Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 oktober 2023, nr. 2023-0000645507 houdende vaststelling van het Besluit draagvolgorde onderscheidingen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Op voordracht van de Kanselier der Nederlandse Orden;

Besluit:

Artikel 1

Indien een persoon de hem toegekende, door de Nederlandse Staat ingestelde of erkende, onderscheidingen draagt, dan worden deze links op de borst ter hoogte van de oksel gedragen in de in artikel 2 aangegeven volgorde, waarbij de hoogste onderscheiding, zijnde de onderscheiding met het laagste rangnummer, het verst van de linkerschouder wordt gedragen.

Artikel 2

De volgorde waarin onderscheidingen worden gedragen, luidt als volgt:

Rangnummer

Benaming onderscheiding

Graden/klassen/medailles

A. Ridderorden en vergelijkbare onderscheidingen

1

Militaire Willems-Orde

1.1 Ridder Grootkruis

1.2 Commandeur

1.3 Ridder der 3e klasse

1.4 Ridder der 4e klasse

2

Kruis (Medaille) voor Moed en Trouw

2.1 in zilver

2.2 in brons

3

Eresabel

 

4

Verzetskruis

 

5

Eerepenning voor Menschlievend Hulpbetoon

in goud

6

Orde van de Nederlandse Leeuw

6.1 Ridder Grootkruis

6.2 Commandeur

6.3 Ridder

7

Orde van Oranje-Nassau

7.1 Ridder Grootkruis

7.2 Grootofficier

7.3 Commandeur

7.4 Officier

7.5 Ridder

7.6 Lid

7.7 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in goud

7.8 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in zilver

7.9 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in brons

B. Huisorden

8

Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau

8.1 Ridder

9

Huisorde van Oranje

9.1 Grootkruis

9.2 Groot Erekruis

9.3 Erekruis

9.4 Ridderkruis

10

Kruis van Trouw en Verdienste van de Huisorde van Oranje

10.1 in goud

10.2 in zilver

11

Eremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft

 

12

Eremedaille voor Kunst en Wetenschap

 

13

Kroonorde

13.1 Grootkruis

13.2 Groot Erekruis met plaque

13.3 Groot Erekruis

13.4 Erekruis met rozet

13.5 Erekruis

13.6 Eremedaille in goud

13.7 Eremedaille in zilver

13.8 Eremedaille in brons

C. Overige staatsonderscheidingen

C1. Onderscheidingen voor dapperheid

14

Eervolle Vermelding

 

15

Bronzen Leeuw

 

16

Verzetsster Oost-Azië 1942–1945

 

17

Bronzen Kruis

 

18

Kruis van Verdienste

 

19

Vliegerkruis

 

20

Eerepenning voor Menschlievend Hulpbetoon

20.1 in zilver

20.2 in brons

C2. Onderscheidingen voor verdienste

21

Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning)

21.1 in goud

21.2 in zilver

21.3 in brons

22

Onderscheidingsteken ter erkenning van uitstekende daden bij watersnood verricht (Watersnoodmedaille)

22.1 in zilver

22.2 in brons

23

De Ruytermedaille

23.1 in goud

23.2 in zilver

23.3 in brons

24

Medaille van het Nederlandsche Roode Kruis (Regeringsmedaille)

 

25

Erkentelijkheidsmedaille

25.1 in zilver

25.2 in brons

26

Ereteken voor Verdienste (Defensie)

26.1 in goud

26.2 in zilver

26.3 in brons

27

Eremedaille voor verdienste politie

in goud

28

Kruis van Verdienste brandweer

28.1 in goud

28.2 in zilver

28.3 in brons

29

Ereteken voor verdienste Nederlandse Douane

29.1 in goud

29.2 in zilver

29.3 in brons

C3. Herinneringsonderscheidingen voor (militaire) operationele inzet

30

Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven (Expeditiekruis)

 

31

Oorlogsherinneringskruis

 

32

Verzetsherdenkingskruis

 

33

Ereteken voor Orde en Vrede

 

34

Nieuw-Guinea Herinneringskruis

 

35

Mobilisatie-Oorlogskruis

 

36

Kruis voor Recht en Vrijheid

 

37

Herinneringsmedaille VN-Vredesoperaties

 

38

Herinneringsmedaille Multinationale Vredesoperaties

 

39

Herinneringsmedaille Internationale Missies

(voorheen Herinneringsmedaille Vredesoperaties)

40

Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen

(voorheen Herinneringsmedaille Rampenbrigade)

41

Kosovo-medaille

 

42

Onderscheidingsteken voor bijzondere operationele inzet Nederlandse Douane

 

C4. Onderscheidingen voor trouwe dienst

43

Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier (Officierskruis)

 

44

Onderscheidingsteken voor Langdurige en Trouwe Dienst (Trouwe Dienst Medaille)

44.1 in goud

44.2 in zilver

44.3 in brons

45

Onderscheidingsteken voor trouwe dienst bij de Militaire (Marine) kustwacht voor vrijwillig dienende militairen beneden de rang van officier

45.1 in goud

45.2 in zilver

45.3 in brons

46

Medaille voor IJver en Trouw

46.1 in goud

46.2 in zilver

46.3 in brons

47

Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer

47.1 in goud, met kroon en laurierkrans (rood emaille)

47.2 in goud, met kroon en laurierkrans (blauw emaille)

47.3 in goud, met kroon en laurierkrans (wit emaille)

47.4 in goud, met kroon (wit emaille)

47.5 in goud (wit emaille)

47.6 in zilver, met kroon

47.7 in brons, met kroon

47.8 in brons

48

Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie

 

49

Medaille voor trouwe en langdurige dienst bij de Dienst Justitiële Inrichtingen

49.1 in antiek goud

49.2 in goud

49.3 in zilver

49.4 in brons

50

Medaille voor trouwe en langdurige dienst bij de Nederlandse Douane

 

51

Vrijwilligersmedaille openbare orde en veiligheid

(voorheen Vrijwilligersmedaille)

C5. Overige herinnerings- en vaardigheidsonderscheidingen

52

Herinneringsmedaille 1926

 

53

Herinneringsmedaille Erewacht 1933

 

54

Huwelijksmedaille 1937

 

55

Inhuldigingsmedaille 1948

 

56

Herinneringsmedaille 1962

 

57

Huwelijksmedaille 1966

 

58

Inhuldigingsmedaille 1980

 

59

Medaille Bezoek Nederlandse Antillen 1980

 

60

Huwelijksmedaille 2002

 

61

Inhuldigingsmedaille 2013

 

62

Herinneringsmedaille bezoek in 2013 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk

 

63

Herinneringsmedaille Buitenlandse Bezoeken

 

64

Herdenkingspenning komst Ambonezen naar Nederland (Rietkerk-penning)

 

65

Marinemedaille

 

66

Landmachtmedaille

 

67

Marechausseemedaille

 

68

Luchtmachtmedaille

 

69

Herinneringsmedaille Vrijwillige Politie 1948–1998

 

70

Ereteken Meester-Scherpschutter voor Schepelingen van de Koninklijke Marine

 

71

Ereteken Meester-Kanonnier voor Schepelingen van de Koninklijke Marine

 

72

Vaardigheidsmedaille KNIL

 

73

Schietprijsster KNIL

 

D. Erkende (ridderlijke) orden

74

Soevereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem van Rhodos en van Malta

74.1 Ridder/Dame van eer en Devotie

74.2 Ridder/Dame van Gratie en Devotie

74.3 Ridder/Dame van Magistrale Gratie

75

Johanniter Orde in Nederland

75.1 Erekapittelridder/Erekapitteldame

75.2 Ererechtsridder/Ererechtsdame

75.3 Rechtsridder/Rechtsdame

75.4 Ridder/Dame

76

Ridderlijke Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem

76.1 Ridder met de Keten

76.2 Ridder Grootkruis

76.3 Grootofficier

76.4 Commandeur

76.5 Ridder

77

Ridderlijke Duitse Orde, Balije van Utrecht

77.1 Commandeur

77.2 Ridder

E. Door Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden ingestelde onderscheidingen

78

Zilveren Anjer

 

79

Orde van de Gouden Ark

79.1 Commandeur

79.2 Officier

79.3 Ridder

F. Onderscheidingen van Nederlandse particuliere organisaties

F1. Onderscheidingen voor dapperheid

80

Medaille van het Carnegie Heldenfonds

72.1 in zilver

72.2 in brons

F2. Onderscheidingen voor verdienste

81

Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis

 

82

Medaille van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis

74.1 in zilver

74.2 in brons

83

Medaille van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart

75.1 in goud

75.2 in zilver

75.3 in brons

84

Prins Mauritsmedaille

 

85

Medaille voor Bijzondere Verdiensten van de Koninklijke Nederlandse Vereniging ‘Onze Luchtmacht’

 

F3. Onderscheidingen voor bijzondere inzet

86

Herinneringsmedaille Luchtbescherming 1940–1945

 

87

Herinneringskruis 1939–1940

(Nederlandse Rode Kruis)

 

88

Herinneringskruis 1940–1945 (Nederlandse Rode Kruis)

 

F4 Onderscheidingen voor trouwe dienst

89

Medaille voor 10 jaar Trouwe Dienst (Nederlandse Rode Kruis)

 

F5. Herinnerings- en vaardigheidsonderscheidingen

90

Kruis van de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding voor betoonde marsvaardigheid (Vierdaagsekruis)

 

91

Nationale Sportmedaille NOC*NSF

(voorheen Vaardigheidsmedaille NSF)

92

Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF

 

93

Kruis van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve Officieren (TMPT-kruis)

 

94

Elfstedenkruis

 

G. Onderscheidingen van internationale organisaties

95

Verenigde Naties (VN)

 

96

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)

 

97

West-Europese Unie (WEU)

 

98

Multinational Force & Observers (MFO)

 

99

Europese Gemeenschap (EG)

 

100

Europese Unie (EU)

 

101

Baltic Air Policing-Medal

 

H. Buitenlandse staatsonderscheidingen

 

In de volgorde van de graden van hoog naar laag. Bij gelijke graad op alfabetische volgorde van de Franse benamingen van land. Bij meerdere onderscheidingen van één land dient de daar gebruikelijke draagvolgorde te worden aangehouden.

Artikel 3

Het Besluit draagvolgorde onderscheidingen, zoals laatstelijk vastgesteld bij besluit van de Kanselier der Nederlandse Orden van 10 oktober 2017 (Stcrt. 2017, 58982), wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als Besluit draagvolgorde onderscheidingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Het Besluit draagvolgorde onderscheidingen is laatstelijk gewijzigd op 10 oktober 2017 vanwege een herschikking en verduidelijking van het toen geldende besluit alsmede de opname van enkele onderscheidingen. Het huidige besluit omvat wederom de opname van enkele sindsdien ingestelde onderscheidingen. Verder is, ter verduidelijking, de huidige subcategorie ‘C3. Herinneringsonderscheiding voor militaire operaties’ hernoemd tot ‘C3. Onderscheidingen voor (militaire) operationele inzet’ zodat in deze subcategorie ook onderscheidingen van andere overheidsorganisaties een plaats kunnen krijgen. Tenslotte is in deze toelichting een paragraaf opgenomen over de centrale ordeningsprincipes waar artikel 2 van dit besluit op is gebaseerd.

Toevoegen van nieuwe of erkende onderscheidingen

In de draagvolgorde zijn de volgende nieuw ingestelde staats-, hof- en particuliere onderscheidingen toegevoegd:

In hoofdcategorie ‘B. Huisorden’:

  • Een vierde ridderlijke graad van de Huisorde van Oranje (rangnummer 9.4), genaamd het ‘Ridderkruis’. Deze nieuwe graad wordt ingevoegd na het ‘Erekruis’ (9.3) met als rangnummer 9.4.

In hoofdcategorie ‘C. Overige staatsonderscheidingen’, subcategorie ‘C2. Onderscheidingen voor verdienste’:

  • Het in 2021 ingestelde ‘Kruis van Verdienste brandweer’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na de ‘Eremedaille voor verdienste politie’ (rangnummer 28).

  • Het in 2022 ingestelde ‘Ereteken voor verdienste Douane’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na het ‘Kruis van Verdienste brandweer’ (rangnummer 29).

In hoofdcategorie ‘C. Overige staatsonderscheidingen’, subcategorie ‘C3. Herinneringsonderscheidingen voor (militaire) operationele inzet’:

  • Het in 2022 ingestelde ‘Onderscheidingsteken voor bijzondere operationele inzet Nederlandse Douane’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na de ‘Kosovo-medaille’ (rangnummer 42).

In hoofdcategorie ‘C. Overige staatsonderscheidingen’, subcategorie ‘C4. Onderscheidingen voor trouwe dienst’:

  • De in 1877 ingestelde en inmiddels gereactiveerde ‘Medaille voor IJver en Trouw’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na het ‘Onderscheidingsteken voor trouwe dienst bij de Militaire (Marine) kustwacht voor vrijwillig dienende militairen beneden de rang van officier’ (rangnummer 46).

  • Het in 1967 ingestelde en in 2021 geformaliseerde ‘Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na het ‘Medaille voor IJver en Trouw’ (rangnummer 47).

  • De in 2018 ingestelde ‘Medaille voor trouwe en langdurige dienst bij de Dienst Justitiële Inrichtingen’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na het ‘Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst Nederlandse politie’ (rangnummer 49).

  • De in 2022 ingestelde ‘Medaille voor trouwe en langdurige dienst bij de Nederlandse Douane’. Deze onderscheiding wordt op grond van de aard en het jaar van het instellingsbesluit geplaatst na de ‘Medaille voor trouwe en langdurige dienst bij de Dienst Justitiële Inrichtingen’ (rangnummer 50) en voor de ‘Vrijwilligersmedaille openbare orde en veiligheid’.

In hoofdcategorie ‘E. Erkende (ridderlijke) orden’:

  • De in 2021 door het Kapittel van de Johanniter Orde in Nederland ingestelde nieuwe graad ‘Ererechtsridder/Ererechtsdame’ in de Johanniter Orde in Nederland. Deze nieuwe graad wordt op verzoek geplaatst tussen de Erekapittelridder/Erekapitteldame en de Rechtsridder/Rechtsdame (rangnummer 75.2).

  • De Ridderlijke Orde van het Heilig Graf van Jeruzalem en de daaronder vallende ridderlijke graden (rangnummer 76).

In hoofdcategorie F.

  • In de subcategorie F5. Herinnerings- en vaardigheidsonderscheidingen:

    De Nationale Sportmedaille NOC*NSF en de Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF zijn overgenomen door het Ministerie van Defensie. De huidige positie blijft gehandhaafd, omdat een wijziging van de positie van beide onderscheidingen naar verwachting een disproportionele inbreuk zou maken op de huidige draagwijze en geen recht zou doen aan de historische ontwikkeling van beide onderscheidingen.

Toelichting op de ordeningsprincipes van de categorieën

De draagvolgde van de Nederlandse ridderorden en onderscheidingen is gebaseerd op vier hoofd-ordeningsprincipes:

  • 1. De categorieën A, B, C1 en F1 zijn gebaseerd op de extrinsieke waardering van de in deze categorieën ingedeelde onderscheidingen.

  • 2. De categorieën C2–5 zijn geordend op grond van de datum waarop de onderscheiding is ingesteld.

  • 3. De categorie D is geordend op basis van het jaar van oprichting van de ridderorde. In het geval van een afsplitsing geldt onverkort het oprichtingsjaar van de moederorde.

  • 4. De categorieën E en F2–5 zijn geordend op grond van de datum waarop de onderscheiding (en dus niet de organisatie) bij wet of Koninklijk besluit van staatswege is erkend en derhalve ook gedragen mag worden op overheidsuniformen. Voor categorie F geldt dat hier tevens onderscheidingen zijn ingedeeld die initieel zijn ingesteld door een particuliere organisatie, maar thans in beheer zijn bij een overheidsorganisatie.

In aanvulling hierop kent subcategorie C3. een gefaseerd ordeningsprincipe: hier prevaleren de nationale onderscheidingen voor inzet onder gevechts- en oorlogsomstandigheden op datum van instelling. Daarna volgen de nationale onderscheidingen voor inzet onder rampen- of crisisomstandigheden op datum van instelling. Ten slotte volgen de branche specifieke onderscheidingen voor buitengewone operationele inzet buiten de krijgsmacht. Gelet op het karakter van deze inzet prevaleren dergelijke onderscheidingen boven onderscheidingen voor langdurige trouwe dienst die ook kunnen worden verkregen zonder operationele inzet.

Er is om praktische redenen gekozen om in de subcategorie ‘C5 Herinnerings- en vaardigheidsonderscheidingen’ de herinneringsonderscheidingen te laten prevaleren boven de vaardigheidsonderscheidingen binnen deze categorie teneinde de volgorde in de voorgaande besluiten zoveel als mogelijk in stand te houden. Om deze reden is tevens besloten om de onderscheidingen met de rangnummers 44, 51, 64 en 65–69 op de huidige positie te handhaven.

Ten aanzien van categorie G is ervoor gekozen om te ordenen op basis van de oprichtingsdatum van de organisaties of, in het geval van (tijdelijke) multinationale verbanden, naar de instellingsdatum van de afzonderlijke onderscheiding. Bij meerdere onderscheidingen van dezelfde organisatie geldt de binnen de organisatie geldende volgorde. Indien deze niet formeel is vastgelegd dienen onderscheidingen te worden gerangschikt, eerst op basis van aard (onderscheiding voor verdiensten of herinneringsmedaille) en daarbinnen op basis van de instellingsdatum van de onderscheidingen. Om verwarring te voorkomen zijn onderscheidingen van afzonderlijke militaire missies en bijzondere inzetten onder auspiciën van internationale organisaties niet afzonderlijk vermeld.

Voor categorie H geldt dat onderscheidingen moeten worden gedragen naar de aard van de onderscheiding, d.w.z. eerst de ridderorden gerangschikt aan de hand van de graad en daarna de overige onderscheidingen. Indien een persoon gerechtigd is tot het dragen van twee onderscheidingen van gelijke graad van verschillende landen, dan worden deze gerangschikt op de alfabetische volgorde van de Franstalige benamingen van de landen. Indien de gedecoreerde gerechtigd is tot het dragen van twee onderscheidingen van hetzelfde land, dient hij deze naast elkaar te dragen, ook indien de daaropvolgende onderscheiding van een ander land hoger is in gradatie. Samenvattend, de draagvolgorde van buitenlandse onderscheidingen wordt eerst bepaald aan de hand van de graad en bij gelijke graad per land op Franse alfabetische volgorde. Heeft een gedecoreerde meerdere onderscheidingen van hetzelfde land, dan moeten deze aansluitend worden gedragen, ongeacht de hoogte van de graad van andere landen. Dit laatste voorkomt dat een onnodig complexe methode moet worden ontwikkeld voor de positionering van buitenlandse staatsonderscheidingen.

Verkorte draagvolgorde

Er is om praktische redenen voor gekozen om geen officiële verkorte draagvolgorde vast te leggen. Op basis van dit besluit kan er in de brochure Draagwijzer (Kanselarij) en het Handboek Onderscheidingen (Defensie) een, nader in te vullen, verkorte volgorde worden opgenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven