Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 oktober 2023, nr. 2023-0000601149, houdende aanpassing van de subsidiebedragen van de Wet financiering politieke partijen voor het jaar 2024

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 8, vierde lid, van de Wet financiering politieke partijen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 8, eerste lid, van de Wet financiering politieke partijen zoals het komt te luiden na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel aEa, van de Evaluatiewet Wfpp, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 263.856’ vervangen door ‘€ 280.352’, ‘€ 80.694’ door ‘€ 85.739’ en ‘€ 2.966.317’ door ‘€ 3.151.769’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 195.849’ vervangen door ‘€ 208.094’ en ‘€ 20.372’ door ‘€ 21.646’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 370.044’ vervangen door ‘€ 393.179’, ‘€ 1.202.643’ door ‘€ 1.277.831’ en ‘€ 277.533’ door ‘€ 294.884’.

ARTIKEL II

De in deze regeling genoemde bedragen zijn van toepassing op het subsidiejaar 2024.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024, onmiddellijk na het tijdstip waarop artikel I, onderdeel aEa, van de Evaluatiewet Wfpp in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Conform het aangenomen tweede nader gewijzigd amendement Van der Graaf en Arib (Kamerstukken II 2021/22, 35 657, nr. 85) wordt met ingang van 1 januari 2024 een gedeelte van de extra middelen op grond van de motie Jetten c.s. (Kamerstukken II 2019/20, 35 300, nr. 19) geoormerkt voor politiek-wetenschappelijke instituten en politieke jongerenorganisaties. Dit gebeurt conform de reeds bestaande verdeelsystematiek. Deze wijziging gaat op 1 januari 2024 (artikel I, onderdeel aEa, van de Evaluatiewet Wfpp).1 Op de bedragen genoemd in deze wijziging moet nog een loon- prijsbijstelling correctie van de jaren 2021 en 2022 worden toegepast voor 2024. Om deze reden worden de bedragen direct na de hiervoor genoemde wijziging aangepast. Het gewogen percentage loon- en prijsbijstelling over 2021 en 2022 bedraagt 1,93 procent en respectievelijk 4,24 procent.

Op grond van artikel 8, vierde lid, van de Wet financiering politieke partijen worden de bedragen, genoemd in het eerste en tweede lid van dat artikel, jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling gewijzigd, overeenkomstig de voor de rijksbegroting gehanteerde loon- en prijsbijstelling en afgerond op het naastbij gelegen gehele getal. In deze regeling betreft het de subsidiebedragen voor een politieke partij (het basisbedrag, het bedrag per Kamerzetel en het bedrag per verenigingslid) en voor het politiek-wetenschappelijk instituut en de politieke jongerenorganisatie (artikel 8, eerste lid). De subsidiebedragen voor de neveninstelling voor buitenlandse activiteiten blijven ongewijzigd (artikel 8, tweede lid). Deze bedragen zijn in een eerdere regeling (Stcrt. 2023, 14472) aangepast op basis van de loon- en prijsbijstelling over 2022 en veranderen niet op 1 januari 2024.

Met de regeling worden geen administratieve lasten geïntroduceerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven