Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 1 juni 2023, kenmerk 3583704-1047025-MEVA, houdende wijziging van de Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practioner en opleiding tot physician assistant in verband met het verlengen van de werkingsduur en de verhoging van het subsidiebedrag

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practioner en opleiding tot physician assistant wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel minister, wordt ‘de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’ vervangen door ‘de Minister voor Langdurige Zorg en Sport’.

B

In artikel 2, tweede lid, wordt ‘€ 1.875,–’ vervangen door ‘€ 1.964 ’.

C

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘1 juli 2023’ vervangen door ‘1 juli 2028’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, die in werking treedt met ingang van 1 september 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant (hierna: de Subsidieregeling). De wijziging is ingegeven door de vervaldatum van de Subsidieregeling met ingang van 1 juli 2023. Het gaat om het verlengen van de werkingsduur van de regeling en het verhogen van het subsidiebedrag.

De Subsidieregeling ziet op de financiering van de opleidingen van advanced nurse practitioner en physician assistant. Beide opleidingen betreffen een duaal traject: werken-leren. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) financiert de binnenschoolse kosten per student. De Minister van VWS financiert met de Subsidieregeling de buitenschoolse kosten (de salariskosten voor de vervanging van de student).

Voorafgaand aan de onderhavige verlenging van de werkingsduur van de Subsidieregeling heeft een evaluatie plaatsgevonden door ‘KBA Nijmegen’. Uit deze evaluatie blijkt kort samengevat dat de regeling de gestelde doelen (betere kwaliteit van zorg, een beter carrièreperspectief voor mensen die in de zorg werken en het opvangen van de noodzakelijke banengroei en vergrijzing) helpt te realiseren, afgezien van vergrijzing. Daarmee is de regeling doeltreffend.

De subsidie die wordt verleend, is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten die de werkgever maakt omdat studenten een deel van hun aanstelling besteden aan het volgen van de opleiding, maar wel salaris ontvangen. Het gehele bedrag van de subsidie wordt daaraan besteed, niet aan bijvoorbeeld de uitvoeringskosten die daarmee gemoeid zijn. Bovendien vergoedt de subsidie maar een deel van de kosten van de werkgever, die de meeste kosten zelf moet dragen. Conclusie van de evaluatie is dan ook dat de subsidieregeling doelmatig is.

Op basis van deze evaluatie heb ik derhalve besloten de subsidiëring voort te zetten. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de werkingsduur van de Subsidieregeling verlengd met de maximaal toegestane periode van vijf jaar, conform artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet 2016. Dit betekent dat de Subsidieregeling per 1 juli 2028 komt te vervallen.

Daarnaast heb ik besloten het subsidiebedrag van € 1.875,– per student per maand die aan de zorgwerkgever wordt betaald te indexeren (op basis van de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA)) naar € 1.964,–, en dit met ingang van 1 september 2023. De subsidie op basis van de Subsidieregeling wordt berekend aan de hand van een vast normatief bedrag per maand per student voor maximaal de duur van de opleiding. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de buitenschoolse kosten van de zorgwerkgever. De reden om het normbedrag te verhogen is dat uit de evaluatie blijkt dat verschillende opleidingscoördinatoren aangeven dat de regeling op dit punt moet worden bijgesteld, de bekostiging kan een remmende factor vormen om verpleegkundig specialisten op te leiden.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met onderdeel A wordt de begripsbepaling van minister aangepast.

Onderdeel B

In artikel 2 is een vast normatief bedrag genoemd per student per maand, ter dekking van de kosten van de zorgwerkgever. In artikel 2, tweede lid, is het bedrag aan subsidie per student geactualiseerd. Dit bedraagt nu € 1.964,– per maand per student voor maximaal de duur van de opleiding.

Onderdeel C

In artikel 7, tweede lid, is de vervaldatum van de Subsidieregeling aangepast. De Subsidieregeling vervalt hiermee per 1 juli 2028.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant. Deze regeling wordt zo spoedig mogelijk bekend gemaakt om duidelijkheid te bieden over het voortzetten van de Subsidieregeling, met het oog op de instroom voor het studiejaar 2023–2024. Artikel I, onderdeel B, van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2023. Dit betekent dat deze van toepassing is voor studenten die vanaf 1 september 2023 instromen in de bekostigde opleidingen tot physician assistant of tot advanced nurse practitioner. Tevens is deze bijstelling van kracht voor studenten uit eerdere cohorten voor de maanden die zij deelnemen aan de bekostigde opleidingen tot physician assistant of tot advanced nurse practitioner na 1 september 2023.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven