Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 oktober 2023, nr.2023-0000519178, tot wijziging van de Regeling Waadi in verband met de uitbreiding van de procedure omtrent het onderzoeksverslag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 15, derde lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Regeling Waadi wordt als volgt gewijzigd:

A

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel e vervalt ‘en’.

b. Onder verlettering van onderdeel f tot g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. de onderzoekshandelingen;

c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g (nieuw) door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. de conclusie;

  • i. de bijlagen.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien niet-naleving is geconstateerd zendt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het conceptverslag naar de onderzochte onderneming en stelt de onderzochte onderneming in de gelegenheid om binnen vier weken te reageren op eventuele kennelijke feitelijke onjuistheden in het conceptverslag.

3. In het derde lid wordt ‘afschrift’ vervangen door ‘conceptverslag’.

4. Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Bij de vaststelling van het verslag betrekt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de reactie van de onderzochte onderneming als bedoeld in het tweede lid. Deze reactie wordt in het verslag verkort weergegeven, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van de bevindingen van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt overgegaan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 oktober 2023

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

In artikel 15, eerste lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (hierna: Waadi) is bepaald dat de Nederlandse Arbeidsinspectie, namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onderzoek kan doen naar de naleving van de verplichtingen zoals opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3, met uitzondering van artikel 7a, van de Waadi, en dat een verslag wordt opgemaakt. Het verslag wordt verstrekt aan de betrokken arbeidskracht of werkzoekende (voor zover het diens aanspraken betreft), aan de betrokken werkgever, aan degene die de arbeidsbemiddeling heeft verricht, aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan de daarvoor in aanmerking komende organisaties van werkgevers en werknemers.

In artikel 3 van de Regeling Waadi is opgenomen aan welke vereisten het verslag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Waadi, bij niet-naleving moet voldoen en welke procedure geldt voor de totstandkoming van het verslag. Omdat de procedure, zoals deze met name is uitgewerkt in de toelichting bij artikel 3 van de Regeling Waadi (Stcrt. 2020, 61528), niet (geheel) voldoet aan een zorgvuldige en transparante procedure in het kader van (het binnen het procesrecht fundamentele beginsel van) hoor en wederhoor (onder meer volgend uit artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens), wordt deze procedure aangescherpt met deze wijzigingsregeling. Aangezien het noodzakelijk is zo snel mogelijk aan een zorgvuldige en transparante procedure te voldoen, treedt de regeling de dag na plaatsing in de Staatscourant in werking. Om deze reden wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (aanwijzing 4.17, vijfde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Na het onderzoek naar alle relevante feiten en omstandigheden verschaft de Nederlandse Arbeidsinspectie, in het geval van geconstateerde niet-naleving, aan de onderzochte onderneming en de melder het volledige conceptverslag (aanleiding, onderzoekshandelingen, bevindingen en conclusie en bijlagen)1, waarna de onderzochte onderneming in de gelegenheid wordt gesteld om een reactie op dat verslag te geven binnen vier weken. De reactiemogelijkheid heeft slechts tot doel om de onderzochte onderneming in de gelegenheid te stellen om te reageren op kennelijke feitelijke onjuistheden in het conceptverslag. Het gaat dus om de feitelijke grondslag van het verslag. De reactie van de onderzochte onderneming zal in het verslag verkort worden weergegeven, waarna de Nederlandse Arbeidsinspectie gemotiveerd per onderdeel van de reactie aangeeft of en waarom de reactie al dan niet heeft geleid tot aanpassing van de bevindingen. Ook de bijlagen, daaronder bijvoorbeeld begrepen kopieën van arbeidsovereenkomsten, loonstroken en facturen en verslagen van getuigenverhoren, maken onderdeel uit van het conceptverslag. Het (concept) verslag moet voldoen aan de in artikel 15, tweede lid, van de Waadi opgenomen voorwaarde dat de identiteit van de in het onderzoek betrokken werknemers of werkzoekenden (in beginsel) niet kan worden afgeleid. De gegevens worden daarom, voor zover mogelijk, geanonimiseerd verstrekt en niet herleidbaar gemaakt. De bevindingen van het verslag worden mede gebaseerd op de bijlagen. Om tot een zorgvuldig verslag te komen is het van belang dat de onderzochte onderneming ook hierop kan reageren, maar alleen voor zover het kennelijke feitelijke onjuistheden betreft.

In verband met een zorgvuldige procedure en het feit dat het hier niet om een boeteprocedure, maar om ondersteuning van een civiele procedure gaat, krijgt ook de melder op basis waarvan het onderzoek plaatsvindt het conceptverslag en de bijlagen gelijktijdig toegestuurd. De melder krijgt dit ter informatie, niet met een reactiemogelijkheid. Hiermee blijft de gelijkwaardige informatiepositie van partijen behouden en gewaarborgd.

Advies en consultatie

Tijdens de voorbereiding van deze regeling is overleg gevoerd met de (Regiegroep van de) Stichting van de Arbeid.

De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft in de uitvoeringstoets aangegeven dat deze regeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Deze regeling is niet voor advies voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), omdat met de wijziging niet méér persoonsgegevens worden gedeeld op grond van deze regeling, en omdat de wijziging van het bovenliggende artikel 15 van de Waadi, in de Verzamelwet SZW 20232, niet tot opmerkingen heeft geleid.

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Voorheen werden op grond van de Regeling Waadi bij het conceptverslag alleen de bevindingen en conclusie verstrekt aan de onderzochte onderneming en melder.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2023/23, 36 216, nr. 3, p. 19.

Naar boven