Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 9 november 2023, nr. 2023-0000551597, tot wijziging van de Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden in verband met de verhoging van een subsidieplafond

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op de artikelen 2 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 5, negende lid, van de Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 7.500.000’ wordt vervangen door ‘€ 17.000.000’.

2. Aan het slot wordt een zin toegevoegd, luidende:

Er worden maximaal 103 aanvragen tot € 300.000 in behandeling genomen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Algemeen

Vanaf 1 september 2023 hebben individuele arbeidsorganisaties de mogelijkheid om subsidie aan te vragen op grond van de Tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uitreden (MDIEU). Eerder stond de MDIEU alleen open voor subsidieaanvragen van sectorale samenwerkingsverbanden. Voor individuele arbeidsorganisaties is vanaf 1 september tot en met 30 november 2023 een aanvraagtijdvak geopend. Dit aanvraagtijdvak bevat twee subsidieplafonds, namelijk van € 7,5 miljoen voor aanvragen van bedrijven tot € 300.000 en van € 75 miljoen voor aanvragen van bedrijven van € 300.000 en hoger. Tegelijkertijd is er ook een aanvraagtijdvak geopend voor sectorale samenwerkingsverbanden met een subsidieplafond van € 250 miljoen.

Kort na opening van het aanvraagtijdvak bleek dat het subsidieplafond van € 7,5 miljoen voor aanvragen van bedrijven tot € 300.000 ruim overschreden was. Dit noodzaakt tot ophoging van het plafond voor deze aanvragen. Het vasthouden aan het huidige plafond van € 7,5 miljoen voor deze kleine aanvragen van bedrijven zou betekenen dat een groot aantal bedrijven dat al een plan heeft ingediend om te investeren in duurzame inzetbaarheid, moet worden afgewezen. Besloten is daarom tot een verhoging van het subsidieplafond voor deze aanvragen van € 7,5 miljoen naar € 17 miljoen. Vanwege het grote aantal ingediende aanvragen is tevens een maximum bepaald voor het aantal te behandelen aanvragen om rekening te houden met de behandelcapaciteit van Uitvoering van Beleid (UVB) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Om te voorkomen dat bedrijven voor niets een aanvraag hebben ingediend, is besloten dat maximum te stellen op het aantal aanvragen dat op 16 oktober 17.04 uur was ontvangen. Dit was het moment waarop op de website van UVB is gemeld dat het plafond voor subsidieaanvragen van bedrijven tot € 300.000 is bereikt.

Artikel 5, elfde lid, van de regeling bevat de mogelijkheid om bij onderbenutting van het budget voor sectorale samenwerkingsverbanden budget over te hevelen en onder andere het subsidieplafond voor aanvragen van bedrijven tot € 300.000 op te hogen. Deze mogelijkheid kan echter pas ingezet worden na afloop van het aanvraagtijdvak. De subsidieaanvragen tot € 300.000 kunnen dan blijven binnenstromen, wat problemen kan opleveren voor de behandelcapaciteit. Bovendien kan er tussentijds geen duidelijkheid aan (aspirant-) aanvragers worden geboden over het toereikend-zijn van het budget. Er is daarom besloten geen gebruik te maken van de schuifmogelijkheid van artikel 5, elfde lid, van de regeling, voor het ophogen van het subsidieplafond voor de genoemde aanvragen van bedrijven tot € 300.000. Hierdoor is tijdige communicatie over het bereiken van het plafond mogelijk en blijft het aantal te behandelen aanvragen hanteerbaar.

Gevolgen voor de regeldruk

In de (vorige) regeling tot wijziging van de MDIEU in verband met de verlaging van het drempelbedrag en het openstellen van de regeling voor individuele arbeidsorganisaties (Stcrt.2023, 12759) zijn de regeldrukeffecten beschreven van de bedrijfsanalyse en het activiteitenplan voor individuele arbeidsorganisaties. De onderhavige wijziging van de MDIEU heeft geen gevolgen voor de regeldrukkosten van de bedrijfsanalyse en het activiteitenplan per arbeidsorganisatie.

Ook leidt de onderhavige wijziging van de MDIEU niet tot een andere schatting van het totaal aantal bedrijfsanalyses en activiteitenplannen van arbeidsorganisaties in 2023 en 2024. In de vorige regeling is uitgegaan van 500 bedrijfsanalyses en activiteitenplannen in twee aanvraagtijdvakken. In de onderhavige regeling wordt van ditzelfde aantal uitgegaan, hoewel het subsidieplafond voor subsidieaanvragen van bedrijven tot € 300.000 wordt verhoogd. De reden daarvoor is dat per aanvraag meer subsidie wordt gevraagd dan verwacht. Het voorgaande betekent dat de totale regeldrukkosten van activiteitenplannen inclusief bedrijfsanalyses € 1.245.500 blijven bedragen.

De subsidieplafonds voor 2024 worden op een later moment vastgesteld. Als er voor 2024 van dezelfde subsidieplafonds voor arbeidsorganisaties wordt uitgegaan als in 2023, dan is de beschikbare subsidie voor arbeidsorganisaties over beide jaren € 184.000.000.1 Het regeldrukpercentage bedraagt in dat geval 0,67%.

Het adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Aangezien het subsidieplafond voor aanvragen van bedrijven tot € 300.000 al heel snel na opening van het aanvraagtijdvak overschreden was, wordt dit subsidieplafond opgehoogd. Het nieuwe subsidieplafond bedraagt € 17.000.000. Om deze verhoging werkbaar te houden voor UVB, wordt er een maximum aantal te behandelen aanvragen aan dit verhoogde subsidieplafond verbonden. Het gekozen maximum aantal te behandelen aanvragen van 103 heeft tot gevolg dat alle aanvragen die onder het oorspronkelijke subsidieplafond van € 7.500.000 zaten, in ieder geval worden toegekend, mits zij aan de vereisten voldoen. UVB schat op dit moment namelijk in dat met het bedrag van € 7.500.000 zo’n 43 aanvragen kunnen worden toegekend. Er zijn dus geen aanvragers die door het stellen van dit maximum van 103 aanvragen slechter af zullen zijn dan zij voor deze maximering van het aantal aanvragen waren.

ARTIKEL II

Er wordt met deze inwerkingtredingsbepaling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit is noodzakelijk om snel te kunnen reageren op het hoge aantal subsidieaanvragen dat op dit moment al is gedaan.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Het subsidieplafond voor het negende aanvraagtijdvak bedraagt € 17.000.000 voor aanvragen van arbeidsorganisaties tot € 300.000 en bedraagt € 75.000.000 voor aanvragen van € 3.000.000 en hoger.

Naar boven