Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 4 oktober 2023 tot wijziging van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade in verband met de verduidelijking en wijziging van de taken, samenstelling en werkwijze van de Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade

4 oktober 2023

Nr. 2023-0000223287

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken

Directie Directe Belastingen & Toeslagen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 5.2 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

secretariaat:

het secretariaat, bedoeld in artikel 6, eerste lid;

2. In de begripsomschrijving van wet wordt ‘wet:Wet’ wordt vervangen door ‘wet: Wet’.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na ‘De commissie’ ingevoegd ‘is een adviseur als bedoeld in artikel 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht en’.

b. In onderdeel a wordt ‘het toetsen van en adviseren’ vervangen door ‘het onafhankelijk adviseren van de Belastingdienst/Toeslagen’.

c. In onderdeel b wordt ‘het toetsen van en adviseren’ vervangen door ‘het onafhankelijk adviseren van de Belastingdienst/Toeslagen’.

d. de onderdelen c en d komen te luiden:

  • c. het opstellen en aanpassen van een schadebeoordelingskader ten behoeve van de uitoefening van de adviestaak van de commissie;

  • d. het inrichten van een efficiënte en duidelijke adviesprocedure, waarbij ruimte is voor aanvragers van een kinderopvangtoeslag om hun visie op het voorgenomen advies kenbaar te maken.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De minister kan de commissie verzoeken om het schadebeoordelingskader, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, aan te passen.

C

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a. Uitwisseling van gegevens

  • 1. De Belastingdienst/Toeslagen stelt per verzoek het dossier en de relevante informatie ter beschikking aan de commissie die nodig is voor een goede vervulling van de taken van de commissie, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b.

  • 2. De commissie verstrekt aan de Belastingdienst/Toeslagen en aan de aanvrager van een kinderopvangtoeslag bij de uitoefening van haar taken alle stukken die haar ter beschikking hebben gestaan en die een rol hebben gespeeld bij het opstellen van het advies, tenzij deze stukken betrekking hebben op het interne beraad van de commissie.

  • 3. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.

  • 4. Een commissielid of een medewerker van het secretariaat kan zich voor het inwinnen van inlichtingen en overleg wenden tot daartoe door de minister aangewezen ambtenaren.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger of belangenbehartiger van een belangengroep, specifieke individuen of van organisaties.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De benoeming geschiedt voor de duur van ten hoogste twee jaren, welke termijn eenmaal verlengd kan worden met ten hoogste twee jaren. Benoeming geschiedt op grond van relevante expertise waarbij gestreefd wordt naar evenredige deelneming van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen in de commissie.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. De leden maken geen deel uit van het ministerie, zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de minister, zijn geen lid van de commissie, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Instellingsregeling Commissie van onafhankelijke deskundigen hersteloperatie toeslagen, of de commissie, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen, en zijn geen lid geweest van deze commissies. Evenmin zijn zij gelijktijdig werkzaam in een andere rol voor het ministerie noch voor een daaronder ressorterende instelling, dienst, uitvoeringsorganisatie of bedrijf. Leden zijn niet tevens medewerker van het secretariaat of adviseur van de commissie.

  • 8. Het door een lid niet voldoen aan het tweede of het zevende lid vormt een zwaarwegende grond als bedoeld in het vijfde lid.

E

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a De voorzitter

  • 1. De voorzitter is eindverantwoordelijk voor:

    • a. de uitvoering van de taken van de commissie, bedoeld in artikel 3, tweede lid;

    • b. de totstandkoming van de eigen werkwijze van de commissie, bedoeld in artikel 7, eerste lid;

    • c. de verantwoording aan de minister en het evaluatieverslag, bedoeld in artikel 8;

    • d. het waarborgen van de noodzakelijke expertise en samenhang binnen de commissie, met inachtneming van artikel 5, vierde lid;

    • e. het periodiek evalueren van het schadebeoordelingskader, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c.

  • 2. De voorzitter wordt bijgestaan door een operationeel directeur die:

    • a. de dagelijkse leiding heeft over het secretariaat en daar zelf onderdeel van uitmaakt;

    • b. verantwoordelijk is voor de implementatie van de eigen werkwijze, bedoeld in artikel 7, eerste lid, in nauw overleg met de voorzitter;

    • c. verantwoordelijk is voor de interne bedrijfsvoering;

    • d. rapporteert aan de voorzitter.

  • 3. De voorzitter heeft de dagelijkse leiding over de advieswerkzaamheden van de commissie. Met dit doel stelt hij met de overige leden van de commissie een adviesprocedure op als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel d, die wordt opgenomen in de eigen werkwijze, bedoeld in artikel 7, eerste lid. Deze adviesprocedure kent in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a. de betrokkenheid van de leden bij de totstandkoming van een advies;

    • b. de betrokkenheid van medewerkers die adviezen en berekeningen voorbereiden;

    • c. waarborgen voor een eenduidige advisering ter bevordering van de rechtseenheid;

    • d. de wijze waarop aanvragers van een kinderopvangtoeslag hun visie kenbaar kunnen maken op het voorgenomen advies van de commissie.

F

In artikel 6, tweede lid, wordt ‘de commissie’ vervangen door ‘de voorzitter’.

G

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt ‘en geheimhouding’.

2. In het tweede lid wordt ‘de andere leden’ vervangen door ‘de voorzitter en zo nodig de andere leden’.

3. Er worden zes leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De leden laten zich bij de voorbereiding van haar adviezen inhoudelijk bijstaan door ervaren en ter zake geschoolde medewerkers.

  • 4. Indien het de commissie of de medewerkers van het secretariaat aan specifieke schadeberekeningsexpertise ontbreekt, kan zij zich tijdelijk laten bijstaan door een externe deskundige.

  • 5. De commissie beraadslaagt en besluit in vergadering over de vast te stellen adviezen zoals deze door de medewerkers van het secretariaat worden opgesteld. Over de vast te stellen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste de helft van de leden.

  • 6. De adviezen van de commissie worden vastgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden, inclusief de stem van de voorzitter, waarbij elk lid één stem heeft.

  • 7. Indien het nodig is over het besluit tot vaststelling van het advies bij wijze van stemming te beslissen, wordt dat besluit bij meerderheid van stemmen opgemaakt, inclusief de stem van de voorzitter.

  • 8. Indien de stemmen staken, wordt de besluitvorming aangehouden tot de volgende vergadering, tenzij de advisering niet uitgesteld kan worden of de vergadering voltallig is. In deze gevallen beslist de stem van de voorzitter.

H

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Verantwoording en evaluatieverslag

  • 1. De commissie legt over het vervullen van haar taken verantwoording af aan de minister. De commissie verstrekt daartoe gevraagd en ongevraagd informatie aan de door de minister aangewezen ambtenaren.

  • 2. De commissie brengt jaarlijks voor 1 april een evaluatieverslag uit aan de minister omtrent haar werkzaamheden en taakvervulling in het voorafgaande kalenderjaar.

I

In het opschrift van artikel 10 vervalt ‘en horizonbepaling’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries

TOELICHTING

I. Algemeen

Aanleiding

De Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade (CWS)1 voorziet de Belastingdienst/Toeslagen van advies over de aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade2 op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). In de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade (de Instellingsregeling CWS) is de instelling van de CWS bij ministeriële regeling geregeld en zijn de taken van de CWS nader ingevuld.

De route via CWS is niet de enige die beschikbaar is voor het vaststellen van de (omvang van de) werkelijke schade. Om gedupeerde ouders beter en sneller te kunnen helpen met de afhandeling van hun schade, heeft de Staatssecretaris van Financiën eind juni 2023 een set nieuwe maatregelen aangekondigd.3 Naast het beschikbaar blijven van de schaderoute via de CWS wordt een nieuwe, forfaitaire schaderoute ontwikkeld voor ouders die behoefte hebben aan een versnelde, meer grofmazige, afhandeling van hun aanvullende schade in de vorm van een schikking (VSO). Ouders krijgen de keuze uit verschillende, complementaire, schaderoutes binnen de hersteloperatie. Mede gezien deze nieuwe context, waarbij in sommige trajecten CWS geen rol heeft, acht het kabinet het wenselijk om de inrichting, samenstelling en het adviesproces van de CWS aan te passen. In lijn met de aanbevelingen van ABDTOPConsult4 wordt de positie van de voorzitter versterkt en worden verantwoordelijkheden duidelijker omschreven. Tegelijkertijd wordt een nieuwe operationeel directeur toegevoegd aan de organisatie. Daarnaast wordt geïnvesteerd in een betere bejegening van gedupeerde ouders. Zij krijgen nadrukkelijk de mogelijkheid om hun visie bij de CWS kenbaar te maken voordat het advies door de CWS wordt vastgesteld. Hierdoor worden ouders beter betrokken bij het adviesproces van de CWS en worden bezwaren mogelijk voorkomen.

Taken en uitvoering

De kerntaak van de CWS blijft dezelfde: het adviseren inzake een aanvraag om aanvullende compensatie voor werkelijk geleden schade. Daarnaast wordt een nieuwe taak toegevoegd die ondersteunend is aan de kerntaak. Deze taak houdt in dat de CWS een interne adviesprocedure vaststelt waarbinnen ruimte komt voor het inbrengen van een standpunt, visie of reactie op het voorgenomen advies door de gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag in kwestie. Binnen dit kader wordt het desgewenst voor een gedupeerde ouder mogelijk om diens visie te geven voordat het advies door de CWS wordt vastgesteld. Verder wordt de taak om bevindingen te rapporteren aan de Belastingdienst/Toeslagen geschrapt, omdat geen aparte werkstroom is beoogd tussen Belastingdienst/Toeslagen en de CWS en omdat de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer duidelijker wordt geregeld5, waaronder de uitwisseling van informatie. Daarnaast bepaalt de Instellingsregeling dat de CWS gevraagd en ongevraagd informatie verschaft aan de door de Minister van Financiën aangewezen ambtenaren in het kader van de reguliere verantwoordingsverhouding tussen CWS en de Minister van Financiën. Dit omvat bijvoorbeeld het delen van cijfermatige informatie en prognoses over de voortgang van de taakvervulling. De CWS is daarnaast verplicht om jaarlijks voor 1 april een evaluatieverslag uit te brengen over haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Het beoordelingskader dat de CWS vaststelt, binnen de uitgangspunten van het civiele schadevergoedingsrecht, is leidend voor het berekenen van schadeposten. Zo nodig kan de CWS dit beoordelingskader verfijnen en aanpassen. De Instellingsregeling CWS verduidelijkt dat de bewindspersoon de CWS kan verzoeken om het schadekader aan te passen of te verfijnen. Dit kan bijvoorbeeld relevant zijn binnen de hierboven kort aangeduide context van nieuwe schaderoutes of om een ruimhartige toepassing van het civiele schaderecht te bevorderen. Een dergelijk verzoek kan door de CWS in overweging worden genomen en doet geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de advisering door de CWS. In de taakomschrijving is dan ook duidelijk verwoord dat de CWS onafhankelijk advies geeft.

Rolverdeling tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de CWS

In de regeling is verduidelijkt dat de CWS een adviesorgaan is in de zin van afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De relatie tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de CWS is een relatie tussen het beslissend bestuursorgaan (Belastingdienst/Toeslagen) en de externe adviseur (CWS).

De Commissieleden

De samenstelling en interne stemprocedure van de CWS worden conform aanbevelingen van het hierboven genoemde ABDTOPConsult-rapport aangepast. Zo wordt bepaald dat de samenstelling van de CWS wordt vormgegeven met voldoende expertise en dat bij de benoeming van commissieleden wordt gestreefd naar een evenredige deelname van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen. De bedoeling is dat commissieleden niet langer een kleine nevenfunctie vervullen, maar een grotere deeltijdfunctie op zich nemen waarbij de beschikbaarheid tijdens kantooruren wordt vergroot. Dit zorgt voor een hogere frequentie van beraadslagingen en meer mogelijkheden voor overleg waardoor adviezen sneller kunnen worden vastgesteld.

Ter bevordering van de voortgang zijn nieuwe interne besluitregels aan de Instellingsregeling CWS toegevoegd die zijn geïnspireerd op de Kaderwet Adviescolleges. Deze wet is strikt genomen niet van toepassing op de CWS. De regels voor besluitvorming zoals opgenomen in de Kaderwet adviescolleges hebben zich in de praktijk evenwel bewezen. Zo wordt in de nieuwe Instellingsregeling CWS tot uitdrukking gebracht dat beslissingen met meerderheid van stemmen genomen worden en dat de voorzitter een beslissende stem heeft als de stemmen staken. Ook is de stem van de voorzitter nodig om een meerderheid te bereiken. Dit ondersteunt de voorzitter in zijn verantwoordelijkheden en helpt om impasses te doorbreken. Dat heeft naar verwachting een positief effect op het verlagen van doorlooptijden van de beoordeling van aanvragen tot toekenning van aanvullende compensatie voor de werkelijke schade of een aanvullende O/GS tegemoetkoming voor de werkelijke schade.

Ook is aan de Instellingsregeling CWS toegevoegd dat de CWS beraadslaagt over adviezen als minimaal de helft van de leden aanwezig is. Verder zal de op te stellen adviesprocedure6 onder meer moeten ingaan op de betrokkenheid van de commissieleden bij de totstandkoming van een advies en op de waarborgen voor een eenduidige advisering. Deze adviesprocedure wordt opgenomen in de interne werkwijze van de CWS. De CWS beoordeelt en bekrachtigt de door de medewerkers van het secretariaat opgestelde schadeberekeningen. Dit zijn ervaren en ter zake geschoolde medewerkers. Daarbij is het de bedoeling dat de CWS zorgt voor consistente rechtstoepassing waardoor de medewerkers in staat gesteld worden om deze berekeningen te maken. Deze taakverdeling zorgt voor een efficiënte werkwijze. Indien voor het berekenen van bepaalde schadeposten specifieke expertise binnen de CWS of het secretariaat onvoldoende beschikbaar is, kan tijdelijk extern deskundig advies worden ingewonnen ten behoeve van het opstellen van de berekeningen.

De voorzitter

Er wordt een nieuw artikel opgenomen in de Instellingsregeling dat betrekking heeft op de taken en verantwoordelijkheden van de voorzitter en van de nieuwe functie van operationeel directeur. Hierop wordt nader ingegaan in de artikelsgewijze toelichting.

Verantwoording en evaluatieverslag

De CWS legt verantwoording af over de uitvoering van haar taken aan de betrokken bewindspersoon. Dit laat onverlet dat de CWS ten aanzien van haar kerntaken onafhankelijk is. De bewindspersoon, of namens deze de door de bewindspersoon aangewezen ambtenaren, draagt de verantwoordelijkheid voor de gehele hersteloperatie en treedt vanuit die rol in overleg met de CWS over de uitvoering van haar taken. Evaluatierapporten worden jaarlijks per 1 april gezonden aan de bewindspersoon.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (artikel 2 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

In artikel 2 Instellingsregeling CWS wordt ten eerste een begripsbepaling van het begrip secretariaat toegevoegd. Daar wordt een omissie hersteld, te weten het ontbreken van een spatie in de begripsbepaling ‘wet’.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

In artikel 3, tweede lid, Instellingsregeling CWS zijn de taken neergelegd die de CWS heeft. De onderhavige wijzigingsbepaling wijzigt dit artikel op een aantal onderdelen. In artikel 3, tweede lid, Instellingsregeling CWS wordt benadrukt dat de CWS een onafhankelijke adviesrol heeft. Dit wordt ten eerste tot uitdrukking gebracht doordat in de aanhef van dat lid wordt aangegeven dat de CWS een adviseur is als bedoeld in artikel 3.5 Awb. Ook wordt de onafhankelijkheid van de adviesrol benadrukt door het begrip ‘onafhankelijk’ expliciet toe te voegen aan artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, Instellingsregeling CWS. Het woord ‘toetsen’ in die onderdelen leidde in de praktijk tot verwarring over de invulling van die taak, omdat niet duidelijk was wat hieronder moest worden verstaan. Het past ook niet goed bij de adviesrol die de CWS heeft. Daarom is dat begrip geschrapt in die onderdelen.

Met de wijziging van artikel 3, tweede lid, onderdeel c, Instellingsregeling CWS wordt geëxpliciteerd dat niet alleen het opstellen van kaders voor de beoordeling van het recht op aanvullende compensatie voor de werkelijke schade of een aanvullende O/GS-tegemoetkoming voor de werkelijke schade onderdeel uitmaakt van de taak van de CWS, maar ook het actualiseren daarvan. Ook wordt benadrukt dat het gaat om het schadebeoordelingskader met betrekking tot hun eigen adviesrol.

Met de in de onderhavige wijzigingsregeling opgenomen wijziging van artikel 3, tweede lid, onderdeel d, Instellingsregeling CWS wordt de taak om de bevindingen te rapporteren aan de Belastingdienst/Toeslagen geschrapt. Voor een toelichting daarop wordt verwezen naar het algemeen deel van deze nota van toelichting. In artikel 3, tweede lid, onderdeel d, Instellingsregeling CWS is een nieuwe taak van de CWS opgenomen. Deze taak houdt in dat door de CWS een efficiënte en duidelijke adviesprocedure ingericht wordt. Onderdeel van die adviesprocedure is het bieden van een mogelijkheid aan gedupeerde aanvragers van een kinderopvangtoeslag om hun visie kenbaar te maken voordat het advies definitief wordt vastgesteld door de CWS. Dit dient onderdeel te zijn van een duidelijk, transparant en efficiënt intern adviesproces. Deze taak is opgenomen in de Instellingsregeling CWS om de gewenste versnelling en verbetering van de beoordeling van aanvragen tot toekenning van aanvullende compensatie voor de werkelijke schade of een aanvullende O/GS tegemoetkoming voor de werkelijke schade te bevorderen.

Artikel 3, derde lid, Instellingsregeling CWS wordt vervangen door een nieuw derde lid. De uitwisseling van gegevens is verplaatst naar artikel 3a, eerste lid, Instellingsregeling CWS. In artikel 3, derde lid, Instellingsregeling wordt nu geregeld dat de Minister van Financiën de CWS kan verzoeken om het schadebeoordelingskader aan te passen. Een dergelijk verzoek kan door de CWS in overweging worden genomen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 3a van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

Artikel 3, eerste en tweede lid, Instellingsregeling CWS zijn van belang om invulling te geven aan de relatie tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de CWS als beslissend bestuursorgaan respectievelijk externe adviseur en de daarmee samenhangende stukkenstroom. In de Wht is een brede grondslag opgenomen voor de uitwisseling van gegevens tussen beide. Deze leden geven hier nadere invulling aan.

Artikel 3a, eerste lid, Instellingsregeling CWS regelt in grote lijnen hetzelfde dat in artikel 3, derde lid, Instellingsregeling CWS was geregeld voor inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Er is een aantal aanpassingen gedaan waarmee geen inhoudelijke wijziging is beoogd. Wel is de verwijzing naar de taken beperkt tot de taken genoemd in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, Instellingsregeling CWS. De verwijzing naar artikel 3, tweede lid, onderdeel c, Instellingsregeling CWS is vervallen omdat dit niet verwijst naar een individuele zaak, maar naar een algemene taak.

In artikel 3a, tweede lid, Instellingsregeling CWS is geregeld dat de CWS bij de uitoefening van haar taken alle stukken verstrekt die haar ter beschikking hebben gestaan en die een rol hebben gespeeld bij het opstellen van het advies aan de Belastingdienst/Toeslagen en aan de aanvrager, tenzij deze stukken betrekking hebben op het interne beraad van de CWS. Het betreft op de zaak betrekking hebbende stukken die van belang zijn omdat aan de hand van deze stukken zowel de Belastingdienst/Toeslagen als de belanghebbende kunnen weten waarop het advies is gebaseerd. De Belastingdienst/Toeslagen kan door stukken in vervolgprocedures ook voldoen aan zijn plicht bij bezwaar en beroep op grond van onderscheidenlijk artikel 7:4, tweede lid, Awb en artikel 8:42, eerste lid, Awb.

Artikel 3a, derde en vierde lid, Instellingsregeling CWS is toegevoegd om de relatie tussen de Minister van Financiën en de CWS en de daarmee samenhangende gegevensdeling te verduidelijken en om invulling te geven aan de brede verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën voor het gehele proces van de hersteloperatie toeslagen. Artikel 3a, derde lid, Instellingsregeling CWS heeft betrekking op het verstrekken van gegevens aan de Minister van Financiën. Dit ziet niet alleen op historische gegevens, maar ook op prognoses. Genoemde leden geven invulling aan de brede grondslag voor gegevensuitwisseling die is opgenomen in de Wht.

Artikel I, onderdeel D (artikel 5 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

De strekking van artikel 5, tweede lid, Instellingsregeling CWS is dat de leden van de CWS hun functie onafhankelijk kunnen uitoefenen. De in de onderhavige wijzigingsregeling opgenomen wijziging van artikel 5, tweede lid, Instellingsregeling CWS betreft een verduidelijking en nadere invulling om eventuele onduidelijkheden te voorkomen en beoogt geen inhoudelijke wijziging.

Met de onderhavige wijziging van artikel 5, vierde lid, Instellingsregeling CWS wordt geregeld dat de duur van de benoeming van de commissieleden wordt gewijzigd van een benoeming voor de gehele duur van de Instellingsregeling CWS naar een benoeming van maximaal tweemaal twee jaar. Deze benoeming kan eenmaal worden verlengd met twee jaar. Met deze bepaling wordt een betere balans gezocht tussen enerzijds continuïteit van de advisering, en anderzijds de behoefte aan roulatie. Die behoefte is ontstaan door het vervallen van de horizonbepaling die eerder in artikel 10 Instellingsregeling CWS was opgenomen. Ook wordt in genoemd vierde lid geregeld dat de profielen van de leden van de CWS aansluiten bij de uit te voeren taak. Dat wil zeggen dat in ieder geval relevante expertise noodzakelijk is. Gezien de aard van de advisering van de CWS betreft dit onder andere expertise op het terrein van schadeberekening. Verder wordt geregeld dat bij de benoemingen gestreefd wordt naar evenredige deelneming van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen in de CWS. Hiermee wordt aangesloten bij artikel 12 van de Kaderwet Adviescolleges.

Artikel 5, zevende lid, Instellingsregeling CWS regelt dat bepaalde functies niet verenigbaar zijn met het zijn van lid van de CWS. Hiermee wordt, in aanvulling op het tweede lid, geborgd dat de leden van de CWS onafhankelijk optreden.

Artikel 5, achtste lid, Instellingsregeling CWS regelt dat wanneer een lid niet voldoet aan artikel 5, tweede of zevende lid, Instellingsregeling CWS, in ieder geval sprake is van een zwaarwegende grond als bedoeld in artikel 5, vijfde lid, Instellingsregeling CWS op basis waarvan leden geschorst en ontslagen kunnen worden door de Minister van Financiën.

Artikel I, onderdeel E (artikel 5a van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

Artikel 5a Instellingsregeling CWS regelt de positie van de voorzitter. De verantwoordelijkheden van de voorzitter worden duidelijk onderscheiden van de meer operationele taken ter aansturing van de ondersteunende organisatie van de CWS. Deze laatste verantwoordelijkheid wordt belegd bij de operationeel directeur die deel uitmaakt van het secretariaat. De verhouding tussen deze twee rollen wordt in dit artikel gespecificeerd.

Artikel 5a, eerste lid, Instellingsregeling CWS beschrijft de verantwoordelijkheden van de voorzitter. Deze krijgt de eindverantwoordelijkheid om uitvoering te geven aan de adviestaken en de daaraan gerelateerde verplichtingen van de CWS. In het bijzonder gaat het naast de in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, Instellingsregeling CWS opgenomen uitvoering van de algemene adviestaak, bedoeld in artikel 3, tweede lid, Instellingsregeling CWS om verantwoordelijkheid voor het volgende: de totstandkoming van een interne werkwijze (artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, Instellingsregeling CWS), het afleggen van verantwoording aan de bewindspersoon en het zorgen voor een evaluatieverslag (artikel 5a, eerste lid, onderdeel c, Instellingsregeling CWS), het waarborgen van voldoende expertise en samenhang binnen de CWS (artikel 5a, eerste lid, onderdeel d, Instellingsregeling CWS) en het periodiek evalueren van het schadebeoordelingskader (artikel 5a, eerste lid, onderdeel e, Instellingsregeling CWS).

Artikel 5a, tweede lid, Instellingsregeling CWS bepaalt dat de voorzitter wordt bijgestaan door een operationeel directeur die de dagelijkse leiding heeft over het secretariaat en daar zelf onderdeel van uitmaakt. Hij is verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering en voor de implementatie van de interne werkwijze, in nauw overleg met de voorzitter. De operationeel directeur rapporteert aan de voorzitter. Op deze manier zijn de voorheen door de voorzitter gecombineerde rollen duidelijk onderscheiden en verdeeld, wat bijdraagt aan de beoogde verhoogde effectiviteit en versnelling van de advisering door de CWS aan de Belastingdienst/Toeslagen.

Artikel 5a, derde lid, Instellingsregeling CWS, verschaft nadere duidelijkheid over de invulling van de taken van de voorzitter. De voorzitter heeft de dagelijkse leiding over de advieswerkzaamheden van de CWS. Met dit doel stelt hij met de CWS een adviesprocedure op als bedoeld in artikel 3, tweede lid onderdeel d, Instellingsregeling CWS. Deze adviesprocedure zal worden opgenomen in de eigen werkwijze, bedoeld in artikel 7, eerste lid, Instellingsregeling CWS. De adviesprocedure heeft tot doel om een efficiënt en zorgvuldig proces neer te leggen om te komen tot een advies met betrekking tot de toekenning van aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. Het betreft een proces dat doorlopen wordt binnen de organisatie als geheel, dus inclusief de betrokkenheid van (juridische) medewerkers en hun bijdrage aan de totstandkoming van de adviezen. In het derde lid van genoemd artikel 5a wordt verder bepaald welke onderdelen in ieder geval moeten terugkomen in de adviesprocedure. Dit betreft:

  • a. de betrokkenheid van commissieleden bij de totstandkoming van een advies;

  • b. de betrokkenheid van medewerkers die adviezen en berekeningen opstellen;

  • c. de waarborgen voor een eenduidige advisering ter bevordering van de rechtseenheid, als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, Instellingsregeling CWS;

  • d. de plaats van de visie van ouders in het adviesproces;

Artikel I, onderdeel F (artikel 6 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

In artikel 6, tweede lid, Instellingsregeling CWS wordt ‘de commissie’ vervangen door ‘de voorzitter’. Dit betekent dat het secretariaat uitsluitend verantwoording schuldig is aan de voorzitter en niet aan de gehele CWS.

Artikel I, onderdeel G (artikel 7 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

Met de onderhavige wijzigingsregeling is in het opschrift van artikel 7 Instellingsregeling CWS ‘en geheimhouding’ geschrapt. Dit betreft een redactionele aanpassing. In artikel 7 Instellingsregeling CWS is namelijk niets geregeld over geheimhouding waardoor het opschrift van dat artikel niet strookte met de inhoud. De wijziging van artikel 7, tweede lid, Instellingsregeling CWS bewerkstelligt dat in ieder geval de voorzitter wordt geïnformeerd over een geval van belangenverstrengeling. Indien nodig worden de andere leden van de CWS hierover geïnformeerd.

In artikel 7, derde en vierde lid, Instellingsregeling CWS wordt enerzijds geregeld dat de leden zich bij de voorbereiding laten bijstaan door ervaren en ter zake geschoolde medewerkers. Daarnaast kunnen zowel de leden als de medewerkers van het secretariaat zich tijdelijk laten bijstaan door een externe deskundige als de benodigde schadeberekeningsexpertise binnen de CWS ontbreekt.

Om te komen tot een duidelijker en efficiëntere interne besluitvorming binnen de CWS, wordt ervoor gekozen om wat betreft de werkwijze aan te sluiten bij artikel 20 van de Kaderwet Adviescolleges. Dit wordt geregeld in artikel 7, vijfde tot en met achtste lid, Instellingsregeling CWS. De CWS beraadslaagt ter vergadering over de adviezen die worden voorbereid door de medewerkers van het secretariaat. De CWS stelt de adviezen vast overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de aanwezige leden. De CWS kan besluiten om over bepaalde adviezen te stemmen. In dat geval wordt de stemprocedure gebruikt die in de Kaderwet Adviescolleges is opgenomen. Dit betekent dat er sprake moet zijn van een meerderheid waar in ieder geval de voorzitter deel van uitmaakt. Als de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Op deze wijze kan de voorzitter op efficiënte wijze invulling geven aan zijn taak zoals neergelegd in de Instellingsregeling CWS.

Artikel I, onderdeel H (artikel 8 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

Met de wijziging van artikel 8 Instellingsregeling CWS wordt in het eerste lid van dat artikel geregeld dat de CWS verantwoording aflegt aan de Minister van Financiën voor de vervulling van haar taken. Verder wordt in artikel 8, tweede lid, Instellingsregeling CWS geregeld dat de CWS jaarlijks voor 1 april een evaluatieverslag zal uitbrengen aan de Minister van Financiën over haar werkzaamheden en taakvervulling in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. In artikel 8 Instellingsregeling CWS was de verplichting om een evaluatieverslag uit op te stellen vastgesteld op uiterlijk 31 december 2023. Dit is gezien de lopende werkzaamheden van de CWS onvoldoende. Voor een nadere toelichting op artikel 8, eerste en tweede lid, Instellingsregeling CWS wordt verwezen naar het algemeen deel van deze nota van toelichting.

Artikel I, onderdeel I (artikel 10 van de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade)

Met de onderhavige wijzigingsregeling is in het opschrift van artikel 10 Instellingsregeling CWS ‘en horizonbepaling’ geschrapt. Dit betreft een redactionele aanpassing. In artikel 10 Instellingsregeling CWS is namelijk niet langer een horizonbepaling opgenomen waardoor het opschrift van dat artikel niet strookte met de inhoud.

Artikel II (inwerkingtredingsdatum)

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van dag na de datum van publicatie in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is noodzakelijk omdat het van belang is dat de CWS zo snel mogelijk begint met de implementatie van de nieuwe werkwijze om de doorlooptijden van de beoordeling van aanvragen tot toekenning van aanvullende compensatie voor de werkelijke schade of een aanvullende O/GS tegemoetkoming voor de werkelijke schade te bekorten.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

De CWS is ingesteld op grond van artikel 5.2, eerste lid, Wet hersteloperatie toeslagen.

X Noot
2

Aanvullende compensatie of aanvullende tegemoetkoming als bedoeld in de artikelen 2.1, derde lid en 2.6, derde lid, Wht.

X Noot
3

Kamerbrief van 23 juni 2023 getiteld ‘Nadere uitwerking maatregelen versneld duidelijkheid ouders’, Kamerstukken II 2022/23, 31 066, nr. 1254.

X Noot
4

Bijlage bij Kamerstukken II 2022/23, 31 066, nr. 1111.

X Noot
5

In artikel 3a van de Instellingsregeling CWS.

X Noot
6

De adviesprocedure, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Instellingsregeling CWS waarvan de bestanddelen nader worden gespecificeerd in artikel 5a, derde lid, Instellingsregeling CWS.

Naar boven