Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 17 november 2023, kenmerk 3720568-1056461-MEVA, houdende wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars in verband met de indexering van de bezoldigingsmaxima voor het jaar 2024

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Bezoldigingsmaxima 2023’ vervangen door ‘Bezoldigingsmaxima’.

2. De tabel wordt vervangen door:

Klasse

Bezoldigingsmaximum 2024

I

€ 130.000

II

€ 158.000

III

€ 190.000

IV

€ 214.000

V

Het bedrag, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de wet.

ARTIKEL II

Artikel 2 van de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Sectorale bezoldigingsnorm 2023’ vervangen door ‘Sectorale bezoldigingsnorm’.

2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. in de aanhef, wordt ‘2023’ vervangen door ‘2024’;

b. in onderdeel a wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’ en wordt ‘€ 314.000’ vervangen door ‘€ 327.000’;

c. in onderdeel b wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’ en wordt ‘€ 272.000’ vervangen door ‘€ 283.000’;

d. in onderdeel c wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’ en wordt ‘€ 231.000’ vervangen door ‘€ 240.000’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

1. Algemeen

De Wet normering topinkomens (hierna: WNT) stelt regels over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke of semipublieke taak. De Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (hierna: Regeling zorg en jeugdhulp) en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars (hierna: Regeling zorgverzekeraars) vinden hun grondslag in de WNT. Deze regelingen bepalen dat topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp en bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan de voor dat kalenderjaar vastgestelde bezoldigingsmaxima. Deze maxima worden jaarlijks uiterlijk in de maand november vastgesteld voor het daaropvolgende kalenderjaar. Met voorliggende regeling zijn de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp (artikel I) respectievelijk bij zorgverzekeraars (artikel II) voor het jaar 2024 vastgesteld.

2. Regeling zorg en jeugdhulp

In de Regeling zorg en jeugdhulp is bepaald dat topfunctionarissen van zorginstellingen, jeugdhulpinstellingen, gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis-organisaties, rechtspersonen waar vertrouwenspersonen werken en van Sanquin per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de instellingen ingedeeld in klassen. Elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum. Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse (V) is gelijk aan het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT. Doordat er bij het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse een dynamische verwijzing naar het algemeen bezoldigingsmaximum is opgenomen, verandert deze automatisch als het algemeen bezoldigingsmaximum verandert.

Op 23 augustus 2023 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekendgemaakt dat het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2024 is vastgesteld op € 233.000.1 Het maximum van bezoldigingsklasse V volgt deze ontwikkeling. De bezoldigingsmaxima voor de overige klassen (I tot en met IV) van de Regeling zorg en jeugdhulp zijn per 1 januari 2024 verhoogd met 4,2%2 (hetzelfde percentage als voor indexering van het algemeen bezoldigingsmaximum) en in navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT, afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s.

3. Regeling zorgverzekeraars

In de Regeling zorgverzekeraars is bepaald dat topfunctionarissen bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de zorgverzekeraars ingedeeld in klassen op grond van het aantal verzekerden. Elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.

Bij de vaststelling van de bezoldigingsmaxima is rekening gehouden met de bezoldiging voor vergelijkbare functies bij overheidsorganisaties, de bezoldiging in relevante andere sectoren van de arbeidsmarkt, de verhouding met de bezoldiging van het overige personeel binnen de zorgverzekeraars en maatschappelijke opvattingen over de hoogte.3 Daarbij is er nadrukkelijk rekening mee gehouden dat zorgverzekeraars zowel op de publieke als private markt opereren. Om die reden is ten eerste hetzelfde uitgangspunt als bij de verlaging van de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars naar aanleiding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT gehanteerd, te weten dat zorgverzekeraars voor 50% op de private markt opereren en voor 50% op de publieke markt.

Ten tweede worden de maximumbedragen geïndexeerd met het gemiddelde van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor de cao-lonen inclusief bijzondere beloningen voor de sector overheid per maand4 (voor 2022: 4,2%) en het door Zorgverzekeraars Nederland vastgestelde gemiddelde van de loonontwikkeling binnen de branche van zorgverzekeraars (voor 2022: 3,5%). Het gemiddelde van deze percentages is 3,85%. Een verhoging van € 314.000 met laatstgenoemd percentage leidt tot een bedrag van € 326.089. In navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT en de toelichting hierbij is dit bedrag naar boven op een duizendvoud in euro’s afgerond. Hiermee is de maximale bezoldiging voor het jaar 2024 bepaald op een bedrag van € 327.000. De overige twee klassen voor zorgverzekeraars zijn op dezelfde wijze geïndexeerd.

4. Administratieve lasten

De wijzigingen die met deze regeling worden doorgevoerd betreffen geen inhoudelijke wijzigingen. Instellingen die onder de reikwijdte van de Regeling zorg en jeugdhulp en de Regeling zorgverzekeraars vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe normen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen (omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft.

Uit de WNT volgt dat deze regeling uiterlijk in november 2023 wordt vastgesteld.5 De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving.6 Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat deze regeling van toepassing is op bezoldigingen die verschuldigd zijn voor werkzaamheden vanaf 1 januari 2024.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
3

Artikel 3.6, tweede lid, van de WNT.

X Noot
4

Zoals deze door het CBS in het jaar van vaststellen van de ministeriële regeling voor het daaraan voorafgaande jaar is vastgesteld.

X Noot
5

Artikelen 2.7, eerste en tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de WNT.

X Noot
6

Aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven