Wijziging diverse regelingen ivm subsidiemodule agrarische bedrijfsadvisering

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies, de artikelen 4, 5, 16, 17, 19, 23, onderdeel b, en 50, zevende lid, van het Kaderbesluit nationale EZK-en LNV-subsidies en artikel 2.3 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.1.8., aanhef en onderdeel c, wordt ‘artikel 4.1.6, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid’ vervangen door ‘artikelen 4.1.3, vierde lid, onderdeel b, en 4.1.18, vierde lid’.

B

Artikel 4.2.3., vierde lid komt te luiden:

  • 4. Een erkenning wordt verleend voor de looptijd van deze titel, waarbij geldt dat reeds verleende erkenningen hun geldigheid behouden voor subsidies die zijn verleend voor 1 maart 2022.

ARTIKEL II

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.4.1. worden in de alfabetische volgorde de volgende definities ingevoegd:

Opleiding bedrijfscoach Natuurinclusief ondernemen in de landbouw:

de Opleiding bedrijfscoach Natuurinclusief ondernemen in de landbouw, ontwikkeld in 2022 door de openbare universiteit te Wageningen, HAS Hogeschool, Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein en Hogeschool INHOLLAND;

Opleiding bedrijfscoach precisielandbouw:

de Opleiding bedrijfscoach precisielandbouw, ontwikkeld in 2022 door de openbare universiteit te Wageningen, HAS Hogeschool, Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein en Hogeschool INHOLLAND;

Verdiepingscursus Natuurinclusief ondernemen in de landbouw:

de Verdiepingscursus Natuurinclusief ondernemen in de landbouw, ontwikkeld in 2022 door de openbare universiteit te Wageningen, HAS Hogeschool, Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein en Hogeschool INHOLLAND;

Verdiepingscursus precisielandbouw:

de Verdiepingscursus precisielandbouw, ontwikkeld in 2022 door de openbare universiteit te Wageningen, HAS Hogeschool, Aeres Hogeschool, Van Hall Larenstein en Hogeschool INHOLLAND;.

B

In Artikel 2.4.3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het tweede lid, vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c (nieuw).

2. In het derde lid wordt ‘onderdeel d’ vervangen door ‘onderdeel c’.

C

In artikel 2.4.4., eerste lid, wordt na “Verdiepingscursus ‘stikstof in de landbouw’” ingevoegd ”, de Verdiepingscursus Natuurinclusief ondernemen in de landbouw of de Verdiepingscursus precisielandbouw”.

D

Artikel 2.4.11.,vierde lid, vervalt.

E

In artikel 2.4.12.worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a vervalt “aan zestien of meer landbouwondernemingen”.

2. Onder vervanging van de punt in onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. het advies niet in gaat op tenminste de volgende elementen:

    • de adviesbehoefte van de landbouwondernemer met betrekking tot het gekozen aandachtsgebied;

    • de specifieke bedrijfssituatie van de landbouwondernemer;

    • de probleemanalyse;

    • de beoogde impact van het advies.

F

In artikel 2.4.14. wordt na ‘Opleiding bedrijfscoach stikstof in de landbouw’ ingevoegd ‘, de Opleiding bedrijfscoach Natuurinclusief ondernemen in de landbouw of de Opleiding bedrijfscoach precisielandbouw’.

ARTIKEL III

In de tabel in artikel 3, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt in de eerste rij betreffende titel 4.5 Pilots toekomstbestendige landbouw nieuw GLB ‘€ 8.000.000’ vervangen door

‘€ 8.304.000’.

ARTIKEL IV

In de tabel van artikel 1, tweede lid, van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 worden na de laatste rij betreffende titel 2.2 vier rijen ingevoegd, luidende:

Instrument

Artikel

Groep

Thema/programma

Openstelling

subsidieplafond

Titel 2.4: Agrarische bedrijfsadvisering en educatie

2.4.8

Adviesvouchers landbouwonderneming

Adviesvoucher landbouwonderneming, alle genoemde onderwerpen

4-4-2022 t/m 15-5-2022

€ 6.240.000

 

2.4.8

Cursusvouchers landbouwonderneming

Cursusvoucher landbouwonderneming, alle genoemde cursussen

4-4-2022 t/m 1-10-2022

€ 252.000

 

2.4.19

Opleidingsvoucher bedrijfsadviseurs

Opleidingsvoucher bedrijfsadviseurs, alle genoemde opleidingen

4-4-2022 t/m 1-10-2022

€ 97.500

 

2.4.42

Bedrijfsplanvouchers voor omschakeling

Bedrijfsplanvoucher landbouwonderneming

4-4-2022 t/m 15-5-2022

€ 1.866.000

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 februari 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt diverse regelingen met betrekking tot LNV-subsidies. Ten eerste strekt deze regeling tot wijziging van de Subsidiemodule agrarische bedrijfsadvisering en educatie (Sabe) in titel 2.4 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (RNES) en tot een nieuwe openstelling van vier subsidiemodules voor vouchers (artikelen II en IV). Ten tweede wordt het subsidieplafond van de subsidiemodule Pilots toekomstbestendige landbouw nieuw GLB (hierna: subsidiemodule GLB pilots), die is opgenomen in titel 4.5 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (hierna: REES), verhoogd (artikel III). Ten derde worden twee technische verbeteringen doorgevoerd in de REES (artikel I): in titel 4.1 inzake de brede weersverzekering wordt een verwijzing geactualiseerd en in titel 4.2 inzake de kwaliteitsregeling voor de kalfsvleessector wordt verduidelijkt dat jaarlijkse controles door de certificerende instantie verricht blijven worden ten aanzien van de reeds verstrekte subsidies.

2. Uitbreiding, wijziging en nieuwe openstelling Sabe

2.1 Uitbreiding Sabe (artikel II, onderdelen A, C en F)

De Sabe bevat een onderscheid tussen advies-, cursus-, opleidings- en bedrijfsplanvouchers. Het cursusaanbod voor landbouwondernemingen wordt uitgebreid met een cursus ‘Natuurinclusief ondernemen in de landbouw’ en een cursus ‘Precisielandbouw’. Het aanbod voor opleidingen voor bedrijfsadviseurs wordt uitgebreid met een opleiding ‘Natuurinclusief ondernemen in de landbouw’ en een opleiding ‘Precisielandbouw’.

In de Kamerbrief Voortgangsrapportage Innovatie op het Boerenerf van 11 augustus 2020 heeft de Minister aangegeven naast de stikstofcursus en -opleiding nog andere cursussen en opleidingen te laten ontwikkelen. Het aanbod van opleidingen van precisielandbouw en natuurinclusief ondernemen in de landbouw is de invulling hiervan. Ook deze cursussen en opleidingen beogen bij te dragen aan de verduurzaming van de landbouw door het bieden van handelingsperspectief aan boeren (rechtstreeks of via de adviseurs die de voor hen bestemde opleidingen hebben gevolgd).

Een cursusvoucher kan voortaan ingevolge artikel 2.4.4. van de RNES (artikel II, onderdeel C) worden verstrekt voor het volgen door de landbouwonderneming voor een verdiepingscursus stikstof in de landbouw, een verdiepingscursus precisielandbouw of een verdiepingscursus natuurinclusief ondernemen in de landbouw bij één van de kennisinstellingen die zijn vermeld in de begripsbepaling ‘kennisinstelling’ in artikel 2.4.1. van de RNES (artikel II, onderdeel A). Een cursusvoucher heeft een vaste waarde.

Een opleidingsvoucher kan ingevolge artikel 2.4.14. van de RNES (artikel II, onderdeel F) worden verstrekt voor het volgen door de bedrijfsadviseur van een opleiding bedrijfscoach in stikstof in de landbouw, een opleiding bedrijfscoach precisielandbouw of een opleiding bedrijfscoach natuurinclusief ondernemen in de landbouw bij één van de kennisinstellingen die zijn vermeld in de begripsbepaling ‘kennisinstelling’ in artikel 2.4.1. van de RNES (artikel II, onderdeel A). Een opleidingsvoucher heeft een waarde van maximaal € 1.250,– per jaar per voucher. De eigen bijdrage van de adviseur bedraagt minimaal 50%.

2.2 Wijziging Sabe (Artikel II, onderdelen B, D en E)

Het onderdeel adviseren in groepsverband vervalt in deze wijzigingsregeling (artikel II, onderdelen B, D en E). Om deze reden zijn bepaalde onderdelen van artikelen (deels) vervallen. Het is dus niet meer mogelijk om individuele vouchers te bundelen voor advisering in groepsverband. De gedachte achter het onderdeel adviseren in groepsverband was dat boeren graag leren met boeren. Door bundeling van vouchers wordt bovendien een groter budget gecreëerd waardoor in het adviestraject op onderdelen meer de diepte in kan worden gegaan. In de praktijk is gebleken dat dit onderdeel van de regeling anders is gebruikt dan was beoogd. Advisering in groepsverband was minder vraaggestuurd dan was beoogd en de aandacht voor de bedrijfsspecifieke situatie en daarmee voor de specifieke adviesbehoefte van de agrarisch ondernemers is onvoldoende tot zijn recht gekomen. Te weinig was er sprake van advies op maat. Vandaar de keuze om dit onderdeel thans te schrappen. Leren door boeren met en van elkaar blijft binnen de Sabe gefaciliteerd worden middels de projectsubsidies. Ook de 1 op 1 advisering (middels de individuele adviesvouchers) blijft bestaan.

In artikel 2.4.12 staat omschreven onder welke omstandigheden de verzilvering van een adviesvoucher kan worden afgewezen. Om te waarborgen dat het advies voldoet aan de specifieke adviesbehoefte van de landbouwonderneming met betrekking tot het gekozen aandachtsgebied, is het van belang dat het adviesdocument aan een aantal voorwaarden voldoet, waarbij de omvang van het advies vrij blijft. In onderdeel f van artikel 2.4.12 wordt daarom omschreven welke elementen een advies in ieder geval moet bevatten (artikel II, onderdeel E).

Hierbij gaat het om een beschrijving van de adviesbehoefte, de specifieke bedrijfssituatie, een probleemanalyse en de beoogde impact van het advies.

Het adviesdocument moet een zelfstandig leesbaar document zijn en het advies moet aantoonbaar aansluiten op de adviesbehoefte van de landbouwondernemer met betrekking tot het gekozen aandachtsgebied. Het advies wordt toegepast op de specifieke bedrijfssituatie, waarbij er een probleemanalyse wordt opgesteld. De probleemanalyse bestaat uit een beschrijving van de problematiek en van de mogelijke oplossingen (handelingsperspectieven met voor- nadelen) voor deze problematiek/de geconstateerde behoefte.

In het advies wordt ook ingegaan op hoe het adviestraject was ingericht.

Tot slot wordt in het advies aangegeven welke stappen de landbouwonderneming in de tijd kan zetten om het advies tot uitvoering te brengen en wat de beoogde impact hiervan zal zijn. Met dit laatste wordt bedoeld welke verandering dan tot stand is gebracht.

2.3. Nieuwe openstelling Sabe (artikel IV)

De nieuwe openstelling in 2022 van de advies-, cursus-, en bedrijfsplanvouchers voor landbouwondernemingen en van de opleidingsvouchers voor bedrijfsadviseurs is opgenomen in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 (artikel IV).

De openstellingstermijnen van de verschillende vouchers zijn niet gelijk. De openstellingstermijn voor advies- en bedrijfsplanvouchers eindigt 15 mei 2022. De openstelling voor cursusvouchers (voor agrariërs) en opleidingsvouchers (voor bedrijfsadviseurs) loopt tot 1 oktober 2022, omdat hiermee beter wordt aangesloten op de kalender van de groene hogeronderwijsinstellingen. Bovendien is het met deze openstellingsperiode mogelijk om de cursussen goed en tijdig onder de aandacht te brengen van de doelgroep.

In één kalenderjaar kan niet aan een agrarisch ondernemer zowel een adviesvoucher of een cursusvoucher worden toegekend (artikel 2.4.6. van de RNES). Wel is het mogelijk voor agrarisch ondernemers die tevens bedrijfsadviseur zijn om in één kalenderjaar naast een opleidingsvoucher ook een advies – of een cursusvoucher toegekend te krijgen. Bedrijfsplanvouchers kunnen maximaal eens in de drie jaar worden toegekend op basis van een aanvraag (artikel 2.4.49, onderdeel f, van de RNES).

3. Verhoging subsidieplafond GLB pilots (artikel III)

De subsidiemodule GLB pilots is opgesteld in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (hierna: GLB). Het GLB kent verschillende maatregelen om landbouwers te ondersteunen, waaronder op het terrein van plattelandsontwikkeling met Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347) (hierna: verordening 1305/2013). Grondslag voor de subsidiemodule GLB pilots is artikel 35 van verordening 1305/2013 inzake samenwerking, op grond waarvan steun kan worden verleend ter bevordering van samenwerkingsvormen waarbij ten minste twee organisaties betrokken zijn. Op grond van de subsidiemodule GLB pilots kan subsidie worden verleend voor de uitvoering van pilots toekomstbestendige landbouw met het oog op het uitgestelde nieuwe GLB, het Klimaatakkoord en het realisatieplan LNV-Kringloopvisie. Het doel van de GLB pilots is om te testen hoe binnen het GLB 2023–2027 op of aanpalend aan landbouwgrond doelgericht betalingen kunnen worden ingezet voor het behalen van regiospecifieke opgaven rond het toekomstbestendig maken van de landbouw door bijvoorbeeld kringlooplandbouw te versterken en/of meer natuurinclusief te maken.

Met de onderhavige regeling wordt het subsidieplafond verhoogd voor de openstelling van de subsidiemodule GLB pilots ten behoeve van subsidie voor het thema GLB pilots toekomstbestendig boeren (artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, van de REES). De termijn van de openstelling van de subsidiemodule GLB pilots blijft ongewijzigd en liep tot en met 5 maart 2021. Het subsidieplafond voor de openstelling voor het thema GLB pilots toekomstbestendig boeren wordt verhoogd van € 8.000.000 tot € 8.304.000.

Met de ophoging van het budget voor deze openstellingsperiode kan een extra als goed beoordeelde projectaanvraag alsnog worden gehonoreerd.

De ophoging wordt gefinancierd uit onderuitputting van GLB-overhevelingsbudget.

4. Technische verbeteringen in de REES

In de REES worden twee technische verbeteringen doorgevoerd: in titel 4.1 inzake de brede weersverzekering wordt een verwijzing geactualiseerd en in titel 4.2 inzake de kwaliteitsregeling voor de kalfsvleessector wordt verduidelijkt dat de jaarlijkse controles door de certificerende instantie verricht blijven worden ten aanzien van de reeds verstrekte subsidies.

4.1 Actualisering verwijzing in titel 4.1 REES (artikel I, onderdeel A)

In titel 4.1 van de REES inzake de brede weersverzekering wordt een omissie hersteld. In artikel 4.1.8. aanhef en onderdeel c, van REES staat een verouderde verwijzing. Het betreft een verwijzing naar artikel 4.1.6, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de REES. In de laatste wijziging van titel 4.1 van de REES is artikel 4.1.6, eerste lid (oud), opgenomen in artikel 4.1.3, vierde lid, onderdeel b, en is artikel 4.1.6, tweede lid (oud), opgenomen in artikel 4.1.18, vierde lid, en is artikel 4.1.6 vervallen (Stcrt. 2019, 60575).

4.2 Verduidelijking controles in titel 4.2 REES (artikel I, onderdeel B)

Titel 4.2 voorziet in subsidies aan landbouwers voor deelname aan een door de Minister erkende kwaliteitsregeling voor de kalversector. Voor deze regeling konden in de jaren 2017, 2018 en 2019 subsidieaanvragen worden ingediend. Landbouwers ontvangen een jaarlijkse bijdrage voor deelname aan de kwaliteitsregeling, met een maximumduur van 5 jaar. Voorwaarde is dat jaarlijks door een certificerende instantie wordt vastgesteld dat de landbouwer nog steeds aan de eisen van de kwaliteitsregeling blijft voldoen. Als onderdeel van de door de Minister afgegeven erkenning is hiertoe een overeenkomst afgesloten tussen de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) en de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV). Per 1 maart 2022 komt de regeling te vervallen, maar zij blijft gelden voor subsidies die op basis van deze titel voor 1 maart 2022 zijn verleend. Uiteraard is het de bedoeling dat ook de jaarlijkse controles door de certificerende instantie verricht blijven worden ten aanzien van de reeds verstrekte subsidies. In verband hiermee wordt in artikel 4.2.3, vierde lid, verduidelijkt dat de door de Minister afgegeven erkenning, die gekoppeld is aan de looptijd van de subsidietitel, van kracht blijft voor subsidies die zijn verleend voor 1 maart 2022. Hiermee wordt verzekerd dat de SKV ook na 1 maart 2022 haar werkzaamheden (auditen en certificeren) kan blijven uitvoeren voor projecten waarvoor eerder subsidie is verleend, zodat voor die projecten ook na 1 maart 2022 kan worden vastgesteld of de landbouwers inderdaad nog steeds voldoen aan de voorwaarden van de kwaliteitsregeling.

5. Staatssteun

5.1 Uitbreiding en nieuwe openstelling Sabe

De Sabe is een steunregeling die voor wat betreft de cursus-, advies- en opleidingsvouchers is gebaseerd op de groepsvrijstellingsverordening landbouw (Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën van steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de erkenning van de Europese Unie met de markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU 2014, L 193/1)).

De uitbreiding van de mogelijkheden voor het aanvragen en besteden van de cursus- en opleidingsvouchers, de verduidelijking van de elementen waaraan het advies moet voldoen en de hernieuwde openstelling veranderen niets aan de systematiek en de voorwaarden waaronder de steun wordt verleend en brengen daarmee geen verandering in de staatssteunaspecten van deze subsidiemodule.

Voor de bedrijfsplanvouchers geldt dat subsidie wordt verstrekt onder overlegging van een de-minimisverklaring als bedoeld in Verordening (EU) nr.1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352). Ook dit verandert niet met de nieuwe openstelling.

5.2 Verhoging subsidieplafond GLB pilots

De subsidiemodule GLB pilots bevat geen staatssteun omdat de subsidie binnen de werkingssfeer van artikel 81, tweede lid, van verordening 1305/2013 valt (zie paragraaf 3 Staatssteun van de toelichting in Stcrt. 2021, 7759). De ophoging van het subsidieplafond brengt geen verandering in de staatssteunaspecten van deze subsidiemodule.

6. Regeldruk

6.1 Uitbreiding en nieuwe openstelling Sabe

Deze subsidiemodule levert administratieve lasten op voor aanvragers van de voucher en de subsidie. De verwachting is dat deze administratieve lasten beperkt zullen zijn.

Vouchers

Gezien de hoogte van de subsidie (respectievelijk € 800 voor cursusvouchers voor agrariërs, maximaal € 1.500,– voor adviesvouchers voor agrariërs en maximaal € 1.250,– voor bedrijfsadviseurs) is bij de vouchers gepoogd de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden. Er wordt geschat dat de aanvragers van vouchers de aanvraag binnen een halfuur hebben opgesteld. Adviseurs en agrariërs die met een voucher een cursus of opleiding willen volgen hoeven enkel hun aanvraag in te dienen bij RVO waarna ze, indien ze voldoen aan de voorwaarden, de voucher ontvangen. Agrariërs die de adviesvoucher willen gebruiken voor een advies zullen daarnaast ook contact moeten leggen met de bedrijfsadviseur bij wie ze de voucher willen verzilveren. Daarom kunnen agrariërs een wat hogere administratieve last hebben en is de verwachting dat de totale tijdsbesteding een halfuur tot één uur is.

Opleidingsvouchers

Bij adviseurs wordt uitgegaan van een standaarduurtarief van € 54,–. In totaal bedraagt de verwachte administratieve last voor adviseurs € 2.106,–. Dit bedrag komt tot stand door het standaarduurtarief van € 54,– te vermenigvuldigen met de verwachte tijdsbesteding van een halfuur, vermenigvuldigd met het verwachte aantal aanvragen van 78. Met deze inschatting bedraagt de totale administratieve last 2 procent van het beschikbaar gestelde budget.

Cursusvouchers

Bij agrariërs wordt uitgegaan van een standaarduurtarief van € 34,–. In totaal bedraagt de verwachte administratieve last voor agrariërs € 5.355,–. Dit bedrag komt tot stand door het standaarduurtarief van € 34,– te vermenigvuldigen met de verwachte tijdsbesteding van een halfuur, vermenigvuldigd met het verwachte aantal aanvragen van 315. Met deze inschatting bedraagt de totale administratieve last 2.1 procent ten opzichte van het beschikbaar gestelde budget.

Adviesvouchers

Bij agrariërs wordt uitgegaan van een standaarduurtarief van € 34,–. In totaal bedraagt de verwachte administratieve last voor agrariërs € 70.720 tot € 141.440,–. Dit bedrag komt tot stand door het standaarduurtarief van € 34,– te vermenigvuldigen met de verwachte tijdsbesteding van een halfuur tot een uur, vermenigvuldigd met het verwachte aantal aanvragen van 4160. Met deze inschatting bedraagt de totale administratieve last 1,1 tot 2,3 procent ten opzichte van het beschikbaar gestelde budget.

Bedrijfsvouchers

De hoogte van de subsidie bij vouchers voor bedrijfsplannen is maximaal € 6.000,–. Met betrekking tot de administratieve lasten wordt geschat dat de aanvragers van bedrijfsplanvouchers (agrariërs) de aanvraag in één uur hebben opgesteld. Daarnaast moet ook contact worden gelegd met de erkende onafhankelijke bedrijfsadviseur bij wie de voucher wordt verzilverd. Bovendien moet de aanvrager ook een de-minimisverklaring opstellen en overleggen. Daarom is het de verwachting dat de totale tijdsbesteding van de voucheraanvrager 1 tot 1.5 uur is.

Bij agrariërs wordt uitgegaan van een standaarduurtarief van € 34,–. In totaal bedraagt de verwachte administratieve last voor agrariërs € 15.861,–. Dit bedrag komt tot stand door het standaarduurtarief van € 34,– te vermenigvuldigen met de verwachte tijdsbesteding van 1.5 uur, vermenigvuldigd met het verwachte aantal aanvragen van 311.

Er wordt geschat dat er een half uur nodig is voor de verzilvering van de bedrijfsplanvouchers (bedrijfsadviseurs). Bij de verzilvering moet aangegeven worden op welke onderwerpen (minimaal 5) is ingegaan in het bedrijfsplan. Bij adviseurs wordt uitgegaan van een standaarduurtarief van € 54,–. In totaal bedraagt de verwachte administratieve last voor bedrijfsadviseurs € 8.397,–. Dit bedrag komt tot stand door het standaarduurtarief van € 54,– te vermenigvuldigen met de verwachte tijdsbesteding van 0.5 uur, vermenigvuldigd met het verwachte aantal aanvragen van 311.

Met deze inschatting bedraagt de totale administratieve last 1,3 procent van het beschikbaar gestelde budget.

6.2 Overige wijzigingen

De verhoging van het subsidieplafond van de afgelopen openstelling van de subsidiemodule GLB pilots (artikel III) en de technische verbeteringen in de REES (artikel I) leiden niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de administratieve lasten bij de gebruikers van de subsidiemodule.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat het technische verbeteringen betreft (artikel I) en de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding (artikelen II en IV: Sabe en artikel III: verhoging subsidieplafond GLB pilots).

De nieuwe openstelling van de Sabe is weliswaar voorzien per 4 april 2022, maar dit laat onverlet dat een spoedige publicatie en inwerkingtreding van de regeling aanvragers in staat stelt om ruim voordien kennis te nemen van de inhoud van de regeling.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven