Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 30843 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2023, 30843 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na op 25 september 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II2022/23, 29 515, 489) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Besluit:
In deze aanwijzing wordt verstaan onder:
Wet marktordening gezondheidszorg;
Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.
Deze aanwijzing is van toepassing op zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg.
1. De zorgautoriteit voorziet met ingang van 1 januari 2024, met toepassing van artikel 58 van de wet, in regelgeving voor een experiment inzake zinnig en simpel verantwoorden.
2. Op grond van dit experiment krijgt een zorgaanbieder de mogelijkheid om af te wijken van de beleidsregels en nadere regels van de zorgautoriteit ten aanzien van de verantwoording.
3. De zorgautoriteit stelt als voorwaarde dat de aanvraag voor het experiment door de zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder gezamenlijk wordt ingediend.
4. De zorgautoriteit kan het aantal experimenten alsmede de experimentonderwerpen met het oog op de uitvoerbaarheid en beheersbaarheid beperken.
De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de regelgeving voor het experiment als bedoeld in artikel 3 de volgende uitgangspunten in acht:
a. Doel van het experiment is om de administratieve belasting die ontstaat door het verantwoordingsproces te verlagen en kan zich richten op alternatieve invulling van het nacalculatieproces en van de nacalculatie-opgave, bijvoorbeeld door verantwoording middels de jaarrekening en het steunen op controles die elders in de keten gedaan zijn door bijvoorbeeld zorgaanbieders, hun accountants, of zorgkantoren;
b. Binnen het experiment is er geen ruimte om prestaties samen te voegen, de inhoud van prestaties te wijzigen of nieuwe prestaties op te voeren;
c. Het is niet toegestaan om te experimenteren met hetgeen is opgenomen in artikel 40b van de wet, wat ziet op het openbaar maken van de jaarverantwoording;
d. Iedere zorgaanbieder die voldoet aan de voorwaarden, moet gedurende de looptijd van het experiment te allen tijde kunnen starten met het experiment;
e. De administratieve lasten die de implementatie en uitvoering van het experiment met zich brengen, blijven zo beperkt mogelijk;
f. Personen aan wie zorg wordt verleend in het kader van de Wet langdurige zorg komen door het experiment niet in een nadeliger positie te verkeren, dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden;
g. Een zorgaanbieder kan geen beroep doen op extra financiële middelen in verband met deelname aan het experiment;
h. Het experiment heeft geen gevolgen voor het budgettair kader Wlz;
i. De zorgautoriteit behoudt zich het recht voor een experiment, indien en voor zover het haar bevoegdheidsdomein betreft, onmiddellijk te beëindigen indien een experiment naar haar oordeel niet meer voldoet aan één van de bovengenoemde uitgangspunten en informeert mij hier onmiddellijk over.
Het experiment heeft een looptijd van maximaal vijf jaar en eindigt uiterlijk op 1 januari 2029.
Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Het doel van het programma [Ont]regel de Zorg is meer tijd en werkplezier voor de zorgprofessional. Ik wil samen met betrokken ketenpartners bereiken dat mensen die in de zorg werken, hun tijd zo veel mogelijk kunnen besteden aan zorg in plaats van aan administratieve handelingen.
Om dit te kunnen faciliteren geef ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de opdracht om op grond van artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) in haar regelgeving de mogelijkheid te creëren voor Wlz-zorgaanbieders binnen de gehele langdurige zorg om te experimenten inzake zinnig en simpel verantwoorden. Het doel is om via de experimenten de administratieve belasting van het verantwoordingsproces te verlagen door alternatieve invulling van het nacalculatieproces en de nacalculatie-opgave. Gedacht kan worden aan experimenteren met verantwoording middels de jaarrekening en het steunen op controles die elders in de keten gedaan zijn door bijvoorbeeld zorgaanbieders, hun accountants, of zorgkantoren.Uiteraard blijft er een noodzaak bestaan voor enige vorm van nacalculatie in verband met de contracteerruimte- en budgetsystematiek. Daarbij heb ik, om concreet resultaat te boeken, met het veld gezocht naar onderwerpen waar zij ook echt mee geholpen is. Dit kan ook omdat er wordt voortgebouwd op de ervaringen die zijn opgedaan met de experimenteerruimte Vernieuwend Verantwoorden.1Omdat een experiment alleen goed kan verlopen als ook de Wlz-uitvoerder zich committeert aan het experiment, geef ik de NZa bovendien de opdracht om als voorwaarde te stellen dat het experiment gezamenlijk door de zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder wordt aangevraagd. Met het oog op de beheersbaarheid en de uitvoerbaarheid van de experimenten kan de NZa het aantal experimenten beperken. Deze aanwijzing maakt experimenteren mogelijk ten aanzien van bepaalde onderdelen van NZa-regelgeving die zien op het nacalculatieproces en de nacalculatie-opgave. Van andere regelgeving, zoals met betrekking tot de jaarverantwoording en de opzet hiervan, kan niet worden afgeweken.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-30843.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.