Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 mei 2023, nr. 2023-0000016374, houdende regels voor het verstrekken van een specifieke uitkering ten behoeve van de uitvoeringsactiviteiten van Regio Deals, vierde tranche (Regeling specifieke uitkering Regio Deals vierde tranche)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Regio Deal:

convenant dat door de Minister en één of meer regiopartners is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren;

private regiopartner:

privaatrechtelijke rechtspersoon die partij is bij een Regio Deal;

publieke regiopartner:

provincie, gemeente, openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of waterschap, die partij is bij een Regio Deal;

regiokassier:

publieke regiopartner, niet zijnde een waterschap, die ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal de taak van kassier vervult of zal vervullen;

regionale private financiering:

voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een private regiopartner;

regionale publieke financiering:

voor de uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdragen in natura van een publieke regiopartner, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk.

Artikel 2 Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt

De minister kan een specifieke uitkering verstrekken aan een regiokassier voor activiteiten ter uitvoering van het doel, de aanpak of de beoogde resultaten zoals vastgelegd in een Regio Deal.

Artikel 3 Hoogte van de uitkering en uitkeringsplafond

  • 1. Een specifieke uitkering bedraagt ten minste € 5.000.000 en ten hoogste € 40.000.000 inclusief de BTW en is in beginsel gelijk aan het bedrag dat door regionale publieke en private financiering tezamen beschikbaar wordt gesteld.

  • 2. De minister kan in totaal ten hoogste € 284.200.000 aan specifieke uitkeringen verstrekken.

Artikel 4 Niet in aanmerking komende kosten

  • 1. De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor het bekostigen van de BTW die verschuldigd is over de kosten ten gevolge van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of aftrek op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968.

  • 2. Het bedrag aan compensabele BTW stort de minister in het BTW-compensatiefonds.

Artikel 5 Voorwaarden voor de uitkering

  • 1. De specifieke uitkering wordt uitsluitend verstrekt indien een Regio Deal is gesloten in de periode van 1 mei 2023 tot en met 15 november 2023.

  • 2. De specifieke uitkering wordt uitsluitend verstrekt indien één of meer regiopartners ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal financiële verplichtingen aangaan, middelen beschikbaar stellen of kosten maken.

  • 3. Er wordt per gesloten Regio Deal ten hoogste één specifieke uitkering verstrekt.

Artikel 6 Verlening en betaling van de uitkering

  • 1. De minister verleent de specifieke uitkering binnen twaalf weken na het sluiten van de Regio Deal.

  • 2. Bij de verlening van de specifieke uitkering wordt een voorschot van in totaal 100% verleend, dat in beginsel in twee termijnen wordt betaald.

  • 3. De wijze van betaling aan de regiokassier wordt opgenomen in de beschikking.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. De regiokassier draagt er zorg voor dat de specifieke uitkering uitsluitend aan uitvoeringsactiviteiten van de Regio Deal wordt besteed.

  • 2. De regiokassier is verplicht om:

    • a. de specifieke uitkering volledig te besteden tijdens de in de verleningsbeschikking opgenomen periode;

    • b. de minister op verzoek te informeren over de voortgang van de uitvoeringsactiviteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt;

    • c. de minister op verzoek alle overige informatie te verschaffen ten behoeve van rapportages over de Regio Deals; en

    • d. uiterlijk binnen twee maanden na besteding van de specifieke uitkering of als alle activiteiten op basis van de Regio Deal zijn afgerond, een eindverslag te sturen naar de minister.

  • 3. Indien de volledige besteding van de specifieke uitkering voor het einde van de periode, bedoeld in het tweede lid, onder a, niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de regiokassier verlengen.

  • 4. De minister kan in de verleningsbeschikking andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel en de uitvoering van een Regio Deal.

Artikel 8 Verantwoording, vaststelling en terugvordering

  • 1. De regiokassier legt jaarlijks financiële verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

  • 2. De minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de regiokassier, op de in het eerste lid bedoelde wijze, de eindverantwoording aan de minister heeft verstrekt.

  • 3. De minister stelt de specifieke uitkering overeenkomstig de verlening vast, tenzij:

    • a. de uitvoeringsactiviteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend, niet of niet volledig hebben plaatsgevonden; of

    • b. niet is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5, en de verplichtingen, bedoeld in artikel 7.

  • 4. Indien uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet, niet volledig of onrechtmatig is besteed, kan de minister de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel terugvorderen. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de regiokassier.

Artikel 9 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2023. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 mei 2023, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 mei 2023.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 mei 2024, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering Regio Deals vierde tranche.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Algemeen

1. Doel en aanleiding

In Regio Deals werken regionale partijen en Rijk samen als partners om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers (de zogenoemde ‘brede welvaart’) binnen een regio te vergroten. Het gaat om het versterken van regionale economische kansen, sociale samenhang en kansengelijkheid, waarbij ook oog is voor de fysieke leefomgeving. De behoefte en de kracht van een regio zijn hierbij het uitgangspunt. Het is belangrijk om oog te hebben voor de specifieke opgaven en ontwikkelmogelijkheden per gebied en om de ontwikkeling van stad en landelijk gebied in samenhang te beschouwen. Daarvoor zijn stad, regio en Rijk samen verantwoordelijk, omdat ze bij het oplossen van deze vraagstukken ook afhankelijk van elkaar zijn. Regionale overheden, kennis- en culturele instituten, ondernemers, maatschappelijke organisaties en inwoners maken samen een integrale aanpak die past bij de opgave en het DNA van het gebied. Vervolgens werken de regio en het Rijk het voorstel gezamenlijk uit tot een Regio Deal. Betrokkenheid en inzet van alle partijen is belangrijk voor een succesvol partnerschap.

Financieel bijdragen door zowel het Rijk als de regio is onderdeel van die inzet. Voor 2023 is door het Rijk € 284,2 miljoen beschikbaar gesteld. De financiering door het Rijk heeft als doel om de plannen die in een convenant van een Regio Deal zijn vastgelegd uit te kunnen voeren. Daarnaast worden middelen ingezet om als een vliegwiel te functioneren voor andere investeringen in de regio en een sterkere regionale samenwerking.

De verantwoordelijkheid voor de Regio Deals is in 2022 overgegaan van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). In de Kamerbrief van 15 april 2022 heeft de Minister van BZK de contouren geschetst voor de nieuw af te sluiten Regio Deals en het beoogde proces.1 In de brief van 1 juli 2022 heeft de Minister van BZK de Kamer geïnformeerd over het afwegingskader voor de beoordeling van voorstellen voor een Regio Deal en is het proces uiteengezet.2 Daarin is aangekondigd dat de minister voornemens is de middelen voor de vierde tranche via een specifieke uitkering beschikbaar te stellen. Deze regeling biedt de grondslag voor toekenning van de financiële bijdrage aan Regio Deals die in 2023 worden afgesloten.

2. Hoofdlijnen financiering Regio Deals vierde tranche

De totale omvang van het budget voor de vierde tranche bedraagt € 284,2 miljoen. Tussen 15 juli en 15 november 2022 konden de regio’s voorstellen indienen. Op basis van het afwegingskader, dat in de Uitnodiging aanmelding voorstellen voor vierde tranche Regio Deals3 is opgenomen, hebben het Ministerie van BZK en de relevante vakdepartementen vanaf 16 november 2022 de voorstellen geanalyseerd. Op basis daarvan heeft het kabinet veertien voorstellen geselecteerd die met Rijks- en regiopartners verder worden uitgewerkt tot Regio Deals.4 Dit betreft het vervolgtraject om te komen tot bestuurlijke afspraken. Bij de afronding van dat traject wordt de hoogte van de uiteindelijke financiële bijdrage aan een Regio Deal vanuit het Rijk bepaald en opgenomen in de betreffende Regio Deal. Toekenning van die bijdrage alsmede het opleggen van de daarbij geldende voorwaarden en verplichtingen vinden plaats op grond van deze regeling.

De specifieke uitkering vanuit het Rijk is per deal minimaal € 5 miljoen en maximaal € 40 miljoen inclusief de BTW (artikel 3). Het uitgangspunt is dat de bijdrage die door het Rijk beschikbaar wordt gesteld aan een Regio Deal evenveel bedraagt als de totale bijdrage die door de regionale partners beschikbaar wordt gesteld. Met de begrippen regionale publieke en private financiering wordt dit nader geduid (artikel 1). Het gaat dus zowel om private bijdragen als publieke middelen. Wat betreft publieke middelen kan het zowel gaan om (her)prioritering van beschikbare (financiële) middelen van regionale overheden als om de inzet van additionele middelen die nog niet voor een ander doel zijn aangewend. Daarnaast kunnen dit vrij besteedbare middelen zijn die afkomstig zijn van het Rijk en die via een decentralisatie-uitkering zijn uitgekeerd. Voor zover de regionale overheden die middelen nog beschikbaar hebben, kunnen deze uiteraard worden ingezet als regionale financiering voor de uitvoering van de Regio Deal. Ook middelen van de Europese Unie die worden ingezet voor (een project in het kader van) de uitvoering van een Regio Deal, tellen mee als een bijdrage van een publieke regionale partner. Daarentegen vallen middelen die voortvloeien uit een specifieke uitkering die voor bepaalde activiteiten of een opdracht of subsidie van Rijkszijde zijn ontvangen, ook al maken die opdrachten of activiteiten deel uit van de uitvoering van een Regio Deal, niet onder publieke financiering. Van de regionale partijen wordt verwacht dat zij een financiële bijdrage of bijdrage in natura leveren die passend is gegeven de opgaven en de draagkracht van de regio, waarbij 50% als uitgangspunt geldt. Onder omstandigheden kan hiervan worden afgeweken: zo kunnen kwetsbare regio’s beargumenteerd afwijken van de 50% financiering en een lager percentage bijdragen. Financiering die meer bedraagt dan het bedrag dat aan specifieke uitkering op grond van deze regeling beschikbaar wordt gesteld is mogelijk zonder dat dit beargumenteerd hoeft te worden.

Onder een bijdrage in natura wordt verstaan: een bijdrage van eigen arbeid, het verlenen van een dienst en het inbrengen of ter beschikking stellen van (on)roerende goederen zonder dat daar een (evenredige) tegenprestatie tegenover staat. Er worden bijvoorbeeld gratis bijdragen verleend in de vorm van arbeid of activiteiten van medewerkers die in dienst zijn van de deelnemers van de Regio Deal. Voor het bepalen van de waarde van de bijdrage is het van belang te bepalen wat de gebruikelijke waarde van de zaak of dienst in het economisch verkeer is. Daarbij kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van het standaardtarief of het bedrag dat onder normale omstandigheden in rekening zou worden gebracht voor het inhuren van personeel. De waarde van een bijdrage in natura is de gebruikelijke waarde van de bijdrage in het economisch verkeer, verminderd met de waarde van een eventuele financiële vergoeding daarvoor. Deze bijdrage moet dus een reële economische waarde hebben of een waarde die gangbaar is in het economische verkeer die controleerbaar is door een accountant.

Van de totaal ontvangen specifieke uitkering mag maximaal totaal 3% aan VAT kosten (Voorbereiding, Administratie en Toezicht) worden opgevoerd bij de verantwoording. Deze kosten dienen via een aparte indicator te worden verantwoord. Tenzij anders is aangegeven worden bedragen in de SiSa-bijlage netto verantwoord.5 Van dit percentage kan onder omstandigheden worden afgeweken.

3. Uitvoering Regio Deals vierde tranche

Voor de Regio Deals die in het kader van de vierde tranche tot stand komen, geldt dat de middelen beschikbaar worden gesteld voor uitvoeringsactiviteiten in het kader van de aanpak zoals opgenomen in een Regio Deal (artikel 2). De specifieke uitkering voor de uitvoering van een Regio Deal is voor een grote verscheidenheid van activiteiten van de regionale partners. De hoofdlijnen van de inzet van zowel de specifieke uitkering als de regionale bijdrage om uitvoering te geven aan een Regio Deal worden in gezamenlijkheid bepaald in de betreffende Regio Deal. Dit kan als aanpak of werkwijze worden uitgewerkt op het niveau van thema’s, pijlers en/of programma’s, met als rode draad de ambities en doelstellingen van de dealpartijen.

Op regionaal niveau wordt in de uitvoeringsfase bepaald aan welke concrete projecten, initiatieven en activiteiten deze bijdragen beschikbaar moeten worden gesteld. Op deze manier kan er in de uitvoeringsfase van de Regio Deal regionaal maatwerk worden geleverd. De Regio Deal vormt het kader van de uitvoering en geeft de grote lijnen van de samenwerking tussen Rijk en regio weer. De concretisering van de uitvoering van de Regio Deal door de regio kan vorm krijgen of ingebed worden in regionaal ontwikkelde programma’s, trajecten, samenwerkingen enzovoort.

Voor de beschikbaarstelling van de specifieke uitkering is gekozen voor een centrale partner in deze uitvoeringsfase van de bestuurlijke samenwerking met de regio, de regiokassier. De regiokassier is een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Andere publieke partners of private regiopartners kunnen niet de rol van regiokassier vervullen, omdat het niet mogelijk is een specifieke uitkering aan hen te verstrekken.

In de Regio Deal wordt na overleg met de regionale partners vastgelegd wie deze rol vervult en hoe deze wordt ingevuld in het kader van de uitvoeringsfase. Betrokkenheid bij de Regio Deal is een vereiste voor de regiokassier. Het is ook een vereiste dat de regiokassier een partij is in het convenant dat wordt ondertekend. De regiokassier administreert de voor de Regio Deal beschikbaar gestelde financiële bijdragen, beheert ze feitelijk en zorgt tevens voor de betaling van de kosten van de uitvoeringsactiviteiten. Het is de verantwoordelijkheid van de regiokassier om te communiceren met de publieke en private regionale partners welke (financiële) informatie zij moeten aanleveren om verantwoording te kunnen afleggen over welk bedrag er aan de Regio Deal is besteed door middel van financiering.

Ook kan de regiokassier een subsidieregeling vaststellen op grond waarvan (een deel van) de beschikbaar gestelde bijdrage, waaronder ook de specifieke uitkering, als subsidie kan worden verstrekt. De nadere invulling van de rol van de regiokassier is afhankelijk van wat de regio voor ogen heeft bij de concretisering van de uitvoering. De regiokassier dient er wel voor zorg te dragen dat bij eventuele verstrekking van financiële middelen aan een regiopartner, de afspraken en verwachtingen voor de gehele periode goed worden vastgelegd en regelmatig worden geëvalueerd met de betrokkenen.

De activiteiten waarvoor de uitkering wordt verstrekt, kunnen activiteiten zijn waarover de regiopartners BTW verschuldigd zijn. De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of aftrek op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 (artikel 4). De BTW-component wordt gestort in het BTW-Compensatiefonds van het Ministerie van Financiën. Gemeenten en provincies kunnen op grond van de relevante wet- en regelgeving een beroep doen op terugontvangst van de betaalde BTW-componenten.

Voorwaarde voor een specifieke uitkering is dat de Regio Deal is gesloten in de periode van 1 mei 2023 tot en met 15 november 2023. Per Regio Deal wordt maximaal één specifieke uitkering verstrekt. Vereist is dat één of meer regiopartners ten behoeve van de uitvoering van de Regio Deal financiële verplichtingen aangaan, middelen beschikbaar stellen of kosten maken (artikel 5).

4. Betaling en verlening van de specifieke uitkering (artikel 6)

De minister verleent de specifieke uitkering binnen twaalf weken na het sluiten van de Regio Deal.

Bij de verlening van de specifieke uitkering wordt een voorschot van 100% verleend. In beginsel wordt het voorschot in twee termijnen uitbetaald. De wijze van betaling aan de regiokassier wordt opgenomen in de verleningsbeschikking.

5. Verplichtingen (artikel 7)

Uitgangspunt is dat de specifieke uitkering volledig wordt besteed in de periode waarvoor de Regio Deal is afgesloten en die in de verleningsbeschikking is opgenomen. Indien de volledige besteding voor de einddatum niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de regiokassier namens alle betrokken partijen verlengen. Daarnaast dient de regiokassier de minister op verzoek informatie te verschaffen over de voortgang van de uitvoeringsactiviteiten en alle overige informatie te verschaffen ten behoeve van rapportages over de Regio Deals. In de verleningsbeschikking kunnen nog andere verplichtingen worden opgenomen.

De regiokassier is verplicht om uiterlijk binnen twee maanden na besteding van alle middelen dan wel als alle activiteiten zijn ontplooid, een eindverslag te sturen naar de minister. Een eindverslag is een verslag dat inzicht geeft in de activiteiten die zijn ontplooid, welke resultaten zijn behaald, in hoeverre de doelstellingen van de Regiodeal zijn gehaald en hoe de samenwerking tussen de deelnemers is verlopen. Dit verslag staat niet gelijk aan de uitgebreide financiële verantwoording als bedoeld in artikel 8 van deze regeling.

6. Verantwoording, vaststelling en terugvordering (artikel 8)

Op de financiële verantwoording door de regiokassier van de besteding van de specifieke uitkering zijn artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, de Regeling informatieverstrekking Sisa en artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten van toepassing. Het verleende bedrag dient jaarlijks uiterlijk op 15 juli van het jaar volgend op de begrotingsjaren te worden verantwoord, tot de eindverantwoording heeft plaatsgevonden. Er vinden kortom een jaarlijkse en een eind financiële verantwoording plaats die door de regiokassier worden gedaan;

de regiokassier (een provincie, gemeente of openbaar lichaam) verantwoordt over de rechtmatigheid van bestedingen waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt. Dit gebeurt via de single information, single audit (SiSa) methodiek in de jaarrekening. Deze eindverantwoording bevat tevens een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven welk bedrag er aan de Regio Deal is besteed door middel van financiering door de partners. Doel hiervan is te kunnen vaststellen dat aan artikel 3, eerste lid, van de regeling is voldaan. De eindverantwoording vindt plaats als alle middelen volledig besteed zijn (door bij indicator ‘Eindverantwoording Ja/Nee¨ ja in te vullen), dan wel als alle activiteiten ontplooid zijn en er nog middelen over zijn (welke kunnen worden teruggevorderd). Het jaartal van de eindverantwoording kan hierdoor per Regio Deal verschillen.

Indien de regiokassier de uitkering ter beschikking stelt aan medeoverheden (waaronder gemeenten, waterschappen of openbaar lichamen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen), dan moet verantwoording via toepassing van SiSa plaatsvinden. De SiSa tussen medeoverheden systematiek is in dat geval van toepassing. Als er sprake is van SiSa tussen medeoverheden, zal de eindverantwoording pas in jaar T+2 plaatsvinden. Dit betekent niet dat de bestedingstermijnen zoals opgenomen in de verleningsbeschikking overschreden kunnen worden.

Indien uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de uitkering niet, niet volledig of onrechtmatig is besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt, dan kan de minister (een deel van) de toegekende specifieke uitkering terugvorderen.

7. Staatssteun

De publieke regiopartners moeten bij de toepassing van deze specifieke uitkering onder andere rekening houden met de Europese staatssteun- en aanbestedingsregels.

De provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen hebben een zelfstandige verantwoordelijkheid om te toetsen of de projecten en de voorziene bestedingen van de middelen aan deze regels voldoen.

De staatssteuntoets op Rijksniveau beperkt zich alleen tot de medeoverheid die de specifieke uitkering ontvangt. Op niveau van Rijk – medeoverheid hoeven de staatssteunregels doorgaans niet te worden toegepast omdat de medeoverheid bij de Regiodeals veelal niet als onderneming optreedt maar als publiek orgaan.

Het Rijk verricht echter geen staatssteuntoets op decentraal en projectniveau. Dit is niet mogelijk omdat op voorhand nog niet duidelijk is hoe de middelen volledig zullen worden besteed, wie de eindbegunstigden zijn en welke activiteiten zullen worden verricht. Ook als de staatssteunregels moeten worden toegepast kunnen in de meeste gevallen de projecten nog gefinancierd worden.

Indien bij de uitvoering van de projecten gebruik wordt gemaakt van door derden verleende diensten dan moet dit tegen marktconforme voorwaarden gebeuren.

Bij aanbestedingen ten behoeve van projecten is het van belang dat er aan de vereisten van de Aanbestedingswet 2012 wordt voldaan.

Voor meer informatie over de toepassing en uitleg van de Europese staatssteun- en aanbestedingsregels kan contact worden opgenomen met kenniscentrum Europa decentraal.

8. Relatie met andere nationale regelgeving

8.1 Algemene wet bestuursrecht

Een beschikking tot het verstrekken van een specifieke uitkering is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Indien de regiokassier (een bestuursorgaan van een provincie, gemeente of openbaar lichaam) het niet eens is met de beschikking van de minister, dan kan die daartegen in bezwaar gaan en vervolgens beroep bij de bestuursrechter instellen op grond van de Awb. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat volgens deze regeling alleen een provincie, gemeente of openbaar lichaam regeling in aanmerking komt voor het ontvangen van een specifieke uitkering. Dat betekent dat derden, zoals de bij de Regio Deal betrokken andere partijen, geen rechtstreeks belang hebben bij de beschikking van de minister en dat zij om die reden niet als belanghebbenden tegen die beschikking in bezwaar of beroep kunnen gaan. Als de regiokassier de bijdrage aan andere regiopartners verstrekt in de vorm van een subsidie, is ook op die verstrekking de Awb van toepassing.

8.2 Financiële-verhoudingswet

De financiële verhouding tussen het Rijk en medeoverheden is geregeld in de Financiële-verhoudingswet.6 De bepalingen over specifieke uitkeringen uit de Financiële-verhoudingswet zijn op deze regeling van toepassing. Daarom is in deze ministeriële regeling toepassing gegeven aan artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de wijze van verantwoording door de regiokassier van de besteding van de specifieke uitkering en de eventuele terugvordering als deze onrechtmatig zou worden besteed. Dit is gedaan in lijn met het uitgangspunt bij specifieke uitkeringen om de wijze van verantwoording en terugvordering in de regeling van de specifieke uitkering op te nemen.

8.3 Grondslag van deze regeling

In dit geval is gebruik gemaakt van artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet. Dat biedt in samenhang met artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Awb, de mogelijkheid om, vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke grondslag, een ministeriële regeling vast te stellen. Dit kan alleen mits binnen een jaar na vaststelling van de regeling de wettelijke grondslag daarvoor is gerealiseerd. In dit geval wordt een tijdelijke algemene maatregel van bestuur voorbereid op grond van artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet. Het opstellen van deze algemene maatregel van bestuur is een separaat regelgevingstraject.

9. Gevolgen

9.1 Regeldruk en administratieve/bestuurlijke lasten

Aangezien het om specifieke uitkeringen aan provincies, gemeenten of openbare lichamen gaat, brengt de regeling geen administratieve lasten voor burgers en bedrijven met zich mee. De regeling brengt wel bestuurlijke en administratieve lasten voor de medeoverheden mee, aangezien zij verantwoording moeten afleggen over onderhavige specifieke uitkering. De verantwoordingslasten worden zoveel mogelijk beperkt door de verantwoording via SiSa te laten verlopen.

9.2 Financiële gevolgen voor het Rijk

Op grond van deze regeling is, naast het deel dat in het BTW-Compensatiefonds wordt gestort, in totaal € 284,2 miljoen beschikbaar gesteld voor de Regio Deals vierde tranche.

10. Advies en consultatie

10.1 Internetconsulatie

Van 9 maart tot 6 april 2023 is de ontwerpregeling specifieke uitkering Regio Deals vierde tranche voor consultatie op www.internetconsultatie.nl gepubliceerd waarbij eenieder de gelegenheid is geboden te reageren. Er is één reactie binnengekomen. Deze reactie plaatst vraagtekens bij nut en noodzaak van de regeling. In paragraaf 1 en 2 is hier een toelichting op gegeven.

10.2 Code interbestuurlijke verhoudingen

In het kader van de Code interbestuurlijke verhoudingen is dit besluit voorgelegd aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal overleg en de Unie van Waterschappen. Zij hebben geen advies uitgebracht over de regeling.

11. Inwerkingtreding en vervaldatum (artikel 9)

De regeling treedt in werking op 1 mei 2023. Een specifieke uitkering wordt uitsluitend verstrekt als een Regio Deal in de periode van 1 mei tot en met 15 november 2023 wordt afgesloten. Vanaf het moment van sluiten van een deal ontstaat aanspraak op een specifieke uitkering. Deze aanspraak is pas definitief op het moment van de beschikking. Daarom is het streven om deze regeling voor deze periode in werking te laten treden. Mocht publicatie in de Staatscourant na 1 mei 2023 plaatsvinden, dan wordt aan de regeling terugwerkende kracht tot en met die datum toegekend. Hiermee is afgeweken van de vaste verandermomenten en het hanteren van de minimuminvoeringstermijn. Dit wordt gerechtvaardigd, omdat het een begunstigende regeling betreft, waarbij geen voorbereidingstijd voor de rechtssubjecten meer nodig is omdat de regiopartners reeds voorafgaand aan vaststelling van de regeling hun voorstel voor een Regio Deal hebben ingediend. Voorts ontstaat er vanaf het moment van sluiten van de Regio Deal aanspraak op een specifieke uitkering op grond van deze regeling, die definitief wordt op het moment van de beschikking.

De regeling is van tijdelijke aard en vervalt met ingang van 1 mei 2024, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verstrekt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 29 697, nr. 108.

X Noot
2

Kamerstukken II 2021/22 29 697, nr. 109.

X Noot
4

Kamerstukken II 2022/23, 29 697, nr. 111.

X Noot
5

Regeling informatieverstrekking Sisa.

X Noot
6

Voor openbare lichamen is dit vastgelegd in de artikelen 34a, 47a en 58a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Naar boven