Aanwijzing van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, van 30 augustus 2023, kenmerk 3636527-1051016-PZO, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg, inzake de vaststelling van een prestatie consultatiefunctie ggz met een vrij tarief in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Na op 15 juni 2023 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 25 424, nr. 666) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

consultatiefunctie ggz:

rechtstreekse consultatieve raadpleging tussen een professional uit het sociaal domein en een professional uit de geneeskundige ggz over een inwoner van 18 jaar of ouder die niet onder behandeling is in de geneeskundige ggz en in situaties waarbij geen sprake is van bemoeizorg;

ggz:

geestelijke gezondheidszorg;

geneeskundige ggz:

geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet;

prestatie:

prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de wet;

sociaal domein:

maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wmo 2015, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering als bedoeld in de Jeugdwet, schuldhulpverlening als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening of op grond van de Participatiewet;

vrij tarief:

tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht;

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op de consultatiefunctie ggz, voor zover dit zorg betreft die ten laste van de Zorgverzekeringswet kan worden gebracht.

Artikel 3 Opdracht

  • 1. De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2024 een prestatiebeschrijving voor de consultatiefunctie ggz vast met een vrij tarief.

  • 2. De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing regels of beleidsregels vast.

  • 3. De zorgautoriteit verbindt voorschriften of beperkingen aan de prestatie consultatiefunctie ggz.

Artikel 4 Macrobeheersinstrument

Het macrobeheersinstrument voor de geneeskundige ggz (Stcrt. 2013, nr. 34324) is van toepassing.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

In het hoofdlijnenakkoord GGZ 2019-20221 is opgenomen dat behoefte is aan bekostiging van de consultatiefunctie sociaal domein – geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz). De consultatiefunctie ggz past in de beweging die met het Integraal Zorgakkoord (IZA)2 wordt beoogd. Het IZA probeert een beweging in te zetten naar passende zorg, zodat toegankelijke, goede en betaalbare zorg in de toekomst mogelijk blijft. Eén van de thema’s binnen het IZA is het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende domeinen, zoals het sociaal domein en de ggz. In dit kader is in het IZA afgesproken dat voor de consultatiefunctie ggz wordt toegewerkt naar een aparte declarabele prestatie per 2024. Op dit moment voorziet de bekostiging hier niet in.

Met deze aanwijzing geef ik daarom de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opdracht om met ingang van 1 januari 2024 in haar regelgeving te voorzien in een prestatie consultatiefunctie ggz met een vrij tarief ten behoeve van de geneeskundige ggz.

Bij de consultatiefunctie ggz gaat het om de situatie van rechtstreekse consultatieve raadpleging van de ggz-professional door een professional in het sociaal domein. De beantwoording van de vraag kan via een overleg (indirect). Deze consultatie is vooral gericht op de verdere aanpak of het voorkomen van zwaardere zorg en biedt zo extra handvatten voor een professional in het sociaal domein om diens taak goed te kunnen vervullen. Het gaat dus om inwoners die al worden begeleid vanuit het sociaal domein en waarbij de beschikbaarheid van ggz-expertise zwaardere zorg kan voorkomen. Het Zorginstituut Nederland duidt deze consultatiefunctie ggz als zorg die ten laste van de Zorgverzekeringswet (Zvw) kan worden gebracht, omdat sprake is van geneeskundige zorg of een grote verwevenheid daarmee.3 Geestelijke gezondheidszorg voor jongeren onder de 18 jaar valt niet onder de Zvw maar onder de Jeugdwet. Bij consultatie tussen een professional in het sociaal domein en een ggz professional over een individu jonger dan 18 jaar is het de gemeente die de ggz professional moet bekostigen. Het gaat niet om situaties waarbij sprake is van een bemoeizorg-traject welke wordt opgestart in opdracht van de gemeente als onderdeel van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg: deze vorm van ondersteuning valt onder de Wmo 2015.

De bekostiging van de consultatiefunctie ggz moet de domein overstijgende samenwerking tussen het sociaal domein en de geneeskundige ggz als onderdeel van de Zvw versterken. Voor ggz-aanbieders en zorgverzekeraars biedt deze prestatie de mogelijkheid om (lumpsum)afspraken te maken over de inzet van ggz-professionals in geval zij worden geconsulteerd door een professional uit het sociaal domein. Het gaat dan bijvoorbeeld om de situatie waarin vragen zijn over de benodigde zorg inzake inwoners die niet (meer) in zorg zijn bij de ggz, zonder dat de inwoner naar de ggz behoeft te worden verwezen. Tot dusver kwam die samenwerking vaak niet van de grond, vanwege het ontbreken van een adequate bekostiging. De ggz-professional kan via de nieuwe prestatie de consultatieve raadpleging vergoed krijgen.

Door een prestatie met een vrij tarief vast te stellen zijn zogenoemde ‘lumpsum’ afspraken mogelijk. De ggz-aanbieder brengt éénmalig een afgesproken bedrag bij de zorgverzekeraar in rekening en dus niet een prestatie per consultatie. Het afgesproken bedrag vergoedt dan de kosten voor alle geleverde consultaties. Naast een afspraak over het bedrag moeten zorgaanbieder en zorgverzekeraar ook afspreken of het bedrag per week, maand of ééns per jaar wordt gedeclareerd.

Artikelsgewijs

Artikel 3

Dit artikel draagt de NZa op beleidsregels en nadere regels vast te stellen voor een prestatiebeschrijving met een vrij tarief voor de consultatiefunctie ggz uiterlijk met ingang van 1 januari 2024.

De NZa kan op grond van artikel 50, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voorschriften of beperkingen verbinden aan de vaststelling van de prestatie. Bijvoorbeeld de beperking dat de prestatie enkel gedeclareerd mag worden wanneer hier een schriftelijke overeenkomst tussen een ziektekostenverzekeraar en de betreffende zorgaanbieder aan ten grondslag ligt.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven