Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 januari 2022, nr. ILT-2021/71366 tot opheffing van de agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport (Opheffingsbesluit agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën,

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Regeling agentschappen;

BESLUITEN:

Artikel 1

De agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport wordt opgeheven.

Artikel 2

Het Instellingsbesluit baten-lastendienst inspectie Verkeer en Waterstaat wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als 'Opheffingsbesluit agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport'.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

Dit besluit is het formele sluitstuk van de procedure waarmee de agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) wordt opgeheven.

De ILT is ingesteld bij besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van de 13 december 2011, (Stcrt, 2011, 23871).

De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en de VROM-Inspectiezijn per 1 januari 2012 gefuseerd tot één nieuwe organisatie: de ILT. Het instellingstraject voor nieuwe agentschappen werd doorlopen. Destijds is via de 'Aanbiedingsbrief evaluatie IVW' (Kamerstukken II, 2012–2013, 30 873, nr. 4) aan de Tweede Kamer gemeld: 'Mede in het licht van de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie is met het Ministerie van Financiën afgesproken dat getoetst zal worden of de ILT voldoet aan de eisen die gelden voor een agentschap'. De te toetsen eisen zijn vastgelegd in de Regeling agentschappen.

Deze toets (groenlichtmeting) heeft in 2016 plaatsgevonden en de belangrijkste bevindingen zijn:

  • in de praktijk knelt het sturingsmodel van de onafhankelijke rijksinspectie ILT met het resultaatgerichte sturingsmodel van agentschappen. Zo voert ILT onafhankelijk haar wettelijke taken uit, zonder directe sturing daarop van opdrachtgevers;

  • de organisatie ILT is een arbeidsintensieve dienst die beperkt gebruik maakt van de faciliteiten die het administratieve stelsel van baten en lasten biedt;

  • de afschrijvingslasten bedragen 1,4% van de totale lasten. Dat percentage is aanzienlijk lager dan de 5% die als instellingsnorm wordt gehanteerd voor het voeren van een administratie volgens het stelsel van baten en lasten;

  • de beheerslasten van een stelsel van baten en lasten zijn hoger dan die bij een verplichtingen-kasadministratie.

Gezien deze bevindingen is het oordeel van de directeur Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën dat de organisatie ILT niet voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Regeling agentschappen. Om die reden wordt geconcludeerd dat de ILT tot een regulier dienstonderdeel moet worden omgevormd, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn die dat verhinderen.

Met dit besluit wordt de agentschapsstatus van de ILT per 1 januari 2022 opgeheven. De ILT wordt een reguliere dienst van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met een geïntegreerde kasverplichtingenadministratie. De resterende activa, passiva, rechten en verplichtingen zijn overgegaan naar het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Het Instellingsbesluit baten-lastendienst inspectie Verkeer en Waterstaat is te vinden in de wettendatabank maar heeft geen materiele werking meer. Om die reden wordt dit besluit in artikel 2 ingetrokken.

Als gevolg van artikel 8, derde en vierde lid, van de Regeling agentschappen wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de opheffing van de agentschapsstatus van de Inspectie Leefomgeving en Transport en ontvangt de Algemene Rekenkamer een kopie van dit opheffingsbesluit.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven