Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 mei 2023, nr. WJZ/ 27195942, tot wijziging van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 in verband met het invoegen van titel 6.1 en enkele wijzigingen in de hoofdstukken 2, 3 en 9

De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op verordening (EU), nr. 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231), verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PbEU 2021, L 231);

Gelet op artikel 4:89, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en de artikelen 3, eerste, derde en vierde lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling JTF 2021–2027 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:

productieve investering:

investeringen in vaste activa of immateriële activa van ondernemingen met het oog op de productie van goederen en diensten, waardoor wordt bijgedragen tot de vorming van brutokapitaal en het scheppen van werkgelegenheid;.

B

In artikel 2.1.5, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 21.000.000’ vervangen door ‘€ 29.000.000’.

C

Artikel 2.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt de punt aan het einde van de begripsbepaling ‘kennisontwikkelingsproject’ vervangen door een puntkomma en komt de begripsbepaling ‘productieve investering’ te vervallen.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van artikel 1.1 wordt verstaan onder:

    productieve investering:

    een investering in vaste of immateriële activa die hoofdzakelijk wordt aangewend voor de productie van goederen die aan derden verkocht worden of in het eigen productieproces worden verbruikt.

D

In artikel 2.2.5, eerste lid, wordt ‘€ 17.000.000’ vervangen door ‘€ 26.000.000’.

E

In artikel 2.2.6, eerste lid, wordt ‘31 mei 2023’ vervangen door ‘29 september 2023’.

F

In artikel 2.5.5, eerste lid, wordt ‘€ 15.000.000’ vervangen door ‘€ 20.000.000’.

G

In artikel 3.1.5, eerste lid, wordt ‘€ 14.062.500,00’ vervangen door ‘€ 28.125.000’.

H

In artikel 3.1.7, tweede lid, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 4.000.000’.

I

In hoofdstuk 6 wordt voor titel 6.2. een titel ingevoegd, luidende:

Titel 6.1. Steun onder spoor 1 uit het Territoriaal Just Transition Plan voor de regio Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost

Artikel 6.1.1. Begripsbepalingen
  • 1. In deze titel wordt verstaan onder:

    TJTP Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost:

    regionaal territoriaal plan voor een rechtvaardige transitie als bedoeld in artikel 11 van de JTF-verordening voor de regio Zeeuws-Vlaanderen met de titel Territoriaal Just Transition plan van de COROP regio Zeeuws-Vlaanderen en de relevant aanpalende zone van Vlissingen-Oost.

  • 2. In afwijking van artikel 1.1 wordt in deze titel verstaan onder:

    productieve investering:

    een investering in vaste of immateriële activa die hoofdzakelijk wordt aangewend voor de productie van goederen die aan derden verkocht worden of in het eigen productieproces worden verbruikt.

Artikel 6.1.2. Doel subsidie
  • 1. Doel van subsidie op basis van deze titel is uitvoering geven aan spoor 1 van het TJTP Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost.

  • 2. Projecten waaraan op basis van deze titel subsidie wordt verleend, passen binnen prioriteit 4, spoor 1 van het TJTP Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost uit het Programma JTF 2021–2027 en richten zich op vernieuwing en versterking van de regionale economie.

Artikel 6.1.3. Doelgroep

De Minister van SZW verstrekt op aanvraag subsidie voor een project aan:

  • a. een rechtspersoon;

  • b. een natuurlijke persoon ingeschreven in het handelsregister; of

  • c. een penvoerder namens de afzonderlijke partijen in een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1.4, vijfde lid.

Artikel 6.1.4. Subsidiabele activiteiten
  • 1. Subsidie op basis van deze titel kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a. productieve investeringen die leiden tot economische diversificatie, modernisering en reconversie;

    • b. investeringen in onderzoek, innovatie en digitalisering en de haalbaarheid hiervan, binnen de thema’s groene waterstof en biobased en circulaire chemie; of

    • c. scholing en training voor vaardigheden die nodig zijn in het kader van de innovatie- en energietransitie in combinatie met een of meer van de activiteiten als bedoeld in onderdelen a en b.

  • 2. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, worden verricht in of ten behoeve van het werkingsgebied Zeeuws-Vlaanderen en de relevant aanpalende zone Vlissingen-Oost.

Artikel 6.1.5. Subsidieplafond en wijze van verdeling
  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 4.233.241,16.

  • 2. De Minister van SZW verdeelt het beschikbare bedrag op basis van rangschikking naar geschiktheid overeenkomstig artikel 1.19.

Artikel 6.1.6. Aanvraagperiode
  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend van 5 juni 2023 10 uur tot en met 7 juli 2023 17.00 uur.

  • 2. Aanvragen worden online ingediend door middel van het door de Minister van SZW vastgestelde aanvraagformulier dat beschikbaar is via https://www.jtf-webportal.nl/mijn/.

Artikel 6.1.7. Hoogte van de subsidie

Subsidie op grond van deze titel en, indien van toepassing, hoofdstuk 9 gezamenlijk bedraagt niet meer dan 50 procent van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 5.000.000 per project.

Artikel 6.1.8. Starttermijn en looptijd
  • 1. Met de uitvoering van de op grond van deze titel gesubsidieerde projecten wordt gestart binnen drie maanden na de subsidieverlening.

  • 2. Wanneer ten tijde van het indienen van de aanvraag de benodigde vergunningen nog niet zijn verleend, wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat alle benodigde vergunningen uiterlijk twaalf maanden na sluiting van de aanvraagperiode zijn verkregen.

  • 3. De uitvoering van het project is binnen 36 maanden na dagtekening van de verleningsbeschikking voltooid.

  • 4. Op verzoek van de subsidieontvanger kan de Minister van SZW de termijn, bedoeld in eerste, tweede of derde lid, met uiterlijk zes maanden verlengen.

Artikel 6.1.9. Afwijzingsgronden

Onverminderd artikel 1.25 beslist de Minister van SZW afwijzend op een aanvraag, indien:

  • a. de voor de uitvoering van de aanvraag benodigde vergunningen niet zijn aangevraagd voorafgaand aan het indienen van de subsidieaanvraag; of

  • b. de aan het project te verlenen subsidie minder bedraagt dan € 200.000.

Artikel 6.1.10. Beoordelingscriteria

Gelet op artikel 1.20, derde lid, kent de Minister van SZW per onderdeel maximaal de volgende hoeveelheid punten toe:

  • a. voor de mate waarin het project bijdraagt aan de doelstellingen van het Programma JTF 2021–2027: 20 punten;

  • b. voor de mate waarin het project sociaaleconomisch integraal is: 20 punten;

  • c. voor de mate van het technische en sociale innovatiegehalte van het project: 15 punten;

  • d. voor de hoogte van het economisch of financieel toekomstperspectief van het project: 15 punten;

  • e. voor de kwaliteit van het projectplan: 15 punten;

  • f. voor de mate waarin het project bijdraagt aan duurzame ontwikkeling en aan maatschappelijke-sociale impact: 15 punten.

Artikel 6.1.11. Voorschot
  • 1. Artikel 1.30 is niet van toepassing, indien een voorschot wordt verleend op basis van dit artikel.

  • 2. De Minister van SZW verleent op aanvraag een voorschot op grond van gerealiseerde projectactiviteiten als bedoeld in artikel 1.31.

  • 3. In afwijking van artikel 1.31, zesde lid, heeft de aanvraag om een voorschot betrekking op maximaal 80 procent van de verleende subsidie.

Artikel 6.1.12. Subsidieaanvraag

Onverminderd artikel 1.22 bevat een aanvraag voor subsidie ten minste:

  • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier; en

  • b. de bij het aanvraagformulier behorende documenten als bijlagen.

Artikel 6.1.13. Vervaltermijn

Deze titel vervalt met ingang van 31 december 2023, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd.

J

Aan paragraaf 9.2.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 9.2.1.2. EZK-cofinanciering steun aan JTF-Call 2022 voor grote Kennis- en valorisatieprojecten die aansluiten bij de transities uit de RIS3 2021–2027

  • 1. De Minister van EZK verstrekt subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.4.

  • 2. Het subsidieplafond voor subsidie als bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 9.000.000.

  • 3. Een aanvraag kan worden ingediend in de periode vanaf 5 juni 2023 9.00 uur tot en met 29 september 2023 17.00 uur.

K

In artikel 9.2.2.1 wordt ‘€ 1.250.000’ vervangen door ‘€ 2.500.000’.

L

Artikel 9.2.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 5.000.000’ vervangen door ‘€ 3.000.000’.

2. In het derde lid wordt ‘13 februari 2023 10 uur tot en met 31 maart 2023 17.00 uur’ vervangen door ‘5 juni 2023 10.00 uur tot en met 7 juli 2023 17.00 uur’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inhoud regeling

Met deze wijzigingsregeling worden de hoofdstukken 2, 3, 6 en 9 de Subsidieregeling JTF 2021–2027 gewijzigd.

De wijzigingen in hoofdstuk 2 zien op de JTF-regio Groningen-Emmen. Het betreft het verhogen van enkele subsidieplafonds en het verlengen van een aanvraagtijdvak.

De wijziging van hoofdstuk 6 ziet op de JTF-regio Zeeuws-Vlaanderen, waaronder ook de regio Vlissingen valt. Het betreft het opnieuw vaststellen van de subsidietitel die op 1 april 2023 vervallen is, het vaststellen van een nieuw subsidieplafond, en het openstellen van een nieuw aanvraagtijdvak. De subsidietitel is, afgezien van het subsidieplafond en de aanvraagperiode, nagenoeg gelijk aan de versie die gepubliceerd is op 6 januari 2023 (Stcrt. 2023, 37).

De wijzigingen in hoofdstuk 3 betreffen het verhogen van subsidieplafond en het maximale subsidiebedrag voor subsidie op basis van titel 3.1 (Regionale subsidies voor het Territoriaal Just Transition Plan voor de regio IJmond).

De wijzigingen in hoofdstuk 9 zien op cofinanciering van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) met betrekking tot de subsidietitels 2.2, 3.1 en 6.1.

2. Staatssteun

Het is noodzakelijk dat er toetsing plaatsvindt op staatssteunaspecten. In artikel 1.4 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 zijn reeds alle relevante artikelen uit de algemene groepsvrijstellingverordening opgenomen die van toepassing kunnen worden verklaard in het kader van die regeling. Dit geldt ook voor de onderhavige wijzigingsregeling. De intermediaire instantie beoordeelt de projecten bij aanvraag op de regionale bepalingen en of het verlenen van staatssteun geoorloofd is.

Een belangrijke voorwaarde in het kader van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 is dat wanneer op grond van staatssteunkaders, zoals de algemene groepsvrijstellingsverordening of de de-minimisverordening, een lager maximumpercentage aan subsidie geldt, het geldende (lagere) percentage wordt aangehouden bij de subsidieverlening.

Er kan ten aanzien van staatssteun in het algemeen sprake van zijn drie situaties: geen staatssteun (geen economische activiteiten), geoorloofde staatssteun of ongeoorloofde staatssteun. Steun kan worden verleend wanneer geen sprake is van staatssteun of wanneer de steun past binnen geldende staatssteunregels. De bepaling van de (maximale) steun wordt per begunstigde uitgevoerd, wat inhoudt dat de (maximale) subsidiepercentages kunnen verschillen tussen de projectpartners. Op basis van deze berekening wordt vervolgens het subsidiepercentage en subsidiebedrag voor het project als geheel bepaald.

3. Regeldruk

Titel 6.1

Onder spoor 1 wordt uitgegaan van een gemiddelde aanvraag met vijf projectpartners en een duur van drie jaar en acht aanvragen, daarbij geldt per aanvrager dat er één aanvraag, één wijziging, vijf voortgangsrapportages en één eindrapportage gemaakt moet worden samen kost dit 250 uur per aanvraag voor gemiddeld twee personen aan € 67 per uur hetgeen resulteert in: 500 uur maal € 67 per aanvraag. Er wordt uitgegaan uit van maximaal vijf gehonoreerde aanvragen binnen deze module. Deze rekensom resulteert daarmee in € 167.500 administratieve lasten afgerond. Dit zijn dus uitsluitend de kosten aan de kant van de aanvragen voor indienen, verantwoorden en vast laten stellen. Uitgangspunt is verplicht gebruik van Simplified Cost Option (SCO) of de Integrale Kosten Systematiek (IKS) voor loonkosten.

Voor de overige onderdelen van deze wijzigingsregeling blijft de regeldruk ongewijzigd.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Met de datum van publicatie en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

II. Artikelen

Artikel I, onderdelen A en C (productieve investering)

De definitie van het begrip ‘productieve investering’ in deze regeling bleek onvoldoende helder. Daarom is ervoor gekozen dit begrip in de begripsbepalingen op te nemen (artikel 1.1 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027), waarbij aangesloten wordt bij de omschrijving opgenomen in overweging 16 van de JTF-verordening.

Aangezien de begripsbepaling ‘productieve investering’ in titel 2.2 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 niet overeenkomt met de definitie van dit begrip in artikel 1.1, maar deze subsidietitel al van kracht is, is ervoor gekozen deze begripsbepaling in titel 2.2 ongewijzigd te laten om onbedoelde rechtsgevolgen te voorkomen. Deze afwijking in het begrip ‘productieve investering’ in artikel 2.2.1 ten opzichte van artikel 1.1 is tot uitdrukking gebracht in de wijziging van artikel 2.2.1.

Daarnaast geldt dit ook voor titel 6.1 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027. Bij de vorige openstelling van titel 6.1 kwam de daar gehanteerde definitie van ‘productieve investering’ niet overeen met de definitie van dit begrip in artikel 1.1. Daarom is nu ervoor gekozen om in titel 6.1. wederom een afwijkende definitie van het begrip ‘productieve investering’ op te nemen in artikel 6.1.1, tweede lid, om verschillen tussen de vorige en de nieuwe, vrijwel gelijke openstelling, te voorkomen.

Artikel I, onderdelen B en D t/m F (wijzigingen hoofdstuk 2)

Deze onderdelen wijzigen hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 dat ziet op de JTF-regio Groningen. Het betreft:

  • a. het verhogen van het subsidieplafond voor subsidie voor MKB-onderneming op basis van titel 2.1 (Subsidietitel voor steun aan investeringen en bijbehorende opleidingen);

  • b. het verhogen van het subsidieplafond en verlengen van de aanvraagtermijn voor subsidie op basis van titel 2.2 (JTF-Call 2022 voor grote Kennis- en valorisatieprojecten die aansluiten bij de transities uit de RIS3 2021–2027);

  • c. het verhogen van het subsidieplafond voor subsidie op basis van titel 2.5 (Steun aan arbeidsmarkttransitie);

  • d. het opnemen van een nieuwe aanvraagperiode (artikel 2.2.6).

De aanvraag moet uiterlijk ingediend zijn op vrijdag 29 september 2023. De verdeling van het beschikbare budget vindt plaats via het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Het is daarmee mogelijk dat het beschikbare budget voor vrijdag 29 september 2023 op is.

Artikel I, onderdelen G en H (wijzigingen hoofdstuk 3)

Deze onderdelen wijzigen hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 dat ziet op de JTF-regio IJmond. Het subsidieplafond en het maximale subsidiebedrag worden verhoogd voor subsidie op basis van titel 3.1 (Regionale subsidies voor het Territoriaal Just Transition Plan voor de regio IJmond).

Artikel I, onderdeel I (toevoeging titel 6.1)

Dit onderdeel herintroduceert titel 6.1 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027. De subsidietitel is, afgezien van de hoogte van het subsidieplafond, de bepaling rondom de hoogte van de subsidie, de begripsbepalingen (zie artikel I, onderdelen A en C) en de aanvraagperiode gelijk aan de versie die gepubliceerd is op 6 januari 2023. Zie voor de toelichting de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 december 2022, nr. 2022-0000260130, tot wijziging van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 door invoeging van de hoofdstukken 5, 6 en 7, alsmede een toevoeging aan hoofdstuk 9 (Stcrt. 2023, 37).

Artikel 6.1.7 is gewijzigd om tot uitdrukking te brengen dat de maximale subsidie per project wordt berekend door subsidie op basis van deze titel en eventuele cofinanciering op basis van hoofdstuk 9 bij elkaar op te tellen. Hoewel het subsidieplafond voor deze titel dus minder bedraagt dan het maximale bedrag per project, kan dat bedrag bereikt worden met eventuele cofinanciering. Indien er geen cofinanciering wordt verstrekt, is de maximale subsidie voor een project dus gelijk aan het subsidieplafond in artikel 6.1.5, dat wil zeggen € 4.233.241,16.

Artikel I, onderdelen J t/m L (wijzigingen hoofdstuk 9)

Deze onderdelen wijzigen hoofdstuk 9 van de Subsidieregeling JTF 2021–2027 dat ziet op cofinanciering door de Minister van EZK voor verschillende JTF-regio’s. Het betreft:

  • a. het introduceren van cofinanciering door de Minister van EZK bij titel 2.2;

  • b. het verhogen van het subsidieplafond voor cofinanciering bij titel 3.1;

  • c. het vaststellen van een nieuw subsidieplafond en een nieuwe aanvraagperiode voor cofinanciering bij titel 6.1.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Voor verdere toelichting zie paragraaf 2 van het algemene deel van deze toelichting.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven