Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 oktober 2023, nr. WJZ/ 38202781, houdende regels omtrent de vergoeding voor werkzaamheden en diensten van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en wijziging van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 (Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2024)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES, artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 3 en 4 van het Besluit kosten hercontroles Metrologiewet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

b. Rijksinspectie Digitale Infrastructuur:

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

c. categorieën:

categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES;

d. subcategorieën:

subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES;

e. jaarlijkse bijdrage:

bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, derde lid, van de wet;

f. vergunning:

een op grond van de artikelen 3.6, 3.10 en 3.12 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;

g. uurtarieven:

tarieven, bedoeld in bijlage 2. bij deze regeling;

h. geplande eenheid:

algemene of individuele planning van een frequentie; dit wordt bepaald per opstelpunt, basisstation, vaste post, radioapparaat, per coördinatie, dan wel per installatie;

i. CAO:

de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren;

j. wet:

Telecommunicatiewet.

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten van de door of namens de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in bijlage 1., zijn de in bijlage 1. genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2024 verschuldigd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging van een vergunning, wijziging van een vergunning of van de tenaamstelling, of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.

  • 3. Indien een vergunning gedeeltelijk is overgedragen met gebruikmaking van geografische splitsing, wordt in het kalenderjaar na het besluit van de Minister tot overdracht, in afwijking van subcategorieën I.A.4., I.A.5. en I.A.6. van bijlage 1., de voor de vergunning verschuldigde vergoeding, bedoeld in bijlage 1., kolom II, naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen, tenzij de verwachte kosten naar het oordeel van de Minister een andere verdeling rechtvaardigen.

  • 4. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in de subcategorieën I.C.10. en I.C.11. is, in afwijking van het eerste lid, een vergoeding verschuldigd van € 42. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage is onderdeel van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage 1., kolom II, is genoemd. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande (sub)categorieën, bedoeld in bijlage 1., genoemde percentage als onderdeel van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

  • a. (sub)categorie I.A.: 19 procent;

  • b. (sub)categorie I.B.: 7 procent;

  • c. (sub)categorie I.C.: 5 procent;

  • d. (sub)categorie I.D.: 5 procent;

  • e. (sub)categorie I.E.: 6 procent;

  • f. (sub)categorie I.F.: 5 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedragen gezamenlijk voor:

  • a. het Ministerie van Defensie: € 1.564.651;

  • b. het Ministerie van Justitie en Veiligheid: € 721.377;

  • c. het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: € 1.283.563;

  • d. het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: € 75.128.

Artikel 5

  • 1. Voor de in onderstaande tabel opgenomen werkzaamheden is de daarbij opgenomen vergoeding verschuldigd, indien in bijlage 1., kolom III, de daarbij corresponderende letter is opgenomen voor de betreffende subcategorie of subcategorieën.

    Werkzaamheden

    Vergoeding

    Aanduiding in bijlage 1., kolom III

    Verlenging van een vergunning of verlenen van toestemming tot overdracht

    € 46

    A

    Vergoeding op basis van uurtarief, bedoeld in bijlage 2.

    B

    Voor de wijziging van een vergunning ingeval dit het wijzigen van een of meer frequenties inhoudt waarbij er frequentieplanning noodzakelijk is

    Vergoeding ter hoogte van het tarief in kolom I, bedoeld in bijlage 1.

    C

    € 257

    D

  • 2. Voor de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning, met uitzondering van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.E.1., van bijlage 1., is een vergoeding verschuldigd van € 46.

  • 3. Bij het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning, is de ingevolge dit artikel vastgestelde vergoeding verschuldigd door de verkrijger van de vergunning. Deze vastgestelde vergoeding omvat ook de wijziging van een vergunning na dat toestemmingsbesluit.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is geen vergoeding verschuldigd voor een verlenging van rechtswege als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de wet.

  • 5. In geval van een vergunningverlening op grond van artikel 3.8a van de wet is, in afwijking van subcategorie I.A.5. en I.A.6., een vergoeding verschuldigd die wordt bepaald door toepassing van de formule (A + B): 2, waarbij:

    A voorstelt: de hoeveelheid frequentieruimte per MHz als bedoeld in artikel 3.8a, eerste lid, onder a, van de wet;

    B voorstelt: de hoeveelheid frequentieruimte per MHz als bedoeld in artikel 3.8a, eerste lid, onder b, van de wet.

Artikel 6

Voor de kosten van de door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, opgenomen in bijlage 2.

Artikel 7

Ter vergoeding van de kosten voor een hercontrole als bedoeld in artikel 1 van het Besluit kosten hercontroles Metrologiewet worden de volgende bedragen in rekening gebracht bij degene ten behoeve van wie deze werkzaamheden worden verricht:

  • a. een bedrag dat wordt vastgesteld op grond van het aantal arbeidsuren maal het ‘van toepassing zijnde’ uurtarief, opgenomen in bijlage 2., voor de kosten van een fysieke of digitale inspectie en de daaraan verbonden administratiewerkzaamheden;

  • b. in geval van een fysieke inspectie: een vast bedrag van € 103 voor de voorrijkosten;

  • c. de werkelijke kosten van uitbesteding van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van een hercontrole in het kader van markttoezicht.

Artikel 8

  • 1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding als bedoeld in de Regeling storingsmeldingen is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting of radioapparaat niet voldoet aan artikel 4, eerste lid, onder b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting of het radioapparaat niet wordt gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onder d of e, van die regeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, opgenomen in bijlage 2.

Artikel 9

Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen wettelijke taak worden verricht en waarop de artikelen 2 tot en met 6 niet van toepassing zijn, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, opgenomen in bijlage 2., indien vooraf is aangegeven dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.

Artikel 10

  • 1. De vergoeding voor de eenmalige uitvoeringskosten (bijlage 1., kolom I) behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

  • 2. De vergoeding voor gemaakte toezichtskosten en kosten anders dan onder kolom I (bijlage 1., kolom II) behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 11

De Minister kan overeenkomstig artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de wet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.

Artikel 12

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES wordt bekendgemaakt door middel van terinzagelegging ten kantore van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur te Groningen.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2023 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor werkzaamheden of diensten die zijn verricht vóór het kalenderjaar 2024, het recht van toepassing blijft zoals dat ten tijde van verrichting van die werkzaamheden of diensten gold.

Artikel 14

Artikel 26a van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 komt te luiden:

Artikel 26a

Voor de in onderstaande tabel opgenomen werkzaamheden en diensten zijn de daarbij opgenomen vergoedingen verschuldigd:

 

(Sub)Categorieën

I. Vergoeding eenmalige uitvoeringskosten

II. Vergoeding kosten anders dan onder kolom I.

A.

Examens maritieme radiocommunicatie

1.

Theorie-examen marifonie basis

€ 82,40

 

2.

Theorie-examen Marcom-B module GMDSS

€ 31,05

 

3.

Theorie-examen Marcom-A VPT

€ 82,40

 

4.

Theorie-examen Marcom-A Engels

€ 31,05

 

5.

Toeslag examen extra tijd

€ 13,00

 

6.

Toeslag individueel examen kort (examenduur t/m 60 minuten)

€ 39,55

 

7.

Toeslag individueel examen lang (examenduur meer dan 60 minuten)

€ 63,50

 

8.

Registratie kandidaat praktijkexamen Marcom-B en Marcom-A

€ 21,45

 

9.

Administratiekosten, bijv. naregistratie praktijkexamenresultaat

€ 26,30

 

B.

Onbenutte capaciteit opleiders Examens maritieme radiocommunicatie

1.

Theorie-examen marifonie basis

€ 39,00

 

2.

Theorie-examen marifonie basis (Extra tijd)

€ 52,00

 

3.

Theorie-examen marifonie basis (Individueel begeleid)

€ 121,95

 

4.

Theorie-examen Marcom-B module GMDSS

€ 26,00

 

5.

Theorie-examen Marcom-B module GMDSS (Extra tijd)

€ 39,00

 

6.

Theorie-examen Marcom-B module GMDSS (Individueel begeleid)

€ 70,60

 

7.

Theorie-examen Marcom-A VPT

€ 52,00

 

8.

Theorie-examen Marcom-A VPT (Extra tijd)

€ 65,00

 

9.

Theorie-examen Marcom-A VPT (Individueel begeleid)

€ 145,90

 

10.

Theorie-examen Marcom-A Engels

€ 13,00

 

11.

Theorie-examen Marcom-A Engels (Extra tijd)

€ 26,00

 

12.

Theorie-examen Marcom-A Engels (Individueel begeleid)

€ 70,60

 

C.

Examens radiozendamateurs

1.

Theorie-examen Radiozendamateur Novice

€ 82,40

 

2.

Theorie-examen Radiozendamateur Full

€ 82,40

 

3.

Toeslag examen extra tijd

€ 13,00

 

4.

Toeslag individueel examen lang (examenduur meer dan 60 minuten)

€ 63,50

 

D.

Onbenutte capaciteit opleiders Examens radiozendamateurs

1.

Theorie-examen Radiozendamateur Novice

€ 52,00

 

2.

Theorie-examen Radiozendamateur Novice (Extra tijd)

€ 65,00

 

3.

Theorie-examen Radiozendamateur Novice (Individueel begeleid)

€ 145,90

 

4.

Theorie-examen Radiozendamateur Full

€ 65,00

 

5.

Theorie-examen Radiozendamateur Full (Extra tijd)

€ 78,00

 

6.

Theorie-examen Radiozendamateur Full (Individueel begeleid)

€ 145,90

 

E.Erkenning instellingen praktijkexamens

1.

Certificering afname praktijkexamen (per product)

€ 356,10

 

2.

Schouwen praktijkexamenlocatie

€ 143,30

 

3.

Toevoegen praktijkexamenlocatie

€ 28,20

 

F.

Opleiders

1.

Jaarlijkse bijdrage opleiders

 

€ 40,80

G.

Afgifte certificaten

1.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart (per certificaat)

€ 90,00

 

Artikel 15

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 16

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 oktober 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID

Over het kalenderjaar 2024 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I.

(SUB)CATEGORIEËN

MET BETREKKING

TOT HET GEBRUIK

VAN FREQUENTIERUIMTE

Verdeelsleutel voor de (sub)categorie

Vergoeding voor eenmalig gemaakte uitvoeringskosten

(I)

Vergoeding voor gemaakte toezichtskosten en kosten anders dan onder kolom I genoemd

(II)

Vergoeding voor werkzaamheden artikel 5, eerste lid

(III)

A.

Elektronische communicatienetwerken en -diensten, landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep)

       

1.

Landelijke volg- en opsporingssystemen

(Per vergunning)

Per vergunning (tarief I) en/of

per MHz (tarief II)

€ 7.954

€ 4.232

B

2.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

(Per vergunning en per MHz)

€ 19.336

€ 64.718 (per vergunning) en

€ 6.474 (per MHz)

B

3.

Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz

(Per vergunning)

 

€ 18.731

B

4.

SMF 3

(Per vergunning)

 

€ 18.316

B

5.

800-900-1400-1800-2100-2600-3600 MHz

(Per vergunning en per MHz)

€ 991

€ 9.788 (gepaard) en

€ 4.893 (ongepaard)

B

6.

700 MHz

(Per vergunning en per MHz)

€ 11.122 (op land, met dekkings- en snelheidseis) (gepaard) en

€ 9.788 (op land, zonder dekkings- en snelheidseis) (gepaard) en

€ 554 (op zee) (gepaard)

B

B.

Elektronische communicatienetwerken en -diensten, vergunningen met algemene planning met regionaal bereik

 

I

II

III

 

Mobiele communicatie

       
           

1.

VHF/UHF-radioapparaten voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, alg. planning

(Per vergunning en per vaste post)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 257

€ 97, en per vaste post

€ 481

A en D

2.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

(Per radioapparaat)

€ 350

A en D

Radioafstands-besturing, alg. planning

(Per radioapparaat)

€ 350

A en D

Telemetrie en DGPS algemene planning (Per radioapparaat)

€ 350

A en D

3.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

(Per vergunning)

€ 390

A en D

4.

Draadloze audioverbinding

(Per vergunning)

€ 97

A en D

 

Radioalarmering

(Per vergunning)

€ 97

A en D

 

Radiobeveiligingsinstallatie

(Per vergunning)

€ 97

A en D

 

HF radioapparaten (27 MHz)

(Per vergunning)

€ 97

A en D

 

Luchtvaart

 

I

II

III

           

5.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik alg. planning

(Per vergunning en per opstelpunt)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 257

€ 281

A en D

6.

Recreatieve luchtvaartfrequenties

(Per vergunning)

 

€ 109

A

7.

Beperkte toegang luchtvaartfrequenties (hele VHF-band, ELT, SSR-transponder en RPAS)

(Per vergunning)

 

€ 218

A

8.

Volledige toegang luchtvaartfrequenties

(Per vergunning)

 

€ 544

A

 

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

           

9.

Walradarstation

(Per vergunning)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

 

€ 99

A

PLB

(Per vergunning en per geplande eenheid)

€ 47, per extra geplande eenheid

€ 43

€ 47

A

10.

Bijzonder gebruik maritieme frequenties – portosec -

(Per vergunning)

€ 151

€ 51

A

Bijzonder gebruik maritieme frequenties – toevoegen

bijzondere kanalen aan boord -

(Per vergunning en per geplande eenheid)

€ 47, per extra geplande eenheid

€ 43

€ 47

A

 

Radiozendamateurs

 

I

II

III

           

11.

Tijdelijke vergunning radiozendamateurs voor niet-ingezetenen van Nederland

(Per vergunning)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 49

 

A

12.

Overig niet vrijgesteld gebruik amateurbanden

(Per vergunning)

 

€ 92

A

 

Overige

 

I

II

III

           

13.

Satellite News Gathering (SNG)

(Per vergunning en per radioapparaat)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.044

€ 628

A en C

14.

GNSS Repeaters

(Per vergunning)

 

€ 167

 

C.

Vergunningen met individuele planning met regionaal bereik

I

II

III

Mobiele communicatie

       

1.

VHF/UHF-radioapparaten voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, individuele planning

(Per vergunning en per vaste post)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.008

€ 97, en per vaste post

€ 481

A en C

2.

VHF/UHF-radioapparaten voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radioapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

(Per basisstation en per frequentie per opstelpunt)

€ 1.008

€ 1.176 per frequentie per opstelpunt, met een maximum- bedrag van

€ 3.526

A en C

3.

Telemetrie en DGPS individuele planning (Per radioapparaat)

€ 1.008

€ 351

A en C

4.

Radioafstandsbesturing, indiv. planning

(Per radioapparaat)

€ 1.008

€ 351

A en C

5.

Licensed Shared Access 2300-2400 MHz band

(Per uur/kanaal van 10 MHz)

   

€ 1,22

 

Luchtvaart

 

II

II

III

6.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik indiv. planning

(Per vergunning en per opstelpunt)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.008

€ 282

A en C

7.

Grondstations luchtverkeersdienstverlening/vitaal gebruik

(Per vergunning en per opstelpunt)

€ 1.008

€ 2.528

A en C

8.

Helibeacon

(Per radioapparaat)

€ 1.008

€ 92

A en C

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

9.

Marifoonwalstation

(Per vergunning en per geplande eenheid)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 249, per extra geplande eenheid

€ 138

€ 95

A en C

 

AIS- of VDES-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen

(Per geplande eenheid)

€ 249

Radiozendamateurs

 

I

II

III

10.

Frequentiegebruik relaisstations radiozendamateurs

(Per vergunning)

Per vergunning

€ 249

€ 95

A en C

11.

Frequentiegebruik bakenstations radiozendamateurs

(Per vergunning)

€ 138

 

A en C

Overige

 

I

II

III

12.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

(Per coördinatie)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.795

 

C

13.

Kerktelefonie

(Per vergunning)

€ 1.008

€ 481

A en C

14.

Radarsysteem landmobiel, indiv. planning

(Per radioapparaat)

€ 1.008

€ 272

B en C

15.

Zendende satellietgrondstations

(Per vergunning en per radioapparaat)

Per vergunning

€ 1.008

 

A en C

Per radioapparaat met een bandbreedte:

 

- tot 2 MHz

€ 28

- 2 MHz – 18 MHz

€ 145

- vanaf 18 MHz

€ 731

D.

Omroep

 

I

II

III

1.

AM/FM/Kortegolf

Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz

€ 786

 

B

Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger

€ 192

 

Per combinatie van frequentie en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 433, en

€ 717

2.

Digitale omroep in de banden III, IV en V (met uitzondering van lokale digitale radio-omroep)

Per vergunning

€ 786

 

B

Per melding opstelpunt1

€ 192

 

Per combinatie van frequentie en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen1

 

€ 517, en

€ 517

3.

Laag vermogen middengolf

Per vergunning

€ 192

 

B

Per vergunning met een vermogen van ≤1 watt

 

€ 205

Per vergunning met een vermogen van 50-100 watt

 

€ 543

4.

Lokale digitale radio-omroep

Per vergunning

€ 786

 

B

Per vergunning

 

€ 383

X Noot
1

Indien artikel 3.21 van de wet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.D.2 bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:

A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde capaciteit van de frequentieruimte;

B voorstelt: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.D.2.

E.

Vergunningen straalverbindingen

 

I

II

III

1.

Straalverbindingen waaronder punt-multipuntverbindingen

Per vergunning

€ 522

Zie voetnoot a

B en C

F.

Registraties

 

I

II

III

1.

Registratie maritiem frequentiegebruik bij niet volledig zelfstandige digitale melding en registratie, in het jaar dat de werkzaamheden plaatsvinden

Per registratie

€ 19

€ 54

 

Registratie radiozendamateur bij niet volledig zelfstandige digitale melding en registratie, in het jaar dat de werkzaamheden plaatsvinden

 

2.

Registratie maritiem frequentiegebruik, bij volledig zelfstandige digitale melding en registratie en registraties als bedoeld in I.F.1 in de tweede en daaropvolgende jaren

Per registratie

 

€ 54

 

Registratie radiozendamateur, bij volledig zelfstandige digitale melding en registraties als bedoeld in I.F.1 in de tweede en daaropvolgende jaren

 

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT RADIOAPPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

I

A.

Certificaten

   

1.

Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per erkenning

€ 90

2.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 90

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radioapparaten voor het doen van proeven

€ 90

B.

Verklaringen en erkenningen

I

1.

Vergunning voor de aanleg van zendende radioapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 56

a Voor kolom II bij straalverbindingen waaronder punt-multipuntverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

 

Frequentieband

Bandbreedte

< 12 GHz

12 GHz -

< 24,5 GHz

24,5 GHz -

< 39,5 GHz

> 39, 5 GHz

< 10 MHz

€ 154

€ 78

€ 54

€ 31

10 MHz – < 25 MHz

€ 193

€ 93

€ 70

€ 35

25 MHz – < 50 MHz

€ 231

€ 108

€ 85

€ 38

50 MHz – < 150 MHz

€ 270

€ 123

€ 101

€ 42

> 150 MHz

n.v.t.

€ 138

€ 115

€ 46

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 5, EERSTE LID, 6, 7, 8, TWEEDE LID, EN 9

Tarieven personeel (in €):

SALARISSCHAAL VOLGENS CAO

VERGOEDINGEN PER MANUUR1

1 tot en met 5

127

6 tot en met 8

136

9 tot en met 11

155

12 tot en met 14

179

15 en hoger

209

X Noot
1

Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

In de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 2024 (hierna: Regeling vergoedingen 2024) worden de vergoedingen (lees: de tarieven) vastgesteld die de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur) in 2024 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door of namens de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur werkzaamheden of diensten worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) worden opgelegd, geldt dat zij zijn aan te merken als retributies1 en zij worden bepaald voor de onderscheidenlijke (sub)categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en Wet telecommunicatievoorzieningen BES (hierna: het Besluit).

De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan de paragrafen 3.2, 3.3, 3.3a, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en radioapparaten) van de wet. Daarnaast is de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

2. Vaststelling vergoedingen

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn verder onderverdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur te Groningen.

3. Vergoedingenbeleid

Tarieven in alle categorieën

De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur werkt aan kostendekkende producten en diensten. Dat is dan ook het uitgangspunt bij het bepalen van de tarieven die door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur worden gehanteerd.

In 2024 stijgen de tarieven van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur ten opzichte van die in het jaar 2023 over de gehele linie, met uitzondering van de tarieven voor straalverbindingen, met 9,3%. Dit is nodig om de werkelijke kosten te kunnen dekken.

Hierna wordt met betrekking tot deze wijziging van de tarieven met 9,3% gesproken van ‘de algemene tariefswijziging’.

Tarieven artikel 4 Vergoedingen departementen

De kosten die voortvloeien uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die vallen onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen worden door de betreffende departementen betaald.

Tarieven categorie I.E. Vergunningen straalverbindingen

Rekening houdende met kostendekkendheid in meerjarig perspectief is ervoor gekozen om voor straalverbindingen, categorie I.E., het tarief niet te corrigeren met de algemene tariefswijziging.

Doordat er meer aanvragen zijn voor straalverbindingen, en de totale kosten die daartoe gemaakt worden niet stijgen, kunnen de vergunningen daarvoor tegen hetzelfde tarief als in 2024 worden verleend.

Tarieven categorie voorheen II.C. Eindapparaten

Er is een beweging richting een digitale economie. Dit brengt een exponentiële groei van apparaten die met het internet verbonden zijn met zich mee, waardoor het belang van veilige en betrouwbare apparatuur evident is. Als gevolg van deze verschuiving vervagen de grenzen tussen de verschillende taken van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en wordt het ook minder duidelijk op welke wijze de bijbehorende doorberekeningen aan de baathebber zouden moeten plaatsvinden. Het werkveld van uitvoering en toezicht verschuift van een specifieke taak (bijvoorbeeld voor een mobiele operator) naar het werken voor een overkoepelend algemeen en maatschappelijk belang. Vandaar dat is gekozen voor het laten vervallen van deze categorie. De kosten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC) worden herberekend over de overige vergunningcategorieën.

4. Regeldruk

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het begrip ‘regeldruk’. De regeling is uitgezonderd van toetsing door het Adviescollege toetsing regeldruk.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Hiermee is aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 3

De percentages die zijn opgenomen in artikel 3 zien op het deel van de vergoedingen die worden gebruikt voor de werkzaamheden in het kader van de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). De grondslag hiervoor is opgenomen in artikel 16.1, derde lid, van de Telecommunicatiewet. Doordat de categorie Eindapparaten is vervallen, heeft een herberekening van voornoemde percentages plaatsgevonden. Deze herberekening heeft niet geleid tot een andere tariefswijziging dan in het kader van de algehele tariefswijziging is toegepast.

Artikel 14

De tarieven die samenhangen met werkzaamheden tot uitvoering van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 (hierna: de Examenregeling) zijn vanaf 1 juli 2023 geschrapt uit de Regeling vergoedingen Rijksinspectie Digitale Infrastructuur en opgenomen in de Examenregeling (Stcrt. 2023, 14764). Ook deze tarieven worden opnieuw vastgesteld bij deze regeling. Het onderhavige artikel strekt daartoe en voorziet dan ook in de wijziging van de tarieven in de tabel bij artikel 26a van de Examenregeling. Daarnaast wordt er voorzien in een nieuw tarief, namelijk dat voor de afgifte van certificaten. Deze werkzaamheden gaat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) in 2024 ook in mandaat uitvoeren.

Het CBR hanteert de tarieven in de Examenregeling en heeft als uitgangspunt de tariefontwikkeling te laten verlopen binnen de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. Voor het jaar 2024 is een tariefontwikkeling binnen de consumentenprijsindex passend qua financiële gezondheid op de korte termijn. Het vooruitzicht op een aanzienlijke vermogensreductie vanaf 2027 en een operationeel verlies vanaf 2025 noopt tot een tariefstijging van 8,5% over de hele breedte. Alleen voor de logistiek- en transportsector bedraagt de stijging 7% omwille van de economische druk op deze sector.

Bijlage 1.
Algemeen

De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlage 1. zijn ter dekking van de eenmalige uitvoeringskosten, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van een vergunning in rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van de overige structurele kosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden immers ook jaarlijks gemaakt. In kolom III zijn de letters opgenomen die corresponderen met het soort werkzaamheden en het daarbij behorende tarief of wijze van vaststelling van de vergoeding, zoals opgenomen in de tabel van artikel 5, eerste lid.

Subcategorie I.A.5.

Na de veiling van de 3,5 GHz-band worden de vergunningen naar verwachting verleend in 2024. De hoeveelheid te veilen frequentieruimte is in totaal maximaal 300 MHz. Dit kan voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur in dat jaar een toename in de totale opbrengsten van subcategorie I.A.5 betekenen, terwijl de werkzaamheden niet in dezelfde verhouding toenemen. Mocht deze situatie zich voordoen, dan wordt de Regeling vergoedingen hierop aangepast

Subcategorieën I.B.9 en I.B.10.

Tot 2024 werd voor deze subcategorieën een gecombineerd tarief (in kolom II) in rekening gebracht. Dat tarief dekte weliswaar de kosten voor de toezichtwerkzaamheden, maar niet voor de uitvoeringswerkzaamheden (vergunningverlening en/of het bijzetten van extra radioapparaten); daarmee was er geen sprake van een kostendekkend tarief. Met het oog op de kostendekkendheid wordt het tarief voor deze subcategorie opgesplitst in een eenmalig verleningstarief en een tarief per extra geplande eenheid.

Subcategorie I.C.9.

In 2024 wordt het VHF Data Exchange System (VDES) in gebruik genomen, een systeem voor digitale uitwisseling in de maritiem mobiele radiodienst. Voor het frequentiegebruik door maritieme walstations zullen vergunningen verleend gaan worden. Deze vergunningen vertonen veel gelijkenis met de huidige vergunningen voor ‘AIS-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen’ en worden daarom aan die subcategorie toegevoegd. Dit betekent dat deze subcategorie vanaf 2024 ‘AIS- of VDES-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen’ zal heten.

Subcategorie I.D.4.

De subcategorie I.D.4. is toegevoegd. Deze subcategorie betreft de vergoeding voor lokale digitale radio-omroep in DAB-laag 6. Vanaf 2024 kunnen voor heel Nederland vergunningen worden verleend voor lokale digitale radio-omroep. Dit zal naar verwachting leiden tot honderden (nieuwe) vergunningen. Voor de vergunningen voor deze subcategorie met een gebruiksrecht vanaf 1 september 2024 geldt een standaardtarief. Een standaardtarief is transparant en maakt efficiënte facturatie mogelijk.

Categorie II.A.

In de Examenregeling is de examinering ten behoeve van de bediening van maritieme radioapparatuur en radiozendamateurs geregeld, en tevens het aanwijzen van examinerende instellingen door de Minister van Economische Zaken en Klimaat. De werkzaamheden op dit gebied werden tot 1 juli 2023 verricht door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, en zijn met ingang van die datum overgedragen aan het CBR. Per 1 juli 2023 worden de theorie-examens (maritiem en radiozendamateurs) afgenomen door het CBR, en erkent het CBR examinerende instellingen voor het afnemen van praktijkexamens. De vergoedingen voor deze categorie zijn per die datum opgenomen in de Examenregeling. De vergoedingen worden jaarlijks door het CBR bepaald op basis van een kostencalculatiemodel bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van het Besluit.

Bijlage 2.

De uurtarieven, zoals opgenomen in bijlage 2., bedragen gemiddeld € 162,05. Dit is een nominale tariefswijziging van 9,3% ten opzichte van het uurtarief 2023.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Retributies zijn heffingen die de overheid oplegt voor de levering van een individuele dienst.

Naar boven