Convenant veiligheidsverbetering Schiphol 2023

Samenwerking tussen de Nederlandse luchtvaartsector en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op het terrein van luchtvaartveiligheid op Schiphol

Partijen

1. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de heer M. Harbers, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de minister;

2. De leden van de Safety Review Board van het ‘Joint Sector Integral Safety Management System’,

a. Royal Schiphol Group, in deze vertegenwoordigd door de Director Airport Operations mevrouw P. Vitalis,

b. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), in deze vertegenwoordigd door de Chief Executive Officer de heer M.W.A. van Dorst,

c. KLM Royal Dutch Airlines, in deze vertegenwoordigd door de Chief Operating Officer de heer M.P.A. Stienen,

d. Easyjet, in deze vertegenwoordigd door de Director of Flight Operations de heer B. Prudon,

e. AviaPartner, in deze vertegenwoordigd door de Managing Director, de heer E. de Goeij,

f. Gezamenlijke Tankdienst Schiphol B.V., in deze vertegenwoordigd door de Managing Director de heer A.L. Petra, hierna te noemen: de sectorpartijen;

tezamen hierna te noemen: partijen

Overwegingen

Uitgangspunten

  • Het internationale karakter van luchtvaart maakt dat de regelgeving voor luchtvaartveiligheid grotendeels internationaal tot stand komt en dient tot harmonisatie en een level playing field;

  • Veiligheid vereist een systeemaanpak en kan niet alleen door wet- en regelgeving worden afgedwongen;

  • Veiligheid van de Nederlandse luchtvaart is het gezamenlijke product van de overheid en de sector, waarbij de sectorpartijen primair verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse operationele veiligheid op Schiphol en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat eindverantwoordelijk is voor het functioneren van het veiligheidssysteem (gericht op regelgeving en kaders, toelating en toezicht en reflectie) en daarbinnen een regierol heeft;

  • Hierbij staat het veiligheidssysteem van de overheid (gericht op regelgeving en kaders, toelating en toezicht en reflectie), het veiligheidssysteem van de sectorpartijen en de onderlinge samenwerking centraal;

  • Een continue voortdurende verbetering van het hoge veiligheidsniveau vraagt om een intensieve samenwerking tussen de overheid en de sectorpartijen op Schiphol;

  • In 2018 is reeds een Convenant veiligheidsverbetering Schiphol Ontwikkeling integraal veiligheidsmanagementsysteem Schiphol en Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (Stctr. 2018, 38844, hierna: Convenant veiligheidsverbetering Schiphol) afgesloten;

  • De evaluatie van het Convenant veiligheidsverbetering Schiphol1., de publicatie van het Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma 2020–20242, de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid3, de nationale veiligheidsanalyse en de ontwikkeling van het Nederlands actieplan luchtvaartveiligheid geven aanleiding tot een herziening van de afspraken over en een voortzetting van de samenwerking tussen de Nederlandse luchtvaartsector en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op het terrein van luchtvaartveiligheid op Schiphol;

  • De minister en de sectorpartijen hebben eigen rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van waaruit gewerkt wordt aan de borging en bevordering van de luchtvaartveiligheid op Schiphol;

  • Uit het rapport Veiligheid vliegverkeer Schipholvan de OVV gepubliceerd op 6 april 2017, en de twee evaluaties4 is gebleken dat grote stappen zijn gezet en inmiddels bijna alle aanbevelingen van de OVV over de veiligheid op Schiphol zijn opgevolgd;

  • In de Safety Review Board van het Integral Safety Management System (ISMS) hebben de bestuurders van de sectorpartijen zitting;

  • De opgedane ervaring van en informatie-uitwisseling tussen de sectorpartijen in het ISMS hebben geleid tot concrete gezamenlijke initiatieven om de veiligheid verder te verhogen;

  • Een goed functionerend Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) is van essentieel belang in het systeem om vroegtijdig lering te trekken uit voorvallen om de luchtvaartveiligheid te verbeteren;

  • Binnen de sector zijn al resultaten bereikt in het doorontwikkelen van het ISMS zoals nauwere samenwerking tussen partijen bij gezamenlijke incidentonderzoeken, de opzet en het beheer van de roadmap en de resultaten van de periodieke externe evaluaties van het ISMS;

  • De resultaten in het doorontwikkelen van het ABL en de resultaten van de periodieke externe evaluaties van het ISMS zoals beoogd in het vorige convenant zijn bereikt, waaronder de organisatorische versterking van het ABL met meer fte en de opzet van het digitale dashboard van het ABL;

  • De betere aansluiting tussen ISMS en ABL bij de uitwisseling van gegevens en data is bereikt;

  • De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) opereert onafhankelijk en risicogestuurd, onder meer via het Programma Veilig en Duurzaam Schiphol;

  • Het beoordelingskader ISMS dat door de ILT is opgesteld5 en door de sector, is gericht op een bijdrage aan de luchtvaartveiligheid door een reflectieve en signalerende werkwijze van de ILT.

Verantwoordelijkheden

  • Alle partijen hebben een rol en verantwoordelijkheid voor de luchtvaartveiligheid op Schiphol;

  • Luchtvaartveiligheid is het gezamenlijke product van overheid en de sectorpartijen en kan niet alleen worden afgedwongen door wet- en regelgeving;

  • Er is een systeemaanpak noodzakelijk in aanvulling op de individuele safety management systemen. Basisvoorwaarde is dat elke partij optimaal, vanuit de eigen verantwoordelijkheid elkaar versterkend, bijdraagt om dit systeem optimaal te laten fungeren. Deze aanpak heeft een continue verbetering van de veiligheid op Schiphol als gevolg.

Verantwoordelijkheden minister

  • In de Luchtvaartnota is vastgelegd dat het Rijk de regie neemt om het Nederlandse Luchtvaartveiligheidssysteem te versterken en tot de beste presterende landen wil horen;

  • Het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP) beschrijft het internationaal verplichte veiligheidssysteem van Nederland, waarmee IenW (inclusief ILT) werkt aan het in stand houden en continu verbeteren van de luchtvaartveiligheid;

  • Het NLVP beschrijft tevens de in Nederland geldende wet- en regelgeving en de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende organisaties in het luchtvaartsysteem;

  • De minister heeft een regierol en is eindverantwoordelijk voor het functioneren van dit systeem;

  • Het Nederlandse actieplan voor luchtvaartveiligheid (NALV) bevat concrete acties waarmee de overheid samen met de sectorpartijen uitvoering geeft aan het nationale veiligheidsdoel van het NLVP;

  • De jaarlijkse publicatie van de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid geeft inzicht in het functioneren van het veiligheidssysteem.

ILT/ABL

  • De ILT is toezichthouder op de luchtvaartveiligheid op Schiphol. Daarbij controleert de ILT niet alleen op naleving van de wet- en regelgeving, maar bepaalt de ILT haar inzet (zoals vastgelegd is in het meerjarenplan ILT) ook op basis van risico’s van maatschappelijke schade;

  • Het ABL is ondergebracht bij de ILT en geeft voor Nederland uitvoering aan de Europese verordening 376/2014;

  • Het ABL voert analyses uit en identificeert trends in de luchtvaartveiligheid, mede ten bate van de sector.

Verantwoordelijkheden sectorpartijen

  • De primaire verantwoordelijkheid voor de luchtvaartveiligheid op en rond Schiphol berust individueel en gezamenlijk bij de sectorpartijen, zoals vastgelegd in Verordening (EU) 2018/1139 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart.

ISMS

  • Het ISMS is een systeem waarin de sectorpartijen gezamenlijk:

    • a. de veiligheidsrisico’s met betrekking tot relaties en interacties tussen de afzonderlijke partijen, de zogenoemde interfaces, beheersen;

    • b. waarvan de geografische scope is: Schiphol Movement Area, randwegen (surface roads), CTR en TMA;

    • c. samenwerken indachtig de voorschriften aan het veiligheidsmanagementsysteem (SMS) van de individuele organisaties, zoals voorgeschreven door ICAO en vervat in de EU- regelgeving en in lijn met de kaders en doelstelling zoals vastgelegd in het NLVP;

    • d. de veiligheidsrisico’s die meerdere op Schiphol opererende sectorpartijen raken identificeren, analyseren, voorkomen of beheersen en monitoren, bijvoorbeeld door:

      • i. het identificeren van gevaren en risico's door het uitvoeren van gezamenlijk incidentenonderzoek;

      • ii. het identificeren van gevaren en risico’s bij tijdelijke of structurele veranderingen in de operatie;

      • iii. het analyseren van risico’s, zodat een eenduidig beeld ontstaat van de zwaarte van een risico en de urgentie en het belang om hiertegen iets te doen;

      • iv. het gezamenlijk voorkomen of beheersen van de geïdentificeerde en geanalyseerde risico's;

      • v. het periodiek opstellen en bespreken van een dashboard rapportage;

      • iv. de evaluatie van de effectiviteit van de getroffen maatregelen en het zo nodig bijstellen van de maatregelen;

    • e. besluiten over risico’s en mitigaties nemen op basis van overeenstemming, waarbij er een effectieve en efficiënte overleg en besluitvormingsstructuur is;

    • f. werken op basis van een gezamenlijke strategische veiligheidsvisie en veiligheidsdoelstellingen.

Komen overeen:

Artikel 1. Begrippen

In dit convenant wordt verstaan onder:

a. ABL:

Analysebureau Luchtvaartvoorvallen;

b. Convenant veiligheidsverbetering:

Convenant veiligheidsverbetering Schiphol Ontwikkeling integraal veiligheidsmanagementsysteem Schiphol en Analysebureau Luchtvaartvoorvallen (Stctr. 2018, 38844);

c. EASA:

European Aviation Safety Agency;

d. ICAO:

International Civil Aviation Organization;

e. ILT:

Inspectie Leefomgeving en Transport;

f. ISMS:

Integraal Safety Management Systeem;

g. minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

h. ministerie:

ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

i. NALV:

Nederlands actieplan voor luchtvaartveiligheid;

j. NLVP:

Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma;

k. OVV:

Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Artikel 2. Doel convenant

Doel van dit convenant is het vastleggen van vernieuwde afspraken over de samenwerking tussen de partijen ten behoeve van het in stand houden en continu verbeteren van de luchtvaartveiligheid op Schiphol.

Daartoe worden in dit convenant afspraken gemaakt over:

  • a. het in stand houden, beheren, verder ontwikkelen en evalueren van het ISMS;

  • b. het beheren van een Roadmap Safety Improvement Schiphol op basis van risicoafwegingen binnen het ISMS;

  • c. het uitvoeren van een integrale veiligheidsanalyse bij significante wijzigingen in de operatie van Schiphol;

  • d. het in stand houden, beheren, verder ontwikkelen en evalueren van het nationale veiligheidsmanagementsysteem zoals vastgelegd in het NLVP, waaronder de functie van het ABL;

  • e. de wijze waarop partijen invulling geven aan de samenwerking en de informatie-uitwisseling.

Artikel 3. Werkingssfeer

  • 1. Het ministerie brengt elke vijf jaar het NLVP uit waarin het veiligheidsbeleid en de inrichting van het systeem, het veiligheidsrisicomanagement, de veiligheidsborging en de veiligheidspromotie voor luchtvaart zijn beschreven en veiligheidsdoelen zijn opgenomen die richting geven aan de inzet van het ministerie en de sectorpartijen hierop.

  • 2. Binnen de kaders van het NLVP stellen de sectorpartijen in het ISMS een gezamenlijke strategische veiligheidsvisie op en beheren deze.

  • 3. Wanneer daar aanleiding toe is, wordt de strategische veiligheidsvisie door de sectorpartijen aangepast. In ieder geval wordt bij een herziening van het NLVP door de minister, waarvan de eerstvolgende is voorzien voor 2025, de visie door de sectorpartijen geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

  • 4. De minister toetst of de strategische veiligheidsvisie consistent is met het NLVP alvorens de strategische veiligheidsvisie door de sectorpartijen wordt vastgesteld.

  • 5. De sectorpartijen werken vanuit de inzichten en prioriteiten uit het ISMS mee aan het door de minister periodiek actualiseren van het NLVP en het bijbehorende NALV.

  • 6. De ILT brengt periodiek de ontwikkeling van de veiligheid op en rond de luchthaven in beeld.

Artikel 4. Overlegstructuur sectorpartijen - ministerie

  • 1. Ten minste elk half jaar vindt overleg op directieniveau plaats over de integrale veiligheid van Schiphol, waaraan een directeur van het ministerie, de programmadirecteur Integrale Safety Organisatie en namens de Safety Review Board van het ISMS in ieder geval directeuren van Schiphol, LVNL en KLM deelnemen. Wanneer relevant kan de ILT hierbij aansluiten.

  • 2. Ten minste elk half jaar vindt overleg op managersniveau plaats over de integrale veiligheid van Schiphol, waaraan het afdelingshoofd luchtvaartveiligheid van het ministerie, de programmadirecteur Integrale Safety Organisatie en namens het Core Team van de Integrale Safety Office in ieder geval managers van Schiphol, LVNL, KLM en de vertegenwoordiger van de onafhankelijke grondafhandelaren deelnemen. Wanneer relevant kan de ILT hierbij aansluiten.

  • 3. Indien partijen behoefte hebben aan extra overleg, kan dit in overleg tussen de partijen altijd worden ingepland.

  • 4. De invulling en uitvoering van de in dit convenant vastgelegde afspraken en doelen worden besproken in de hiervoor genoemde overleggen.

Artikel 5. Algemene uitgangspunten samenwerking partijen

  • 1. Een gestructureerde werkrelatie is van essentieel belang voor goede inhoudelijke afstemming en samenwerking. Dit draagt bij aan wederzijds begrip, vertrouwen en betere en uitvoerbare besluiten.

  • 2. De samenwerking op grond van het Convenant veiligheidsverbetering uit 2018 is gebaseerd op wederzijds informeren, reflecteren en meedenken. Partijen adviseren elkaar en denken ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid collegiaal met elkaar mee vanuit een toekomstgerichte en integrale aanpak. De samenwerking wordt op deze wijze voortgezet.

  • 3. Doel is via gezamenlijke afstemming elkaar te helpen en problemen, opties, mogelijkheden en/of oplossingen uit te werken en keuzes te begrijpen.

  • 4. Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid laat onverlet de wettelijke rollen die partijen vervullen.

Artikel 6. Verdere ontwikkeling veiligheidssysteem

  • 1. Het ministerie brengt jaarlijks de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid uit dat inzicht geeft in het functioneren van het veiligheidssysteem voor de luchtvaart.

  • 2. Hierbij staat het veiligheidssysteem van de overheid (gericht op regelgeving en kaders, toelating en toezicht en reflectie), het veiligheidssysteem van de sectorpartijen en de onderlinge samenwerking centraal.

  • 3. De Systeemmonitor luchtvaartveiligheid geeft inzicht in de mogelijkheden voor een verdere versterking van het luchtvaartveiligheidssysteem.

  • 4. Het nationale systeem voor de veiligheid van de luchtvaart wordt versterkt op basis van de internationale standaardaarden en aanbevolen werkwijzen conform de op grond van het op 7 december 1944, te Chicago gesloten verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) door ICAO vastgestelde Annex 19 van het Verdrag van Chicago en de Europese basisverordening (EU), nr. 2018/1139 met de bijbehorende uitvoeringverordeningen.

  • 5. Binnen het in dit artikel beschreven raamwerk van wet- en regelgeving zijn partijen verantwoordelijk voor het versterken van het luchtvaartveiligheidssysteem. De ambitie zoals ook vastgelegd in het NLVP, is om ieder jaar een aantoonbare verbetering van het veiligheidssysteem te laten zien ten opzichte van het jaar ervoor. De partijen zijn verantwoordelijk voor het versterken van de onderdelen van het systeem waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Artikel 7. Verdere ontwikkeling ISMS

  • 1. Er is een ISMS dat gebruikt wordt door de sectorpartijen met als doel de veiligheid voortdurend te verbeteren door verbeterde samenwerking en concrete maatregelen.

  • 2. De sectorpartijen zijn verantwoordelijk voor het beheer en de verdere ontwikkeling van het ISMS.

  • 3. De ontwikkeling van het ISMS vindt plaats op basis van onder andere interne evaluaties, evaluaties door externe deskundigen, signalen van de ILT, onderzoek van de OVV en eventuele andere signalen.

Artikel 8. Roadmap safety improvement Schiphol

  • 1. De sectorpartijen in het ISMS beheren de roadmap safety improvement Schiphol met alle gezamenlijke maatregelen die de komende jaren nodig zijn voor een aantoonbare verbetering van de veiligheid van Schiphol.

  • 2. Deze roadmap bevat de agenda voor gezamenlijke veiligheidsverbetering op basis van onafhankelijke rapporten over de veiligheid op Schiphol, door de sectorpartijen reeds geïdentificeerde en nieuw te identificeren veiligheidsverbeteringen, internationale ontwikkelingen en informatie van de ILT en het ABL.

  • 3. Besluitvorming over de te nemen maatregelen door de sectorpartijen vindt plaats op basis van een meer gedetailleerde analyse van de concrete veiligheidseffecten als onderdeel van het ISMS.

  • 4. In combinatie met de analyses die in het ISMS plaatsvinden stelt de roadmap de sectorpartijen in staat om op transparante wijze op de voortgang van de gezamenlijke veiligheidsverbetering te sturen en deze te monitoren.

  • 5. De roadmap6 is gepubliceerd en toegankelijk en wordt minimaal eens per half jaar geactualiseerd, waarbij de wijzigingen ten opzichte van de vorige versie inzichtelijk worden gemaakt. Bij de actualisatie van de roadmap worden de belangrijkste partijen geïnformeerd.

  • 6. Over de voortgang van de uitvoering van de roadmap spreken de partijen periodiek.

Artikel 9. Integrale veiligheidsanalyse

  • 1. Bij significante besluiten van de minister over de ontwikkeling of het gebruik van Schiphol die gevolgen voor de veiligheid kunnen hebben, wordt in opdracht van de minister een onafhankelijke integrale veiligheidsanalyse uitgevoerd, waaraan de sectorpartijen actief bijdragen en de benodigde informatie voor aanleveren.

  • 2. In het kader van het ISMS wordt de veiligheid door de sectorpartijen bij belangrijke wijzigingen en onderhoudssituaties met een grote impact integraal geanalyseerd, waaronder significante aanpassingen van de capaciteit.

Artikel 10. Periodieke externe evaluatie ontwikkeling ISMS

  • 1. Sectorpartijen laten periodiek een evaluatie naar de ontwikkeling en het functioneren van het ISMS uitvoeren door (internationale) externe veiligheidsdeskundigen. De periode tussen twee evaluaties is niet langer dan 36 maanden.

  • 2. In de evaluatie wordt beoordeeld of:

    • a. het ISMS conform de vastgelegde procedures functioneert, waarbij gebruikgemaakt wordt van de interne audits van het ISMS;

    • b. het doel, het verhogen van de veiligheid door goede samenwerking tussen de sectorpartijen, aantoonbaar wordt bereikt.

  • 3. Het evaluatierapport en de wijze waarop de sectorpartijen met de bevindingen omgaan, worden in respectievelijk het overleg op managers- en directieniveau benoemd in artikel 4 besproken.

  • 4. De informatie uit de hiervoor genoemde externe evaluaties kan door de ILT betrokken worden bij haar toezicht op het ISMS.

Artikel 11. Werkzaamheden ABL

  • 1. Er wordt samen met de sectorpartijen, de ILT en het ministerie vroegtijdig lering getrokken uit voorvallen om de luchtvaartveiligheid te verbeteren. Dit conform de uitgangspunten van de Verordening (EU) nr. 376/2014 over het melden en onderzoeken van voorvallen.

  • 2. Het ABL continueert het maandelijks delen van bruikbare trendanalyses uit voorvalmeldingen met de sectorpartijen, zodat de sectorpartijen naar aanleiding van deze inzichten kunnen beoordelen of en zo ja welke maatregelen ten behoeve van veiligheidsverbetering moeten plaatsvinden.

  • 3. De ILT ontwikkelt het ABL continu en verbetert het ABL ook naar aanleiding van ervaringen, nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen door:

    • a. het daartoe verder ontwikkelen van de analysefunctie van het ABL door:

      • i. het slimmer gebruiken van data, waarbij de samenwerking met andere toezichthouders wordt opgezocht;

      • ii. het ontwikkelen van concrete innovatieve producten en technieken om data te analyseren en het toepassen daarvan;

      • iii. het versterken van de kennis van analysemethoden;

      • iv. het automatiseren van het melden van voorvallen door de sectorpartijen;

      • v. betere classificatie van voorvallen.

    • b. het proactief met de sectorpartijen delen van opmerkelijke ontwikkelingen en uitkomsten van analyses naast de periodieke trendanalyses.

Artikel 12. Aansluiting ABL en ISMS voor data over Schiphol

  • 1. De sectorpartijen melden overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving, de uitgangspunten van de Verordening (EU) nr. 376/2014, voorvallen aan het ABL.

  • 2. Het ISMS stimuleert de meldingsbereidheid en de kwaliteit van de meldingen bij de aangesloten partijen.

  • 3. De sectorpartijen leveren binnen het kader benoemd in het eerste lid, voorvallen zo veel mogelijk geautomatiseerd aan het ABL aan, zodra dit technisch mogelijk is en de operationele kaders daarvoor tussen het ABL en de sectorpartijen zijn vastgesteld.

  • 4. Binnen het kader benoemd in het eerste lid leveren de sectorpartijen de resultaten van de oorzaakanalyses digitaal bij het ABL aan, zodat deze in de database van het ABL worden opgenomen.

  • 5. Het ABL levert maandelijks trendanalyses aan de sectorpartijen en meldt opmerkelijke ontwikkelingen, zoals benoemd in artikel 11, direct.

Artikel 13. Periodieke externe evaluatie ABL

  • 1. De ILT laat periodiek een evaluatie van het ABL uitvoeren door externe deskundigen. De ILT en sectorpartijen bepalen gezamenlijk de planning van deze evaluatie en de evaluatie bedoeld in artikel 10. De periode tussen twee evaluaties is niet langer dan 36 maanden.

  • 2. Bij de inrichting van de evaluatie wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van de resultaten van eerdere audits en evaluaties, bijvoorbeeld door EASA.

  • 3. Het evaluatierapport en de wijze waarop de ILT met de bevindingen omgaat, presenteert de ILT in respectievelijk het overleg op managers- en directieniveau bedoeld in artikel 4.

Artikel 14. Evaluatie convenant

  • 1. In 2025 worden dit convenant en de daarin gemaakte afspraken opnieuw onafhankelijk geëvalueerd in opdracht van de minister en in afstemming met de sectorpartijen. Hiervan wordt een verslag opgemaakt.

  • 2. Partijen leveren de informatie die nodig is om een dergelijke evaluatie te kunnen uitvoeren.

  • 3. Bij de evaluatie bezien de partijen of aanpassing van het convenant noodzakelijk is. Indien overeenstemming wordt bereikt met alle partijen wordt het convenant overeenkomstig aangepast.

Artikel 15. Gewijzigde of onvoorziene omstandigheden

  • 1. Partijen treden proactief met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van dit convenant.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde overleg vindt plaats binnen 6 weken nadat een partij de wens hiertoe aan de andere partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 16. Wijziging

  • 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken dit convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van partijen.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij schriftelijk heeft medegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring tot instemmingen worden als bijlage aan het convenant gehecht.

Artikel 17. Afdwingbaarheid

Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.

Artikel 18. Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Het Convenant veiligheidsverbetering Schiphol Ontwikkeling integraal veiligheidsmanagementsysteem Schiphol en Analysebureau luchtvaartvoorvallen (Stcrt. 2018, 38844) uit 2018 vervalt.

  • 2. Dit convenant treedt in werking bij ondertekening door alle partijen en eindigt op 31 december 2027 indien het niet overeenkomstig het derde en vierde lid is verlengd.

  • 3. Partijen treden uiterlijk een half jaar voor de in het tweede lid genoemde datum in overleg over de voortzetting van dit convenant.

  • 4. Dit convenant kan éénmaal voor dezelfde duur worden verlengd als partijen uiterlijk 10 weken voor de einddatum aangeven dit te willen.

  • 5. Dit convenant is tussentijds niet eenzijdig opzegbaar, tenzij een individuele sectorpartij de activiteiten op Schiphol beëindigt of marginaliseert.

Artikel 19 Citeertitel

Dit convenant wordt aangehaald als: Convenant veiligheidsverbetering Schiphol 2023

Artikel 20. Publicatie

Na ondertekening door de partijen wordt het convenant aan de Tweede Kamer aangeboden en gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in zevenvoud ondertekend.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers,

31 oktober 2023

De leden van de Safety Review Board van het ‘Joint Sector Integral Safety Management System’, Royal Schiphol Group, in deze vertegenwoordigd door mevrouw P. Vitalis,

6 juli 2023

LVNL, in deze vertegenwoordigd door de heer M.W.A. van Dorst,

14 juli 2023

KLM Royal Dutch Airlines, in deze vertegenwoordigd door de heer M.P.A. Stienen,

17 juli 2023

Easyjet, in deze vertegenwoordigd door de heer B. Prudon,

4 augustus 2023

AviaPartner, in deze vertegenwoordigd door de heer E. De Goeij,

7 augustus 2023

GezamenlijkeTankdienst Schiphol B.V., in deze vertegenwoordigd door de heer A.L. Petra,

14 september 2023


X Noot
1

Kamerstukken II, 2020/21, 29 665 nr. 395.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2019/20, 24 804 nr. 116.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2020/21, 29 665 nr. 412.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2019/20, 29 665 nr. 384, Kamerstukken II, 2021/22, 296665 nr. 421

X Noot
6

Roadmap safety improvement, https://integralsafetyschiphol.com

Naar boven