Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2024

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

Artikel 1. definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. de wet:

de Algemene wet bestuursrecht;

b. UWV:

het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

c. beschikking:

een beschikking als bedoeld in artikel 1:3, tweede lid, van de wet;

d. bijzondere persoonsgegevens:

dit zijn gegevens over gezondheid, ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, het lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, seksueel gedrag of seksuele gerichtheid, strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen;

e. bijzondere beschikking:

een beschikking waaraan een beoordeling van bijzondere persoonsgegevens ten grondslag ligt;

f. medische beschikking:

een bijzondere beschikking waaraan een beoordeling van medische gegevens ten grondslag ligt;

g. bezwaarschrift:

een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4 van de wet;

h. belanghebbende:

een belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de wet;

i. werknemer:

de belanghebbende op wiens gegevens de beoordeling betrekking heeft;

j. medebelanghebbende:
  • 1. de werkgever als bedoeld in de artikelen 75a onder c van de Ziektewet en 88 onder c van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, die belanghebbende is bij een medische beschikking, en niet de werknemer is;

  • 2. de werkgever en de bank of verzekeraar, die als garantsteller optreedt voor de werkgever die eigenrisicodrager is voor de WGA-uitkeringen van zijn werknemers, genoemd in artikel 103 onder c Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, en die belanghebbende zijn bij de medische beschikking.

Artikel 2. bevestiging van ontvangst, telefonisch contact en afspraken

  • 1. Op het bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. UWV neemt binnen 5 werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift telefonisch contact op met de indiener van het bezwaarschrift. Indien nodig wordt met de indiener van het bezwaarschrift een datum gepland om de invulling van de procedure te bespreken. Het UWV bevestigt daarna schriftelijk de ontvangst van het bezwaarschrift, informeert over de mogelijkheid tot toezending van op de zaak betrekking hebbende stukken en bevestigt de eventueel gemaakte afspraken. Als telefonisch contact niet mogelijk is, wordt de ontvangst van het bezwaarschrift zonder telefonisch contact schriftelijk bevestigd.

  • 3. Indien een telefonisch vervolgcontact plaatsvindt bevestigt UWV de dan gemaakte afspraken schriftelijk. Er vindt dan ook overleg plaats over de mogelijkheden voor informele afdoening.

  • 4. Als de indiener van het bezwaarschrift is gevraagd een verzuim te herstellen, wordt de datum om het bezwaarschrift en de invulling van de procedure te bespreken gepland, nadat het verzuim is hersteld.

  • 5. Als de indiener van het bezwaarschrift een professioneel gemachtigde is, kan in afwijking van lid 2, de ontvangst van het bezwaarschrift zonder telefonisch contact worden bevestigd.

  • 6. Om afspraken te maken met de professioneel gemachtigde over het verdere verloop van de procedure wordt telefonisch contact opgenomen. Hierbij vindt overleg plaats over het inbrengen van aanvullende informatie, de mogelijkheden voor informele afdoening en/of een te plannen hoorzitting.

  • 7. Als telefonisch contact met de indiener van het bezwaarschrift niet mogelijk is gebleken, wordt verder schriftelijk gecommuniceerd.

Artikel 3. vertegenwoordiging

  • 1. Als het bezwaarschrift is ingediend (mede) namens een natuurlijke of rechtspersoon, kan een schriftelijke machtiging worden verlangd, tenzij de gemachtigde advocaat is.

  • 2. Als UWV een schriftelijke machtiging verlangt, stelt het de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid een machtiging te overleggen, binnen een door UWV vastgestelde termijn.

  • 3. Eerst na ontvangst van de machtiging wordt het bezwaarschrift verder in behandeling genomen.

  • 4. Als een gevraagde machtiging niet op tijd is verstrekt, wordt degene namens wie het bezwaarschrift is ingediend, gevraagd om binnen een door UWV vastgestelde termijn, de bedoelde machtiging over te leggen dan wel te verklaren dat hij zelf het bezwaarschrift heeft ingediend. Bij niet tijdige ontvangst van de gevraagde machtiging of verklaring kan UWV het bezwaarschrift niet ontvankelijk verklaren.

Artikel 4. vormverzuimen

  • 1. Als niet is voldaan aan artikel 6:5 van de wet of aan enig ander wettelijk vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar, wordt de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen binnen een door UWV vastgestelde termijn.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift worden verlengd met een door UWV vastgestelde termijn.

  • 3. Bij mogelijke overschrijding van de in het eerste lid bedoelde termijn, dan wel de in het tweede lid bedoelde verlengde termijn, wordt telefonisch contact opgenomen met de indiener van het bezwaarschrift over het herstel van het vormverzuim. Als telefonisch contact niet mogelijk is of herstel uitblijft, kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

Artikel 5. vormverzuimen bij medische beschikkingen

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 6:5 van de wet worden de gronden van het bezwaarschrift die betrekking hebben op medische gegevens, op een aparte bijlage vermeld.

  • 2. Bij het niet nakomen van het bepaalde in het eerste lid, kan de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid worden gesteld zijn verzuim te herstellen binnen een door UWV vastgestelde termijn.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde termijn kan worden verlengd met een door UWV vastgestelde termijn.

  • 4. Bij mogelijke overschrijding van de in het tweede lid bedoelde termijn, dan wel de in het derde lid bedoelde verlengde termijn, wordt telefonisch contact opgenomen over het herstel van het vormverzuim. Als telefonisch contact niet mogelijk is of herstel uitblijft, kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

Artikel 6. aanvullende gronden van bezwaar en nader onderbouwen van het bezwaar

  • 1. Als de indiener van het bezwaarschrift verzoekt om uitstel voor aanvulling van de gronden van het bezwaar en/of het nader onderbouwen daarvan, krijgt hij hiertoe de gelegenheid. De termijn waarbinnen de gronden worden aangevuld, wordt in overleg met de indiener van het bezwaarschrift dan wel door UWV bepaald. Daarbij kan door UWV gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid tot opschorten.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift worden verlengd met een in overleg dan wel door UWV vastgestelde termijn. Bij het verlengen van de termijn kan UWV gebruik maken van de mogelijkheid tot opschorten van de beslistermijn.

  • 3. Bij mogelijke overschrijding van de in het eerste lid bedoelde termijn, dan wel de in het tweede lid bedoelde verlengde termijn, wordt telefonisch contact opgenomen over het aanvullen van de gronden. Als telefonisch contact niet mogelijk is of aanvulling uitblijft, kan UWV de beslissing baseren op het op dat moment voorliggende bezwaar.

Artikel 7. prematuur bezwaar

  • 1. Als artikel 6:10 van de wet van toepassing is, stelt UWV de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid de gronden van zijn bezwaarschrift aan te vullen. De termijn waarbinnen de gronden worden aangevuld, wordt in overleg met de indiener van het bezwaarschrift dan wel door UWV bepaald en vangt aan na verzending van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift worden verlengd met een in overleg dan wel door UWV vastgestelde termijn.

  • 3. Bij mogelijke overschrijding van de in het eerste lid bedoelde termijn, dan wel de in het tweede lid bedoelde verlengde termijn, wordt telefonisch contact opgenomen met de indiener van het bezwaarschrift over het aanvullen van de gronden. Als telefonisch contact niet mogelijk is of aanvulling uitblijft, kan UWV de beslissing baseren op het op dat moment voorliggende bezwaar.

Artikel 8. termijnoverschrijding bij indienen bezwaar

  • 1. UWV stelt de indiener van het bezwaarschrift dat is ingediend na afloop van de wettelijke termijn, in de gelegenheid zijn zienswijze over het verzuim naar voren te brengen of deze aan te vullen. De termijn hiervoor wordt door UWV bepaald.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde termijn kan op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift worden verlengd met een door UWV vastgestelde termijn.

  • 3. Als de (aanvullende) schriftelijke zienswijze aanleiding geeft tot twijfel over de vraag of de indiener van het bezwaarschrift in verzuim is geweest, dan neemt UWV telefonisch contact op met de indiener van het bezwaarschrift om de reden van het te laat indienen verder te bespreken.

Artikel 9. informatie aan en betrokkenheid van andere belanghebbenden dan de indiener van het bezwaarschrift

  • 1. UWV kan het bezwaarschrift, met inachtneming van artikel 14 en 15, aan andere belanghebbenden sturen met de vraag of dezen bij de verdere voortgang van de procedure betrokken willen worden.

  • 2. Als de andere belanghebbende betrokken wil worden, dan ontvangt deze belanghebbende desgevraagd de op de zaak betrekking hebbende stukken met inachtneming van artikel 15.

  • 3. UWV zendt de beslissing op bezwaar aan deze belanghebbenden, ook als zij niet betrokken willen worden.

  • 4. De werknemer wordt ongevraagd bij de verdere voortgang van de procedure betrokken.

Artikel 10. inschakeling van (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep en/of arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep

  • 1. Beoordeling van de medische aspecten van bezwaar vindt plaats door een (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep die niet bij de voorbereiding van de bestreden beschikking betrokken is.

  • 2. De (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep geeft een oordeel over de medische aspecten van het bezwaar.

  • 3. Als een arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep is ingeschakeld in de bezwaarschriftprocedure, is deze niet betrokken geweest bij de voorbereiding van de bestreden beslissing.

  • 4. De ingeschakelde arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep geeft een oordeel over de arbeidskundige aspecten van het bezwaar.

  • 5. UWV betrekt het oordeel van de (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep en/of arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep bij de beslissing op bezwaar.

Artikel 11. mediation

  • 1. UWV beoordeelt of een geschil zich leent voor mediation.

  • 2. Als een tijdens de bezwaarschriftprocedure ingezette mediation niet slaagt, wordt de behandeling van het bezwaarschrift voortgezet door een medewerker die niet betrokken was bij de mediation.

  • 3. Gegevens die tijdens de mediation zijn uitgewisseld tussen UWV en belanghebbende, mogen bij de voortzetting van de bezwaarschriftprocedure alleen worden gebruikt als belanghebbende hiermee heeft ingestemd.

Artikel 12. de hoorzitting

  • 1. Als een belanghebbende heeft aangegeven gehoord te willen worden, of als UWV belang heeft bij het horen van de belanghebbende, vindt telefonisch overleg plaats over de datum en de tijd waarop de hoorzitting plaatsvindt en de wijze waarop. Ook wordt hierbij besproken welke functionarissen aanwezig zullen zijn. Als telefonisch overleg niet mogelijk is, wordt de hoorzitting door UWV eenzijdig gepland.

  • 2. De afgesproken datum, tijd en de wijze waarop worden schriftelijk bevestigd.

  • 3. Als de belanghebbende, verzoekt om een vastgestelde hoorzitting uit te stellen, vindt daarover telefonisch contact plaats en stelt UWV, zo nodig, in overleg een nieuwe datum en tijd vast voor de hoorzitting. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid tot opschorten van de beslistermijn. Als telefonisch overleg niet mogelijk is, wordt de hoorzitting door UWV eenzijdig gepland.

  • 4. UWV kan van een gemachtigde verlangen dat hij bij het begin van de hoorzitting een schriftelijke machtiging overlegt, tenzij de belanghebbende zelf met hem verschijnt of de gemachtigde advocaat is.

  • 5. Het horen van belanghebbenden geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:5 van de wet door een of meer medewerkers van UWV.

  • 6. Als een van de in artikel 7:3 van de wet genoemde gevallen zich voordoet beslist UWV of van het horen van belanghebbenden wordt afgezien. UWV kan pas beslissen om van het horen van belanghebbenden af te zien nadat UWV contact met belanghebbenden heeft gezocht om te onderzoeken of een informele afdoening van het bezwaar mogelijk is.

Artikel 13. hoorzitting bij bezwaar tegen bijzondere beschikkingen

  • 1. In aanvulling op artikel 12 geldt bij bezwaar tegen bijzondere beschikkingen het bepaalde in dit artikel.

  • 2. Toegang tot dat deel van de hoorzitting waarin bijzondere persoonsgegevens worden behandeld, heeft alleen de belanghebbende waar de bijzondere persoonsgegevens betrekking op hebben en / of diens gemachtigde.

  • 3. Het tweede lid is bij medische beschikkingen niet van toepassing op de gemachtigde van de medebelanghebbende die arts of advocaat is, dan wel van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen om kennis te nemen van stukken die medische gegevens bevatten. In geval van medische beschikkingen op grond van de Ziektewet is het tweede lid evenmin van toepassing op de arbodienst of de bedrijfsarts van de werkgever die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet.

Artikel 14. toezending en inzage

  • 1. Voorafgaand aan de hoorzitting kan UWV alle op de zaak betrekking hebbende stukken kosteloos aan belanghebbenden sturen. Voor stukken die bijzondere persoonsgegevens bevatten geldt artikel 15.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, liggen het bezwaarschrift en alle andere op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan de hoorzitting een week ter inzage voor belanghebbenden op een door UWV te bepalen plaats en tijdstip.

  • 3. Belanghebbenden worden op de terinzagelegging gewezen in de uitnodiging voor de hoorzitting, genoemd in artikel 12.

  • 4. Belanghebbenden kunnen van de in het tweede lid bedoelde stukken, voor zover niet reeds toegezonden, kosteloos afschriften krijgen.

Artikel 15. toezending, inzage en toestemming bij bezwaren tegen bijzondere beschikkingen

  • 1. De belanghebbende, die niet de werknemer is, heeft in afwijking van het bepaalde in artikel 14, eerste en tweede lid, geen recht op inzage in dan wel kennisname of toezending van enig stuk dat bijzondere persoonsgegevens bevat.

  • 2. Bij medische gegevens is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken voorbehouden aan de gemachtigde van de medebelanghebbende die arts of advocaat is, dan wel van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen om kennis te nemen van stukken die medische gegevens bevatten. In geval van medische beschikkingen op grond van de Ziektewet is het tweede lid evenmin van toepassing op de arbodienst of de bedrijfsarts van de werkgever die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet.

Artikel 16. openbaarheid van de hoorzitting

  • 1. De hoorzitting is niet openbaar.

  • 2. Belanghebbenden kunnen onder opgaaf van redenen verzoeken anderen de hoorzitting geheel of gedeeltelijk te laten bijwonen.

  • 3. UWV beslist op dit verzoek.

Artikel 17. tolken

  • 1. Bij de hoorzitting kan op verzoek van belanghebbenden of op aanwijzing van UWV gebruik worden gemaakt van de diensten van een tolk.

  • 2. UWV beslist op een verzoek om gebruik te mogen maken van een tolk.

  • 3. UWV zorgt voor de beschikbaarheid en vergoeding van de tolk.

Artikel 18. intrekking van het bezwaar

Als de indiener van het bezwaarschrift zijn bezwaarschrift intrekt, wordt dit schriftelijk bevestigd en aan andere belanghebbenden meegedeeld.

Artikel 19. verslag van de hoorzitting

  • 1. Het verslag van de hoorzitting wordt op verzoek kosteloos aan belanghebbenden toegezonden.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. Het geeft een zakelijke samenvatting van hetgeen is besproken.

  • 3. Het verslag verwijst naar de stukken die ter zitting zijn overgelegd.

  • 4. Het verslag wordt gesplitst in een verslag van het deel waarin de bijzondere persoonsgegevens zijn behandeld en een verslag waarin de overige aspecten van het bezwaar zijn behandeld. Artikel 15 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20. nader onderzoek/nieuwe hoorzitting

  • 1. Als na afloop van de hoorzitting blijkt dat een nader onderzoek wenselijk is, worden de resultaten van dat onderzoek in afschrift aan belanghebbenden toegezonden als de uitkomst van dit onderzoek van aanmerkelijk belang is voor de beslissing op bezwaar. Artikel 15 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Belanghebbenden worden opnieuw in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord, als

    • a. na de hoorzitting, of nadat door belanghebbende(n) is afgezien van een hoorzitting, feiten of omstandigheden bekend geworden zijn die van aanmerkelijk belang kunnen zijn voor de beslissing op bezwaar, of

    • b. een vooraankondiging van de beslissing op bezwaar aan belanghebbende(n) is gezonden en daartegen bezwaar is gemaakt,

  • 3. Op de nieuwe hoorzitting als bedoeld in het tweede lid zijn de bepalingen in dit reglement die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21. Opschorten en verdaging

  • 1. Als tijdens de bezwaarprocedure blijkt dat het noodzakelijk is om informatie op te vragen bij een buitenlandse instantie, dan schort UWV de beslistermijn op overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:15 Awb.

  • 2. UWV kan de beslistermijn ook opschorten als wensen van de indiener van het bezwaarschrift of diens professioneel gemachtigde in verband met de behandeling van dat bezwaar daar aanleiding toe geven.

  • 3. Als de beslissing op bezwaar niet kan worden genomen binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn kan UWV de beschikking verdagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:10 van de wet.

Artikel 22. beslissing op bezwaar

  • 1. Bij meerdere belanghebbenden ziet de beslissing op bezwaar op alle ingediende bezwaarschriften.

  • 2. De beslissing op bezwaar wordt genomen door een medewerker die niet betrokken was bij het nemen van de bestreden beschikking.

Artikel 23. beslissing op bezwaar bij bijzondere beschikkingen

  • 1. De motivering van de beslissing op bezwaar vindt – voor zover deze betrekking heeft op bijzondere persoonsgegevens – plaats op een aparte bijlage.

  • 2. De bijlage als bedoeld in het eerste lid wordt niet aan andere belanghebbenden dan de werknemer verstrekt.

  • 3. De bijlage als bedoeld in het eerste lid wordt in geval van medische beschikkingen behalve aan de werknemer ook verstrekt aan een gemachtigde van de medebelanghebbende die arts of advocaat is, dan wel van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen om kennis te nemen van stukken die medische gegevens bevatten. In geval van medische beschikkingen op grond van de Ziektewet is het tweede lid evenmin van toepassing op de arbodienst of de bedrijfsarts van de werkgever die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet.

Artikel 24. termijnen en tijdigheid

  • 1. Wanneer aan een verzoek van UWV aan de indiener van het bezwaarschrift of andere belanghebbenden een termijn is verbonden, gaat deze termijn in op de dag na verzending van de hiertoe strekkende mededeling.

  • 2. Een (gevraagd) schriftelijk document of verklaring heeft UWV op tijd ontvangen als deze voor het eind van de gestelde termijn is ontvangen. Hierbij geldt dat een per post ontvangen stuk tijdig is als het uiterlijk op de laatste dag van de termijn ter post is bezorgd en binnen één week hierna is ontvangen.

Artikel 25. Uitzonderingen

Dit reglement is niet van toepassing op bezwaarschriften gericht tegen beschikkingen genomen op grond van:

  • de Wet arbeid vreemdelingen;

  • Wet Open Overheid;

  • artikel 30b, Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (weigering registratie) en

  • artikel 14 van de Wet vermindering afdracht (verklaring startkwalificatie).

Artikel 26. intrekking eerdere reglement

Het Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2022 wordt ingetrokken.

Artikel 27. citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2024.

Artikel 28. inwerkingtreding

Dit reglement treedt op 1 januari 2024 in werking.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 31 oktober 2023

M.R.P.M. Camps Voorzitter Raad van Bestuur

TOELICHTING OP HET REGLEMENT

Algemeen

In dit reglement geeft UWV aan hoe invulling wordt gegeven aan de bezwaarschriftprocedure uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij de opstelling is er voor gekozen om de dwingendrechtelijke voorschriften uit deze wet niet op te nemen, tenzij dit de overzichtelijkheid en de leesbaarheid vergroot.

Dit reglement vervangt het Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2022 (Staatscourant 2021, 49656).

Bij de behandeling van bezwaarschriften streefde UWV al langer naar een zo informeel mogelijke afhandeling van de bezwaarschriften. Met dit reglement wordt, vooruitlopend op initiatieven om de Awb “burger vriendelijker” te maken, dat streven expliciet uitgesproken.

Met de wijzigingen wordt het reglement verder in lijn gebracht met de werkwijze die in de voorgaande jaren zijn ingang heeft gevonden en die onder meer voortvloeide uit “Prettig contact met de Overheid”. Met dit reglement wordt verder beoogd om een ruimere toepassing aan artikel 4:15 Awb te geven dan voorheen, om zodoende een betere balans te creëren. Enerzijds gelet op de wensen van de indiener van het bezwaarschrift voor meer ruimte en tijd in de bezwaarprocedure. Anderzijds gelet op het belang van UWV om de bezwaarprocedure binnen de beslistermijn af te ronden.

Tot slot beogen de aanpassingen om in nog meer situaties dan voorheen tot een inhoudelijke beoordeling van bezwaarschriften te komen. Dit door een pro-actiever handelen richting zowel burgers als gemachtigden voorafgaand aan het verstrijken van (fatale) termijnen.

De Beleidsregel is verder op onderdelen geactualiseerd, verduidelijkt of geherformuleerd zonder dat daarmee inhoudelijke wijzigingen zijn beoogd. Dit om de, ook onder het oude reglement, gewenste en beoogde burgervriendelijke handelwijze beter tot uitdrukking te brengen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 onder d definieert bijzondere persoonsgegevens. Bij de opsomming is aansluiting gezocht bij de bijzondere categorieën persoonsgegevens zoals gedefinieerd in de AVG. Een beschikking waaraan een beoordeling van bijzondere persoonsgegevens ten grondslag ligt is een bijzondere beschikking (art. 1 onder e). Een medische beschikking (art. 1 onder f) is een nader omschreven bijzondere beschikking, te weten een beschikking waaraan een beoordeling van medische gegevens ten grondslag ligt. Medische gegevens zijn aan te merken als bijzondere persoonsgegevens over gezondheid. Als de werkgever belanghebbende is, kan tegen dergelijke beschikkingen zowel de werknemer als de werkgever bezwaar indienen. In sommige gevallen kan ook een andere belanghebbende dan de werkgever bezwaar maken, bijvoorbeeld de garantsteller. Omdat de bijzondere persoonsgegevens een extra privacybescherming behoeven, gelden voor deze beschikkingen enkele afwijkende of aanvullende eisen, die op verschillende plaatsen in het reglement terugkomen. Deze hebben als doel het beschermen van de privacy van de werknemer. Artikel 1 onder j definieert de medebelanghebbende. Alle andere belanghebbenden dan een werknemer mogen geen kennisnemen van de bijzondere persoonsgegevens van de werknemer. Alleen als een beschikking is gebaseerd op een wet waarin een medische beschikkingenregeling is opgenomen, de wet WIA, de WAO, de ZW en de WW (waarin de WIA-regeling van overeenkomstige toepassing is verklaard), mogen bepaalde gemachtigden wel kennisnemen van de medische gegevens. In de wet WIA is geregeld dat deze uitzondering geldt voor de gemachtigden van de werkgever en van de bank of verzekeraar die als garantsteller optreedt voor de werkgever die eigenrisicodrager is voor de WIA-WGA-uitkeringen. In de ZW en de WAO gaat het om gemachtigden van belanghebbenden anders dan de werknemer. Dit zullen in het algemeen werkgevers zijn. Gemachtigden van deze medebelanghebbenden mogen wel kennisnemen van de medische gegevens, mits deze gemachtigde arts of advocaat is, dan wel van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen om kennis te nemen van stukken die medische gegevens bevatten met betrekking tot de werknemer. Als het bezwaar zich richt tegen een medische beschikking op grond van de ZW mag ook de arbodienst of bedrijfsarts van een werkgever die eigenrisicodrager is voor de ZW kennisnemen van de medische gegevens. In het algemeen zal UWV professioneel gemachtigden bijzondere toestemming geven. Het begrip medebelanghebbende is geïntroduceerd om daarmee op een simpele manier te kunnen verwijzen naar de belanghebbenden die op grond van de medische beschikkingenregeling een gemachtigde kunnen inschakelen die wel mag kennisnemen van de medische gegevens van de werknemer.

Arbeidskundige gegevens c.q. stukken van arbeidskundige aard worden niet aangemerkt als medische gegevens c.q. medische stukken.

Artikel 2

Beslissend voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift is de datum van ontvangst. Op alle bezwaarschriften wordt daarom de datum van ontvangst aangetekend. Artikel 6:14 Awb schrijft daarom ook voor dat de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk wordt bevestigd. Dit geldt voor alle bezwaarschriften dus ook voor bezwaarschriften die bij een niet-bevoegd bestuursorgaan zijn ingediend. Om deze reden is dit voorschrift opgenomen in het reglement.

UWV streeft er naar om de indiener van het bezwaarschrift zo veel mogelijk te betrekken en te ondersteunen bij de bezwaarprocedure en de (informele) invulling daarvan. UWV beseft daarbij dat het indienen van bezwaar, zeker voor burgers die zich niet laten bijstaan door een professioneel gemachtigde, gevoelens van spanning en onzekerheid met zich mee kunnen brengen. Voor zover de indiener van een bezwaarschrift zich niet laat bijstaan door een professioneel gemachtigde neemt UWV daarom bij de ontvangst van een bezwaarschrift zo snel mogelijk persoonlijk contact op. Daarbij wordt de indiener van het bezwaarschrift meegedeeld dat het bezwaar is ontvangen en wordt indien nodig direct een vervolg (bel)afspraak gepland om de verdere procedure en de invulling daarvan te bespreken. Na afloop van het gesprek wordt zowel de ontvangst van het bezwaar als de mogelijk gemaakte afspraken schriftelijk bevestigd.

De ervaring leert dat in de situatie waarin een burger zich laat bijstaan door een professioneel gemachtigde er in eerste instantie veelal sprake is van pro-forma bezwaarschriften met een verzoek om stukken. Uit contacten met professioneel gemachtigden is gebleken dat op dat moment in de procedure er nog geen behoefte bestaat aan telefonisch contact over het bezwaar. Ook in situaties waarin er (summiere) gronden zijn ingediend en verzocht is om stukken om het bezwaar aan te vullen, blijkt er bij deze groep geen behoefte aan telefonisch contact. Gelet op die ervaringen en wensen geldt er geen verplichting om kort na ontvangst van het (inleidend) bezwaar telefonisch contact op te nemen met een professioneel gemachtigde. Wel geldt dat na ontvangst van de (aanvullende) gronden er voor het maken van nadere afspraken telefonisch contact met de gemachtigde wordt opgenomen.

Omdat de mogelijkheid bestaat dat er geen telefonisch contact mogelijk is, duidelijk is dat dit niet gewenst wordt of wenselijk is, voorziet dit artikel in verdere schriftelijke afhandeling voor die situaties.

Artikel 3

Dit artikel vloeit voort uit artikel 2:1 van de Awb waarin is geregeld is dat een ieder zich ter behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen kan laten bijstaan of zich door een gemachtigde kan laten vertegenwoordigen. Het bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen. UWV zal de in art. 2:1 Awb bedoelde machtiging in ieder geval niet vragen aan een advocaat. Als het bezwaarschrift wordt ingediend door een vertegenwoordiger van een werkgever, kan UWV de desbetreffende vertegenwoordiger vragen bewijsstukken te leveren waaruit blijkt dat deze bevoegd is de werkgever te vertegenwoordigen. Daarbij kan gedacht worden aan een kopie van de statuten, reglementen of stichtingsbrief, een uittreksel uit het Handelsregister of register van verenigingen en stichtingen van de Kamer van Koophandel. In dit reglement zijn de door UWV vast te stellen termijnen voor het overleggen van de machtiging of de bewijsstukken niet ingevuld. UWV wil daarmee ruimte geven om de termijn vast te stellen rekening houdend met het individuele geval. In dat kader kan overleg plaatsvinden met de indiener van het bezwaarschrift. Als richtsnoer voor de vaststelling van de termijnen in artikel 3 geldt een termijn van twee weken voor de gemachtigde en één week voor degene namens wie het bezwaarschrift is ingediend. Zoals hiervoor is aangegeven is dit geen standaardtermijn, in zoverre dat in individuele gevallen een andere termijn kan worden vastgesteld. Artikel 3 beoogt verder duidelijker naar voren te brengen dat het ontbreken van de gevraagde machtiging of verklaring niet zonder meer leidt tot een niet ontvankelijkheidsverklaring.

Artikel 4

UWV stelt de termijn voor het herstel van verzuimen vast, rekening houdend met het individuele geval. Als richtsnoer geldt voor de termijn genoemd in het eerste lid een minimumtermijn van twee weken en voor Ziektewetzaken die uitsluitend over het bestaan of voorbestaan van de ongeschiktheid gaan één week. Als de indiener van het bezwaarschrift verzoekt om verlenging van de termijn dan kan UWV, rekening houdend ook met de eventuele belangen van derden, en zo nodig in overleg met de indiener van het bezwaarschrift een nieuwe termijn vaststellen. De termijn die geldt voor het nemen van beslissing op bezwaar wordt voor de duur van de (verlengde) hersteltermijn opgeschort.

Het streven van UWV is om tot een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar te komen. Gelet op dat streven neemt UWV bij een mogelijke overschrijding van de termijn die is gesteld om een tekortkoming te herstellen, contact op met de indiener van het bezwaarschrift. Dit om de indiener van het bezwaarschrift te herinneren aan de gestelde termijn en te wijzen op de mogelijke gevolgen van het niet voldoen aan het verzoek. Zo nodig kunnen in dat gesprek ook aanvullende afspraken worden gemaakt over aanpassing van de gestelde termijn. Anders dan voorheen zal een verzoek om uitstel, dat is ontvangen na de gestelde termijn, niet zonder meer worden afgewezen omdat het verzoek te laat is gedaan. Is telefonisch contact niet mogelijk of blijft herstel uit, dan kan na de vastgestelde (verlengde) termijn, het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

Artikel 5

In afwijking van artikel 6:5 Awb schrijft artikel 108 WIA (zie ook artikel 129c WW), 88e WAO en artikel 75e ZW voor dat de gronden die betrekking hebben op medische gegevens op een aparte bijlage moeten worden vermeld. In de volgende situaties kan een niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven als het bezwaarschrift ongesplitst wordt ingediend: a) de werknemer is de enige belanghebbende bij de medische beschikking; b) het bezwaarschrift bevat uitsluitend medische gronden; c) er is maar één andere belanghebbende dan de werknemer en het bezwaarschrift is door of namens die belanghebbende ingediend; d) de werknemer heeft geen professioneel gemachtigde. In de eerste drie situaties zou een splitsing van het bezwaarschrift niet zinvol zijn. In de laatste situatie is het ongewenst om het bezwaar van de werknemer die zich niet laat bijstaan niet-ontvankelijk te verklaren als de inhoud van het bezwaarschrift aanwijzingen bevat dat de werknemer niet in staat zal zijn een splitsing in zijn bezwaarschrift aan te brengen. Voor zo veel als mogelijk zal UWV – gegeven het laagdrempelige karakter van de procedure – in een dergelijk geval zelf tot de bedoelde splitsing overgaan. Als het bezwaarschrift is ingediend door een professioneel gemachtigde zal UWV de indiener van het bezwaarschrift altijd in de gelegenheid stellen om de gronden van het bezwaar die betrekking hebben op medische gegevens alsnog op een aparte bijlage te vermelden. UWV stelt de termijn vast waarbinnen de indiener van het bezwaarschrift gevolg geeft aan het verzoek het bezwaarschrift te splitsen. In dit reglement is hiervoor geen vaste termijn opgenomen om ruimte te geven deze termijn vast te stellen rekening houdend met het individuele geval. In dat kader kan overleg plaatsvinden met de indiener van het bezwaarschrift. Richtsnoer voor de vaststelling van die termijnen is een minimumtermijn van 2 weken, of een termijn van één week in Ziektewetzaken als het uitsluitend gaat om het bestaan of voortbestaan van de ongeschiktheid. Zoals hiervoor is aangegeven is dit geen standaardtermijn, in overleg kan een andere termijn worden vastgesteld.

Het streven van UWV is om niet-ontvankelijkheid te voorkomen. Gelet daarop neemt UWV bij een mogelijke overschrijding van de gestelde termijn telefonisch contact op met de indiener van het bezwaarschrift. Dit om de indiener van het bezwaarschrift te herinneren aan de gestelde termijn en te wijzen op de mogelijke gevolgen van het niet voldoen aan het verzoek. Zo nodig kunnen in dat gesprek ook aanvullende afspraken worden gemaakt over aanpassing van de gestelde termijn. Anders dan voorheen zal een verzoek om uitstel, dat is ontvangen na de gestelde termijn, niet zonder meer worden afgewezen omdat het verzoek te laat is gedaan. Is telefonisch contact niet mogelijk of blijft herstel uit, dan kan na de vastgestelde (verlengde) termijn, het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

Artikel 6

Het kan voorkomen dat uitstel wordt gevraagd voor de aanvulling van de gronden waarop het bezwaar steunt of het geven van een nadere onderbouwing daarvan. Om in deze behoefte te voorzien is artikel 6 opgenomen. Het uitstel bedraagt een tussen UWV en de indiener van het bezwaarschrift overeengekomen termijn. Als daar aanleiding toe is, kan UWV in verband hiermee de beslistermijn opschorten (zie toelichting bij artikel 21). Daarbij beoogt UWV, binnen het redelijke en met inachtneming van de belangen van derden, de indiener van het bezwaarschrift die ruimte en tijd te geven die hij nodig heeft om nadere gronden in te dienen, informatie over of in verband met zijn bezwaar te overleggen.

In gevallen waarin telefonisch contact niet gewenst of niet mogelijk is, stelt UWV eenzijdig een termijn vast.

Zijn de gronden niet binnen de afgesproken of nadien vastgestelde (verlengde) termijn aangevuld, dan vormt het aanvankelijk ingediende bezwaarschrift de basis voor de bezwaarschriftprocedure.

Artikel 7

Artikel 6:10 Awb regelt dat een bezwaarschrift dat is ingediend voor bekendmaking van de beschikking (een zogenoemd prematuur bezwaarschrift), in behandeling moet worden genomen als de beschikking al wel was genomen of, als deze nog niet was genomen, de indiener van het bezwaarschrift redelijkerwijs kon menen dat de beschikking wel was genomen. Het is wel zinvol de indiener van een prematuur bezwaarschrift in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze te geven op de beschikking, aangezien in deze situatie de indiening van het bezwaarschrift is voorafgegaan aan de bekendmaking van de beschikking waartegen zijn bezwaar zich richt. UWV spreekt met de indiener van het bezwaarschrift een termijn af waarbinnen hij zijn zienswijze op de beschikking kan geven. Het streven van UWV is om niet-ontvankelijkheid te voorkomen. Gelet daarop neemt UWV bij een mogelijke overschrijding van de gestelde termijn telefonisch contact op met de indiener van het bezwaarschrift. Dit om de indiener van het bezwaarschrift te herinneren aan de gestelde termijn en te wijzen op de mogelijke gevolgen van het niet voldoen aan het verzoek. Zo nodig kunnen in dat gesprek ook aanvullende afspraken worden gemaakt over aanpassing van de gestelde termijn. Anders dan voorheen zal een verzoek om uitstel, dat is ontvangen na de gestelde termijn, niet zonder meer worden afgewezen omdat het verzoek te laat is gedaan.

Zijn de gronden niet binnen de afgesproken of vastgestelde (verlengde) termijn aangevuld dan vormt het aanvankelijk ingediende bezwaarschrift de basis voor de bezwaarschriftprocedure.

Artikel 8

Een te laat ingediend bezwaarschrift wordt niet zonder meer niet-ontvankelijk verklaard. De indiener van het bezwaarschrift krijgt de gelegenheid om aan te geven of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding en daarmee dus voor toepassing van artikel 6:11 Awb. Bij de termijn die UWV hiervoor geeft, houdt UWV rekening met het individuele geval. Als richtsnoer geldt voor de termijn genoemd in het eerste lid een minimumtermijn van twee weken en voor Ziektewetzaken die uitsluitend over het bestaan of voorbestaan van de ongeschiktheid gaan één week.

Als de indiener van het bezwaarschrift verzoekt om verlenging van de termijn zal UWV de verlengde termijn vaststellen, eventueel in overleg met de indiener van het bezwaarschrift. De termijn die geldt voor het nemen van de beslissing op bezwaar wordt voor de duur van de (verlengde) hersteltermijn opgeschort. De afgesproken of vastgestelde termijn kan op verzoek worden verlengd.

Artikel 9

UWV beoordeelt of andere belanghebbenden geïnformeerd moeten worden over de bezwaarschriftprocedure. Als UWV andere belanghebbenden informeert over de bezwaarschriftprocedure, wordt die belanghebbenden gevraagd of zij betrokken willen worden bij de verdere behandeling van de procedure en wie in dat geval als contactpersoon moet worden aangeschreven.

Als deze belanghebbende bij de verdere procedure betrokken wil worden, heeft hij recht op inzage in alle op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel ontvangt hij op verzoek afschriften van deze stukken. De stukken worden gezonden aan de opgegeven contactpersoon. Het is in het belang van de privacy van de werknemer dat bij het zenden van stukken naar een andere belanghebbende dan de werknemer (meestal de werkgever of de garantsteller) de stukken alleen worden ontvangen door de persoon die belast is met de behandeling ervan. In het geval die andere belanghebbende weigert om een contactpersoon op te geven, kan UWV bepalen dat de stukken niet worden verzonden maar ter inzage worden gelegd. Artikel 15 van het reglement bevat een aparte regeling voor stukken die bijzondere persoonsgegevens bevatten

Als de belanghebbende niet reageert of aangeeft dat hij niet wil worden betrokken bij de verdere procedure, ontvangt hij alleen de beslissing op bezwaar.

In het derde lid is opgenomen dat de werknemer, als hij het onderwerp is van de bestreden beschikking, ongevraagd bij de procedure wordt betrokken. Deze bepaling ziet op de situatie dat een andere belanghebbende dan de werknemer bezwaar heeft gemaakt tegen een beschikking die gericht is aan de werknemer. In een dergelijk geval wordt er van uit gegaan dat de werknemer – gelet op de voor hem spelende belangen – in ieder geval betrokken wil worden bij de verdere procedure.

Artikel 10

Als de primaire beschikking (mede) is gebaseerd op een medisch oordeel, schakelt UWV voor de beoordeling van deze aspecten een (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep in. Dit is een (verzekerings-)arts, die in bezwaarzaken adviseert en niet betrokken is geweest bij de voorbereiding van de primaire beschikking. Als het bezwaar zich in meer algemene zin richt tegen de aan het medisch oordeel ten grondslag liggende beleid, kan UWV van de inschakeling van een (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep af zien. Omdat niet op elke medische beoordeling het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten van toepassing is, is hier gekozen voor de schrijfwijze (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep.

Als in het bezwaarschrift arbeidskundige gronden zijn aangevoerd, kan de medewerker die het bezwaar behandelt een arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep inschakelen. Dit is een arbeidsdeskundige die in bezwaarzaken adviseert en niet betrokken is bij de voorbereidingen van de primaire beschikking.

Als de (verzekerings-)arts Bezwaar en Beroep en/of de arbeidsdeskundige Bezwaar en Beroep een oordeel hebben gegeven over de medische en/of arbeidskundige gronden, dan wordt dit oordeel betrokken bij de totstandkoming van de beslissing op het bezwaar.

De eerdere tussenzin in het tweede en vierde lid van dit artikel waarin werd aangegeven dat de verzekeringsarts, respectievelijk de arbeidsdeskundige “zo nodig na een eigen onderzoek of consultatie van een hiertoe ingeschakelde deskundige“ een oordeel geeft over de medische, respectievelijk de arbeidskundige aspecten is weggelaten ten behoeve van de leesbaarheid. Met deze wijziging is dus geen inhoudelijke wijziging beoogt van de manier waarop de beoordeling wordt uitgevoerd.

Artikel 11

UWV kan de belanghebbende voorstellen om mediation in te zetten. Daarnaast kan de belanghebbende op zijn beurt UWV verzoeken een mediationtraject te starten. Het uitgangspunt is daarbij dat een verzoek tot mediation gehonoreerd wordt, tenzij er zwaarwegende bezwaren zijn. Als de mediation niet tot het door belanghebbende(n) gewenste resultaat leidt, wordt de bezwaarprocedure voortgezet. De behandeling van het bezwaarschrift wordt in dat geval overgedragen aan een andere medewerker, die niet betrokken was bij de mediation. Op deze manier wordt bereikt dat geheimhoudingsplicht van de mediation niet geschonden wordt. In dat kader past ook dat de gegevens die tijdens het mediationtraject zijn verkregen niet gebruikt mogen worden in de bezwaarzaak. Alleen als belanghebbende daarvoor expliciet toestemming heeft gegeven mogen deze gegevens wel in de bezwaarzaak gebruikt worden

Artikel 12

In artikel 7:3 Awb is geregeld dat van het horen kan worden afgezien als de belanghebbende niet binnen een door UWV gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord. UWV geeft belanghebbenden de gelegenheid om te laten weten of ze gehoord willen worden of niet. Als een belanghebbende niet reageert, gaat UWV er vanuit dat hij niet gehoord wil worden, tenzij anderszins blijkt dat deze belanghebbende wel gehoord wil worden, bijvoorbeeld uit het bezwaarschrift.

UWV hecht belang aan een informeel overleg over een eventuele oplossing van het geschil dat in bezwaar voorligt en hecht ook waarde aan het feit dat belanghebbenden zich gehoord voelen. In het reglement is daarom ook opgenomen dat UWV pas kan beslissen om af te zien van een hoorzitting nadat UWV contact heeft opgenomen met de betrokken belanghebbenden om te onderzoeken of een informele afdoening van het bezwaar mogelijk is.

Als een belanghebbende heeft aangegeven gehoord te willen worden, dan zal UWV, zo veel mogelijk in overleg met de indiener van het bezwaarschrift, het moment en de manier waarop de hoorzitting zal plaatsvonden vaststellen. UWV biedt daarbij als hoormogelijkheden: telefonisch horen, horen door middel van beeldbellen of een hoorzitting in persoon. Ook wordt in dat overleg besproken welke functionarissen tijdens de hoorzitting aanwezig zullen zijn.

UWV kan op verzoek uitstel verlenen voor een geplande hoorzitting. Uitstel kan in onderling overleg ook tot opschorting van de beslistermijn leiden. UWV zal dit verzoek bespreken met de betrokken belanghebbenden. Zie verder de toelichting bij artikel 21.

Contact met de indiener van een bezwaarschrift waarbij (ook) de bezwaren mondeling worden toelicht, wordt niet gelijkgesteld met telefonisch horen.

Op verzoek van belanghebbende wordt een verslag van de hoorzitting toegestuurd. Dit gebeurt met de beslissing op bezwaar of op een eerder afgesproken moment.

Artikel 13

Als het bezwaar betrekking heeft op een bijzondere beschikking, zoals in dit reglement gedefinieerd, kunnen tijdens het horen ook bijzondere persoonsgegevens aan de orde komen. Andere belanghebbenden dan de werknemer hebben geen toegang tot dat deel van de hoorzitting waarin de bijzondere persoonsgegevens worden besproken.

Een gemachtigde van de medebelanghebbende wordt wel toegelaten tot het deel van de hoorzitting waarin medische gegevens aan de orde komen, mits deze gemachtigde arts of advocaat is, dan wel van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen om kennis te nemen van stukken die medische gegevens bevatten met betrekking tot de werknemer. Als het bezwaar zich richt tegen een medische beschikking op grond van de Ziektewet kan ook de arbodienst of bedrijfsarts van een werkgever die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet aanwezig zijn bij dit deel van de hoorzitting.

In het algemeen zal UWV professioneel gemachtigden bijzondere toestemming geven.

Zie ook de toelichting bij artikel 1 onder j en artikel 15.

Artikel 14

Op grond van artikel 7:4 lid 2 Awb legt het bestuursorgaan het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste een week voor belanghebbenden ter inzage. Voor stukken die bijzondere persoonsgegevens bevatten geldt artikel 15.

Artikel 15

In het kader van de privacybescherming geldt dat anderen dan de werknemer zelf geen kennis mogen nemen van de bijzondere persoonsgegevens van de werknemer. Daarom geldt een afwijkende regeling voor inzage, kennisname en/of toezending van stukken die bijzondere persoonsgegevens bevatten.

Als het om medische gegevens gaat kunnen bepaalde gemachtigden van de medebelanghebbende wel kennisnemen van deze stukken, de medebelanghebbende zelf niet. Als de gemachtigde van de medebelanghebbende arts of advocaat is, dan wel daarvoor van UWV bijzondere toestemming heeft gekregen, mag de gemachtigde wel kennis nemen van de stukken die medische gegevens bevatten met betrekking tot de werknemer. In het algemeen zal UWV professioneel gemachtigden bijzondere toestemming geven.

In het kader van de ZW mag ook de arbodienst of de bedrijfsarts van de eigenrisicodrager kennisnemen van de medische gegevens van de werknemer.

Hiermee is toepassing gegeven aan de bijzondere bepalingen in verband met de medische beschikkingenregeling in de WAO, WIA, ZW en WW.

Als het bezwaar betrekking heeft op een besluit waaraan een beoordeling van medische gegevens ten grondslag ligt, behoren in ieder geval de verzekeringsgeneeskundige rapportage(s) en – indien aanwezig – de functionele mogelijkhedenlijst (FML) tot de op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 7:4 lid 2 Awb. Andere belanghebbenden dan de werknemer hebben geen recht op inzage in, dan wel kennisname of toezending van enig stuk dat medische gegevens bevat (artikelen 75a lid 1 ZW, 88a lid 1 WAO, 104 lid 1 WIA). Zie hiervoor de toelichting op artikel 1 onder j.

Artikel 16

Op grond van artikel 7:5 lid 2 Awb heeft UWV beslist dat de hoorzittingen niet openbaar zijn.

Op een daartoe gemotiveerd gedaan verzoek, beslist UWV over het geheel of gedeeltelijk laten bijwonen van de hoorzitting door anderen dan belanghebbenden.

Artikel 17

Deze bepaling regelt dat UWV, al dan niet op verzoek, beslist of gebruik wordt gemaakt van een tolk. Onder tolk wordt verstaan alle tolken die de communicatie tijdens de hoorzitting vergemakkelijken, dus niet alleen de tolk/vertaler, maar bijvoorbeeld ook de tolk Nederlandse Gebarentaal of een tolk voor doofblinde mensen. UWV maakt bij voorkeur gebruik van een beëdigd tolk.

Artikel 18

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingetrokken. Mondelinge intrekking is mogelijk tijdens het horen. Dit volgt uit artikel 6:21 Awb.

Als het bezwaar schriftelijk wordt ingetrokken, kan die intrekking in beginsel alleen tijdens de bezwaartermijn ongedaan worden gemaakt. Het ongedaan maken van de intrekking is vormvrij en kan ook telefonisch.

Als de indiener van het bezwaarschrift tijdens het telefonisch contact zijn bezwaar intrekt, wordt de belanghebbende in de schriftelijke bevestiging van de telefonische intrekking uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid om de intrekking binnen een week na dagtekening van de brief ongedaan te maken.

Artikel 19

Deze bepaling gaat over het verslag van de hoorzitting. Ten behoeve van dit verslag kan UWV geluidsopnamen maken van de hoorzitting.

Als het bezwaar betrekking heeft op een bijzondere beschikking wordt het verslag van de hoorzitting gesplitst in een deel dat betrekking heeft op de bijzondere persoonsgegevens en een deel dat betrekking heeft op de overige aspecten van het bezwaar. Andere belanghebbenden dan de werknemer zelf hebben geen recht op kennisname van dat deel van het verslag dat betrekking heeft op de bijzondere persoonsgegevens. Bepaalde gemachtigden van de medebelanghebbende hebben dat recht wel als het om de medische gegevens gaat. Zie hiervoor de toelichting op de artikelen 1 onder j en 15.

Artikel 20

In het tweede lid, onder b, wordt gesproken over een vooraankondiging. Met een vooraankondiging wordt een belanghebbende in bepaalde gevallen geïnformeerd over de inhoud van de nog te nemen beslissing op bezwaar. De belanghebbende krijgt gelegenheid op de vooraankondiging te reageren en kan ook (opnieuw) gehoord worden.

Artikel 21

Art. 4:15 Awb regelt de opschorting van de beslistermijn. Dit artikel is gedeeltelijk op de bezwaarprocedure van toepassing (7:14 Awb). Op grond van dit artikel wordt in bezwaar de beslistermijn opgeschort als noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd (artikel 4:15 lid 1 onder b Awb). Op grond van lid 2 onder b van artikel 4:15 Awb wordt verder de beslistermijn opgeschort zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend. Terwijl lid 2 onder c van artikel 4:15 Awb regelt dat in een overmacht situatie gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheid tot het opschorten van de bezwaartermijn.

Tot aan dit reglement heeft UWV onder normale omstandigheden alleen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot opschorten van beslistermijn in verband met het opvragen van noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie. Dit was echter nooit expliciet in dit reglement opgenomen. Voor de overzichtelijkheid wordt dit nu alsnog gedaan.

Van de mogelijkheid tot opschorten van de beslistermijn op grond van lid 2 onder b van artikel 4:15 Awb is tot de inwerkingtreding van dit reglement geen gebruik gemaakt. Dat was een bewuste keuze bij de invoering van de Wet Dwangsom. Dit vanuit de gedachte dat het streven in bezwaar moet zijn om de beslistermijnen te halen en niet om dwangsommen te voorkomen. Aan dit streven wordt met de wijziging in dit reglement niets afgedaan. In het oude reglement was onvoldoende onderkend dat met die keuze kansen gemist kunnen worden om burgers zich meer of beter gehoord te kunnen laten voelen door hen, binnen het redelijke, meer ruimte en tijd te geven. Zo is het goed voorstelbaar dat een burger zich tijdens een hoorzitting graag door een specifieke gemachtigde laat bijstaan. Als ondanks overleg over de geplande datum, de betreffende gemachtigde op dat moment toch niet blijkt te kunnen, dan zou het standpunt ingenomen kunnen worden dat de betreffende gemachtigde een kantoorgenoot stuurt. Er zou ook in onderling overleg naar een nieuwe datum gezocht kunnen worden met opschorting van de beslistermijn. Ook heeft UWV situaties gezien waarbij de indiener van een bezwaarschrift zich tijdens een procedure ineens laat bijstaan door een gemachtigde of van gemachtigde wisselt. Bij die gemachtigde bestaat de, begrijpelijke, behoefte om van het dossier kennis te nemen en eventueel nog een nadere onderbouwing te geven. Aan die wens wil UWV dan wel tegemoet komen, maar niet zonder gevolgen voor de beslistermijn. Dat zelfde geldt ook voor situaties waarin gevraagd wordt om “aanhouding” van een bezwaarschrift in afwachting van een nog lopende (hoger)beroepsprocedure. Dit omdat de uitkomst van die procedure rechtstreeks doorwerkt op de bezwaarprocedure. Aan dergelijke wensen wil UWV meer dan in het verleden tegemoet komen, uiteraard rekening houdend met alle feiten en omstandigheden van de situatie zoals de belangen van eventuele derden. Tegelijkertijd vindt UWV dat het geheel of gedeeltelijk meegaan in die wensen opschorting van de beslistermijn tot gevolg moet hebben.

De toepassing van deze opschortingsmogelijkheid is, in lijn met de Toelichting preconsultatie Awb (p. 37), uitdrukkelijk niet bedoeld om de beslistermijn op te schorten in verband met overleg over een informele oplossing voor het bezwaar. Toepassing van de opschortingsmogelijkheden zijn uitdrukkelijk bedoeld voor die situaties waarbij de indiener van een bezwaarschift meer ruimte en tijd nodig heeft, dan waar binnen de grenzen van het redelijke, ruimte voor is in een bezwaarprocedure.

In afwijking van de hoofdregel uit de Awb dat een bestuursorgaan binnen zes weken beslist op het bezwaarschrift, bevatten de sociale werknemersverzekeringswetten artikelen waarin veelal een langere beslistermijn is opgenomen. Die langere beslistermijn zal in de meeste gevallen 13 of 17 weken zijn. De kortere beslistermijn van 6 weken geldt wel voor bijvoorbeeld geschillen van geneeskundige aard in het kader van de Ziektewet.

Er zijn situaties waarin de beschikking niet binnen de beslistermijn genomen kan worden. UWV hanteert in dergelijke gevallen de verdagingsmogelijkheden van art. 7:10 leden 3, 4 en 5 van de Awb en betrekt daar de betrokken belanghebbenden ook actief in.

Artikel 22

In het eerste lid is opgenomen dat de beslissing op bezwaar betrekking heeft op alle op de bestreden beschikking ingediende bezwaarschriften. Deze regeling ziet voornamelijk op de mogelijkheid dat bezwaarschriften zijn ingediend door zowel de werknemer als door één of meer andere belanghebbenden.

Tevens is in dit artikel de onafhankelijkheid geborgd van de besluitvorming in de bezwaarprocedure.

Artikel 23

De motivering van bijzondere beschikkingen zoals die in dit reglement zijn gedefinieerd, wordt gesplitst in twee delen. Het deel van de motivering dat betrekking heeft op de bijzondere persoonsgegevens wordt in een aparte bijlage vermeld.

Die bijlage wordt niet aan andere belanghebbenden dan de werknemer verstrekt. Zie de toelichting op artikel 15 van het reglement.

Bepaalde gemachtigden van de medebelanghebbende mogen wel kennisnemen van de aparte bijlage als deze medische gegevens bevat. Het betreft hier een gemachtigde van de medebelanghebbende die arts of advocaat is, dan wel van UWV daarvoor bijzondere toestemming heeft gekregen. Als het bezwaar zich richt tegen een medische beschikking op grond van de Ziektewet kan ook de arbodienst of de bedrijfsarts van een werkgever die eigenrisicodrager is voor de Ziektewet kennisnemen van deze stukken. In het algemeen zal UWV professioneel gemachtigden bijzondere toestemming geven.

Artikel 24

Dit artikel ziet op termijnen die in dit reglement zijn opgenomen en die UWV in overleg met de indiener van het bezwaar dan wel eenzijdig heeft vastgesteld. Dit artikel heeft geen betrekking op de bezwaartermijn.

Als UWV in overleg met de indiener van het bezwaarschrift een termijn vaststelt wordt een uiterste datum afgesproken waarop het betreffende stuk of de melding binnen moet zijn bij UWV.

Ook als de termijn eenzijdig door UWV wordt vastgesteld wordt een uiterste datum vastgelegd waarop het stuk of de melding binnen moet zijn bij UWV.

Bepalend voor de vraag of een melding of een stuk tijdig is ontvangen is de dag van ontvangst (ontvangsttheorie). Een melding of een stuk is tijdig ontvangen als het voor het einde van de termijn is ontvangen. Aan die verplichting kan op verschillende manieren worden voldaan, middels afgifte (ontvangsttheorie), verzending per fax (ontvangsttheorie), elektronisch bericht (ontvangsttheorie), waarbij automatisch aan de verzender melding wordt gedaan dat het document succesvol is verzonden en is aangekomen in de mailbox van UWV, of per post. Een per post ontvangen melding of stuk, die uiterlijk op de laatste dag van de termijn ter post is bezorgd, is ook tijdig mits binnen een week ontvangen (bij indiening per post: mix verzend- en ontvangsttheorie). Het poststempel is in beginsel bepalend voor de verzenddatum. In het geval de datum poststempel ontbreekt (zoals bij een portvrije enveloppe) of onleesbaar is, wordt ervan uitgegaan dat het stuk tijdig is verzonden als het stuk niet is gedagtekend op een datum na de laatste dag van de termijn, mits het stuk niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

Artikel 25

In dit artikel wordt geregeld dat het reglement niet van toepassing is op bezwaarprocedures die zich richten tegen beslissingen genomen op grond van de in dit artikel genoemde (bepalingen van) wetten en regelingen. Deze bezwaarprocedures zijn namelijk vooralsnog niet zonder meer vergelijkbaar met de overige door UWV gevoerde bezwaarprocedures.

Artikel 26

Het Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2022 wordt ingetrokken, gelijktijdig met de inwerkingtreding van het nieuwe reglement.

Artikel 27

De citeertitel spreekt voor zich.

Amsterdam, 31 oktober 2023

M.R.P.M. Camps Voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven