Besluit van De Nederlandsche Bank N.V. van 12 januari 2023 tot erkenning van de op 30 maart 2022 door de Duitse financiële toezichthouder BaFin gepubliceerde systeemrisicobufferpercentage (Besluit erkenning 2% systeemrisicobuffer Duitsland 2022)

De Nederlandsche Bank N.V.;

Na openbare consultatie;

Gelet op de Wet op het financieel toezicht, in het bijzonder artikel 3:62a;

Gelet op het Besluit prudentiële regels Wft, in het bijzonder artikel 105, eerste lid, onderdeel d en artikel 105e;

Gelet op de Regeling specifieke bepalingen CRD en CRR, in het bijzonder artikel 2:3, eerste lid;

Gelet op Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG; in het bijzonder artikel 134;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a) Bpr:

Besluit prudentiële regels Wft;

b) CRR:

Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012, oftewel verordening kapitaalvereisten of de Capital Requirements Regulation;

c) CRD:

Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, oftewel de richtlijn kapitaalvereisten of de Capital Requirements Directive;

d) Instelling:
  • a. een bank als bedoeld in artikel 1: 1 van de Wft, met zetel in Nederland;

  • b. een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten als bedoeld in artikel 1: 1 van de Wft.

e) Niet-zakelijk onroerend goed:

niet-zakelijk onroerend goed als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 75, van de CRR.

Artikel 2 Erkenning systeemrisicobufferpercentage geldend in Duitsland

Een instelling waarvan de blootstellingen gedekt door niet-zakelijk onroerend goed in Duitsland meer dan € 10 miljard bedragen en die voor de berekening van de risicogewogen posten voor die blootstellingen gebruikmaakt van de standaardbenadering en de risicogewogen posten in dat geval geheel en volledig gedekt zijn door dat niet-zakelijk onroerend goed als bedoeld in artikel 125, tweede lid, van de CRR, of van de interneratingbenadering, beschikt voor die blootstellingen over een systeemrisicobuffer van 2%, berekend overeenkomstig artikel 133, tweede lid, van de CRD.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt inwerking op 1 februari 2023.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenning 2% systeemrisicobuffer Duitsland 2022.

Amsterdam, 12 januari 2023

De Nederlandsche Bank N.V. O.C.H.M. Sleijpen, directeur

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

TOELICHTING

Het Europees Comité voor systeemrisico's (ESRB) heeft aanbevolen de macroprudentiële maatregel van de Duitse financiële toezichthouder, de Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (BaFin), te reciproceren (wederkerig te verklaren).1 DNB heeft als uitgangspunt dat zij macroprudentiële maatregelen van andere lidstaten in principe erkent en toepast (i.e. reciproceert) als de ESRB dit aanbeveelt.2 Met dit besluit volgt DNB deze aanbeveling op om zo grensoverschrijdende effecten zoals ‘weglekken’ en regelgevingsarbitrage te voorkomen.

De maatregel bestaat uit een systeemrisicobuffer van 2% voor alle blootstellingen (zowel retail als niet-retail) met betrekking tot natuurlijke en rechtspersonen die gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed gelegen in Duitsland. De maatregel is van toepassing op: (i) instellingen die gebruikmaken van de interneratingbenadering (IRB) voor het berekenen van hun risicogewogen posten voor blootstellingen die gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed gelegen in Duitsland, en (ii) instellingen die gebruikmaken van de standaardbenadering (SA) voor het berekenen van hun risicogewogen posten voor blootstellingen die geheel en volledig gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed gelegen in Duitsland als bedoeld in artikel 125, tweede lid, van de CRR.

Met dit besluit erkent DNB de door de BaFin vastgestelde maatregel en wordt het door de BaFin vastgestelde systeemrisicobufferpercentage van toepassing op instellingen in Nederland die relevante blootstellingen, zoals hierboven beschreven, zijn aangegaan via grensoverschrijdende dienstverlenging in Duitsland dan wel via in Duitsland gevestigde bijkantoren.

Er geldt een instellingsspecifieke drempel van € 10 miljard. Dit betekent dat het in dit besluit vastgestelde systeemrisicobufferpercentage uitsluitend van toepassing is op instellingen in Nederland met meer dan € 10 miljard aan blootstellingen met betrekking tot natuurlijke en rechtspersonen die gedekt zijn door niet-zakelijk onroerend goed in Duitsland.

DNB heeft het voornemen tot het nemen van het onderhavige besluit van 29 augustus tot en met 1 oktober 2022 openbaar geconsulteerd op de website van DNB. Hierop zijn geen reacties ontvangen.

Naar boven