Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 augustus 2023, nr. IENW/BSK-2023/224924, houdende intrekking van de Volmacht en machtiging Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verrichten van rechtshandelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 98, tweede lid, van de Waterschapswet;

BESLUIT:

Artikel 1

De Volmacht en machtiging Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verrichten van rechtshandelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

De waterschappen zijn jaarlijks een vergoeding verschuldigd voor het organiseren van de waterschapsverkiezingen. De inning daarvan geschiedt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Volmacht en machtiging Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verrichten van rechtshandelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen.

Deze inningsbevoegdheid is nu vastgelegd in de Waterschapswet. Daartoe is artikel 98, tweede lid, van genoemde wet gewijzigd (Verzamelwet IenW 2021, artikel IV, onderdeel A, Stb. 2023, 148). Die wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 (Stb. 2023, 149). De volmacht en machtiging is per die datum niet meer nodig en wordt daarom ingetrokken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven