Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2023, 14103 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2023, 14103 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, twaalfde en dertiende lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede en derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Besluit:
De bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2023. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.
In de tabel wordt via sterretjes inzichtelijk gemaakt dat er verschillen gelden voor de toepassing van het woonlandbeginsel voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslagen daarop enerzijds en de kinderbijslag en het kindgebonden budget anderzijds.
*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat het woonlandbeginsel alleen buiten toepassing blijft voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdragen tussen dat land en Nederland. Voor de kinderbijslag en het kindgebonden budget kan in dat geval het woonlandbeginsel wel worden toegepast.
**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland het woonlandbeginsel voor geen enkele wet mag worden toegepast.
Land |
Woonlandfactor 2024 |
---|---|
Afghanistan |
30% |
Albanië |
50% |
Algerije |
40% |
Andorra |
90% |
Angola |
40% |
Antigua en Barbuda |
90% |
Argentinië* |
50% |
Armenië |
40% |
Aruba |
80% |
Australië** |
100% |
Azerbeidzjan |
40% |
Bahama’s |
100% |
Bahrein |
60% |
Bangladesh |
50% |
Barbados |
100% |
Belarus |
40% |
Belize* |
80% |
Benin |
40% |
Bhutan |
30% |
Bolivia |
50% |
Bonaire |
70% |
Bosnië en Herzegovina** |
50% |
Botswana |
50% |
Brazilië |
60% |
Brunei Darussalam |
60% |
Burkina Faso |
50% |
Burundi |
40% |
Cambodja |
40% |
Canada** |
100% |
Centraal-Afrikaanse Republiek |
60% |
Chili* |
70% |
China |
80% |
Colombia |
40% |
Comoren |
50% |
Congo, Democratische Republiek |
60% |
Congo, Republiek |
80% |
Costa Rica |
70% |
Cuba |
60% |
Curaçao |
90% |
Djibouti |
70% |
Dominica |
80% |
Dominicaanse Republiek |
50% |
Ecuador* |
60% |
Egypte* |
40% |
El Salvador |
60% |
Equatoriaal-Guinea |
60% |
Eritrea |
50% |
Eswatini |
50% |
Ethiopië |
40% |
Fiji |
50% |
Filipijnen* |
50% |
Gabon |
70% |
Gambia |
40% |
Georgië |
40% |
Ghana |
50% |
Grenada |
70% |
Guatemala |
60% |
Guinee |
50% |
Guinee-Bissau |
50% |
Guyana |
50% |
Haïti |
70% |
Honduras |
50% |
Hong Kong SAR, China* |
90% |
India |
40% |
Indonesië** |
40% |
Irak |
60% |
Iran |
30% |
Israël |
100% |
Ivoorkust |
50% |
Jamaica |
60% |
Japan* |
100% |
Jemen |
50% |
Jordanië* |
50% |
Kaapverdië |
60% |
Kameroen |
50% |
Kazachstan |
40% |
Kenia |
50% |
Kirgizië |
30% |
Kiribati |
90% |
Koeweit |
80% |
Kosovo |
50% |
Laos |
40% |
Lesotho |
50% |
Libanon |
40% |
Liberia |
50% |
Libië |
30% |
Macau SAR, China |
70% |
Madagaskar |
40% |
Malawi |
50% |
Maldiven |
60% |
Maleisië |
50% |
Mali |
50% |
Marokko1 |
50% |
Marshalleilanden |
100% |
Mauritanië |
50% |
Mauritius |
50% |
Mexico |
60% |
Micronesia |
100% |
Moldavië |
40% |
Monaco* |
100% |
Mongolië |
40% |
Montenegro** |
50% |
Mozambique |
50% |
Myanmar |
30% |
Namibië |
60% |
Nauru |
90% |
Nepal |
40% |
Nicaragua |
40% |
Nieuw-Zeeland** |
100% |
Niger |
50% |
Nigeria |
50% |
Noord-Macedonië* |
50% |
Oeganda |
40% |
Oekraïne |
40% |
Oezbekistan |
30% |
Oman |
60% |
Pakistan |
30% |
Palau |
90% |
Panama* |
60% |
Papoea-Nieuw-Guinea |
80% |
Paraguay* |
50% |
Peru |
60% |
Qatar |
80% |
Russische Federatie |
50% |
Rwanda |
40% |
Saba |
70% |
Saint Kitts en Nevis |
70% |
Saint Lucia |
80% |
Saint Vincent en de Grenadines |
70% |
Salomonseilanden |
100% |
Samoa |
70% |
San Marino |
90% |
Sao Tomé en Principe |
60% |
Saoedi-Arabië |
60% |
Senegal |
50% |
Servië** |
50% |
Seychellen |
60% |
Sierra Leone |
30% |
Singapore |
70% |
Sint Eustatius |
80% |
Sint Maarten (Frans gedeelte) |
100% |
Sint Maarten (Nederlands deel) |
70% |
Soedan |
30% |
Somalië |
40% |
Sri Lanka |
30% |
Suriname** |
40% |
Syrië |
50% |
Tadzjikistan |
30% |
Taiwan |
80% |
Tanzania |
50% |
Thailand* |
50% |
Timor-Leste |
60% |
Togo |
50% |
Tonga |
80% |
Trinidad en Tobago |
70% |
Tsjaad |
50% |
Tunesië** |
40% |
Turkije2 |
40% |
Turkmenistan |
60% |
Tuvalu |
100% |
Uruguay |
80% |
Vanuatu |
100% |
Venezuela |
50% |
Verenigd Koninkrijk3 |
100% |
Verenigde Arabische Emiraten |
70% |
Verenigde Staten** |
100% |
Vietnam |
40% |
Westelijke Jordaanoever en Gaza |
70% |
Zambia |
40% |
Zimbabwe |
90% |
Zuid-Afrika** |
60% |
Zuid-Korea** |
90% |
Zuid-Soedan |
50% |
Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb. 2016/67). De woonlandfactor uit deze tabel geldt daarom alleen voor personen die werken in het algemeen belang voor zover zij na 1 januari 2021 op grond van het Besluit regels export uitkeringen recht op kinderbijslag hebben voor een in Marokko wonend kind.
Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).
Voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden als het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, het Handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk of het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk zich tegen toepassing van het woonlandbeginsel verzet.
Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (hierna: de regeling), bedoeld in artikel 1 van die regeling, vervangen door de bijlage bij deze wijzigingsregeling. De bijlage bevat de geactualiseerde woonlandfactoren.
De regeling vloeit voort uit de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid. Die wet beoogt te voorkomen dat Nederlandse uitkeringen die buiten één van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland worden verstrekt, naar lokale maatstaven bezien, uit de pas lopen. Het gaat hier enkel om situaties waarbij export van uitkeringen mogelijk is op basis van bilaterale verdragen of nationale wetgeving. Concreet gaat het hier om de uitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop, de kinderbijslag en het kindgebonden budget.
In de bijlage bij deze wijzigingsregeling wordt het percentage – de zogenoemde woonlandfactor – vastgesteld dat het kostenniveau aangeeft van een bepaald land ten opzichte van het kostenniveau in Nederland. Het percentage bedraagt evenwel niet meer dan 100. Wanneer de uitkeringsgerechtigde, respectievelijk het kind, buiten één van de bovenbedoelde landen woont, wordt de hoogte van de genoemde uitkeringen vastgesteld op de woonlandfactor maal de hoogte van de desbetreffende uitkering in Nederland.
De in de bijlage vermelde percentages worden verkregen door de verhouding te berekenen tussen het koopkrachtpariteitscijfer (gecorrigeerd voor de wisselkoers) van het woonland en die van Nederland. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente cijfers van de Wereldbank1. Op dit moment zijn dat cijfers over het jaar 2021. Export van uitkeringen kan ook plaatsvinden naar landen waarvan het koopkrachtpariteitscijfer niet bekend is bij de Wereldbank. Aan de hand van een ander economisch kerncijfer, het bruto binnenlands product (hierna: BBP) per hoofd van de bevolking2 wordt dan een koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. De hieruit voor de verschillende landen voortvloeiende percentages worden uitgedrukt in categorieën afgerond op tientallen procenten, waarbij de afronding geschiedt naar boven. Voor landen3 waarvan de Wereldbank geen van beide economische kerncijfers beschikbaar heeft is aan de hand van gegevens van de Verenigde Naties over het BBP per hoofd van de bevolking4 over het jaar 2021 een koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. Bij de bepaling van het koopkrachtpariteitscijfer voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gebruikgemaakt van CBS-gegevens over het BBP per hoofd van de bevolking5 over het jaar 2020
De koopkrachtpariteitscijfers zijn onderhevig aan veranderingen in het kostenniveau van landen. Dit vormt een verklaring voor de schommelingen in de woonlandfactor van enkele landen ten opzichte van het jaar 2023. Bovendien schommelen de cijfers, omdat deze worden afgerond op tientallen. Gelet op deze schommelingen wordt een termijn van aankondiging en voorbereiding op de wijziging in acht genomen. Deze wijzigingsregeling zal dan ook na vaststelling en publicatie in werking treden met ingang van 1 januari 2024.
Soms verandert een woonlandfactor ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Vaak hebben deze wijzigingen rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de (bijlage bij de) regeling hoeft te worden aangepast. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt. Dit voorbehoud bij de in de tabel opgenomen percentages is opgenomen in de aanhef van de tabel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Indicator Wereldbank: ‘Price level ratio of PPP conversion factor (GDP) to market exchange rate’
https://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF, geraadpleegd op 3 april 2023.
Indicator Wereldbank: ‘GDP per capita (current US$)’
https://data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.PCAP.CD, geraadpleegd op 3 april 2023.
Cuba, Eritrea, Jemen, Koewit, San Marino, Sint Maarten (Nederlands deel), Syrië, Turkmenistan, Venezuela, Zuid-Soedan.
Indicator Verenigde Naties: ‘Per capita GDP at current prices – US dollars’
http://data.un.org/Data.aspx?q=gdp+per+capita&d=SNAAMA&f=grID%3a101%3bcurrID%3aUSD%3bpcFlag%3a1, geraadpleegd op 29 maart 2023.
Indicator Centraal Bureau voor de Statistiek: ‘Caribisch Nederland; bruto binnenlands product (bbp) per inwoner’ https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/85251NED/table?dl=7B90F, geraadpleegd op 16 februari 2023.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-14103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.