uren over de periode van één jaar. Uitgangspunt is dat de compensatie voor het einde van 2023 uitbetaald moet worden. Gelet hierop is voor de bepaling van de aantallen gekozen voor een referteperiode die het beste uitvoerbaar is voor de Raad, namelijk van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023.

In de brief van 8 november jl. is aangegeven dat gedifferentieerd wordt tussen 4 categorieën4. Na een signaal van de Nederlandse Orde van Advocaten is echter gebleken dat het voorgestelde onderscheid zou leiden tot een te onevenredige verdeling van de compensatie onder advocaten. Advocaten die (vooral) werkzaam zijn in een bepaald rechtsgebied zouden significant meer of minder compensatie ontvangen dan advocaten in een ander rechtsgebied. Daarom heeft de minister besloten, na overleg met Raad en de Nederlandse Orde van Advocaten, om de compensatie per toevoeging te differentiëren naar de rechtsgebieden zoals genoemd in de bijlage bij deze regeling. In totaal wordt in de subsidieregeling onderscheid gemaakt tussen 13 categorieën. Een verdere verfijning van de categorieën was binnen het korte tijdsbestek niet mogelijk. Hierdoor zal de compensatie onder advocaten meer evenredig verdeeld zijn.

De subsidieregeling zal per 1 december 2023 in werking treden en gelden tot en met 31 december 2023. Binnen deze periode zal de Raad de advocaten, mediators en andere rechtsbijstandverleners in het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand automatisch compenseren op basis van de voorgaande methodiek. Er hoeft hiervoor geen aanvraag te worden ingediend.

Het gaat hierbij nadrukkelijk om een eenmalige compensatieregeling. Daartoe is besloten vanwege de bijzondere omstandigheid dat de reguliere indexering dit jaar in zeer ruime mate achterbleef bij de hoge inflatie. In de komende jaren zal worden volstaan met indexatie van de vergoedingen volgens de gebruikelijke, wettelijke indexeringssystematiek.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Doel

In dit artikel staat het doel van de regeling omschreven. Het doel van de regeling wordt reeds toegelicht in de algemene toelichting.

Artikel 2 Vergoeding

In het eerste lid van dit artikel staan de vaste subsidiebedragen genoemd die worden verstrekt per aan de rechtsbijstandsverlener of mediator afgegeven toevoeging op een specifiek rechtsgebied lichte adviestoevoeging, mediationtoevoeging, geaccepteerde piketmelding en toegekend extra uur. De bedragen in het eerste lid zijn exclusief omzetbelasting.

Voor de bepaling van het aantal toevoegingen voor de rechtsgebieden genoemd in onderdeel a t/m i van het eerste lid van dit artikel wordt uitgegaan van de indeling in zaakcodes en rechtsgebieden in de bijlage bij deze regeling.

De Raad stelt op 1 december 2023 eenmalig vast via de registratie in de eigen systemen van de Raad hoeveel toevoegingen, piketmeldingen en extra uren er op dat moment aan de rechtsbijstandverlener of mediator over de in het derde lid genoemde referteperiode van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023 zijn afgegeven, zijn geaccepteerd of zijn toegekend. Het aantal afgegeven toevoegingen, geaccepteerde piketmeldingen en toegekende extra uren aan een rechtsbijstandsverlener of mediator op die datum is dus bepalend voor de toekenning van de subsidie.

De Raad gaat voor de telling van het aantal afgegeven toevoegingen, geaccepteerde piketmeldingen en toegekende extra uren aan een rechtsbijstandsverlener of mediator uit van de afgiftedatum van de toevoeging of toekenningsbesluit extra uren en acceptatiedatum van de piketmelding.

Voor wat betreft de toevoegingen gaat de Raad uit van toevoegingen die op 1 december 2023 blijkens de registratie van de Raad op naam van een specifieke rechtsbijstandsverlener of mediator staan.

Toevoegingen die zijn overgenomen door een andere rechtsbijstandsverlener of mediator en die op 1 december op naam van die rechtsbijstandsverlener of mediator staan, tellen mee bij die rechtsbijstandsverlener of mediator.

Voorbeeld:

Aan een advocaat zijn in de referteperiode van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023 25 reguliere toevoegingen op het terrein van het arbeidsrecht, 25 toevoegingen op het terrein van het personen- en familierecht, 10 op het terrein van strafrecht: niet verdachten, 10 op het terrein van strafrecht: verdachten (conform de indeling in de bijlage bij deze regeling) en 10 lichte adviestoevoegingen afgegeven. Ook heeft de advocaat 20 piketmeldingen geaccepteerd en in totaal 100 extra uren toegekend gekregen. Om tot het compensatiebedrag te komen wordt het aantal afgegeven reguliere toevoegingen, LAT, piketmeldingen en toegekende extra uren vermenigvuldigd met het vaste bedrag per zaaksoort genoemd in het eerste lid van dit artikel). Het totaal hiervan vormt de compensatie. Deze berekening ziet er als volgt uit:

25 toevoegingen arbeidsrecht x € 56,65 + 25 toevoegingen personen- en familierecht x € 55,76 + 10 toevoegingen strafrecht niet verdachten x 30,40 + 10 toevoegingen strafrecht verdachten x € 48,72+ 10 lichte adviestoevoegingen x € 11,33 + 20 piketmeldingen x € 15,48 + 100 toegekende extra uren x € 5,55 = € 4.579,35 (excl. omzetbelasting) aan compensatie.

Artikel 3 Vaststelling en uitbetaling

De Raad stelt de subsidie binnen vier weken na datum van inwerkingtreding van deze regeling, ambtshalve vast, zonder voorafgaande verlening. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 december; de subsidie wordt dus nog in december 2023 vastgesteld.

De Raad zal in een subsidiebeschikking vermelden hoeveel toevoegingen, piketmeldingen en extra uren er op 1 december 2023 aan de rechtsbijstandverlener of mediator over de periode 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023 zijn afgegeven, geaccepteerd of toegekend. Die afgegeven toevoegingen, de geaccepteerde piketmeldingen en toegekende extra uren worden vermenigvuldigd met de vaste bedragen, genoemd in artikel 2. De Raad betaalt vervolgens het totaal van deze bedragen inclusief omzetbelasting eenmalig als subsidie in 2023 uit via de rekeningcourant.


X Noot
1

Kamerstukken II 2021–2022, 31 753, nr. 246.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023–2024, 31 753, nr. 283.

X Noot
3

De gemiddelde vergoeding omvat tevens punten voor toeslagen en reistijdverlet.

X Noot
4

Afgegeven reguliere toevoeging (incl. mediation), afgegeven lichte adviestoevoeging, geaccepteerd piketmelding en toegekende extra uren.

Naar boven