Bekendmaking voorbereidingsbesluit windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Minister voor Klimaat en Energie,

In overeenstemming met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Overwegende dat:

  • het wenselijk is te voorkomen dat een locatie in het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden, waarvoor een kavelbesluit wordt voorbereid, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een windpark;

  • hiertoe in artikel 9 van de Wet windenergie op zee de mogelijkheid wordt geboden een voorbereidingsbesluit te nemen;

Besluit:

Artikel 1

Te verklaren dat voor de locatie die is weergegeven op de kaart, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit, een kavelbesluit als bedoeld in artikel 3 van de Wet windenergie op zee wordt voorbereid. De coördinaten van de hoekpunten van de voorgenomen kavel zijn weergegeven in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden om op de locatie, bedoeld in artikel 1, alsmede binnen een zone van 500 meter daaromheen, werken te maken of te wijzigen of het gebruik van werken te wijzigen, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op handelingen:

    • a. die worden verricht in het kader van normaal onderhoud en beheer ten dienste van reeds vergunde activiteiten;

    • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en in overeenstemming zijn met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • c. die worden verricht ter voorbereiding op het kavelbesluit, de tender en ter uitvoering van de vergunning als bedoeld in artikel 12 van de Wet windenergie op zee, door of in opdracht van de overheid of de houder van die vergunning.

Artikel 3

Behoudens artikel 9, derde lid, van de Wet windenergie op zee, vervalt dit besluit op het moment dat met betrekking tot de locatie, bedoeld in artikel 1, een besluit tot instelling van een veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet vastgesteld wordt.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 februari 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR DE LOCATIE IN WINDENERGIEGEBIED TEN NOORDEN VAN DE WADDENEILANDEN

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR DE LOCATIE IN WINDENERGIEGEBIED TEN NOORDEN VAN DE WADDENEILANDEN

Hoekpunten van de locatie (voorgenomen kavel):

Coördinaten volgens EPSG 25831
 

Easting

Northing

S_01

663458,0

5987029,0

S_02

681569,5

5987651,5

S_03

683404,0

5992813,1

S_04

663659,8

5989434,5

S_05

663371,8

5988989,0

S_06

663036,8

5988581,6

S_07

662657,7

5988214,9

TOELICHTING

I Algemeen

Het toenmalige kabinet heeft in 2018 de routekaart windenergie op zee voor de periode tot 2030 aangeboden aan de Tweede Kamer.1 Deze routekaart bevat de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van windenergie op zee van 2024 tot en met 2030 en is een verdere uitwerking van de lijn uit de Energieagenda. De routekaart voorziet in het (deels) benutten van de reeds aangewezen windenergiegebieden Hollandse Kust (west), IJmuiden Ver en Ten noorden van de Waddeneilanden. Bij de vaststelling van het Nationaal Waterplan 2009-2015 is het windenergiegebied IJmuiden Ver (1.170 km2) aangewezen. Bij een partiële herziening van het Nationaal Waterplan 2009-2015 zijn in 2014 de gebieden Hollandse Kust (1.210 km2) en Ten noorden van de Waddeneilanden (200 km2) aangewezen. Deze aanwijzingen zijn in het Nationaal Waterplan 2016-2021 en in het (ontwerp van het) Programma Noordzee 2022-2027 (deels) gehandhaafd.

De Wet windenergie op zee voorziet in een integraal wettelijk kader voor het realiseren van windenergie op zee. Onderdeel daarvan is dat de overheid binnen de aangewezen windenergiegebieden de zogeheten ‘kavelbesluiten’ neemt. In het kavelbesluit staat waar en onder welke voorwaarden een windpark binnen het aangewezen windenergiegebied gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Het aangewezen windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden ligt op ongeveer 60-70 kilometer van de kust en heeft een oppervlakte van in totaal 200 km2. Dit is inclusief het windpark Gemini dat reeds in het windenergiegebied operationeel is. Binnen het aangewezen windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden is besloten om één kavel uit te geven. In de kavel kan een windpark gerealiseerd worden met een opgesteld vermogen van ca. 760 MW. De voorgenomen kavel heeft een oppervlakte van ca. 70,6 km2.

Het windpark in deze kavel zal worden aangesloten op een platform op zee van TenneT. De besluitvorming over het platform zelf en de verbinding met het landelijk hoogspanningsnet op land wordt voorbereid in samenhang met de aanlanding van het (in het Programma Noordzee 2022-2027) aan te wijzen windenergiegebied 5-oost. De procedure voor de aanlandingsroute van TenneT vanuit windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden staat los van de procedure voor het windpark. Het windpark is niet afhankelijk van de keuze voor een specifieke aanlandingsroute. De voorbereidingen voor het kavelbesluit van het windpark worden voorgezet. Hierbij worden geen onomkeerbare stappen gezet.

De conceptnotitie reikwijdte en detailniveau (concept-NRD) ten behoeve van het op te stellen milieueffectrapport voor de voorgenomen kavel in het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden heeft van vrijdag 29 januari 2021 tot en met donderdag 11 maart 2021 ter inzage gelegen. Eenieder kon hierop reageren middels een zienswijze. De NRD is in november 2021 vastgesteld.2

Dit voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 9 van de Wet windenergie op zee wordt genomen om te voorkomen dat de ruimte voor het windpark in het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden, waarvoor een kavelbesluit in voorbereiding is, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van het windpark. In februari 2021 is reeds een voorbereidingsbesluit voor het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden gepubliceerd in de Staatscourant.3 Onderhavig voorbereidingsbesluit vervangt het voorbereidingsbesluit van februari 2021 gelet op het verstrijken van de termijn genoemd in artikel 9, derde lid, van de Wet windenergie op zee.

In artikel 9, vierde lid, van de wet is bepaald dat het verboden is te handelen in strijd met een voorbereidingsbesluit. Overtreding van dit artikel is strafbaar gesteld in artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten. Er is geen mogelijkheid van bezwaar en beroep tegen dit voorbereidingsbesluit (artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht).

II Artikelsgewijs

Artikel 1

Om te voorkomen dat de locatie binnen het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden waarvoor een kavelbesluit in voorbereiding is, minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een windpark, is in artikel 9 van de wet de mogelijkheid opgenomen voor die locatie een voorbereidingsbesluit te nemen. De figuur van het voorbereidingsbesluit is een bekende in het ruimtelijke ordeningsrecht bij de voorbereiding van inpassings- of bestemmingsplannen. Een kavelbesluit is geen van beide, doch vertoont daarmee wel gelijkenis in die zin dat sprake is van een bestemmingsregeling op basis van een integrale afweging van alle (ruimtelijke) belangen. Voor het belang dat een voorbereidingsbesluit beoogt te beschermen geldt dat evenzeer.

Artikel 2

In artikel 2 is bepaald dat het in bepaalde gevallen verboden is in het gebied waarvoor het kavelbesluit wordt voorbereid en de veiligheidszone van 500 meter daaromheen werken te maken of het gebruik van werken te wijzigen, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen. Artikel 2, eerste lid, bevat een verbodsbepaling voor handelingen die niet onder een bestaande verbodsbepaling vallen, daarmee niet vergunningplichtig zijn en waarvoor derhalve geen (belangen)afweging in het kader van een vergunningaanvraag plaatsvindt.

Verbodsbepalingen die reeds bij of krachtens de wet gelden blijven onverminderd van kracht. In een beoordeling van een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 6.13 van het Waterbesluit, dan wel een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 94 van het Mijnbouwbesluit, dient wel rekening te worden gehouden met het voorbereidingsbesluit.4 Het voorbereidingsbesluit biedt een afwijzingsgrond indien een voorgestelde (reeds vergunningplichtige) activiteit in de weg kan staan aan de verwezenlijking van het voorgenomen windpark.

Ten aanzien van het doen van seismisch onderzoek en verkenningsonderzoek als bedoeld in het Mijnbouwbesluit, wordt opgemerkt, dat de kans dat werkzaamheden die in dit kader plaatsvinden, de werkzaamheden in voorbereiding op de aanleg van een windpark verstoren zeer klein is. Dit is slechts anders in de fase na de start van de eerste bouwwerkzaamheden en het instellen van de veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet om de desbetreffende kavel. Zoals evenwel is bepaald in artikel 3 van het onderhavige voorbereidingsbesluit, is dit besluit dan vervallen en vervangen door het besluit tot instelling van die veiligheidszone. Zie hierover verder de toelichting bij artikel 3.

In het tweede lid is een aantal categorieën van werken of handelingen uitgezonderd van het verbod. Onderdeel a ziet bijvoorbeeld onder meer op het beheer van en onderhoud aan de in het windenergiegebied aanwezige vergunde infrastructuur zoals kabels en leidingen. Overigens is in de bijlage bij het nationaal waterplan aangegeven dat bij de verkaveling van windenergiegebieden en vergunning van windparken in principe een onderhoudszone moet worden aangehouden ten opzichte van leidingen, elektriciteitskabels en telecomkabels. Volgens hetzelfde document moet er ook afstand tussen mijnbouwplatforms en windparken worden aangehouden vanwege de helikopterbereikbaarheid. Onderdeel b ziet op handelingen die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit en in overeenstemming zijn met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving. Met betrekking tot de onderdelen a en b zullen de gevolgen van een aanwijzing van een kavel voor derden worden betrokken bij de afweging tot het nemen van een kavelbesluit. Onderdeel c ziet op handelingen die worden verricht ter voorbereiding op het kavelbesluit, de tender (vergunningverlening) en ter uitvoering van de vergunning als bedoeld in artikel 12 van de wet, door of in opdracht van de overheid of de vergunninghouder.

Artikel 3

In artikel 9, derde lid, van de wet is bepaald dat het voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen een jaar na de inwerkingtreding daarvan een ontwerp voor een kavelbesluit ter inzage is gelegd. Het voornemen tot het nemen van een kavelbesluit moet zodanig concreet zijn dat het beschermen van het belang van de realisering van een windpark kan prevaleren boven andere belangen.

Daarnaast is in artikel 3 van dit voorbereidingsbesluit bepaald dat dit besluit vervalt op het moment van instelling van een veiligheidszone op grond van artikel 6.10 van de Waterwet met betrekking tot de kavel. Dit besluit wordt genomen zodra met de bouw van het windpark wordt aangevangen. In het kavelbesluit worden andere activiteiten dan aanleg en exploitatie van een windpark niet geregeld of verboden. Het gebruiksverbod van die locatie voor andere activiteiten, volgt namelijk uit het besluit tot instelling van een veiligheidszone rondom een windpark. Het ligt dan ook voor de hand het voorbereidingsbesluit in werking te laten zijn tot het moment dat het besluit tot instelling van een veiligheidszone de bescherming van het gebied kan ‘overnemen’.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2017/2018, 33 561 nr. 42.

X Noot
4

Voor mijnbouwinstallaties geldt reeds op grond van artikel 45a van het Mijnbouwbesluit een verbod om deze te plaatsen in een gebied dat is aangewezen in een voorbereidingsbesluit als bedoeld artikel 9, eerste lid, van de Wet windenergie op zee.

Naar boven