Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2023, 25569 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2023, 25569 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 5 en 16 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;
Besluit:
De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2.3.2., tweede lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i, onderdeel 5°, door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:
j. subsidieaanvragen die worden ingediend vanaf 1 december 2023 en maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik betreffen waartoe bedrijven verplicht zijn volgens artikel 2.15, tweede of negende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
k. investeringen door ondernemingen die niet kwalificeren als kleine, middelgrote of micro-ondernemingen als bedoeld in deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 56, van het landbouwsteunkader, en waarbij voor het aangevraagde subsidiebedrag geldt dat dit hoger is dan het minimum dat nodig is om het project voldoende winstgevend te maken.
B
Aan artikel 2.3.4. worden na het derde lid twee leden toegevoegd, luidende:
4. Met ingang van 1 december 2023 gaat de aanvraag tot subsidieverlening vergezeld van een kopie van de door de aanvrager bij RVO aangeleverde rapportage in het kader van artikel 2.15, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer en indien van toepassing ook van artikel 2.15, tiende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
5. Aanvragers die niet kwalificeren als kleine, middelgrote of micro-ondernemingen als bedoeld in deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 56, van het landbouwsteunkader overleggen een onderbouwing, inclusief bewijsstukken, waarmee aangetoond wordt dat het aangevraagde subsidiebedrag overeenstemt met de nettomeerkosten van de uitvoering van de investering, vergeleken met het nulscenario waarin geen subsidie wordt verleend. Deze onderbouwing wordt desgevraagd overlegd zodra de desbetreffende aanvraag tot subsidieverlening als volledig is beoordeeld.
C
Artikel 2.3.6. wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘genoemd onder punt 144, onder a en b, van het Landbouwsteunkader’ vervangen door ‘genoemd in deel II, paragraaf 1.1.1.1, onderdeel 153, onder a en b, van het landbouwsteunkader’.
2. In het vijfde lid wordt ‘genoemd onder punt 145 van het Landbouwsteunkader’ vervangen door ‘genoemd in deel II, paragraaf 1.1.1.1, onderdeel 154 van het landbouwsteunkader’.
D
In artikel 2.3.7., eerste lid, wordt ‘25%’ vervangen door ‘20%’.
E
In artikel 2.3.8. wordt ‘ en SA.59823 (2020/N)’ vervangen door ‘, SA.59823 (2020/N) en SA.106646 (2023/N)’.
F
Er wordt na artikel 2.3.9. een artikel toegevoegd, luidende:
De subsidie, bedoeld in artikel 2.3.2., bevat staatssteun en wordt niet eerder verleend dan nadat de Europese Commissie goedkeuring heeft gegeven voor deze regeling in een procedure als bedoeld in artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 wordt voor de rijen betreffende Titel 2.4: Agrarische bedrijfsadvisering en educatie, een rij ingevoegd, luidende:
Titel 2.3: Energie-efficiëntie glastuinbouw |
2.3.2. |
glastuinbouwonderneming |
Energie-efficiëntie glastuinbouw |
05-10-2023 t/m 20-10- 2023 |
€ 58.000.000 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 13 september 2023
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Met de onderhavige regeling wordt de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw (hierna: subsidiemodule EG), die is opgenomen in titel 2.3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES), gewijzigd en opnieuw opengesteld. Voor een nadere toelichting op de wijzigingen wordt verwezen naar het artikelsgewijs deel van deze toelichting.
De openstelling van de subsidiemodule EG loopt vanaf 05-10-2023 tot en met 20-10-2023 met een subsidieplafond van € 58.000.000. Deze periode is gekozen om aanvragers voldoende gelegenheid te geven om een aanvraag in te dienen. Met het budget dat aan de openstelling is gekoppeld kan een bijdrage worden geleverd aan de verduurzaming van de glastuinbouwsector.
De subsidiemodule EG bevat investeringssteun voor energiebesparende technieken die moet worden aangemerkt als staatssteun en wordt gerechtvaardigd doordat deze voldoet aan paragraaf 1.1.1.1. van het landbouwsteunkader (Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PbEU 2022, C 485)), dat met ingang van 1 januari 2023 van kracht is. Aan de gewijzigde subsidiemodule en bijbehorende openstelling is door de Europese Commissie aangegeven goedkeuring te gaan verlenen middels goedkeuringsbeschikking SA.106646 (2023/N). Aangezien deze regeling wordt gepubliceerd voordat de goedkeuringsbeschikking door de Europese Commissie is afgegeven, is een standstill bepaling opgenomen. De strekking hiervan is dat er geen subsidie op grond van deze paragraaf wordt verleend voordat de Europese Commissie goedkeuring voor deze regeling heeft gegeven. Het landbouwsteunkader vereist zo’n bepaling.
De openstelling van de subsidiemodule EG heeft regeldrukeffecten. De administratieve lasten voor de openstelling bedragen naar verwachting in totaal € 186.000. De regeldruk is dus 0,32 procent. De berekening is gebaseerd op de inschatting dat 460 aanvragen worden ingediend, waarvan 310 gehonoreerd worden. Waarbij er vanuit wordt gegaan dat ten hoogste enkele procenten van de aanvragen zal worden ingediend door ondernemingen die niet kwalificeren als kleine, middelgrote of micro-ondernemingen als bedoeld in punt 33, onderdeel 56, van het Landbouwsteunkader. De regeling is aan ATR voorgelegd. ATR heeft deze regeling niet voor advies geselecteerd vanwege het kleine aantal aanvragen waarop de extra regeldruk betrekking heeft.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van bekendmaking en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en dat een regeling minimaal twee maanden voordien wordt bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.
Aan artikel 2.3.2. wordt aan het tweede lid onderdeel j toegevoegd vanwege de energiebesparingsplicht, die sinds 1 juli 2023 ook van kracht is voor de glastuinbouw (Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 5 juni 2023, nr. WJZ/ 26769594, tot wijziging van de Activiteitenregeling milieubeheer in verband met de actualisatie van de energiebesparingsplicht en de Regeling energie-audit in verband met de actualisatie van de bijlage (Stcrt. 2023, 16185)). Vanuit de energiebesparingsplicht zijn bedrijven momenteel verplicht om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder te nemen. De regelingstekst wordt daarom aangepast, zodat vanuit de overheid geen subsidie verstrekt wordt voor maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik die bedrijven verplicht zijn om te nemen.
Glastuinbouwbedrijven moeten op basis van artikel 2.15, tweede en negende lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer uiterlijk op 1 december 2023 rapportage aanleveren bij RVO waaruit blijkt welke energiebesparende maatregelen zij genomen hebben en verplicht zijn om te nemen. Bij de beoordeling van aanvragen tot subsidieverlening wordt de terugverdientijd uit de rapportage in het kader van de energiebesparingsplicht als uitgangspunt genomen. Met deze rapportage is het bij de subsidieaanvragen voor de subsidiemodule EG mogelijk om te beoordelen of deze al dan niet afgewezen zouden moeten worden op basis van artikel 2.3.2., tweede lid, onderdeel j, van deze regeling (zie ook de toelichting bij onderdeel A). Daarom wordt aan artikel 2.3.4. een vierde lid met deze verplichting toegevoegd.
De verwijzingen in dit artikel naar het vorige landbouwsteunkader worden vervangen door een verwijzing naar het nieuwe landbouwsteunkader, de Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PbEU 2022, C 485) die met ingang van 1 januari 2023 van kracht zijn.
Op de subsidiemodule EG zijn de nieuwe ‘Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden’ (2022/C 485/01) die binnen de Europese Unie gelden van toepassing. In deze richtsnoeren zijn onder punten 98 tot en met 101 bepalingen opgenomen die erop gericht zijn om ervoor te zorgen dat steunbedragen niet hoger zijn dan het minimum dat nodig is om het project voldoende winstgevend te maken. Binnen de genoemde bepalingen is expliciet aandacht voor grote ondernemingen en daarom wordt aan artikel 2.3.2., tweede lid, het onderdeel k toegevoegd. In het kader van het aan artikel 2.3.4. toegevoegde vijfde lid worden grote ondernemingen na het indienen van een tijdig en als volledig beoordeelde aanvraag gevraagd om een aanvullende onderbouwing aan te leveren waarin zij moeten weergeven dat het steunbedrag overeenstemt met de nettomeerkosten van de uitvoering van de investering, vergeleken met het nulscenario waarin geen steun wordt verleend. Zij dienen hiervoor bijhorende bewijsstukken te overleggen, zoals documenten die informatie bevatten over vraagprognoses, kostenprognoses en financiële prognoses (punten 52, 53 en 57 van de richtsnoeren). Deze onderbouwing wordt pas gevraagd als de ingediende aanvraag tot subsidieverlening als volledig is beoordeeld om de lasten voor bedrijven en de uitvoerende instantie van de subsidieregeling te beperken. Indien zij dit niet kunnen onderbouwen, wordt de aanvraag op rond van het nieuwe onderdeel k van artikel 2.3.2., tweede lid, afgewezen.
In artikel 2.3.7. wordt de hoogte van de subsidie gewijzigd van 25% in 20%. De twee belangrijkste redenen om het maximale subsidiepercentage te verlagen zijn: 1) door de gestegen energieprijzen is de onrendabele top kleiner geworden en 2) er is grote vraag van bedrijven naar subsidies vanuit de subsidiemodule EG. Door de subsidie-intensiteit te verlagen kunnen meer bedrijven geholpen worden met de beschikbare middelen en kan ook meer energiebesparing en emissiereductie gerealiseerd worden per euro aan subsidie.
In dit artikel is de verwijzing naar de oude steunmaatregel aangevuld met een verwijzing naar de nieuwe steunmaatregel.
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling nationale EZK- en LNV subsidies 2023 is aangegeven in welke periode de subsidiemodule is opengesteld en wat het subsidieplafond bedraagt.
De subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw wordt opengesteld van 05-10-2023 tot en met 20-10-2023. Het subsidieplafond is vastgesteld op € 58.000.000.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-25569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.