Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 1 november 2023, kenmerk 3709686-1054932-PZO, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg, inzake de vaststelling van een tijdelijke prestatie cliëntgebonden coördinatie activiteiten Ketenveldnorm levensloopfunctie ggz/fz

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, en voor zover het forensische zorg betreft handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Na op 26 september 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 25 424, nr. 673) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 25 424, nr. 674);

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

cliëntgebonden coördinatie activiteiten Ketenveldnorm levensloopfunctie:

cliëntgebonden coördinatie activiteiten door een zorgaanbieder die voortkomen uit de Ketenveldnorm levensloopfunctie;

forensische zorg:

forensische zorg als omschreven bij of krachtens artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg;

ggz:

geestelijke gezondheidszorg;

geneeskundige ggz:

geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet;

Ketenveldnorm levensloopfunctie:

de Ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg die overeenkomstig artikel 11a van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is opgenomen in het openbaar Register;

prestatie:

prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de wet;

vrij tarief:

tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht;

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op de cliëntgebonden coördinatie activiteiten Ketenveldnorm levensloopfunctie, voor zover dit zorg betreft die ten laste van de Zorgverzekeringswet of de Wet forensische zorg kan worden gebracht.

Artikel 3 Opdracht

  • 1. De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2024 een tijdelijke prestatiebeschrijving voor de cliëntgebonden coördinatie activiteiten Ketenveldnorm levensloopfunctie vast met een vrij tarief voor een periode van twee jaar: 2024 en 2025.

  • 2. De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels en regels vast.

  • 3. De zorgautoriteit kan voorschriften of beperkingen verbinden aan de tijdelijke prestatie cliëntgebonden coördinatie activiteiten Ketenveldnorm levensloopfunctie.

Artikel 4 Macrobeheersinstrument

Het macrobeheersinstrument voor de geneeskundige ggz (Stcrt. 2013, nr. 34324) is van toepassing voor zover het geneeskundige ggz betreft.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

In het kader van de aanpak voor personen met verward of onbegrepen gedrag is er een Ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg (hierna: Ketenveldnorm levensloopfunctie) ontwikkeld. In het hoofdlijnenakkoord GGZ 2019-20221 zijn afspraken opgenomen over de uitvoering en bekostiging van de Ketenveldnorm levensloopfunctie.

Het doel van de Ketenveldnorm levensloopfunctie is om regionaal een geïntegreerd en domein overstijgend zorgaanbod te organiseren en te leveren voor personen van 18 jaar en ouder, die potentieel gevaarlijk gedrag vertonen als gevolg van een psychische aandoening, een verstandelijke beperking, een verslaving of hersenletsel. De zorg voor deze cliënten beslaat vaak het sociaal domein, het zorgdomein, het forensisch domein en het veiligheidsdomein. Deze complexe zorg vereist een goede samenwerking tussen de verschillende domeinen om tot een geïntegreerd zorgaanbod te komen. Zo’n geïntegreerd zorgaanbod vereist vaak extra coördinatie.

Het is echter zeer complex en bewerkelijk om de coördinatiekosten van de levensloopfunctie te financieren binnen de huidige kaders van het stelsel. Er zijn daarom naast het uitwerken van een structurele oplossing, afspraken gemaakt over een tijdelijke oplossing voor de financiering en bekostiging van de cliëntgebonden coördinatie activiteiten.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) krijgt met deze aanwijzing de opdracht om voor twee jaar (2024 en 2025) in haar regelgeving te voorzien in een tijdelijke prestatie Ketenveldnorm levensloopfunctie met een vrij tarief ten behoeve van de geneeskundige ggz en de forensische zorg.

Het Zorginstituut Nederland heeft in de duiding van 20 juli 2022 aangegeven dat de cliëntgebonden coördinatie activiteiten ten laste van de Zorgverzekeringswet (Zvw) kunnen worden gebracht voor cliënten binnen de levensloopaanpak wiens primaire zorgvraag geneeskundig van aard is, en die vanwege de complexe situatie bovendien zijn aangewezen op casemanagement.2 Als er bij deze groep cliënten sprake is van een forensische titel, komen de kosten ten laste van de Wet forensische zorg (Wfz).

Voor ggz-aanbieders en zorgverzekeraars of de divisie Forensische Zorg/Justitiële Jeugdinrichtingen (ForZo/JJI) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) biedt de tijdelijke prestatie de mogelijkheid om afspraken te maken met zorgaanbieders binnen de levensloopaanpak. Door een prestatie met een vrij tarief vast te stellen zijn zogenoemde ‘lumpsum’-afspraken mogelijk. De aanbieder brengt éénmalig een afgesproken bedrag bij de zorgverzekeraar in rekening voor de coördinatie activiteiten voor de uitvoering van de levensloopfunctie (en dus niet per afzonderlijke prestatie). Het afgesproken bedrag vergoedt dan de kosten voor alle geleverde coördinatie activiteiten.

Artikelsgewijs

Artikel 3

De NZa kan op grond van artikel 50, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voorschriften of beperkingen verbinden aan de vaststelling van de prestatie. Bijvoorbeeld de beperking dat de prestatie enkel gedeclareerd mag worden wanneer hier een schriftelijke overeenkomst tussen een zorgverzekeraar en de betreffende zorgaanbieder aan ten grondslag ligt.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven