Bekendmaking van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 17 april 2023, nr. 2023-0000198878, van het addendum planning overloopperiode automatische waardeoverdracht klein pensioen van voor 1 januari 2018

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

deelt op grond van artikel 17f, tweede lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling mee dat het addendum planning overloopperiode automatische waardeoverdracht klein pensioen van voor 1 januari 2018 is vastgesteld.

Deze bekendmaking zal met toelichting en het plan van aanpak in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Artikel 17f, tweede lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling bepaalt dat de pensioenuitvoerders, in overleg met de Stichting Pensioenregister, een plan maken voor de gefaseerde uitvoering van de waardeoverdracht van kleine pensioenen waarvoor binnen zes maanden na 1 januari 2020 bij het pensioenregister een opgave is gevraagd. Dat plan is op 8 maart 2021 vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en op 16 maart 2021 gepubliceerd in de Staatscourant. In het plan werd rekening gehouden met een overloopperiode van 8 maanden, van mei tot en met december 2023, waarin de overdracht van de kleine pensioenen die niet volgens planning konden worden overgedragen opnieuw gepland zouden worden door middel van een addendum. Het addendum bij het plan voor de gefaseerde uitvoering automatische waardeoverdracht kleine pensioenen (hierna addendum) wordt op voordracht van de pensioenuitvoerders en de Stichting Pensioenregister, en na advies van de toezichthouders, vastgesteld. In deze bekendmaking is de vaststelling van het Addendum opgenomen. Dit addendum wordt als bijlage bij de bekendmaking gepubliceerd.

Toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) hebben positief geadviseerd over het plan van aanpak. De AFM verwijst naar de eerdere aandachtspunten uit haar brief van 18 februari 2021. Deze aandachtspunten worden in de volgende alinea nader uitgewerkt, zodat de betrokken pensioenuitvoerders hier kennis van kunnen nemen en hier rekening mee kunnen houden, in het bijzonder in de communicatie naar de deelnemer.

De aandachtspunten zijn de samenloop met de uitwerking van het pensioenakkoord, het meten van geslaagde waardeoverdrachten en dat het van belang is dat pensioenuitvoerders richting deelnemers transparant zijn over wat en wanneer er met hun pensioen gebeurt. Daarbij is het van belang dat pensioenuitvoerders er alles aan doen om de deelnemers betrokken bij de uitvoering van het plan tijdig, correct, duidelijk en evenwichtig te informeren, en dat deze informatie aansluit op de behoeften en kenmerken van deelnemers. Ondanks dat de deelnemer bij de uitvoering van het plan geen keuze krijgt voorgelegd, is het belangrijk dat pensioenuitvoerders transparant zijn over wat er met het pensioen van deelnemers gebeurt.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Addendum bij het plan voor de gefaseerde uitvoering automatische waardeoverdracht kleine pensioenen

Inhoudsopgave

1: Aanleiding, planning en doel addendum

3

2: De planning van de uitgaande waardeoverdrachten per uitvoerder

4

3: Monitoring van de uitvoering van het addendum

4

4. Evaluatie van de Wet waardeoverdracht klein pensioen

5

Bijlage 1: Planning uitgaande overdrachten per pensioenuitvoerder in overloopperiode

6

Bijlage 2: Lijst van 11 pensioenuitvoerders met meer dan 10.000 uitgaande waardeoverdrachten

8

1: Aanleiding, planning en doel addendum

Aanleiding

Op 1 maart 2018 is de Wet waardeoverdracht klein pensioen van kracht geworden. De wetgever beoogt met de automatische waardeoverdracht het behoud van de pensioenbestemming van kleine pensioenen te waarborgen. In deze wet is vastgelegd dat onder bepaalde voorwaarden pensioenuitvoerders het recht op de automatische waardeoverdracht ook mogen toepassen op de bestaande kleine pensioenen die vanwege einde dienstverband zijn ontstaan vóór 1 januari 2018.

Hiervoor geldt de voorwaarde dat de pensioenuitvoerders in gezamenlijkheid met het Pensioenregister een plan voor de gefaseerde automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen opstellen (verder: het plan). Dat plan is op 8 maart 2021 vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en op 16 maart 2021 gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 12677).

In het plan werd rekening gehouden met een overloopperiode van 8 maanden (mei- december 2023), waarin de overdracht van de kleine pensioenen die niet volgens planning konden worden overgedragen opnieuw gepland zou worden. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • Voldoet een pensioenuitvoerder niet aan de planning, dan zal door de koepelwerkgroep Waardeoverdracht klein pensioen (verder: koepelwerkgroep WOKP) in overleg met de pensioenuitvoerders een moment in de overloopperiode worden besproken waarop die betreffende uitvoerder alsnog de waardeoverdrachten moet uitvoeren.

  • Op basis van de meldingen over het niet nakomen van de planning zal de koepelwerkgroep, in afstemming met alle pensioenuitvoerders, in januari 2023 een aanvullende planning opstellen voor de invulling van de overloopperiode die de maanden mei-december 2023 betreft.

  • Op voordracht van de uitvoerders en de Stichting Pensioenregister, en na advies van de toezichthouders, stelt de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen de aanvullende planning van de overloopperiode als addendum op het plan vast. Het plan inclusief addendum wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

Wetswijziging Wet waardeoverdracht klein pensioen

De overdrachten van kleine pensioenen die zijn ontstaan bij een collectieve beëindiging konden bij de publicatie van het oorspronkelijke plan nog niet worden overgedragen via het systeem van automatische waardeoverdracht kleine pensioenen. Per 1 januari 2023 is de Wet waardeoverdracht klein pensioen op dit punt gewijzigd, waardoor de overdracht van deze kleine pensioenen alsnog mogelijk is gemaakt.

In het oorspronkelijke plan werd uitgegaan van een beoogde inwerkingtreding van de wetswijziging per 1 januari 2022. In het plan werd dan ook geanticipeerd op de aangekondigde wetswijziging, door waardeoverdrachten die pas konden plaatsvinden na de wetswijziging vanaf 1 januari 2022 in te plannen. Daarbij werd vermeld dat als de wetswijziging niet op 1 januari 2022 in werking zou treden, de planning vanaf 1 januari 2022 zou worden aangepast. Daarbij golden de volgende uitgangspunten:

  • De waardeoverdrachten die in 2022 of 2023 zijn ingepland en die volgens de dan geldende wetgeving mogen worden overgedragen, worden conform de planning uitgevoerd.

  • De waardeoverdrachten die in 2022 of 2023 zijn ingepland en die volgens de dan geldende wetgeving niet mogen worden overgedragen (bijvoorbeeld ook indien een pensioenuitvoerder niet met zekerheid kan vaststellen of aan de voorwaarden wordt voldaan), worden gekenmerkt als overdrachten die niet binnen de toegewezen overdrachtsperiode kunnen worden overgedragen. Deze overdrachten worden niet uitgevoerd op het geplande moment, en schuiven automatisch naar de overloopperiode.

Planning

Doordat de wetswijziging niet op de destijds beoogde datum van 1 januari 2022 in werking is getreden, maar op 1 januari 2023, is het gevolg dat een aantal van in 2022 ingeplande waardeoverdrachten moesten doorschuiven naar de overloopperiode.

Door middel van dit addendum wordt invulling gegeven aan de aanvullende planning van de overloopperiode. Pensioenuitvoerders zijn na vaststelling van dit addendum verplicht de aanvullende planning te volgen.

In dit addendum wordt aangegeven:

  • in welke periode de individuele pensioenuitvoerders hun waardeoverdrachten moeten uitvoeren; en

  • hoe de pensioenuitvoerders uitvoering moeten geven aan de aanvullende planning.

De aanvullende planning betreft de periode van 1 mei 2023 t/m 31 december 2023.

Doel van het addendum

Het addendum is, net als het oorspronkelijke plan, opgesteld door de pensioenuitvoerders in overleg met Stichting Pensioenregister. Het doel van het addendum is het zorgdragen voor een beheerste en efficiënte overdracht van de kleine pensioenen van vóór 2018, die niet volgens de planning in het oorspronkelijke plan konden worden overgedragen. Ook in dit addendum is rekening gehouden met de belangen van zowel de overdragende als de ontvangende pensioenuitvoerders. De ontvangende uitvoerders hebben namelijk een acceptatieplicht voor inkomende waardeoverdrachten, maar moeten die kunnen uitvoeren met inachtneming van de wettelijke termijnen en communicatieverplichtingen. Ook is de capaciteit van het Pensioenregister (dat een belangrijke schakel in het proces vormt) meegenomen. De afspraken in dit addendum zijn bindend en gelden voor de hele pensioensector.

2: De planning van de uitgaande waardeoverdrachten per uitvoerder

In bijlage 1 is de planning opgenomen welke pensioenuitvoerders in welke periode hun kleine pensioenen die zijn ontstaan voor 1 januari 2018 bij het Pensioenregister moeten aanmelden en in geval dat er een pensioenuitvoerder is waarnaar de overdracht kan plaatsvinden, moeten overdragen.

Net als in het plan dat op 8 maart 2021 door de Minister van SZW is vastgesteld, is het ook voor de aanvullende planning in dit addendum noodzakelijk om voor een beheerste uitvoering van alle overdrachten onderscheid te maken tussen de pensioenuitvoerders die meer en pensioenuitvoerders die minder dan 10.000 overdrachten gaan uitvoeren.

Instructie pensioenuitvoerders met meer dan 10.000 te verwachten uitgaande overdrachten Er zijn 11 pensioenuitvoerders (zie bijlage 2 voor de lijst met namen) die gedurende de overloopperiode meer dan 10.000 uitgaande overdrachten verwachten uit te voeren. Aan hen wordt verzocht de overdrachten in gelijke wekelijkse porties te verdelen over de periode die hen is toegewezen. De planning is per maand opgesteld. Als de 11 grote pensioenuitvoerders alle uitgaande overdrachten van één maand, op hetzelfde moment in de maand doen, zou dit tot problemen leiden bij ontvangende pensioenuitvoerders met een beperkte inkomende capaciteit.

Getallenvoorbeeld: uitvoerder X gaat 64.000 pensioenen voor overdracht aanbieden aan het Pensioenregister. In de planning heeft deze pensioenuitvoerder 2 maanden toegewezen gekregen. Pensioenuitvoerder X moet zijn overdrachten in acht wekelijkse porties van 8.000 bij het Pensioenregister aanbieden (de werkelijke aantallen overdrachten zijn na reactie van Pensioenregister pas bekend.

Instructie pensioenuitvoerders met minder dan 10.000 te verwachten uitgaande waardeoverdrachten

Deze pensioenuitvoerders kunnen binnen de aangegeven periode zelf besluiten op welke wijze de waardeoverdrachten geïnitieerd worden. Dit mag in één keer, of verspreid over de verschillende weken in de toegewezen overdrachtsperiode.

3: Monitoring van de uitvoering van het addendum

Door onvoorziene omstandigheden is het mogelijk dat een pensioenuitvoerder niet aan de aanvullende planning uit dit addendum kan voldoen. Hoe dient de pensioenuitvoerder dan te handelen?

Procesafspraken:

  • Bij constatering van het niet kunnen nakomen van de aanvullende planning informeert de overdragende pensioenuitvoerder de toezichthouder DNB via het mailadres cwo@DNB.nl. Daarnaast wordt ook de koepelwerkgroep geïnformeerd via het emailadres waardeoverdracht@pensioenfederatie.nl

  • De overdragende pensioenuitvoerder meldt de koepelwerkgroep het aantal kleine pensioenen dat niet is overgedragen.

  • De koepelwerkgroep verzamelt alle meldingen over het niet kunnen nakomen van de aanvullende planning. Dit wordt periodiek binnen de koepelwerkgroep afgestemd en door de pensioenkoepels besproken met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de toezichthouders.

  • De informatie kan door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden betrokken in de evaluatie van de Wet waardeoverdracht klein pensioen.

  • De koepelwerkgroep en pensioenuitvoerders kunnen geen wijzigingen aanbrengen in het plan.

Niet herverdelen

Als de overdragende pensioenuitvoerder tot de 11 pensioenuitvoerders behoort (van bijlage 2), is in de aanvullende planning rekening gehouden met een gelijkmatige verdeling van de overdrachten over de geplande periode. Het aantal geplande overdrachten van één maand kan niet overgedragen worden naar de overige maanden van de overdrachtsperiode van die betreffende pensioenuitvoerder. Daarmee zouden de aantallen in de overige maanden hoger worden dan waarmee rekening is gehouden bij het opstellen van het plan. Hierdoor ontstaan capaciteitsproblemen bij de ontvangende pensioenuitvoerder.

Getallenvoorbeeld: Uitvoerder X heeft 96.000 kleine aanspraken die bij het Pensioenregister worden aangeboden voor automatische waardeoverdracht en volgens de planning een overdrachtsperiode van 3 maanden. Deze uitvoerder hoort bij de grote 11 en moet dus de aantallen verdelen in gelijkmatige wekelijkse porties, in zijn geval 96.000/12=8.000 per week. Als deze uitvoerder in één maand niet 32.000 pensioenen bij het Pensioenregister kan aanbieden (en bij positieve respons kan overdragen), mag het niet aangeboden deel niet meer worden aangeboden in het restant van de toegewezen overdrachtsperiode.

Koepelwerkgroep

Dit addendum is opgesteld door de koepelwerkgroep WOKP in afstemming met Stichting Pensioenregister. De koepelwerkgroep WOKP bestaat uit vertegenwoordigers van zowel de Pensioenfederatie als het Verbond van Verzekeraars als van de volgende pensioenuitvoerders/pensioenuitvoeringsorganisaties: MN, TKP Pensioen, AZL, APG, PGGM, Pensioenfonds Horeca & Catering, PGB pensioendiensten, Achmea pensioenservices, StiPP, Pensioenfonds Flexsecurity en de verzekeraars Achmea en Allianz.

De koepelwerkgroep blijft actief tijdens de uitvoering van het addendum en zal periodiek bijeenkomen voor de monitoring van de uitvoering van de aanvullende planning. Via het emailadres waardeoverdracht@pensioenfederatie.nl is de koepelwerkgroep bereikbaar voor pensioenuitvoerders met vragen of opmerkingen over de uitvoering van het addendum.

4: Evaluatie van de Wet waardeoverdracht klein pensioen

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de Wet waardeoverdracht klein pensioen in 2023 evalueren. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie kan worden bezien of er aanleiding is de éénmalige opschoonmogelijkheid, die de wet nu bood voor de kleine pensioenen opgebouwd voor 2018, te verruimen. Overwogen zou kunnen worden dat de opschoonmogelijkheid (periodiek) kan worden herhaald. In dat geval kunnen mogelijke spijtoptanten ook alsnog de gelegenheid krijgen de kleine pensioenen van voor 2018 op te schonen. Hetzelfde geldt voor pensioenuitvoerders die door onvoorziene omstandigheden niet hebben kunnen voldoen aan de aanvullende planning uit dit addendum.

BIJLAGE 1: PLANNING UITGAANDE OVERDRACHTEN PER PENSIOENUITVOERDER IN OVERLOOPPERIODE

Pensioenuitvoerder

Maand(en) waarin uitgaande overdracht moet plaatsvinden

1. U0005- AEGON

mei, juni

2. U0010-Allianz

juli

3. U0013-Stichting Pensioenfonds Capgemini

Nederland

juni

4. U0028-Leidsche Verzekering Maatschappij N.V.

mei

5. U0041-Pensioenfonds Horeca en Catering

augustus, september, oktober, november

6. U0045-Stichting Pensioenfonds DHL Nederland

juni

7. U0050-St. Bpf. voor de Houtverwerkende

Industrie

mei

8. U0057-Stichting Pensioenfonds Essity

juni

9. U0084-Stichting Pensioenfonds Coram

mei

10. U0097-Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM

juni

11. U0106-Stichting Pensioenfonds Notariaat

mei

12. U0109-St. Bpf. voor de Banden- en

Wielenbranche

juni

13. U0116-BPL Pensioen

juni, juli

14. U0117-Pensioenfonds Particuliere beveiliging

juni

15. U0122-Bpf. Bakkersbedrijf

mei

16. U0131-Bpf. Detailhandel

juli, augustus, september, oktober, november

17. U0136-Bpf. Hibin

juli

18. U0138-Pensioenfonds PNO Media

juni

19. U0150-Bpf. Schilders

mei

20. U0162-St. "De Samenwerking" (Pf. voor het

Slagersbedr.)

mei

21. U0182-Stichting MPF

mei

22. U0193-Stichting Ondernemingspensioenfonds

Mn Services

mei

23. U0232-Stichting Pensioenfonds Astellas

juni

24. U0264-Stichting Pensioenfonds Cargill B.V.

juni

25. U0277-Pensioenfonds DSM Nederland (PDN)

oktober

26. U0351-Pensioenfonds ING

juni

27. U0365-Stichting Pensioenfonds KPN

mei

28. U0393-Pensioenfonds Metaal en Techniek

juli

29. U0439-Het Nederlandse pensioenfonds -

Pensioenkring Randstad Groep

mei

30. U0440-Pensioenfonds Recreatie

mei, juni, juli, augustus

31. U0451-Pensioenfonds SABIC (SPF)

oktober

32. U0458-Stichting Pensioenfonds SNS REAAL

juni

33. U0471-St. Pf. Smurfit Kappa Nederland

juni

34. U0486-Stichting Pensioenfonds TNO

juni

35. U0487-Pensioenfonds PostNL

mei

36. U0498-Pensioenfonds UWV

juni

37. U0500-APF Unilever Nederland, Kring Progress

mei

38. U0538-Stichting Pensioenfonds van De

Nederlandsche Bank

mei

39. U0539-ABN AMRO Pensioenfonds

mei

40. U0551-StiPP

mei

41. U0555-Pensioenfonds Architectenbureaus

mei

42. U0557-Pensioenfonds PGB

mei

43. U0565-Stichting Personeelspensioenfonds APG

mei

44. U0568-Stichting Philips Pensioenfonds

juni

45. U0580-Stichting Pensioenfonds Rail&OV

mei

46. U0581-Stichting Sportfondsen Pensioenfonds

mei

47. U0682-Bpf. Zoetwaren

mei

48. U0685-BeFrank PPI N.V.

mei

49. U0695-Stichting ING CDC Pensioenfonds

juni

50. U0696-Stichting NN CDC pensioenfonds

juni

51. U0713-APF Unilever Nederland, Kring Forward

juni

52. U0720-Stap Pensioenkring Eastman

juni

53. U0721-Centraal Beheer Algemeen

Pensioenfonds

juni

54. U0722-Stap Pensioenkring SVG

juni

55. U0730-De Nationale Algemeen Pensioenfonds

juni

56. U0732-Stap Pensioenkring Holland Casino

juni

57. U0740-Stap Pensioenkring Douwe Egberts

juni

58. U0741-Stap Pensioenkring Ballast Nedam

juni

59. U0744-Aegon Cappital B.V.

mei

60. U0751-Pensioenfonds Pon

juni

61. U0752-Pensioenfonds Geveke

juni

62. U0754-St. Bpf. voor het Kappersbedrijf

mei

63. U0755-Bpf. Meubel

juni

64. U0758 Stap Pensioenkring GE

juni

BIJLAGE 2: LIJST VAN 11 PENSIOENUITVOERDERS MET MEER DAN 10.000 UITGAANDE WAARDEOVERDRACHTEN

De 11 pensioenuitvoerders in onderstaande lijst moeten het totaal aantal uitvragen bij het Pensioenregister verdelen in gelijke wekelijkse porties over de maand(en) die zij toegewezen hebben gekregen.

Nr

U-nr en naam pensioenuitvoerder

Aantal overdrachten

1

U0010-Allianz

10.185

2

U0041-Pensioenfonds Horeca en Catering

321.000

3

U0116-BPL Pensioen

77.881

4

U0122-St. Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

20.446

5

U0131-Bpf. Detailhandel

249.317

6

U0162-St. ‘De Samenwerking’ (Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf)

10.132

7

U0393-Pensioenfonds Metaal en Techniek

19.500

8

U0440-Pensioenfonds Recreatie

28.541

9

U0557-Pensioenfonds PGB

13.724

10

U0744-Aegon Cappital B.V.

15.549

11

U0755-Bpf. Meubel

11.098

Naar boven