Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 juni 2023, nr. 2023-0000333250, tot wijziging van de Subsidieregeling STAP-budget in verband met een wijziging van de verdeling van het beschikbare subsidiebedrag voor het jaar 2023 en twee andere wijzigingen

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling STAP-budget wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Algemene bepalingen meerjarige scholing

  • 1. Onder meerjarige scholing wordt verstaan: scholing die verband houdt met onderdelen van een door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld kwalificatiedossier, vastgestelde kwalificatie of een door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie geaccrediteerde opleiding en die een nominale studieduur heeft van meer dan twaalf maanden.

  • 2. Indien de te subsidiëren activiteit wordt aangemerkt als meerjarige scholing, kan de minister per aanvraag subsidie verstrekken voor ten hoogste één opleidingsjaar van deze scholing.

  • 3. Indien de subsidieaanvrager op grond van deze regeling subsidie heeft ontvangen voor een opleidingsjaar van meerjarige scholing, kan de minister op aanvraag subsidie verstrekken voor een volgend opleidingsjaar.

  • 4. Ingeval van meerjarige scholing wordt als startdatum van de scholing beschouwd de datum in een opleidingsjaar waarop de deelnemer formeel start met het opleidingsjaar en als afronding van de scholing, het door de deelnemer afronden van een opleidingsjaar op een van de wijzen, bedoeld in artikel 14, tweede lid.

B

Artikel 9b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘zijn er voor het jaar 2023 vijf aanvraagtijdvakken’ vervangen door ‘zijn er voor het jaar 2023 ten minste drie aanvraagtijdvakken’.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Voor subsidie op grond van deze regeling is voor het jaar 2023 ten hoogste € 170 miljoen beschikbaar, met de volgende bedragen per aanvraagtijdvak:

    • a. eerste en tweede aanvraagtijdvak: € 34 miljoen;

    • b. derde aanvraagtijdvak: € 20 miljoen.

ARTIKEL II

Artikel I, onderdelen C en E, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 april 2023, nr. 2023-0000235389, tot wijziging van de Subsidieregeling STAP-budget in verband met de subsidiëring van meerjarige scholing, het toevoegen van een lijst met niet-subsidiabele scholing en enige andere wijzigingen (Stcrt. 2023, 12293) vervallen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 juni 2023

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

Aanleiding

Eind april is bij de voorjaarsbesluitvorming besloten tot het afschaffen van het STAP-budget. Naar aanleiding hiervan heeft de Tweede Kamer de motie Van der Lee (Kamerstuk 29 544-1184) aangenomen over onder meer een gerichte inzet van de resterende middelen voor het STAP-budget. Dit heeft onder andere geleid tot het besluit voor het juli-tijdvak een lager budget beschikbaar te stellen, dat in deze nieuwe wijzigingsregeling is verwerkt. Daarnaast bevat deze wijzigingsregeling een tweetal wijzigingen die betrekking hebben op meerjarige scholing. Ik streef ernaar later deze zomer meer wijzigingen door te voeren om de Subsidieregeling STAP-budget in lijn te brengen met de oproep van bovengenoemde motie van de Tweede Kamer om de resterende middelen voor het STAP-budget in 2023 gerichter in te zetten.

In deze toelichting worden de aanpassingen toegelicht. Dit betreft achtereenvolgens de samenhangende bepalingen van meerjarige scholing en het verlaagde subsidieplafond voor het eerstvolgende tijdvak na publicatie van de regelwijziging. De wijzigingen zijn tot stand gekomen in nauw overleg met de ketenpartners van STAP. De subsidiëring van meerjarige scholing is door zowel DUO als UWV op uitvoerbaarheid getoetst.

Wijzigingen

Meerjarige scholing

De laatste wijzigingsregeling (Stcrt. 2023, 12293) maakte het per het julitijdvak mogelijk STAP-budget voor vervolgjaren van meerjarige scholing aan te vragen. Uit de verdere afstemming sindsdien, maar ook in het licht van de aanstaande afschaffing van het STAP-budget, is gebleken dat een verdere aanpassing nodig is.

Eerder was bepaald dat iemand geen subsidie kan krijgen voor een volgend opleidingsjaar als het voorgaande opleidingsjaar niet met succes is afgerond. Het ging om een aanvullende weigeringsgrond. Zowel opleiders als UWV hebben aangegeven dat deze grond praktische bezwaren kent en voor ongelijkheid zorgt doordat afronding geen ingangsvereiste is voor andere, niet-meerjarige scholing. Daarom wordt deze grond met deze wijzigingsregeling ingetrokken.

Uit de voorbereidingen voor implementatie bleek voorts dat in de initiële bepalingen vanuit de eerste regeling in artikel 6 van de Subsidieregeling STAP-budget een afwijkende termijn voor aanvang voor meerjarige scholing was opgenomen. Een opleidingsjaar mocht dan uiterlijk vijf maanden na afloop van het aanvraagtijdvak starten. Er is echter in de uitvoering geen uitzondering mogelijk in (controle op de) aanvangstermijn voor verschillende typen scholing. De afwijkende aanvangsdatum bij meerjarige scholing is daarom vervallen en ook voor deze scholing wordt nu aangesloten bij de termijn in het bestaande artikel 5, derde lid.

Doordat (de verdere doorontwikkeling van) de STAP-subsidie is stopgezet, is de subsidie voor meerjarige scholing naar verwachting eenmalig voor alleen het studiejaar waar de student nu een aanvraag voor doet.

Ten behoeve van de leesbaarheid zijn alle aanpassingen gebundeld in een nieuw artikel 6.

Verlaging subsidieplafond

In verband met de aanstaande afschaffing van het STAP-budget heeft de Tweede Kamer de regering onder andere opgeroepen om het ‘resterende STAP-budget zo gericht mogelijk in te zetten’. Het julitijdvak komt te vroeg om nog grote veranderingen door te voeren in het toegestane scholingsaanbod. Om in een later stadium wel de wensen van de Kamer zo veel mogelijk door te voeren, is besloten om voor het juli-tijdvak, dat nog uitgevoerd zal worden onder de huidige criteria, een lager subsidieplafond te hanteren. Met deze beperking van het budget wordt beoogd een groter deel van het resterende budget gerichter in te zetten, zo is de Kamer per brief (Brief d.d. 13 juni 2023, 2023D25803) reeds gemeld. Het resterende bedrag komt hiermee uit op 82 miljoen euro voor 2023. Daarmee kan afhankelijk van verdere besluitvorming een vierde en vijfde aanvraagtijdvak van 2023 worden opengesteld.

Staatssteun

De in deze regeling opgenomen wijzigingen zijn getoetst aan de wet- en regelgeving op het gebied van staatssteun en zijn daarmee niet strijdig.

Inwerkingtreding

De wijziging van artikel 6 van de Subsidieregeling STAP-budget treedt in werking met ingang van 1 juli 2023. Hiermee wordt aangesloten bij de datum waarop de overige bepalingen die zien op meerjarige scholing in werking treden. De overige wijzigingen treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Met het voorgaande wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn en, in het geval van de andere wijzigingen dan de wijziging van artikel 6, de vaste verandermomenten.

De afwijking van de vaste verandermomenten is in het geval van de wijziging van artikel 9b, derde lid, noodzakelijk, omdat zo snel mogelijk en nog voor de openstelling van het eerstvolgende aanvraagtijdvak voor burgers en opleiders duidelijk moet zijn wat het subsidieplafond voor de resterende aanvraagtijdvakken van dit jaar zal zijn. In het geval van artikel II wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, omdat de onderdelen van de voorgaande wijzigingsregeling (Stcrt. 2023, 12293) die met dit artikel komen te vervallen, in werking zullen treden met ingang van 1 juli 2023. Het is dan ook noodzakelijk dat artikel II nog voor 1 juli 2023 in werking treedt.

Dat wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn, komt door de hiervoor al beschreven noodzaak om de wijzigingen in deze wijzigingsregeling op of nog voor 1 juli 2023 in werking te laten treden en, in het geval van de wijziging van het subsidieplafond voor de aankomende aanvraagtijdvakken, de noodzaak om hier zo snel mogelijk duidelijkheid over te verschaffen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven